Gemeente van Jezus Christus,
[intro]
We hoorden zojuist uit de Bijbel voorlezen. Aanwijzingen voor het leven als christen. Toen ik mijn preek aan het voorbereiden was, heb ik eens geprobeerd me in te denken hoe deze aanwijzingen moeten klinken in de oren van iemand die geen christen is. Even uit de eigen bubbel, een ander perspectief innemen. En weet u wat mij meteen opviel? Wat klinkt dat burgerlijk, die voorschriften in Titus 2! Dat plaatje van hoe het leven van een christen eruit zou moeten zien. Wat klinkt dat braaf en weinig flitsend. Ik pik er even een paar kernwoorden uit: wees beheerst, eerbaar, bezonnen, verstandig, onderdanig aan je man of je meester, wees bezonnen nog een keer, en nog een keer, spreek niet je baas tegen. Kortom, zoals vers 12 het allemaal samenvat: dat we in deze wereld bezonnen, rechtvaardig en matig leven. Nu zijn dat allemaal heel verstandige adviezen, niets mis mee. Maar dat is het hem juist: het is zo verstandig, zo voorspelbaar, zo saai, er is niks aan te beleven. Dát is dus het leven van een christen blijkbaar.
Word ik daar enthousiast van? En u? En ook heel belangrijk – kun je daar andere mensen voor warm krijgen? Vanmorgen wilde ik eigenlijk preken over het belang van je levensstijl om andere mensen voor Christus te winnen. Als anderen aan u zien hoe goed, hoe mooi, hoe bevrijdend het is om te leven met God, dan trekt dat immers meer aan dan de mooiste preek! En daarom koos ik dit Bijbelhoofdstuk. Zo staat het immers in vers 10, dat je leefwijze ‘het onderwijs van God onze Redder tot sieraad mag strekken’. En vers 7 en vers 5: goed leven zodat ‘de tegenstander beschaamd zal staan’. Getuigen door je levensstijl. Uw en jouw leven als het plaatje bij het praatje.
Maar ja… als een christelijk leven dus vooral bezonnen en burgerlijk en braaf is, zal dat dan mensen aantrekken? Ja sterker nog, heb ik daar zelf eigenlijk wel zin in? Dat wordt de spannende vraag van vandaag!
[contrast trekt aandacht]
Op ons komen al die voorschriften al snel voorspelbaar en verstikkend over. Echter, was dat destijds ook het geval? Deze brief is immers niet aan ons gericht, maar aan mensen in Kreta in de eerste eeuw. Ze hadden Jezus leren kennen, en dat had hun leven op z’n kop gezet. Ze hoorden van Hem die zijn leven voor hen gaf en ze erkenden Hem als Heer. Ze voelden zich geliefd, gekend, herboren – helemaal niet in een keurslijf gedrukt. Nee, ze leefden bij wat vers 11 tot 14 zeggen: de reddende genade van God is verschenen. Ze verwachtten de komst van Jezus, die hen had bevrijd. En intussen werd hun leven naar zijn wil vernieuwd. “Hij stierf voor mij, ik leef voor Hem”. Dát is de kern van het leven als christen: toewijding! Tussen haakjes: ervaart u het ook zo? Of betekent uw christen-zijn toch vooral dat je binnen de lijntjes kleurt als brave burger?
Bij die christenen in Kreta was hun nieuwe leven helemaal niet ‘gewoon’, helemaal niet volgens de heersende moraal. Nee, ze vielen op tussen hun volksgenoten! Een slaaf die niet steelt? Een jongeman die zichzelf beheerst? Ongekend! U moet namelijk weten dat de Kretenzers bekend stonden om hun liederlijke leven. In het vorige hoofdstuk haalt Paulus een dichtregel aan van Epimenides, een dichter van toen: “Kretenzers zijn altijd leugenaars, gemene beesten, vadsige vreters”. En Paulus zegt erbij: dit getuigenis is waar! Ook uit andere bronnen uit die tijd weten we hiervan, hoe de mensen uit Kreta slecht bekend stonden. Het was zelfs een soort uitdrukking: ‘jij komt zeker van Kreta?’ – en dan bedoelden ze: volgens mij sta je te liegen!
