Tags

, , , ,

Uit de Bijbel is gelezen Johannes 20:19-23 en 2 Korinthe 5:9-15

Gemeente van Jezus Christus,

[intro: waarom missionair zijn?]
Geef het geschenk door! is ons jaarthema. Maar waarom zou je? Wees missionair, is tegenwoordig een kreet die je overal hoort. Maar waarom eigenlijk? Kunnen we niet gewoon kerk zijn zoals dat al eeuwen gaat? Is zingen, bidden, Bijbellezen niet genoeg?
Waarom zou je missionair zijn? Dat is de vraag die vanmorgen centraal staat. Waarom zou je het geschenk doorgeven? Een heel belangrijke vraag is dit. We kunnen wel een mooi jaarthema hebben, ik kan u wel oproepen om uw geloof te delen met anderen, maar als u of als jij niet inziet waarom, dan gaat het natuurlijk niet werken!
Ik kan me best voorstellen dat sommigen van ons niet heel enthousiast zijn als het telkens gaat over het belang van je geloof uit te dragen. Moet dat nu? Je probeert je voor te stellen hoe dat eruit ziet, en het voelt opdringerig. Laat iedereen toch in zijn waarde! Ik geloof, mijn collega’s of klasgenoten niet, dat is nu eenmaal zo. Als zij daar gelukkig bij zijn! Geef het geschenk door! – maar eigenlijk heb je geen zin, geen motivatie.
Waarom zou je missionair zijn? Wat dat betreft een anekdote. Sinds enige tijd heeft onze Protestantse Kerk een afdeling missionair werk. Maar waarom eigenlijk? Boze tongen fluisteren dat het komt omdat het ledenaantal van de kerk in deze tijd zo terugloopt, omdat de kerk krimpt. De inzet op ‘missionair werk’ zou dan een wanhopige poging zijn om dat te keren. Anderen zeggen echter: welnee, elke kerk hóórt gewoon missionair te zijn, anderen erbij te willen trekken. Dat zit in het DNA van het christelijk geloof. Het zou gek zijn als we níet zo’n afdeling hadden!
Ja, waarom zou je missionair zijn? Waarom zou je willen dat anderen ook gaan geloven? Op deze vraag zijn verschillende antwoorden denkbaar, goede en minder goede. Vanmorgen wil ik er eens een aantal met u langsgaan.

[foute motivatie: kerk redden]
Een eerste motivatie zou kunnen zijn om de kerk in stand te houden, om de krimp te keren. Dat is een heel begrijpelijk verlangen. Als je om je heen kijkt, ook in onze gemeente, en je ziet dat er meer begrafenissen zijn dan doopdiensten, als je ziet dat kerkleden gemiddeld steeds ouder worden, en je trekt die lijn door… Je kunt je afvragen is er nog wel toekomst voor de kerk? Wat zou het goed zijn als er vers bloed bij kwam! Voor de toekomstbestendigheid, maar ook als bemoediging voor wie wél in de kerk zitten: zie je wel, het kan ook nieuwe mensen aanspreken!
Missionair zijn om de kerk te redden. Een begrijpelijk iets, maar… níet de goede motivatie om het geschenk van Gods liefde door te geven. Waarom niet? Wel, allereerst is het een negatieve motivatie, een motivatie uit angst. We móeten iets doen, anders gaat het verkeerd. Zou dat mensen aantrekken, als ze onder onze woorden en daden die angst proeven? Bovendien trekken wij dan naar ons toe wat Gods werk is. Hij heeft zelf beloofd dat Hij zijn gemeente zal bewaren, tot aan het einde van de wereld! Gelooft u dat? Missionaire bevlogenheid kan niet alleen voortkomen uit geloof, maar ook uit gebrek aan geloof…! Wij hoeven Gods beloften niet waar te maken!
Iets anders is dat het zo snel kan gaan om het behoud van wat ons vertrouwd is, de manier van kerk-zijn zoals wij gewend zijn. Als er nu eens wat mensen bijkomen, dan kunnen we blijven doorgaan zoals altijd. Dat wilt u misschien, maar is het ook wat God wil? Hij heeft beloofd zijn kerk te bewaren, dat wil zeggen: er zullen altijd mensen zijn die geloven en Jezus volgen. Maar Hij heeft nooit beloofd dat het altijd op ónze manier zal gaan, met onze structuren en synodes en betaalde voorgangers.

