Tags
Uit de BIjbel is gelezen: Handelingen 1:4-14 en Romeinen 8:18-30
Gemeente van Jezus Christus,
[introotje]
wat heeft geloven met de hemelvaart van Christus te maken? We gedenken vandaag hoe Jezus deze aarde verliet en naar zijn Vader ging. Maar wat heeft geloven met zijn hemelvaart te maken? Misschien zegt u: nou, hemelvaart, dat is één van de heilsfeiten waar we in geloven. Één van de dingen die met Jezus gebeurd zijn. Dat geloof ik, dat dat echt zo gebeurd is.
Ja, het is waar, de christelijke kerk gelooft dat Jezus naar de hemel is gegaan. Maar hoe belangrijk is dat eigenlijk? De hemelvaart is toch niet de kern van het christelijk geloof. De Opstanding, Pasen, die is veel belangrijker. Met kerst – Jezus’ geboorte, dan zitten de kerken ook vol, misschien nog wel voller. Goede Vrijdag, ook zo’n kernzaak. Als je dáár niet in gelooft, dat Jezus Christus is gestorven voor onze zonden, dan zit er een groot gat middenin je geloof. Maar Hemelvaart? Stel dat Jezus direct uit zijn graf naar de Vader was gegaan, had dat verschil gemaakt?
Ja, toch wel! Hemelvaart heeft namelijk alles met geloof te maken. Maar dan wel op een andere manier dan ‘dat je het moet geloven’, voor waar houden. Nee, Hemelvaart leert ons wat geloven ís! Daar wil ik vanmorgen met u bij stilstaan.
[hemelvaart is onzichtbaar-wording]
Hemelvaart leert ons wat geloven is. Wat dan? Een oefening in omhoogkijken! Geloven is oefenen in naar boven kijken. Laten we ons oor te luisteren leggen bij de geschiedenis van Jezus’ Hemelvaart, zoals Lukas het opgeschreven heeft. Jezus is met zijn leerlingen de stad Jeruzalem uitgegaan, naar de Olijfberg. Hij spreekt met hen, en daarna… daarna stijgt Hij omhoog. Wat moet dat een wonderlijk gezicht zijn geweest. Daar gaat Hij, en een wonderlijke wolk onttrekt hem aan het oog. Jezus is weg! In gedachten zie je zijn leerlingen staan, daar op die heuveltop, verbaasd en verdwaasd naar boven starend. Weg, vertrokken, hun leraar en leider ten hemel geheven!
Kijk, en zo staan die eerste leerlingen ineens heel dicht bij ons. Zij hadden 3 jaar lang met Jezus opgetrokken, dagelijks was Hij bij hen. Hun situatie was bijzonder, anders dan de onze. Maar nu: nu staan ze náást ons, naast u en mij. Jezus is vertrokken, en nu… nu komt het op geloof aan! Net als voor ons. Geen letterlijk zíen van Jezus, geen letterlijk Hem volgen. Nee, geloven is iets anders, voor de leerlingen vanaf dit moment, en voor ons ook. Geloven is zien wat je niet ziet, je vertrouwen stellen op wat je niet waarnemen kunt. Geloven, zou je kunnen zeggen, is een oefening in omhoog kijken! Niet letterlijk, zoals de leerlingen doen, maar geestelijk. Omhoog kijken, boven de zichtbare werkelijkheid uit. Dát is geloven.
[hemelvaart: geloven wat je niet zien]
Ja, hemelvaart leert ons geloven wat je niet ziet. Voor Jezus, maar ook voor onszelf en voor de wereld. Om maar te beginnen bij Hem: letterlijk zien we Jezus niet meer, maar in geloof zien we veel! In geloof mogen we vandaag omhoog kijken en als het ware zien hoe Hij nu wordt ingehaald in de hemel. De hemel, die onvoorstelbare werkelijkheid van God. In geloof mogen we zien hoe Hij thuiskomt, hoe Hij de ereplaats krijgt naast de Vader. Hij wordt ingehuldigd, gekroond als koning! Dat is wat u vandaag mag zien met geloofsogen. Met je letterlijke ogen zie je alleen afwezigheid – maar het geloof kijkt omhoog en ziet Jezus, met eer en heerlijkheid gekroond. Dat is de echte reden om hemelvaart te vieren, niet het feit dat Hij hier vertrok.