Kortom: hoe de christenen op Kreta leefden, was destijds niet ‘gewoon’ of ‘voorspelbaar saai’, het was juist een contrast! Niet alleen in Kreta trouwens, maar in het hele Romeinse rijk. Het leven van christenen maakte mensen nieuwsgierig: wat is er met die lui aan de hand? Hun nieuwe levensstijl trok mensen aan – hier is eindelijk eerlijkheid, niet meedoen aan uitspattingen, liefde in het gezin, zorg voor anderen.
Dit leven was destijds niet burgerlijk, dit was nieuw en anders! Dit leven had uitstraling. In later tijd klaagde iemand als keizer Julianus er over hoe de christenen door hun leefstijl de mensen verleidden naar hun sekte, zoals hij het noemde. Een leven als christen trok anderen aan!
[contrast nu veel minder]
Hoe zet je dat over naar nu? Misschien wel zo: leef ook nu, in 2017, trouw als leerling van Jezus. Doe wat staat in Titus 2, dan zul je daardoor anderen laten zien hoe mooi dat is en hen nieuwsgierig maken. Of… werkt dat in onze tijd niet zo? Ik denk dat het in elk geval werkt zoals in vers 5 en 7 staat. Als je níet eerbaar en bezonnen enzovoorts leeft, zullen ongelovige mensen direct klaar staan met hun commentaar. “Moet je kijken, die mensen hebben zulke vrome praatjes, maar ondertussen…” Dan ‘wordt het Woord van God gelasterd’ – op zich al een reden om dus geen verkeerde dingen te doen. Er word op je gelet!
Maar dat andere? Dat je levensstijl als christen een contrast is met hoe het bij in de maatschappij gaat? Dat het nieuwsgierigheid oproept, aanleiding is tot gesprekken? Dat mensen denken: “ja, dat wil ik ook!” en als vanzelf aangetrokken worden tot Jezus? Tja… het zal misschien soms gebeuren, maar ik vrees dat de situatie toch heel anders is dan toen. Als christen val je veel minder op, en je bent veel minder ‘anders’ dan destijds.
Hoe kan dat? Kreta was een puur heidens eiland, het Romeinse rijk van toen ook, maar onze maatschappij is gestempeld door meer dan duizend jaar christendom. Denk aan zorgen voor zwakken, niet alleen aan jezelf denken, trouw in relaties, afwijzen van wraak. Toen waren die dingen nieuw en verrassend, maar nu niet meer! Heel veel christelijke waarden en normen zijn algemeen doorgedrongen. En dáárom komen die voorschriften uit Titus al snel over als een oproep om burgerlijk te leven. Het verrast niet.
Wil je als christenen een ziekenhuis inrichten voor ieder die het nodig heeft, dan hoeft dat niet: dat hebben christenen lang geleden al gedaan, en inmiddels heeft de overheid het overgenomen en betalen ze het zelfs. Leg je een meisjesbaby niet te vondeling? Je ongelovige buurman ook niet, en het is so wie so strafbaar. Steel je niet van je baas? Iedereen weet toch dat dat niet kan – wat niet wil zeggen dat niemand het doet, maar de norm wordt in elk geval breed gedeeld.
Kortom: leven als christen, en leven als gewoon een nette burger is lastig te scheiden in onze tijd. Dat is trouwens wel iets om eens te overdenken: uw nette leven (ik ga er even van uit dat u dat leidt, en jij), is dat nu omdat je Jezus wilt volgen – of is het gewoon meegaan in de stroom? Wie is Hij voor u en voor jou?
