Tags

Onlangs had ik een bijzondere ervaring: ik was onverwachts model bij een modeshow. Niet zomaar een modeshow, maar één over ‘predikantsgewaden door de eeuwen heen’. Misschien klinkt dat wat saai, maar ik heb zelden een groep ouderen zo hard zien lachen – het was namelijk tijdens een vakantieweek voor hen. Gewone Westlanders die ze kenden werden ineens een ander mens als ze een toga aanhadden of een kuitbroek met driekante steek.
‘Kleren maken de man’, dat gezegde zag je hier voor je. Maar is dat werkelijk zo? De mensen in de kleren zijn toch echt dezelfde, met onveranderde talenten en fouten. Het lijkt er alleen op dat het moeilijk is om door de buitenkant heen te kijken. Zo leerde ik dat een gewaad dat in een bepaalde tijd een kenmerk was van rechtzinnigheid, een halve eeuw eerder nog zorgde dat je voor losbol werd aangezien… En dat geldt niet alleen voor predikantsgewaden. Het schijnt dat je binnen 10 seconden onbewust een oordeel hebt over iedereen die je ontmoet, en dat dat voor een flink deel gebaseerd is op wat iemand aanheeft.
Kleding is buitenkant. Je kunt het gebruiken om iets te líjken: van een vrome voorganger tot een ultra-hip persoon, van artistiekeling tot iemand met een zakelijke uitstraling. Maar ben je ook wat je aantrekt? Alleen als je aantrekt wat je bent – ik hoop dat u mij volgt… Al te vaak wil ik iets zijn dat ik niet ben, en ga ik aan de slag met de buitenkant. Maar zou het niet beter zijn om te werken aan wie je echt bent? Bij die ‘parade van ambtsgewaden’ moest ik denken aan Jezus, degene die al die gewaaddragers door de eeuwen heen dienden. Jezus had, dat is wel zeker, geen andere kleren aan dan zijn tijdgenoten. Zijn uitstraling zat in wie Hij was. Zou dat bij zijn volgelingen niet net zo moeten zijn? De Bijbel geeft een kledingadvies in de brief aan de Efeziërs: ‘doe de nieuwe mens aan, die naar Gods wil geschapen is in ware rechtvaardigheid en heiligheid’. Zou dat niet prachtig staan?