Ook over onszelf mogen we leren geloven wat je niet ziet. We mogen geloven dat onze zonden verzoend zijn, dat u en ik door God aangenomen worden als zijn geliefde kinderen. We mogen geloven dat de Heer ons niet alleen heeft gelaten, maar altijd bij ons is. We mogen geloven wat niemand kan zien: dat ook het sterven ons niet zal scheiden van Christus’ liefde. Voor het oog zie je dan alleen hoe een mens verandert in een dood lichaam… maar het geloof oefent zich in omhoog kijken. En dan zie je dat wie gelooft, Jezus volgt op zijn weg naar het Vaderhuis!
Geloven is oefenen in omhoog kijken! Dat geldt tenslotte ook voor de wereld om ons heen. As je alleen maar omlaag kijkt, zie je de modder. Dan zie je hoe de aarde kapot gaan aan milieuvervuiling. Dan zie je hoe mensen met macht anderen onderdrukken. Je ziet hoe héél deze wereld uit zijn verband ligt, met rampen en ziektes – misschien wel heel dichtbij, als een geliefd iemand ziek is, of psychisch in de knoop zit, of… Wie gelooft, ziet dit alles. Maar wie gelooft, kijkt ook omhoog! Die kijkt omhoog, of Jezus al komt. Die kijkt omhoog, en ziet door het donker de naderende dag. Dat heeft Hij immers beloofd: ‘zie, ik maak alle dingen nieuw’. Dan kijk je, juist als je geconfronteerd wordt met leed en ellende, uit naar nieuwe hemel en aarde, waar God zal regeren en alles goed zal maken. Geloven, het is een oefening in omhoog kijken!
[hoop = zeker zijn]
Echter, is dat altijd zo eenvoudig? Nee, zeker niet. Dat brengt ons bij het Bijbelgedeelte dat we lazen uit de brief aan de Romeinen. Het hele hoofdstuk gaat erover hoe de Heilige Geest mensen léért omhoog te kijken, en zelfs te leven alsof ze al ‘daarboven’ zijn. In het gedeelte dat wij lazen horen we ervan: ‘als wij hopen wat wij niet zien, verwachten wij het met volharding’. Er wordt in dit gedeelte echter nog iets anders benadrukt. We mogen omhoog kijken, maar we zíjn nog beneden! Dan spreekt Paulus over ‘zuchten’: zuchten van de schepping die het zwaar heeft, zuchten van wie gelooft, omdat Gods wereld nog níet is aangebroken. Zuchten zelfs van de Heilige Geest in ons! Twee dingen: zuchten én volhardend hopen. Allebei horen ze bij het leven van het geloof, bij het leven dat oefent in omhoog kijken! Over beide wil ik daarom iets zeggen.
Eerst over de hoop. Het Bijbelse begrip ‘hoop’ is nog iets anders dan ‘hopen’ zoals we dat in het dagelijks leven gebruiken. In het dagelijks leven zeg je soms ‘ik hoop het maar’ als je ergens bepaald niet zeker van bent. Hopelijk is het zo, maar misschien ook wel niet… In de Bijbel, in het geloof is hoop echter dat waar je zéker van mag zijn. Het is er alleen nog niet, maar het is niet de vraag óf het wel komt. Paulus zegt ‘in hoop zijn wij zalig geworden, gered’ en dat is heel iets anders dan ‘hopelijk zijn we gered’. Nee, het is zéker! Alleen nog niet helemaal gerealiseerd. Wie gelooft, mag zéker zijn dat het goed is en goed komt. Met jezelf, met de wereld, met Gods grote plan. Dát is de hoop die een christen mag hebben!
Hoe kun je daar dan zo zeker van zijn? Omdat Jezus is gekomen. Met Hem is Gods nieuwe wereld al begonnen. Hij is opgestaan, zoals eens ieder die bij Hem hoort zal opstaan. En Hij belooft: ‘zie, Ik maak álle dingen nieuw’. Hij is gegaan, maar Hij zal weer komen. Gods grote plan loopt, en dankzij Jezus weten we dat dat méér is dan mooie woorden. Wie gelooft, heeft hóóp! Zekere hoop. Die mag leren omhoog te kijken en méér te zien. Jezus is Koning, zeker weten! Nu in de hemel, en straks overal. Daar mogen we van zingen, juist vandaag!