[betere motivatie: bevel van de Heer Zelf]
Ja, missionair moeten we zijn. Echter niet om onze kerk op onze manier in stand te houden. Maar waarom dan wel? Daar is een heel eenvoudig antwoord op: omdat het een bevel is van Jezus zelf! We lazen het vandaag uit het evangelie van Johannes ‘zoals de Vader mij zond, zend ik ook u’. Ik had ook één van de andere evangeliën kunnen pakken, dat dat geen verschil gemaakt. Aan het slot van alle evangeliën lezen we hoe Jezus zijn leerlingen de opdracht geeft om de goede boodschap de wereld door te laten gaan. “Ga dan heen, onderwijs alle volken…” enzovoorts, het bekende zendingsbevel. God zelf is missionair: hij zond Jezus, opdat mensen Hem zouden kennen en erkennen. En Jezus zelf, nu opgestaan uit de dood, zendt zijn leerlingen: ‘zoals de Vader mij zond, zend ik ook u’. Een bevel, eerst voor de 12 apostelen, maar achter hen voor de héle kerk, voor alle volgelingen van Jezus Christus. Die eerste 12 hebben natuurlijk nooit de hele wereld bereikt, dat is een werk dat doorgaat tot op heden. Die eerste twaalf konden al helemaal nooit de mensen in jouw omgeving bereiken, want dat zit 2000 jaar tussen. Dan kan alleen u of jij of ik!
Dit is de diepste motivatie om missionair te zijn. Omdat het eenvoudig een bevel is van de Heer. Ga, geef het geschenk door! Het is geen vriendelijk verzoek, geen optie, maar letterlijk een bevel. Wie Jezus als Heer erkent, kan hier niet onderuit! Missionair zijn is geen hobby van sommigen, of een taak die je aan een commissie kunt uitbesteden. Het is een helder bevel van de Heer Zelf!
Echter… een bevel is niet genoeg in de praktijk. Als je alleen maar het geloof uitdraagt omdat het nu eenmaal moet – zou dat gaan werken? Dan wordt het een plicht, weer iets erbij op je actiepuntenlijst. Een bevel geeft op zich nog geen motivatie! Even terzijde: daarom geeft Jezus bíj het bevel ook de Heilige Geest, daarover straks nog even.

[motivatie: om anderen te redden?]
Zijn er misschien nog meer redenen om missionair te zijn, om mensen tot Jezus te brengen, anders dan dat het moet? Is dit bijvoorbeeld geen heel belangrijke reden: als mensen tot geloof komen worden ze gered van de eeuwige ondergang!? Zonder Jezus ben je immers verloren? Moet je je buurman niet dringend het evangelie gaan brengen, omdat hij dreigt straks voor eeuwig in de hel te komen!? Ik zeg het met opzet scherp. Maar zou dít niet een motivatie zijn die vleugels geeft? Mensen rédden van het eeuwig verderf? Als je daaraan denkt, zou je dan niet onophoudelijk evangeliseren, dag en nacht??
Paulus lijkt deze motivatie wel te kennen. In 2 Korinthe 5, we hoorden het net, schrijft hij: “nu wij deze vrees voor de Heere kennen, bewegen wij de mensen tot het geloof”. Of de oude vertaling, nog scherper: “wij dan, wetende de schrik des Heren, bewegen de mensen tot het geloof”. Moeten wij ook zo de wereld ingaan, gedreven door deze vrees, door de schrik des Heren?
Ook dit is een negatieve motivatie, het zal u misschien zijn opgevallen. Maar wel één die misschien in uw leven niet onbekend is. Hoevelen zijn er hier niet vandaag van wie de kinderen niet meer naar de kerk gaan? Van wie de kleinkinderen helemaal niets hebben met het geloof? En je vraagt je wel eens af: hoe zal dat met ze aflopen als ze sterven? Je bent er bang voor, of in elk geval niet gerust op. Immers, Paulus zegt het, en de hele Bijbel: ‘wij allen moeten voor de rechterstoel van Christus openbaar worden’.
Het is waar: mensen kunnen verloren gaan. Een ontzaglijke mogelijkheid! Maar toch is dit geen erg geschikte motivatie om missionair te zijn. Het is namelijk negatief, ik zei het al. Is dat wat je wilt uitstralen: geloof, of het loopt slecht met je af? Je krijgt er bovendien een schuldgevoel van: had je altijd niet nog méér kunnen zeggen of doen, of beter? En je moet, als je zo denkt, eigenlijk wel blijven aandringen, altijd: is het zielenheil van bijvoorbeeld je kind niet belangrijker dan een goede sfeer?

