Tags

, ,

Bijbelgedeeltes die gelezen zijn: Psalm 33, Hebreeën 11:1-3, Romeinen 11:33-36

Gemeente van Jezus Christus,

[intro: waar leef je voor]
Marco Borsato schreef een lied met als titel ‘de bestemming’. Het begint zo:
“Ik lig op m’n rug in het gras
En aanschouw de maan
Ik vraag haar of zij misschien weet
Waarom wij bestaan
Waarom we worden geboren
En straks weer gaan
Maar ze zwijgt
En kijkt me lachend aan”
Waar leeft een mens voor? U en ik? Het is één van de grote vragen die altijd opduiken waar mensen nadenken over het leven. Eén van de basisvragen in elk geloof of elke levensbeschouwing: Wie ben ik? Waar kom ik vandaan? Waar ga ik naartoe? Of zoals Marco zingt: “O ik kan maar niet bevatten / Waar en waarom ik hier ben/ Zoekend naar een antwoord /Op een vraag die niemand kent(…) Laat me zien waarvoor ik leef!”
Ik had in de kerkbode gezet dat we het zouden hebben over ‘schepping en evolutie’. Maar tijdens de voorbereiding kwam ik er achter dat we nog een stukje dieper moeten steken. Schepping of evolutie, dat gaat over de vraag hóe de wereld is geworden wat hij is. Een heel boeiende vraag, waar ik in een volgende leerdienst verder bij wil stilstaan. Achter die vraag naar het ‘hoe’ zit echter een andere vraag, die naar het ‘waarom’. Waarom ben ik hier? Waarom bestaan we? Is er een bedoeling van het leven? Bij die vraag wil ik vanavond eerst stilstaan! Dan komen we laten wel bij de ‘hoe’-vraag. Vandaag: ‘waar komt alles vandaan?’, en de volgende keer ‘hoe is het allemaal gegaan’

[de natuur geeft géén duidelijk antwoord!]
Ja, waar komt alles vandaan? Is er een schepper die alles maakte, is het toeval, zijn het de natuurwetten die zo werken? En wat mag het doel zijn van dit alles? Als je om je heen kijkt naar de wereld krijg je geen duidelijk antwoord. Je kunt de schoonheid van de natuur opmerken, de bloemen en vissen en wat niet al. Je kunt geraakt worden door de complexiteit van de natuur, en hoe alles in elkaar grijpt. Er is de grootsheid van de bergen en oceanen, en we leven in een ontzagwekkend heelal. Planeten, sterren, melkwegstelsels… Het kan je gaan duizelen! Geen wonder dat mensen altijd en overal tot de conclusie zijn gekomen ‘er moet wel meer zijn’. Waar komt anders al dat kleine en grote vandaag, heel die complexe kosmos? En tegelijk is de vraag dan: wie of wat is dat ‘meer’? Dáár geeft de natuur geen antwoord op!
Bovendien: wie goed kijkt ziet in de natuur ook dingen die niet zo mooi zijn. Van de tien eendenkuikentjes die in het voorjaar achter elkaar zwemmen, is er in de herfst nog maar één over! Er is een strijd om het bestaan. En hoe dit het met dingen als aardbevingen en natuurrampen? Als je naar de wereld om je heen kijkt, blijf je met veel vraagtekens zitten. Is alles zinloos? Is er méér dan wat je ziet? En ga zo maar door. Je komt echt niet zomaar uit bij God, als u dacht mocht denken! En zeker niet bij de God van Jezus Christus. Eerder bij dingen als ‘God is het lot’, of ‘God is de ontwerper’. Misschien heeft iets of iemand alles in gang gezet, maar wat dan nog?
Je komt niet verder dan de vragen van Marco Borsato. “Waarom wij bestaan / Waarom we worden geboren/ En straks weer gaan”. De natuur geeft geen helder antwoord! “Ik aanschouw de maan/ Maar ze zwijgt/ En kijkt me lachend aan”

