Tags
Gemeente van Jezus Christus, beste broers en zussen!
[intro: familie]
ja, zo noem ik u en jou vandaag. Broers en zussen. Want vanmorgen gaan we het hebben over familie. We lazen zojuist uit de Bijbel over de familie van Jezus, zijn broers en zussen. Zijn letterlijke, maar ook zijn geestelijke verwanten.
Familie. Hoe belangrijk is familie voor u of jou? Voor veel mensen heel belangrijk, denk ik. De mensen het dichtst bij je, waar je op kunt steunen. Mensen met wie je verbonden bent, bij wie je hoort en thuis bent. Als familie heb je soms samen heel veel meegemaakt, en dat kan samenbinden. Misschien gaat u straks wel naar uw familie als de kerk uit is, of ze komen bij u. Sommige families zijn juist los zand – soms zijn er nare dingen gebeurd. Andere families zijn bijna verstikkend aan elkaar verbonden – ook dat is niet gezond.
Tegenwoordig zijn familiebanden over het algemeen minder bepalend dan vroeger. Je verhuist eerder naar een andere streek, bijvoorbeeld voor werk of studie. Bovendien is de samenleving individualistischer geworden – ieder leidt zijn eigen leven. Jonge mensen als ik kunnen het zich moeilijk voorstellen dat je bijvoorbeeld je ouders in huis zou nemen als ze bejaard zijn. Vroeger echter gebeurde dat regelmatig, sommigen hier zullen het nog wel weten. Of een pasgetrouwd stel ging inwonen bij een van de ouders – nu ondenkbaar! Hoe belangrijk familie ook voor je kan zijn, in onze tijd ben je allereerst een individu en daarná pas deel van een familieverband. In de tijd van Jezus was dat heel anders. Het is goed om dat eerst helder te hebben, want anders kunnen we de geschiedenis van vandaag niet goed plaatsen.
[het verhaal, i.h.b. belang van familie destijds]
In Jezus’ tijd was een mens éérst en vooral deel van zijn familie. ‘Van wie ben jij er één?’ – die vraag was destijds nog belangrijker dan nu! De gezinnen waren vaak groot en bijna altijd bleven de kinderen vlakbij hun ouders wonen. Niet alleen in hetzelfde dorp, vaak zelfs in hetzelfde huis. Dan werd er gewoon een stukje aangebouwd aan de familiewoning. Vaak had zo’n gezin samen een bedrijfje, bijvoorbeeld als vissers of boeren of handwerkers. Vader was familiehoofd, en zijn volwassen zoons luisterden echt wel naar hem! En als vader er niet meer was, had moeder de leiding. Je diende loyaal te zijn aan je familie en de familie-eer hoog te houden.
Tegen die achtergrond moeten we plaatsen wat we over Jezus’ familie lezen. Jozef was waarschijnlijk overleden, dus Maria was familiehoofd. Jezus had minstens 4 broers en ook nog zussen, leren we uit Markus 6. Maar Jezus zelf… In plaats van mee te werken in het timmermansbedrijf, werd hij een rondtrekkende prediker. En ja, Hij had een bijzondere roeping van God, dat wist in elk geval Maria wel. Maar nu begon het toch uit de hand te lopen!
Markus zegt zo simpel dat Jezus en zijn leerlingen zelfs geen tijd hadden om brood te eten. Maar dat wil wel méér zeggen als dat ze de lunch een keer overslaan. Jezus wordt voortdurend omringd door opgewonden mensenmassa’s die allemaal iets van Hem willen. Hij trekt gekken en bezetenen aan die onrust veroorzaken. Zieken met stinkende zweren dringen op, vragend om genezing. Zweetlucht van opeengepakte lijven. Het moet echt een chaos zijn geweest in het huis waar Jezus verbleef! Waar was Hij mee bezig?
Jezus’ verwanten hoorden ervan en zeiden: ‘Hij is buiten zichzelf’ – ofwel: Hij is gek geworden. De chaos zit in zijn hoofd! Daarom komen ze om Hem tegen te houden – zeg maar gewoon om hem mee te nemen. Hij moet tegen zichzelf beschermd worden, en ook hun familie-eer moet beschermd worden. Wat Jezus doet, straalt af op hen! Met deze chaos willen ze niet geassocieerd worden.
Wat een onbegrip bij Jezus’ naaste familie! Dat Hij Gods werk doet, dat Hij strijdt tegen duivel en ziekte en kwaad, dat zien ze niet. Ze willen maar één ding: dat Hij weer normaal doet! Zoals het tegenwoordig ook kan gaan als één iemand in een familie christen wordt. Onbegrip bij de anderen – wat is dit voor vaag gedoe? Hopen dat het overgaat. Het verlangen dat die ene zoon weer ‘normaal’ wordt. Daar ook op aandringen. Onbegrip, ook toen. Zelfs bij Maria!
