Tags
Gemeente van Jezus Christus,
[intro]
Het begin van het veertigste hoofdstuk van Jesaja. Tijdens de voorbereidingen deze week mocht ik me in deze woorden verdiepen, en in mijn hoofd begon al snel muziek te klinken: muziek uit de ‘Messiah’ van Händel. Bijna iedere tekst uit het gedeelte dat we lazen is daarin door Händel op muziek gezet. Van ‘Comfort ye’ – troost, troost mijn volk, vers 1, tot ‘He shall feed his flock’ – vers 11, Hij zal zijn kudde als een herder weiden. En eigenlijk, zo dacht ik al studerend, eigenlijk is dat nog de beste manier om deze woorden te laten doordringen: ze te zingen, of ze gezongen te beluisteren. Geen preek houden waarin je de Bijbeltekst analyseert, maar de Messiah beluisteren.
Dit hoofdstuk is groots. Deze woorden van Jesaja, of eigenlijk: deze woorden van God. De profeet houdt hier geen ‘preek, geen betoog met argumenten. Nee, hij schildert met woorden van diepe zeggingskracht. Wat hij zegt spreekt, zoals een lied of een symfonie of een schilderij spreekt. Er worden snaren in je hart geraakt, niet in je hoofd zozeer. Je wordt meegenomen, opgetild. Je bent niet meer helemaal dezelfde nadat je het hoorde of zag. Zó is ook de profetie uit Jesaja 40. Vanochtend lazen we eruit, vanavond weer, en telkens weer zegt het iets meer. Vanavond wil ik vooral bij het laatste gedeelte stilstaan, zoals vanochtend bij het eerste.
Waar gaat dit gedeelte eigenlijk over? Wel, over God. Over de HERE en over zijn heil. Er wordt wel eens gezegd ‘een preek moet praktisch zijn, je moet er in de week liefst direct iets mee kunnen’. Maar dan zijn we bij Jesaja aan het verkeerde adres, zo lijkt het. Is een gedicht praktisch? Of een lied? En toch spreken ze je diep aan, dóen ze wat. Zo spreekt ook Jesaja. En zó, hoop ik tenminste, zullen ook wij vanavond aangesproken worden. Opdat we gesterkt en aangesproken huis mogen gaan.
[God de Komende]
De God van Israël komt in dit gedeelte naar voren als degene die komt, de Komende. Hij is er nog niet, maar Hij is ook niet afwezig ver weg. Hij komt! Kijk maar in vers 10: Zie de Heere! Hij komt met macht! Ook eerder is dit te zien. In vers 3 wordt opgeroepen om een weg te bereiden voor God. Waarom die weg? Opdat Hij daarover kan komen naar Jeruzalem. Kan komen, met de ballingen uit Babel bij zich. Ik zie het vanochtend al: deze profetie slaat op de tijd dat veel Israëlieten weggevoerd waren naar Babel. Maar nu klinkt de boodschap voor Jeruzalem, de stad die verwoest is en leeg: ze zullen terugkeren. God Zelf zal zijn volk leiden, zoals een herder zijn kudde leidt.
De nadruk valt echter niet op de terugkeer van het volk, dat is heel opvallend. De nadruk valt op de komst van de Here zelf! Daarom zijn deze profetische woorden ook niet vervuld toen Israël terugkeerde uit ballingschap. Althans, de profetie is daarmee nog lang niet uitgeput. Immers, is God Zelf toen gekomen naar zijn stad? Nee! Vers 5 zegt: “de heerlijkheid van de HEERE zal geopenbaard worden, en alle vlees tezamen zal het zien – alle mensen”. Dat gebeurde toen niet!
Deze woorden hebben vele lagen, we gaan er vanavond een paar afpellen. Maar hier begint het allemaal: dat de HEER degene is die komt! Toen en nu. Hij is niet iemand ver weg die zich met de wereld niet bemoeit of met de mensen. Wie in zo’n God gelooft, gelooft niet in de God van de Bijbel. Aan de andere kant is Hij niet een onderdeel van deze wereld. Dat geloven sommige volken, dat overal iets goddelijks in zit. Maar wij horen vandaag: God is niet van deze wereld – maar Hij is wel degene die komt. En dat maakt alle verschil! Hij is niet iemand die vanuit de verte dingen laat gebeuren – Hij komt zelf!
[Hoe? Machtig en teder]
Waar en wanneer komt de Here dan? Daar kom ik zo op. Maar eerst een andere vraag: op wat voor manier komt Hij? Daar geeft Jesaja ons twee antwoorden op, die nooit los van elkaar te zien zijn. Allereerst dit: ‘Zie, de Heere HEERE! Met kracht zal Hij komen, en zijn arm zal heersen!’ Zie Hem maar voor je, met eerbied gesproken. Een sterke held, met gespierde armen, groot van postuur, een koninklijke krijger in volle wapenrusting. Zijn gezicht straalt gezag uit – naar Hem moet je luisteren! God is ontzagwekkend en machtig, dat is het eerste. Als Hij komt moet ieder buigen.
