Tags

, ,

(Uit de Bijbel belezen: Johannes 14:1-21)

Gemeente van Jezus Christus,

[intro: gevoelens bij de tekst]
Leven uit de Bron – daar gaat het weer over vanmorgen. Vorige maand hoorden we over Simson. We hoorden eigenlijk vooral hoe het niet moet: niet leven uit eigen kracht, je hebt God nodig!
Vanmorgen horen echter juist we hoe het wél kan. Een leven uit de bron, een leven uit Gods kracht! Centraal staan woorden uit het Bijbelhoofdstuk dat we net lazen, de verzen 12 t/m 14 uit Johannes 14. Jezus zegt daar heel opmerkelijke dingen, luister maar. “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, zal de werken die Ik doe, óók doen; en hij zal grotere doen dan deze, want Ik ga heen naar Mijn Vader. En wat u ook zult vragen in Mijn Naam, dat zal Ik doen, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt zal worden. Als u iets vragen zult in Mijn Naam, Ik zal het doen.” Daar zegt Jezus nogal wat! Doen wat Hij deed, en zelfs meer; en zekere verhoring die beloofd wordt als bidt je in Zijn naam.
Wat roept dat op bij u en bij jou? Ik kan me voorstellen dat deze of gene me met een lege blik aankijkt. Wat moet je hier mee? Dit lijkt helemaal los te staan van jouw leven! ‘De werken doen die Jezus deed, en zelfs grotere’ – ja hoor. Jezus liep op het water, en nu wij ook zeker, als we genoeg geloof hebben. Grótere dingen zelfs doen dan Jezus. Hij wekte zelfs doden op – kan het groter? En dan zou een gelovige daar zelfs nog overheen gaan? Dat is, zacht gezegd, niet helemaal wat de ervaring leert. Een ander zegt misschien iets voorzichtiger: ik begrijp niet goed wat Jezus hier bedoelt, ik kan het niet plaatsen.
En dan is er die verzekering: ‘wát u ook maar zult vragen in mijn naam, Ik zal het doen’. Jezus biedt zichzelf aan als onuitputtelijke bron. Prachtig! Maar geeft Hij hier een soort blanco cheque uit? ‘Wát u ook maar zult vragen in mijn naam, ik zal het doen’. De één roept meteen: zo werkt het toch niet! Hier kan ik niets mee. Een ander zal het maar wat afzwakken: nou ja, als het naar Gods wil is natuurlijk, en goed voor je, enzovoorts…
Het gevaar is groot dat we de rijkdom van deze woorden van Jezus missen. De zegen van het leven uit de bron. Dat Hij ons wel iets prachtigs aanbiedt, maar dat wij het laten liggen. Dat zou toch zonde zijn! Laten we eens nauwkeuriger luisteren.

[‘werken’ uitleg]
Jezus heeft het over ‘de werken die Hij doet’. Die zullen de gelovigen ook doen, degenen die bij Hem horen. Maar wat zijn die ‘werken’ eigenlijk, wat deed Jezus? Als je naar het verband kijkt, is het inderdaad logisch om aan zijn wonderen te denken. In de zin net ervoor zegt Hij: “als je Mij niet gelooft, geloof Mij dan om de werken”. Met andere woorden: kijk eens naar wat ik gedaan heb! Dingen die geen mens ooit deed: wonderen, genezingen, overwinning over demonen… En direct erna: “wie in mij gelooft, zal de werken doen die ik deed!” Dat slaat op die wonderen. Je ziet het vervuld bij de eerste christenen, in het Bijbelboek Handelingen, daar gebeuren inderdaad zulke wonderen.
Maar hoe zit dat voor nú, voor óns? Ook nu kan de Here wonderen doen, door gelovige mensen heen. Zéker weten! Ik was vorig weekend op de Open Doors-dag, en daar hoorde ik er indrukwekkende getuigenissen van. Daar kom ik zo nog op. Maar… Jezus deed méér dan spectaculaire wonderen alleen. In hoofdstuk 17 is Jezus aan het bidden. Hij zegt daar ‘Ik heb het werk volbracht dat U Mij gegeven had’. En wat is dat werk? Jezus geeft daar zelf het antwoord: de Vader openbaren, God bekend maken, tonen, onder de mensen. Dat gebeurde niet alleen door wondertekens! Héél Jezus’ leven toonde wie God is. Zijn daden: wonderen ja, maar ook als Hij omzag naar mensen, als Hij óóg had voor mensen. Zijn woorden: als Hij over de Vader en Zichzelf vertelde, als Hij met gezag sprak én met liefde….
Het gaat hier over het geheel van Jezus’ optreden, zijn hele leven in woorden en daden, waarmee Hij toonde wie God is.