[uitleg Paulus]
Maar… is dit wat Paulus bedoelt, als hij zegt “nu wij dus deze vrees voor de Here kennen, bewegen wij de mensen tot het geloof”? Toen ik de tekst bestudeerde kwam ik erachter dat hij héél iets anders bedoelt met deze woorden! Je moet beginnen te lezen in vers 9. Hij is bezig te schrijven over zijn werk als apostel. Hij zegt dan ‘wij, Paulus en Timotheus, stellen er een eer in om Hem, God, welbehaaglijk te zijn’. We willen graag doen wat hij vraagt. Waarom? Dat zegt de volgende zin: ‘want wij allen moeten voor de rechterstoel van Christus openbaar worden’. Met andere woorden: iedereen, ook ik, Paulus, zal door God beoordeeld worden. Hij zal beoordelen of ik mijn taak als apostel wel goed heb gedaan. En dáárom, vers 11, ‘nu wij deze vrees voor de Here kennen, bewegen wij de mensen tot het geloof’. Dat is Paulus’ taak waar híj op zal worden beoordeeld.
Merkt u dit? Paulus doet zijn missionaire werk niet uit vrees voor de eeuwige bestemming van anderen, niet om hen te redden van Gods veroordeling. Dat is zijn motivatie helemaal niet. Nee, Paulus brengt het evangelie met de gedachte dat hij zélf beoordeeld zal worden door Christus! Niet veroordeeld trouwens, béoordeeld. Hoe heeft hij gehoor gegeven aan Christus’ bevel? Het algemene bevel na de opstanding, we hoorden het, en ook de bijzondere opdracht die hij kreeg toen hij geroepen werd op de weg naar Damascus? Dat is de vraag waar het hier om gaat!
Misschien is dat iets wat wij ook wel mogen bedenken. Dat Christus ieder van ons eens zal vragen: wat heb je gedaan met mijn opdracht? Niet: hoeveel mensen heb je succesvol bekeerd, maar hoe serieus heb je het geprobeerd? Wat zou u of jij dan zeggen?

