Tags

Mijn kerk heeft haar 500e verjaardag gevierd! Niet de kerk in de Fonteinstraat, die heeft nog niet eens een tiende van die tijd meegemaakt. Nee, ik bedoeld de kerksoort waar ik, en waar die kerk bij hoort: de protestanten. Het protestantisme vierde vorige week maar liefst zijn 100e lustrum.
Hoe is het allemaal begonnen? Op 31 oktober 1517 spijkerde de monnik Maarten Luther een papier met 95 stellingen op de deur van de slotkapel in Wittenberg. Hij protesteerde daarmee tegen misstanden in de toenmalige kerk, vandaar het woord ‘protestanten’. Nooit had hij kunnen denken dat zijn daad zulke gevolgen zou hebben: de Europese christenheid werd in tweeën gescheurd, verdeeld in protesten en en katholieken. Dat was nooit zijn bedoeling geweest, hij had de éne kerk willen verbeteren.
Aan de ene kant: verdeeldheid die voortduurt, een droevige erfenis. Aan de andere kant heeft de reformatie veel goeds gebracht. Niet alleen in de protestantse kerken, maar óók in de Rooms-katholieke kerk. Het is tegenwoordig onder geschiedkundigen zelfs gebruikelijk om te spreken van ‘reformaties’. Ook in de kerk van Rome kwam er een reformatie. Veel van de misstanden waar Luther tegen protesteerde, werden rechtgezet, en er kwam een nieuw elan in de zogenaamde ‘contrareformatie’.
Reformatie en contrareformatie: de woorden zeggen al veel. Contra betekent ‘tegen’: protestanten en katholieken als twee groepen die tégen elkaar zijn. Gelukkig zullen niet velen dat meer zo zien. In onze tijd waarin de kerk meer en meer marginaal wordt, is het hard nodig dat broeders en zusters uit beide tradities elkaar vinden. Niet om alle verschillen onder het tapijt te vegen, zeker niet! Juist wie elkaar willen begrijpen, gaan het gesprek niet uit de weg. Maar in een tijd waar God de grote onbekende wordt, hebben allen die wel in hem geloven elkaar hard nodig. Geen strijd tegen elkaar, maar samen op God gericht blijven in een seculariserende wereld.