[Jezus trotseert zijn familie uit toewijding]
Zo komen Maria en haar zoons naar Jezus toe. Het huis is erg vol en rust was er niet, ik zei het al. Daarom sturen ze iemand naar binnen. Jezus hoort de boodschap “zie, uw moeder en uw broers daarbuiten zoeken U!” En dan komt de schok. Jezus’ moeder en broers verwachtten helemaal dat Jezus naar ze toe zou komen. Maar ook de mensen binnen ging daar helemaal van uit, toen ze de boodschap doorgaven. Als je oude moeder naar je vraagt dan kom je toch? Zeker in de cultuur van toen. En trouwens, ‘eer uw vader en uw moeder’ zeggen de Tien Geboden toch? De mensen maken al plaats, dat Jezus erlangs kan.
Maar.. Jezus gaat niet! ‘Wie is mijn moeder, en wie zijn mijn broers?’ Schokkende woorden! Betekent zijn familie niets voor hem? Nu is het zeker: Hij is gek! We kunnen ons maar nauwelijks voorstellen hóe dit moet zijn binnengekomen!
Maar Jezus is niet gek of asociaal. Hij weet van iets dat boven familiebanden uitgaat. Hij is toegewijd aan Gods werk. En dát gaat voor! Wat is belangrijker: de eer van zijn familie, zijn eigen reputatie, of dat zieken genezen en bezetenen bevrijd worden? Hij laat zich niet terugroepen naar een leven binnen de verwachtingskaders. Niet zijn moeder, maar zijn Vader – zijn vader in de hemel. Diens roep beantwoordt hij. Hij trotseert zijn familie uit toewijding. Gods werk gaat voor, want mensen ook vinden.
Jezus’ antwoord wil trouwens niet zeggen dat hij zijn moeder en familie afschrijft. Nee, zeker niet! Denk aan zijn woorden vanaf het kruis, als Hij stervend nog zorgt dat zijn moeder onderdak komt bij Johannes. “Vrouw, zie uw zoon – zoon zie uw moeder!”. Familie is niet onbelangrijk – Jezus is niet een hedendaagse individualist die geen familie nodig heeft. Maar iets anders is nóg belangrijker. De roep van de hemelse Vader, de opdracht die Hij te vervullen heeft. En dáárom maakt Jezus zich los uit het weefsel van verwachtingen, uit de fuik van de familie.
[toewijding aan God boven alles ook bij ons]
Jezus zegt nog iets anders. Hij wijst naar de mensen rondom Hem, en zegt “dit is mijn familie. Wie de wil van God doet, díe is mijn broer en zus en moeder”. Wat moet dit geweldig hebben geklonken voor de eerste christenen die dit evangelie lazen. Weet u waarom? Omdat hun geloof vaak ook niet geaccepteerd werd door hun familie. Ze waren alleen komen te staan, als ze bijvoorbeeld geen offers meer wilden brengen aan de Griekse goden. Of ze werden uit de synagoge gegooid, omdat ze geloofden in Jezus Messias. De synagoge waar hun ouders zaten, en hun vrienden…
Of hoe zou een moslim dit horen in Atjeh, die door zijn eigen broers met kapmessen is aangevallen omdat hij christen werd!? Zulke dingen geboren helaas veel in de moslimwereld, waar familie en familie-eer net zo belangrijk is als in Jezus’ tijd. Het is een schande als een familielid van de Islam afvalt. Zo’n bekeerling staat vaak vreselijk alleen: in de familie, in het dorp, in de hele samenleving. Maar nu zegt Jezus: Je bent niet alleen, je mag bij mijn familie horen voortaan!
“Wie de wil van God doet díe is mijn broer en zus en moeder”. Wie de wil van God doet. Mensen die ervoor kiezen om God op nummer 1 te zetten, ook tegen druk van anderen in. Volgelingen van Jezus lijken daarin op Hem, die hierdoor zelfs vervreemdde van zijn eigen familie.
Wij ervaren misschien geen weerstand in de familie of vriendenkring vanwege ons geloof. Maar de vraag is vanmorgen wel: wat is ons levensdoel, onze eerste prioriteit? Gaat een leven met God ook jou vóór alles? Wil je Hem dienen, ongeacht de kosten? Jezus volgen is niet iets wat vanzelf gebeurt. Het begint met een keuze diep in je hart. Hij op nummer één! En het werkt uit in allerlei keuzes, telkens weer. Ben je toegewijd? Wat mag het volgen van de Here u en jou en mij kosten? Het is goed om hierbij stil te staan. Ben je bereid om Jezus te volgen als mensen je raar gaan vinden erdoor? Als het je vrienden zou kosten, of familie zelfs? Misschien bent u christelijk opgevoed. Maar geloven is niet een familiezaak. Het is een persoonlijke zaak! “Wie de wil van God doet, díe…” Hoe is dat bij ons? Hebben wij iets van die toewijding aan de Here die al het andere op plek twee zet? De toewijding, ten diepste, van Jezus, om in Zijn leven Gods wil te doen wat het ook kosten mag? Wij zijn vaak zo lauw!