[weerstand]
Is een leven als christen aantrekkelijk voor anderen als ze het zien? Stel je een goed christelijk gezin voor – Excuses als u geen gezin hebt, dat is op zich geen christelijk ideaal (al maken we dat er soms van); maar even voor een beeld, een totaalplaatje. Man en vrouw houden van elkaar, de kinderen krijgen genoeg aandacht. Ieder doet zijn werk goed, en waar ze kunnen helpen ze de buren en anderen. Ze doen vrijwilligerswerk, ze zoeken oma op in het verpleeghuis. Ze lezen aan tafel uit de Bijbel en zingen graag christelijke liederen, en elke zondag gaan ze naar de kerk. Dit plaatje: wat roept het op? En even voor de duidelijkheid, dit ís volgens mij een goed christelijk leven anno nu. Kijk maar in vers 12 en 13 ‘bezonnen, rechtvaardig en vroom leven in de tegenwoordige wereld, in de verwachting van Jezus’ komst’. Maar nogmaals: wat roept het op?
Volgens mij ongeveer zoiets: ja, die zijn wel gelukkig met elkaar. Maar ik hoef niet per se zo te worden. Zeker dat kerk-gedoe, daar kun je toch ook wel buiten? En het is wel heel standaard zo, huisje-boompje-beestje. Leuk voor hen, niet per se voor mij. In onze maatschappij is een grote angst voor ‘gewoon’ zijn, ‘burgerlijk’ zijn. Iedereen wil uniek en bijzonder zijn en de dingen op zíjn manier doen – en in de praktijk doen ze dan vaak allemaal hetzelfde, vreemd genoeg.
God heeft niets tegen burgerlijkheid – ook niets ervoor trouwens, want het kan een sterk fort zijn om je in te verschuilen voor Hem. Wat Hij wil is dit: dat mensen Hem erkennen als de Hoogste in hun leven. En dáár zit het probleem, toen net zo goed als nu. Mensen willen best naar veel van zijn wetten leven, maar allen omdat dat nu eenmaal goed werkt. Niet omdát het zijn goede wetten zijn!
Nee, je bekeert niemand door maar gewoon als christen te leven. Er zit ook een geestelijke weerstand. Gebed voor degenen om je heen is daarom minstens zo belangrijk dan in je daden te tonen wat christelijk leven is. En zéker in onze tijd, waar christelijke waarden weinig verrassend zijn. We beginnen niet in een neutrale stand, maar in een positie ónder nul na al die eeuwen christendom. Je hebt zelf in je eigen hart soms ook die stem: christen-zijn is eigenlijk een beetje saai… Of hebt u dat nooit? Het gaat in onze tijd minstens zoveel om ‘zelf standhouden’ als om ‘anderen winnen’. En geen van beide kunnen we in eigen kracht.
[hoe verrassen/nieuwsgierig maken?]
En tegelijk, laten we nu niet gaan somberen, dát is de bedoeling niet! Want God is machtiger dan de tijdgeest. Hij kan u doen standhouden, hij kan ook nu mensen tot zijn gemeente trekken. En daarbij blijft het staan dan uw en mijn leven een heel belangrijk middel is om anderen kennis te laten maken met het evangelie. Jij bent waarschijnlijk de enige Bijbel die ze lezen!
Dan kunnen we zeker leren van de eerste christenen op Kreta, hoe zij verrasten door ánders te zijn in goede zin. Dan mogen wij ook wel zoeken hoe je anderen nú nieuwsgierig maakt door je daden. Hoe kun je verrassend christen zijn? Dus niet een brave burger alleen, maar dat anderen ook denken: hé, wat is dit? Dan moet je het wellicht in heel andere richtingen zoeken. Waarom vasten die mensen in de lijdenstijd? Of waarom maken ze zulke opvallende keuzes in het gebruik van moderne media? Of waarom gaat die jongen op werkvakantie in Oost-Europa, in plaats van naar Lloret del Mar? Wat roept er tegenwoordig vragen op en nieuwsgierigheid? Daar moet u het straks bij de koffie maar eens goed over hebben! Hoe kun je nu als christen verrassen, vragen en nieuwsgierigheid oproepen??
Trouwens, het zit het niet alleen in verrassing en anders-zijn. Bij de voorbereiding kwam ik erachter dat Paulus in zijn aanwijzingen juist bewust aansluiting zoekt bij wat destijds gewaardeerd werd, in de maatschappij van toen. Vandaar ook die dingen die op ons wat vreemd overkomen zoals dat slaven hun meester onderdanig moeten zijn en vrouwen hun man. De samenvatting in vers 12 lijkt zelfs bijzonder veel op deugden die door heidense filosofen werden aanbevolen. Je zou daarom ook kunnen zeggen: verras mensen maar door te laten zien hoe ‘gewoon OK’ een christen is: niet wereldvreemd, maar aansluitend bij het goede om je heen.