[Bijbels antwoord: God schiep alles, dus leven heeft doel]
Nu gelooft een christen dat er wel een antwoord is: God heeft alles geschapen. Dat is een centraal onderdeel van het christelijk geloof. Je vindt het op vele plekken in de Bijbel, en ook in de geloofsbelijdenissen. “Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, schepper van hemel en aarde”. Opvallend trouwens hoe beleden wordt dát God alles gemaakt heeft, niet hóe hij dat heeft gedaan. Dat is blijkbaar iets van minder belang.
Hoe dan ook, een christen gelooft in God als Schepper. Waarom ben ik hier? Omdat God alles gemaakt heeft! Maar let wel, dit is een zaak van gelóóf. Je kunt niet vanuit de schepping bewijzen dat God de schepper is. Je kunt niet iemand bekeren door te wijzen op bijvoorbeeld hoe mooi de natuur in elkaar zit, hoogstens is het een eerste opstapje. De Hebreeënbrief zegt: “Door het gelóóf zien wij in dat de wereld tot stand gebracht is door het Woord van God”. We mogen geloven dat alles door God geschapen is, omdat Hij dat ons heeft laten weten. Hij maakte zich aan mensen bekend, Hij laat nog steeds mensen zijn realiteit ervaren. En dan mag je geloven: Hij, in wie ik geloof, heeft alles gemaakt.
Het is héél belangrijk om te weten dat deze wereld door God gemaakt en gewild is. Want dat betekent dat deze wereld niet zinloos en toevallig is! Waar komt alles vandaan? Bij God! Waarom leef ik? Omdat Hij dat heeft gewild! Dan heeft Hij ook een bedoeling met de wereld, en met mijn leven – daar kom ik zo uitgebreider op terug. En we mogen geloven: een goede bedoeling. Hij is immers niet alleen de schepper, maar ook de verlosser. Hij is het die mensen riep en roept. Hij is het die in Jezus Christus naar ons toegekomen is, en nog steeds met zijn Geest in mensenharten woont en werkt. Déze God, vol liefde en genade, is mijn schepper! Dat betekent dat je niet alleen bent in een zinloos heelal. Niet een product van tijd en toeval. Maar een schepsel – een creatie van de goede God!
Je kunt het niet bewijzen, dat God alles schiep. Je moet het geloven. Je mág het geloven.

[heersend paradigma: oerknal en evolutie –> leven zinloos]
En dan kom ik bij een punt waar velen hun vragen hebben. ‘Ja, u kunt dit allemaal wel zo mooi zeggen, dominee. Maar de wetenschap heeft toch bewezen dat het anders zit? Dat wij mensen er zijn gekomen door een oerknal en door evolutie? Waar blijft God dan?’. Dít is de grote botsing in hoofd en hart van velen. Je wilt misschien best geloven in God, maar eígenlijk is Hij achterhaald. Dat wordt ons tenminste nogal eens voorgehouden in de media en op school. Geen God aan het begin, maar gewoon een knal, en daarna ontwikkeling van leven, tot je uiteindelijk bij de mens komt. Deze ideeën sijpelen door in ieders denken – ook het mijne en het uwe, want we leven nu eenmaal in 2017 in Nederland.
Als je God wegstreept tegen de natuurkunde en de biologie, heeft dat invloed op hoe je in het leven staat. Dan krijg je andere antwoorden op de basisvragen van het bestaan. Waar komt alles vandaan? Nou, het ís er gewoon, meer niet. Waar leef je voor? Tja… uiteindelijk alleen om te overleven. “Survival of the fittest” weet u wel! Waar gaat het naartoe met mij en de wereld? Eigenlijk nergens heen. Uiteindelijk zal de zon uitdoven, of zelfs het hele heelal ineenstorten in een zogenaamde ‘big crunch’ – een omgekeerde oerknal. Kortom: als er niet méér is dan de natuurwetten, dan oerknal en evolutie, dan kun je maar één ding zeggen over het leven: ZINLOOS. U begrijpt, zo’n levensvisie gaat niet samen met het geloof in God.
Maar… ik zei daarnet met opzet: als er ‘niet meer is dan wat de wetenschap zegt’. Want is er zo’n zwart-wit-tegenstelling tussen geloof en wetenschap als vaak geroepen wordt? Ik denk het niet! Vanouds is gezegd dat God zich openbaart in twee boeken: de natuur en de schriftuur – de Bijbel. Als dan in het ene boek iets anders lijkt te staan dan in het andere, dan is het zaak om beter te lezen. Misschien moeten we sommige dingen uit de Bijbel anders begrijpen, of misschien is er nog meer onderzoek nodig naar hoe de wereld werkt. Maar het is niet óf blind geloof, óf wetenschap zonder God. Nee, een christen ken en mag nadenken en onderzoeken hoe de wereld in elkaar zit.
Vanavond wil ik focussen op die oerknal waar alles mee zou zijn begonnen. Is dat te verenigen met het geloof in God de schepper? En volgende keer wil ik de nadruk leggen op de evolutietheorie – wat moet je daar mee als christen?

