Tags
Onlangs betrapte ik mezelf erop. “Heel erg bedankt!”, zei ik tegen iemand die iets voor me gedaan had. Nou en, denkt u misschien, dat is toch juist goed en aardig? Ja, maar het gaat mij nu om de exacte woorden die ik gebruikte. ‘Heel erg’ bedankt, dat is wel veel. Is een gewoon bedankwoord niet meer voldoende? Let er maar eens op hoe vaak dit voorkomt. Een avondje theater bijvoorbeeld was ‘superleuk’ en ‘ongelooflijk inspirerend’. Sommige mensen op TV hebben er ook een handje van, dat ze voortdurend in de overdrive staan qua enthousiaste uitdrukkingen.
Er is zelfs een taalkundige term voor dit verschijnsel: woordinflatie. Net zoals er bij inflatie steeds grotere bedragen moeten worden neergelegd om het zelfde te kopen, moet er bij woordinflatie steeds grotere woorden worden gebruikt om hetzelfde te zeggen. En net als bij inflatie: het doet je loon misschien stijgen, maar je wordt er niet rijker van, eerder armer.
Eigenlijk zou zo’n opgeschroefde manier van uitdrukken beter woorddevaluatie kunnen heten. Kun je nog gewoon ‘bedankt’ zeggen, als iedereen het heeft over ‘hartstikke bedankt’, ‘superfijn’ enzovoorts? Ik zou het toch maar doen! Juist overdrijven maakt je woorden onecht, ‘opgeblazen’. Dat is trouwens wat het woord inflatie letterlijk betekent. Je prikt erin, en wat blijft erover? Misschien niet meer dan een aangeleerd maniertje.
Wat dat betreft heeft Jezus iets helders gezegd: “Laat uw ‘ja’ ja zijn, en uw ‘nee’ nee. Wat daar boven uitgaat is uit de boze”. Wees liever iemand die geen overdrijving nodig heeft. Laat het zo zijn dat mensen weten dat je je woorden meent. Een oprecht ‘bedankt’ kan méér zeggen dan vele opgeklopte woorden. Als je het maar vanuit je hart zegt. Nee, eenvoud is het kenmerk van het ware.
Toevoeging: de dag nadat ik dit tikte stond ik bij een balie in Den Haag. Ik: ‘een gezinskaart alstublieft’. Verkoopster: ‘ja, hartstikke goed, dat is dan … euro’. Toen wist ik heel zeker dat deze column actueel was. Eh, toen wist ik zeker, bedoel ik.