[leef voor Hem]
En tegelijk komt dan weer die vraag: gaan anderen zich daardoor bekeren? Wie weet…
Echter, en dat wil ik als laatste punt benadrukken: leven als christen doe je ten diepste niet om anderen te winnen voor het geloof, al is dat mooi meegenomen. Leven als christen doe je uiteindelijk omdat Jezus je verlost heeft! Omdat je leeft voor Hem. Laten we alsjeblieft niet uit eigen kracht bezig gaan, maar gaan leven uit het besef dat vers 11 en verder uitdrukt. De reddende genade van God is verschenen! Christus heeft zichzelf voor ons gegeven, om ons vrij te kopen uit wat ons bindt en ons tot kinderen van God te maken. Hij maakt u vrij, uít de macht van de zonde, en úit het oordeel dat daarop volgt. Dat is reden tot diepe vreugde en zekerheid. Daar mogen we gelovig op vertrouwen, daar begint het. En tegelijk verlost Hij ons niet alleen ván iets, maar ook tót iets. Dat zegt vers 14 ‘om voor zichzelf een eigen volk te reinigen, dat ijverig is in goede werken’. Daarvoor bevrijdt hij – Hij stierf voor jou om te maken dat jij leeft voor Hem. Niet uit jezelf, maar omdat zijn Geest je vernieuwt. Dat je vol verlangen uitkijkt naar de grote dag dat Hij komt, en intussen in alles wilt doen wat Hij vraagt.
Leven voor Hém. Of dat nu interesse oproept van anderen, of vragen, of misschien ook niet. Ook als niemand er maar met zijn ogen van knippert of het opmerkt. Of als misschien een ander je wel raar vindt, en vragen bij heeft, maar zich helemaal niet aangetrokken voelt tot zo’n leven. Voor Christus is het dat je leeft, in alle eenvoud. En intussen mag je bidden dat de mensen om je heen ook de Heere vinden, of beter: door Hem gevonden worden – en je mag zoeken hoe je leven het beste van Hem kan getuigen. De Duitse theoloog Bonhoeffer heeft gezegd: ‘bidden en het goede doen onder de mensen, dát is waar het op aankomt in deze tijd’. Dat is je roeping, als je Jezus volgt. Ik hoop dat u dat doet! En het resultaat, dat mogen we in Gods handen laten.
[slot]
Wij kunnen niemand bekeren. Ik kan u helaas geen onfeilbaar maniertje in handen geven daarvoor. Ook het getuigen door je levensstijl blijkt zo eenvoudig niet. Zeker in onze tijd en cultuur, door het christendom gestempeld maar er nu weer van vervreemdend. Misschien kom je niet verder dan gewoon een eerlijke, brave burger zijn. Wéés het dan maar, met overtuiging. En vooral: vanuit liefde, niet omdat het een comfortabel leven geeft. Dat is trouwens wat het woord ‘burgerlijk’ zijn negatieve klank geeft denk ik: dat braaf binnen de lijntjes leven vaak een handige manier om voor jezelf een prettig en veilig leven te verzekeren. Ten diepste een compleet ik-gericht bestaan! Zo kan het dus niet, als je Jezus volgt. Hij leert om van jezelf af te zien.
Blijf dan bidden en het goede doen, en wacht wat de Heere ermee doet. Misschien wel veel meer dan je zelf verwacht! Trouwens, en daar sluit ik mee af, onze maatschappij valt meer en meer terug in het heidendom. Zou dat niet meer en meer kansen geven om iets te laten zien van de verrassende, andere vreugde die Jezus geeft? Moge Hij ons ons door zijn Geest vernieuwen, om meer en meer te zijn wat Hij ons maakt: zijn eigen volk, vol ijver om het goede te doen!
Amen