[oerknal niet strijdig met geloof]
Eerst de oerknal dus. De oerknal is een theorie over het ontstaan van het heelal, die op zich niets met de evolutietheorie te maken heeft. Het ene is natuurkunde, het andere biologie. Maar ze worden nogal eens in één adem genoemd, vandaar dat ik er op in ga.
De theorie van de oerknal zegt dat ooit, zo’n 14 miljard jaar geleden, alle materie en energie van het heelal zich op één punt bevond. Of eigenlijk moet je zeggen: het hele heelal was één punt. Dat éne punt is enorm uit gaan zetten, of uit elkaar gevlogen – ik zal u de details besparen. In elk geval, een ‘big bang’, een ‘oerknal’. En zó, zegt men, is het heelal ontstaan zoals wij het kennen.
Het klinkt u misschien wat vergezocht in de oren, deze theorie. Maar er zijn verschillende bewijzen voor dat het klopt – ik kan er natuurlijk niet in detail op ingaan, dit is geen natuurkundeles. Om te beginnen is er een soort verre echo van deze oerknal op te vangen die anders niet te verklaren is. Bovendien verklaart de oerknaltheorie heel mooi uit welke elementen, welke stoffen het heelal bestaat. En ten derde kun je meten hoe sterren en sterrenstelsels zich bewegen. En wat blijkt? Ze bewegen van elkaar weg. Hoe komt iemand dan op de oerknal? Wel, eigenlijk heel eenvoudig. Als de sterren nu van elkaar weg bewegen, hoef je in gedachten alleen de tijd terug te laten lopen. Dan komt alles steeds dichter bij elkaar. Als je dat doortrekt, komt de conclusie dat zo’n 14 miljard jaar geleden alles op één punt begonnen is.
Ik persoonlijk geloof dat deze theorie gewoon klopt. De oerknal is geen poging om God weg te verklaren, maar een poging om te verklaren wat je kunt zien in het heelal. Het idee van een oerknal is trouwens voor een groot deel bedacht door een Rooms-katholieke priester, die er geen enkel probleem in zag.
Bovendien: is met zo’n theorie alles verklaard? Helemaal niet! We weten iets van het ‘hoe’ – hoe het heelal is ontstaan. Maar dat allereerste begin blijft een raadsel, dat geven natuurkundigen eerlijk toe. Waarom was alles daar op dat ene punt? Wie liet alles zo spectaculair beginnen? Waarom is er iets en niet niets? Sommige wetenschappers zeggen: de natuurwetten vereisen dit begin. Maar dan blijft de vraag: waarom zijn de natuurwetten zoals ze zijn? De grote waarom-vraag blijft onbeantwoord. En een christen kan dan gerust zeggen: ik geloof dat Gód zo begonnen is. Hij deed als het ware zó [vingerknip] en daar ging het. De oerknal is geen bewijs van God de schepper, maar spreekt het zeker ook niet tegen!

[het doel: leven in relatie met Hem]
Tot zover over de oerknal. De volgende keer zullen we de evolutietheorie bekijken. Maar neem voor nu vooral dit mee: allebei zijn ze theorieën over het ‘hoe’ – hoe is het allemaal gegaan?. Maar ze geven geen antwoord op de vraag van Marco Borsato: ‘Waarom wij bestaan/ Waarom we worden geboren/ En straks weer gaan’. Daarvoor moet je echt ergens anders je licht op steken.
Dan mag ik u vol vertrouwen verkondigen vanavond: de wereld is niet doelloos. Want God is de schepper van alles! Blijkbaar met een grote knal – maar eigenlijk doet dat er niet zo veel toe. Deze wereld is geschapen door God!

Dit geloof maakt alle verschil. Dan heeft de wereld namelijk een bedoeling, zit er een idee achter. Dan is ook uw en mijn leven geen toevalstreffer, maar heeft de Here u laten ontstaan met een doel! En wat is dat doel dan? Dat kun je niet aflezen uit de natuur, of uit het heelal. Daar moet je voor in de Bijbel zijn. Niet dat die alles onthult, maar daar kun je wel heerlijke dingen lezen. Dat God mensen heeft gewild om hen te zegenen. Hij heeft ons gemaakt om in verbondenheid met Hem te leven. Om Hem te eren en zo zelf het geluk te vinden. De wereld is geschapen uit liefde. Misschien voelt u zich wel zinloos. Waar leef je eigenlijk voor? Weet dan dit: er is een God die uw bestaan gewild heeft en die van u houdt. Dat mag u geloven!
En bovendien: het gaat ergens naar toe. God heeft zijn plan met deze wereld. Het gaat toe naar zijn toekomst! Het loopt Hem niet uit de hand, want niets is er sterker dan Hij. Hier zou nog veel over te zeggen zijn. Over de zonde, de ontsporing, over Gods antwoord daarop. Over verwachting en verlangen, over scherven en stukken. Maar daar ontbreekt me nu de tijd voor.

[slot]
We moeten afsluiten. Houd vast aan deze belijdenis: God is Schepper. Schepper van het al, schepper ook van u en jou en mij. En daarom heeft het leven doel en zin en toekomst!
Je kunt het niet bewijzen dat het zo is. Maar het wordt ook niet ontkracht door bijvoorbeeld een oerknaltheorie. Wie zegt: oerknal en dús geen God, die bedrijft geen wetenschap meer, die promoot een geloof, een levensbeschouwing. Nee, laat je niet meevoeren door het wereldbeeld van nu. Geloof maar eenvoudig in God de Schepper die voor u zorgt en op wie u vertrouwen mag. Uit de vruchten zal wel blijken welk geloof een betere uitwerking heeft! En vanuit dat vertrouwen op God, mogen we ook rustig onderzoeken hóe de dingen gemaakt zijn. Het kan zelfs je ontzag voor Gods grootheid doen toenemen! Laten we het in dit alles de geloofsbelijdenis maar nazeggen “Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van hemel en aarde”!

Amen