[de krachtbron I : God]
Maar waar vind je die drive? Hoe moeilijk is het niet om alleen te staan! Wat maakt dat een Libiër christen wordt, al kost dat hem zijn familie? Wat maakte Markus’ eerste lezers standvastig? Twee dingen zorgen daarvoor. Om te beginnen: een leven uit de Bron. Een leven verbonden met Jezus. Hij die zelf zijn eenzame weg kon gaan omdat Hij putte uit Gods krachtbron. Alleen wie leeft uit de Bron bezwijkt niet onder druk van anderen. Christelijk gaan leven als goed voornemen is iets wat niemand volhoudt in zichzelf. Maar leven voor God in Zijn kracht – dat doet je volhouden, zelfs als je alleen staat. “Eén mens met God is altijd in de meerderheid”.
Hoe kon Jezus zijn familie trotseren, alleen staan, een weg kiezen die uitliep op zijn dood? Alleen omdat Hij vol was van de Geest. Die rust toe, die geeft kracht, die maakt dat je je niet alleen weet. En dit is ook nú de weg. Om stand te houden als enige gelovige in een atheïstische familie, maar feitelijk voor ieder. Toewijding, Gods wil doen – dat kan alleen als je leeft uit de Bron. Als je Jezus volgt, als je je laat leiden door de Geest, als je weet van een Vader in de hemel. Hoe is dat bij ons? Zoeken we steeds die verbinding, die kracht, dat léven? Levenuit de Bron! We hoeven het niet alleen te doen. We hebben een levende God, wiens kracht groter is dan welke groepsdruk dan ook. Wiens kracht groter is dan onze eigen traagheid en halfheid. Wend je tot Hem, dan kun je alleen staan!
[de krachtbron II: een nieuwe familie]
En tegelijk, dat is het mooie, zul je dan niet alleen staan. Om te beginnen: God is bij je! De Vader in de hemel. Het grote familiehoofd. Maar bovendien: deze Vader heeft een complete familie waar je bij mag horen. Dat is de tweede krachtbron. De gemeenschap van mensen die Hem is toegewijd. Met Jezus als oudste broer, en alle christenen als broers en zussen. Je mag vervreemden van aardse familie, maar je krijgt er een geestelijke familie voor terug!
Wat is dat een zegen. Wat is dat belangrijk om vol te houden en toegewijd te blijven. Ik las in de gebedspunten van Open Doors las ik onlangs over een gehandicapte jongen in China. Door zijn zus was hij het huis uitgegooid omdat hij christen was geworden. Maar, zegt hij, ik ben niet alleen. We zijn met zijn zessen in dit dorp en samen zijn we een kerk! Daar vindt hij nu steun, daar heeft hij broers en zussen. Wat geweldig: Jezus’ familie op aarde, overal waar mensen Hem volgen.
Dit geldt net zo goed voor ons. Wij krijgen misschien niet snel last met familie wegens geloof. Maar wat is er veel dat ons wil afhouden van een leven met en voor de Here! Wat verflauwt onze toewijding en zelfs ons geloof snel! Hoe nodig is het steeds te putten uit de Bron, dicht bij God te blijven. Dat doe je nu juist in de gemeenschap van broers en zussen. In de kerk-kring. Als we samen zingen en bidden en Bijbellezen. We hebben deze samenkomsten zo nodig om scherp te blijven! Maar niet alleen dit uurtje in de kerk. We mogen elkaar steunen en helpen op allerlei manieren. Een echte familie zijn. En zo mogen we ook elkaar scherp houden! Want het gaat er om dat we Gods wil doen, samen en afzonderlijk. Je kunt elkaar raad vragen bij beslissingen. Je mag samen de Bijbel onderzoeken – er mochten nog wel meer mensen naar de kringen komen! Je mag elkaar aanspreken als je merkt dat iemand verflauwt of afhaakt. Samen zijn we broers en zussen. Een familie die Gods wil doet, omdat we samen leven uit de Bron.
Ja, en misschien vinden anderen ons dan soms wel eens raar, of sekte-achtig of wat dan ook. Laat ze maar! Als we samen maar in die kring zitten waar Jezus is. Hij kijkt rond, hij breidt zijn armen uit, en Hij zegt “wie de wil van God doet, díe is mijn broer, of mijn zus, of mijn moeder”! Hij is erbij!
[slot]
Zo hoorden we over familie. Een geestelijke familie en een letterlijke. Maar bovenal hoorden we over wat het belangrijkste is: het doen van Gods wil. Een leven voor Hem! Is dat uw en jouw diepste verlangen – om Hem op nummer één te hebben, met Hem en voor Hem te leven? Of wil je liever zijn zoals iedereen, voldoen aan verwachtingen van familie en vrienden en maatschappij? Kies voor Hem! Ja, dat kan wat kosten – ook in relaties en familie. Maar je krijgt veel meer terug! Een leven dat zijn bron vindt in God, en waarin je een nieuwe familie om je heen vindt. Moge dat het leven zijn van ons als gemeente, en van ieder van ons afzonderlijk. Een leven uit de Bron, samen als Gods gezin!
Amen