[Wij zetten Jezus’ werk voort]
Nu zegt Jezus in onze tekst: mijn werk gaat dóór! Welk werk? Het duidelijk maken wie God is, wie Jezus zelf is. “Wie in Mij gelooft, zal de werken die Ik doe, ook doen”. Als Jezus naar de Vader gaat, blijft de wereld niet achter in het donker! Jezus geeft zijn taak door aan wie in Hem geloven, aan de christenen, de kerk. Zijn lichaam dat op aarde is. Zij zullen God openbaren aan de andere mensen. Zodat God geëerd wordt en mensen zullen geloven!
Geloof jij in de Here Jezus? En u? Dan zegt Jezus dit dus over ú of jou, heel persoonlijk. En niet eens als opdracht: nu moet jij van mij getuigen… Dat zei ik al in de eerste preek over het jaarthema: als we zo denken, is het weer iets dat je zélf moet doen. Terwijl het nu juist gaat over ‘leven uit de Bron’. Als u of jij met Jezus leeft, dan zúl je doen wat Jezus ook deed. Dan is het als bij een plant die vanzelf bloemen maakt als hij water krijgt. In hoe u bent, in wat u doet en in wat u zegt, mag u laten zien wie God is!
Maar hoe zit dat dan met ‘nog grotere dingen doen dan Jezus?’ Dat moet je niet zoeken in nog spectaculairdere wonderen denk ik. Zo van: Jezus liep over het water, maar zijn volgelingen lopen zelfs over een leeg zwembad heen. In het geloof gaat het niet om het spectaculaire. Het gaat hier om het effect dat groter zal zijn. Denk aan de eerste Pinksterdag, 10 dagen na Jezus’ hemelvaart. Petrus houdt een toespraak, en er kwamen maar liefst 3000 mensen tot geloof! Zoveel respons had Jezus zelf nooit gehad! Jezus’ leerlingen zullen meer bereiken dan Hijzelf, dat is bedoeld met de ‘grotere werken’. Ze zullen meer bereiken – de hele wereld!
Maar terug naar onszelf. Wie gelooft in Jezus, wie leeft uit de Bron, zet zijn werk voor. Individueel, maar ook als gemeente, samen. Gods liefde mag door ons heen zichtbaar worden. In kleine dingen soms. Maar ook Gods grootheid mag blijken. De Here kan nog steeds wonderen doen!
Zo hoorde ik op die Open Doors-dag een verhaal van pastor Jamal uit Libanon. Hij vertelde dat een gemeentelid van hem in contact kwam met een vrouw. Ze vertelde dat ze al vele jaren aan bloedverlies leed, waardoor ze veel kracht kwijt was. Zodra de ander dat hoorde, zei hij: “weet je, daar staat een verhaal over in de Bijbel. Over de bloedvloeiende vrouw. Zij kwam bij Jezus en ze werd genezen. Zullen we bidden of Hij ook jou wil genezen?” Dat deden ze, en de zieke vrouw genas. “Wie in mij gelooft, zal de werken doen die ik ook deed”. Zo kan het ook!

[toewijding]
Weet u wat er hier erg meespeelt? Toewijding. Ofwel de vraag: waar leef je voor? Want ‘het werk van Jezus doen’ dat is niet iets dat je er even bij doet! Wat is uw en wat is jouw levensdoel? Vaak hébben we niet eens een duidelijk doel. Of iets van van je werk goed doen, of zorgen dat het met je gezin goed gaat, of misschien: genieten van je kinderen en kleinkinderen en er zijn voor hen. Maar wat is je dóel? Welke rol speelt God daarbij? Is Hij degene op de achtergrond die voor je zorgt en je straks eeuwig leven geeft, misschien? Maar er is méér. Léven voor Hem. Niets anders willen dan Hem dienen, zijn werk doen. Leven uit de Bron, niet alleen om zelf te drinken, maar als krachtbron voor wat je doet. Kijk naar Jezus. Aan het einde van zijn leven kan Hij zeggen, ik haalde het al aan: “ik heb het werk volbracht dat u mij gegeven hebt”. En wij? Vragen we ons überhaupt af welke taak de Here ons geeft?

Weer een voorbeeld dat verteld werd door pastor Jamal op de Open Doors-dag. Hij vertelde dat één van zijn gemeenteleden in de gevangenis was terechtgekomen. De kerk hield een collecte, en ze brachten geld bij elkaar voor een borgsom, zodat hij vrij zou komen. Eén van de broeders ging op bezoek in de gevangenis en vertelde dat. Maar de man zei: ik wil hier helemaal nog niet weg! “Hè, wat?” zegt de ander. “Nee,” zei de man, “ik zit hier met een heel stel moslimfundamentalisten de hele dag opgesloten. Hier heb ik alle gelegenheid om over mijn Heer Jezus te vertellen, en ze beginnen al geïnteresseerd te raken. Ik wil nu echt niet weg hier!” Waarom kon hij dit zeggen? Omdat zijn levensdoel niet was een comfortabel en veilig leven te hebben. Zijn levensdoel was: doen wat Jezus je te doen geeft!
Wat doen wij voor Hem? Ik bedoel niet zozeer dat u allerlei dingen móet. Ik bedoel eerder: beseffen we dat de Here werk voor ons heeft? Dat dát leven is uit de bron: niet slechts zelf opbloeien, maar ook kracht ontvangen om te leven voor Hem! Net zoals komende zondag bij het Heilig Avondmaal: dat is onder andere om bekrachtigd te worden. Hij die in ons komt, opdat wij zijn werk kunnen doen!