Echter, dit is niet het hele verhaal. Op wat voor manier komt Hij? Luister maar weer naar Jesaja. “Als een herder zal hij zijn kudde weiden: Hij zal de lammetjes in zijn arm bijeenbrengen, en in zijn schoot dragen; de zogenden zal Hij zachtjes leiden”. Zie het maar weer voor je! Tederheid, liefdevolle zorg straalt je tegemoet. Kijk hoe deze herder zorgt voor zijn dieren! Hij kent ze, hij geeft om ze. Een lammetje dat niet mee kan komen tilt hij voorzichtig op en draagt het mee. Hij let op de zogende moederschapen, die niet zo snel vooruit kunnen, en laat de kudde langzamer gaan. Zie hem zitten, midden tussen de schapen, die graag bij hem zijn. Zó, zegt de profeet, zó is God! Vol liefde en medeleven.
Beide beelden zijn waar! God is machtig en liefdevol, liefdevol en machtig. Kijk hoe Jesaja spreekt over Gods arm. Eerst ‘zijn arm zal heersen’, maar iets verderop ‘hij zal de lammetjes in zijn arm bijeenbrengen’. Dezelfde arm die vijanden verslaat, tilt vol liefde een lammetje op. Het is één en dezelfde persoon! Andere godsdiensten, denk aan de islam, spreken graag over Gods grootheid en macht. Maar een God die teder is? Daar weet men niet van. Of andersom, moderne mensen die een heel soft beeld hebben van God, maat zijn macht en glorie vergeten. Maar de Here is beide: groot en goed, hoog en nederig.
Wat is het geweldig dat de Here zó is. Dat Hij het is die komt. Hij heeft alle macht, maar je hoeft voor Hem niet ineen te krimpen. Hij zorgt als een moeder vol mededogen. Zó is de God van Israël, die ook onze Here is! Dan is Hij juist zo geschikt om te zorgen dat alles goedkomt met u en met mij en met allen. Hij heeft de macht, én Hij heeft de liefde!
[Wanneer I : Jezus: God die komt]
Deze God is het die komt! Maar de vraag is: wanneer komt Hij dan, en waar? Daar zijn verschillende antwoorden op. Wanneer komt God, in macht en tederheid? We gaan naar Advent en Kerst toe. Dan is een eerste antwoord: Hij is gekomen toen Jezus kwam. Toen de Zoon van God werd geboren in een stal in Bethlehem. De herder als een lam zo klein, de koning die een knecht wil zijn. Toen werd het waar wat de profeet zei: Zie, uw God! In een stadje van Juda, in een stal.
Met Jezus’ komst zien we vooral de zorg, de liefde, de nederigheid van God. Geen sterke held met spierbundels, maar een baby. En toch is Hij de held die de wereld zal verlossen! Dat is de paradox, het ongrijpbare mysterie van zijn komst waar we weer naartoe leven. God die komt! Die gekomen is.
Hij brengt geen snelle oplossing met macht alleen, maar Hij geeft zichzelf. Hij blijf niet ver, maar gaat naast de mensen staan. Zo is onze God! En tegelijk is zijn macht reëel. Hij geneest en bevrijdt, Hij wint Hij het zelfs van de dood. Niets is hetzelfde sinds Hij kwam. Wanneer komt de Here? Allereerst toen Jezus kwam
[Wanneer II: in HA]
Maar, ten tweede, wanneer komt de Here? Ook telkens als zijn gemeente het Heilig Avondmaal viert. Maar ook daar op zo’n wonderlijke, haast zichzelf tegensprekende manier. De grote, machtige, heilige God is aanwezig – in de tekens van brood en wijn. De nadruk niet op zijn macht en luister, maar op zijn zachtmoedige zorg. Niet voor niets wijzen brood en wijn naar Jezus – God-met-ons. Hij die zich gaf in liefde, voor zijn schapen.
Het Heilig Avondmaal is niet slechts een maaltijd van herinneren, van denken aan. Nee, daar wil Jezus ons ontmoeten. Daar komt God Zelf naar ons toe. De held die een herder is. Daar komt Hij. En Hij zegt het, tegen ieder die daar zat: hier ben Ik! Mijn sterke arm zal jou beschermen en elke vijand afslaan. Maar Ik zal je ook liefdevol optillen, steunen, dragen, zorgen zoals een moeder zorgt. Ik kom, ik ben gekomen, ook voor jou! Ik hoop dat u er iets van hebt mogen ervaren.
De Here weet hoezeer wij Hem nodig hebben, en hoe zwak ons geloof is. We kunnen niet leven van woorden alleen, of van hoop op de toekomst alleen. En daarom komt Hij zelf, om ons geloof te voeden en tastbaar te maken. “Troost, troost mijn volk”, zoals we hoorden. Ook, en in het bijzonder, als we de maaltijd vieren die Jezus instelde.