[beste motivatie: de liefde dringt]
Paulus wordt dus niet gedreven door die negatieve motivatie: ‘ik moet getuigen, anders gaan mensen verloren’. Hij kent namelijk een veel betere motivatie, een positieve. Een oneindig mooiere! Kijk maar in vers 14: “want de liefde van Christus dringt ons”! Voelt u hoe hier de zon door de wolken breekt? Het geschenk doorgeven – welk geschenk? De liefde van Christus! Missionair zijn, niet om de kerk te redden, niet omdat het moet, zelfs niet om mensen uit de hel te houden, maar hierom: omdat de liefde van Christus je dringt!!
Waarom zou je andere mensen, je familie, je kennissen, je klasgenoten, bij Jezus willen brengen? Omdat je zelf het grootste geluk in Hem gevonden hebt! Omdat je ervaren hebt hoe zijn liefde de basis in het leven is. Paus Franciscus heeft een heel boekje geschreven over deze motivatie. Het heet ‘de vreugde van het evangelie’. Hij schrijft ‘als wij de liefde gevonden hebben die ons leven betekenis hergeeft, hoe zouden we die níet delen met anderen?’
Als je beseft hoe groot de liefde van Christus is, dat Hij zelfs zijn leven wilde geven. ‘Een is voor allen gestorven’, zegt Paulus. Voor u en jou en mij, en voor uw buurtgenoot die daar nog niet van weet ook! Als je dat beseft, wil je toch die liefde doorgeven in woord en daad!
Dat is ‘verloren’ ook net iets anders dan dat de dreiging van toekomstig oordeel voor mensen. Dan begrijp je wat de Bijbel zegt: wie deze liefde niet kent ís al verloren. Die mist het enige waar het echt om gaat. Als je ziet dat zoveel levens leeg zijn, vol met van alles, maar zonder echte rust, ja, dan dringt de liefde van Christus je om zijn grote geschenk door te geven. Ja toch?
Waar het hart vol van is, daar loopt de mond van over. Een Engelse voorganger vertelde eens het volgende: zijn vrouw was bevallen in het ziekenhuis, en hij had een lijstje met mensen die hij moest bellen om te vertellen dat hij vader was geworden. Eerst belde hij zijn schoonmoeder, die was dolenthousiast – voor het eerst oma geworden! Daarna ging hij de volgende op zijn lijstje bellen, zijn schoonzus. In gesprek! Dan maar nummer drie. Neemt niet op. Nummer twee maar weer. En die zegt: ik weet het al, gefeliciteerd! Hoe kwam dat? Die schoonmoeder was zo vol van het goede nieuws, dat ze niet kon wachten om het met anderen te delen. Gedrongen door liefde!

[kent u die motivatie?]
De vraag was: waarom zou je missionair zijn? Het antwoord is dus: omdat Jezus het vraagt en zijn liefde je dringt.
Maar nu even persoonlijk! Dringt de liefde van Christus jou, en u? Heb je werkelijk het grootste geluk in Hem gevonden, de diepste vrede en vreugde? Bent u net zo vol van het goede nieuws als die schoonmoeder waar ik het net over had? Nu was voor haar het nieuws helemaal vers. Maar ook als je al jaren en jaren naar de kerk gaat: is Hij de bron in uw leven waar je telkens weer uit put? Leef je uit zijn liefde? Dat blijkt juist bij een onderwerp als dit! Als je zoiets hebt van ‘ieder zijn eigen opvatting, laat elkaar toch vrij’ dan zit er ergens iets niet goed met úw geloof. Want als het goed is dan dringt de liefde van Christus je van binnen. Dan wil je dat geschenk toch niet voor jezelf houden, maar dóórgeven, délen?

We krijgen huiswerk mee vanmorgen. Wil je dat mensen om je heen ook gaan geloven? Wil je dat de kerk groeit, dat mensen gered worden? Dan begint het bij u of jou zelf. Als je alleen denkt: OK, Jezus zegt het, ik moet proberen te getuigen van mijn geloof, dan ontbreekt nog de kracht. Je hoeft geen reclame te maken voor een geloof of een kerk, je mag wijzen op Hem!
Het gaat erom dat wíj gedrongen worden door de liefde van Christus; dat we dicht bij Hem leven. Jezus zegt ‘ontvang de Heilige Geest’ als Hij zijn leerlingen de opdracht geeft. Die hebben we nodig! Bid erom, dank ervoor – want Hij is beloofd. Word allereerst zelf aan Christus verbonden, meer en meer. En geef dan zijn geschenk maar door!

[slot]
Missionair zijn. Het is geen moeten, het is een meedoen. Meedoen in Gods beweging de wereld door. Het is je laten leiden door zijn Geest, een doorgeven wat je zelf eerst ontving. Genade, liefde, vergeving, hulp en steun: wat God geeft mogen we doorgeven. Gedrongen door Christus’ liefde. Want dáár begint allen: bij het weten dat Hij zelfs voor u en mij wilde sterven, opdat wij zouden leven. Laten we daar altijd diep van doordrongen blijven en dankbaar uit leven. Waarom missionair zijn? Daarom! De liefde van Christus dringt ons.

Amen