[gemeenschap/uit Zijn kracht]
Onze tekst spreekt over geloof. De voorwaarde, zou je kunnen zeggen, om Jezus’ werk te kunnen doen, is geloof. “Wie in Mij gelooft, die…” Dat moeten we echter wel goed opvatten. Het gaat hier niet over een geloof dat ík nu grote dingen kan doen. Dat je hard je best moet doen om dat te geloven. Nee, er staat “wie gelooft in Mij”. Ik kán geen grote dingen doen voor God, zelfs geen kleine. Jezus kan het. En nu het wonder: hij wil werken door u en door mij heen!

De Here Jezus gaat weg, daarom draagt Hij zijn werk hier over. Maar het wonderlijke: al gaat Hij weg, toch is Hij er! Hij zegt het herhaalde malen in deze hoofdstukken: ik in u, en u in mij. Toch is er die verbinding! Die verbinding legt de Heilige Geest, die kwam toen Jezus ging. Jezus is bíj ons, op de manier van de Geest. Het is zoals het formulier zegt bij het Heilig Avondmaal: Jezus zelf zit aan Gods rechterhand, maar door de Geest voedt Hij ons met Zichzelf.
Verbonden zijn aan Jezus Zelf. Dat is het geheim! Dan kan God je gebruiken. Dan wil en zal Hij u leiden daarbij. En dan werkt Jezus zelf mee, met zijn werk in en door mijn leven.
Daarover spreken vers 13 en 14. “Wat u ook maar vraagt in mijn naam,” zegt Jezus, “Ik zal het doen”. Verhoring beloofd! Wij gaan metéén tegenwerpingen maken. Ja maar… niet elk gebed wordt verhoord toch? Maar weet u wat het is? Wij bidden zo vaak om dingen voor onszelf. Gezondheid, goede cijfers, of wat dan ook. Daar gáát deze belofte niet over. Hij gaat over Jezus’ hulp als wij zijn werk doen. Als je bidt om wijsheid wat je moet zeggen tegen een buurman. Als je vraagt om een zegen over iets wat je opzet voor Hem. Dan zegt Jezus: vraag maar! Ik zal je helpen! Ik durf wel te zeggen: mensen die vol vertrouwen bidden, zijn degenen die zegen vragen op zijn werk, terwijl ze zichzelf ervoor inzetten. Terwijl mensen die zeggen ‘ik merk geen verschil als ik bid’ vaak vooral voor hun eigen dingen bidden… Let er maar op!

[geloof en ga]
Jezus zegt “wie in mij gelooft, zal de werken die ik doen, ook doen”. Een belofte! En een grote aansporing om dit na te streven. Het kan misschien erg hoog en groot klinken, veel te hoog en groot voor uw kleine leven. Als je alleen erover nadenkt, blijft dat zeker zo! Maar vraag u eens af: welk werk van Jezus kan ík doen? Bid om de leiding en kracht van de Heilige Geest, en vertrouw daarop! Durf te geloven dat Jezus bij u is, en zoek ernaar om dicht bij Hem te blijven.

Ik hoop dat wij hetzelfde levensdoel hebben of zullen krijgen wat Jezus had. Dat de Vader in de Zoon verheerlijkt wordt, zegt vers 13. Wie zo in het leven staat, zal in de praktijk van zijn leven merken dat onze tekst wáár is. Dat Jezus je bijstaat, dat u en ik niet te klein zijn om iets van God zichtbaar te maken in woord en daad. Eerst geloven, dan ook zien – andersom werkt niet. Maar wie durft te vertrouwen, zal het zien, en juist zo nog meer durven te vertrouwen. Tot je bijvoorbeeld, net als die man uit Libanon, gewoon tegen een zieke durft te zeggen: zullen we ervoor bidden? Tot je dingen doet die je uit je zelf niet zou kunnen of durven.
Dan is één ding noodzakelijk: dat we leven uit de Bron. Dat we ‘in Hem’ zijn, verbonden aan Jezus door de Geest. Wat is het dan heerlijk dat we komende week het Heilig Avondmaal mogen vieren. Daar, aan de Tafel van de Here Jezus, mogen we die verbondenheid ervaren en vieren. Hij die zichzelf schenkt, die met zijn Geest aanwezig is, die ons boven onszelf wil uittillen. Hij wil ons voeden met zijn kracht en liefde, opdat ook daarvan mogen leven. En ook: opdat wij het uit zullen leven. Laten wij dan allen komende zondag hier aanwezig zijn om gevoed en gevuld te worden. Om te leven uit de Bron. God geve dat zo, ook komende zondag, de Vader in de Zoon verheerlijkt wordt. Lof zij Christus, in eeuwigheid!

Amen