[Wanneer III: door H. Geest]
De Here is de God die belooft te komen, de God die gekomen is en nog komt. Niet alleen eens, toen Jezus werd geboren. Niet alleen af en toe, als we het Heilig Avondmaal vieren. Maar ook telkens weer, van dag tot dag. Hoe dan? Door zijn Heilige Geest. Diezelfde Geest die maakt dat brood en wijn ons aan Jezus verbinden in het Avondmaal, verbindt dagelijks aan Hem.
Is dat niet de ervaring van ieder die gelooft, dat God toch bíj je is? Nee, niet letterlijk en lichamelijk, zoals je partner bij je is of wie dan ook. Maar toch: Hij is niet ver weg ergens in de hemel, waar dat ook mag zijn. Hij komt telkens weer, ongrijpbaar nabij.
Soms toont Hij zijn macht, als gebeden wonderlijk worden verhoord. Hij geeft kracht en moed en enthousiasme. De Geest zet mensen in vuur en vlam om te doen wat de Here hen vraagt. Hij verleent moed om stappen te doen in geloof. Hij komt, vol van macht, nog steeds, als mensen Hem volgen in geloof!
Soms toont hij zijn tederheid, als je stil merkt dat Hij je ziet. Hij troost als alles treurig lijkt. Hij laat licht doorbreken in duisternis. Soms komt Hij met wonderlijke rust in je hart, als je daarvoor nog zo onrustig en bezorgd was. Hij komt, en hij baant een weg om je langs te leiden. De Here leidt van dag tot dag, als je biddend leeft. Soms in heel duidelijke dingen, soms in een stille zekerheid van binnen. Zo is Hij ook nu degene die belooft te komen, die gekomen is en nog komt. Zacht en met macht.
Misschien denkt iemand: ja, maar ik merk daar nu niets van! Dat kan. Ook die tijden zijn er. Maar geloof dit: Hij zal komen, tot ieder die Hem verwacht. Op zijn tijd. Zo is Hij immers: de God die komt. Hij kán alles anders maken, want Hij is de machtige. En Hij wíl niet anders dan u zijn liefde geven – Hij is de Herder. Houd Hem voor ogen! Doe als de mensen tot wie Jesaja spreekt. Ze hebben nog niet meer dan zijn woorden. Maar al luisterend en gelovend worden de woorden waar: “zie, uw God! Zie de Here HEERE. Met macht zal hij komen, en zijn arm zal heersen. Als een herder zal Hij zijn kudde weiden, de lammetjes dragen in zijn arm”
[Wanneer IV: als Jezus wederkomt]
Wanneer komt Hij? Daar is nog één antwoord op, het uiteindelijke antwoord. Hij komt, op de dag dat alles nieuw wordt. Als Jezus komt en deze aarde eindigt. Dán, dan komt Hij. En ook dan: in macht én tederheid. Dan zal allereerst zijn macht duidelijk worden voor allen, zoals vers 5 al zegt “De heerlijkheid van de HEERE zal geopenbaard worden, en alle vlees – alle mensen – samen zullen het zien”. Dan zal hij ingrijpen met zijn sterke arm. Dan zal Jezus oordeel vellen over allen, ook over u en mij. Een ontzagwekkende gedachte! Wie zal dat doorstaan?
En tegelijk mogen we ook dan weten dan de rechter de redder is, de held de herder. Wie op Hem vertrouwt hoeft niet te vrezen. Dan zullen we knielen, vol eerbied en ontzag voor de grote God. En wie niet zal willen knielen zal gedwongen worden. Maar de Bijbel vertelt ons nog meer. Dan zal de tent van God bij de mensen zijn. Dan zal het Lam de zijnen weiden. Dan zal God alle tranen van de ogen wegwissen. Hij zal zich ontfermen over wie arm en zwak zijn. Dan worden ál zijn woorden waar! Dan komt Hij voorgoed en dan maakt Hij het goed!
[Slot: Zie, uw God!]
Wie is de Here? Hij die komt! De Vader die belooft. De zoon die gekomen is. De Geest die telkens weer blijft komen. Hij is niet ver! Hij werkt niet op afstand. Nee, Hij komt zelf, met heil en redding!
God is groot – onvoorstelbaar groot, heilig en machtig. Ja, zo groot is Hij, dat hij klein wilde worden. Hij is de held die strijdt en de herder die leidt. Toen, nu en altijd.
Vertrouw dan op Hem, helemaal! Zie uit naar Hem met je hele hart! Al te vaak zitten we alleen in het hier en nu, het platte vlak. Maar vanavond mochten we het horen: Hij komt! Vanmorgen mochten we het proeven in brood en wijn. Nu komt Hij tot ons in zijn Woord, toen kwam Hij tot ons in het sacrament. Hij, met als zijn troost en tederheid, macht en majesteit. Vertrouw op Hem! Want Hij komt, en is gekomen! Maranatha – kom, o Heer!
Amen