[echter ook: volhouden, zuchten]
Tegelijk is er echter die andere kant: leven in hoop is ook volhouden, volharden met een ouderwets woord. Denk aan iemand die een lange schaatstocht maakt. Hij is moe, uitgeput, hongerig. Hij zou best willen stoppen en aan de kant gaan zitten bij een kraampje met erwtensoep. Maar hij doet het niet, hij houdt vol! Ook al is dat moeilijk, ook al gaat het zwaar. Vólhouden tot je er bent! Dat is óók een kant van geloven. Herkent u er iets van? Het gaat niet vanzelf, soms is geloven zwaar. Je moet soms jezelf dwíngen om naar boven te kijken, om de hoop vast te houden.
Wat maakt het dan zo zwaar? Heel eenvoudig: dat wat je hoopt, dat wat je vast gelooft, is niet zichtbaar. Nog niet. Dat is het lastige van Hemelvaart. Jezus is er wel, Hij is niet de grote afwezige! Hij zegt het zelf: ‘ik ben met u, alle dagen, tot de voleinding van de wereld’. Maar… niet zichtbaar en tastbaar. Jezus belooft: ik maak alle dingen nieuw. Dat geloof je, dat is je hoop. Alleen, je ziet het nog niet! En dát is het moeilijke van geloof: we hopen wat we niet zien, zoals Paulus zegt.
Daar komen allerlei dingen tegenop. Je denkt: wanneer zal Gods rijk ooit komen? Soms, als je om je heen kijkt in de wereld: kan ik echt geloven dat God eens alles anders zal maken? Wanneer zal dat zijn? Komt het wel ooit? Soms heb je jaren vast geloofd, en ineens… ineens lijkt het allemaal zo onwerkelijk. Moet je dáárop bouwen?
Hetzelfde kan gelden voor de hoop voor jezelf. Wie zegt dat er na de dood nog iets is? Ja, zelfs over God en Jezus. Is Jezus wel meer dan iemand van vroeger? Hoe weet je dat God bestaat? Want waar zie je nu echt iets van Hem?
U moet niet denken dat dat allemaal ongeloof is. Nee, het is een kant van geloof: dat het soms ook een kwestie is van volharden, van zuchten! En dan bedoel ik niet speciaal die vragen van ‘is het wel zo’? – daar kun je eindeloos in blijven hangen. Ik bedoel vooral dat je verzucht: kóm Here Jezus, maak uw woorden waar! Laat toch uitkomen dat u regeert! En intussen houd je maar vol, zo goed en zo kwaad als het gaat, net als die schaatser na een lange rit. Ook dát is geloven. Niet alleen maar juichen en jubelen, ook zuchten en volhouden, soms door allerlei twijfel heen. Juist na Hemelvaart, als Jezus niet meer tastbaar hier is, is geloven een oefening in omhoog kijken!
Calvijn zegt, naar aanleiding van dit Bijbelgedeelte: “in elke gelovige dienen deze beide dingen te zijn: een vaste hoop voor de toekomst, én een zuchten en kreunen in verlangen naar de vervulling van deze hoop”. Hoe is dat bij u en bij jou? Laat je geloof je weleens zuchten? Zoals psalm 42 zingt “wanneer zal ik u weer loven, juichend staan in uw voorhoven?” Aan dat zuchtende verlangen kun je echt geloof herkennen! En aan de andere kant: laat geloof je weleens vérder kijken? Heb je hoop over de horizon? Ook dat is kenmerkend voor echt geloof. Geloof is een oefening in omhoog kijken: soms zuchtend, en soms zingend!
[de Geest helpt!]
Hoe kom je daar nu aan, aan zo’n geloof? Hoe leer je omhoog kijken? Dat geeft de Heilige Geest! Gelukkig maar, want wij mensen kunnen haast niet verder komen dan het hier en nu. Gods Geest leert je omhoog kijken. Jezus is wel weggegaan, maar Hij is niet afwezig. Hij heeft zijn Heilige Geest gestuurd, die mensen, die u en mij léért om omhoog te blijven kijken!
Stel je toch voor dat Jezus was weggegaan, en als afscheid had gezegd ‘en nu volhouden hè! Blijf in mij geloven. Ik kom een keer terug!’ Stel dat dat het was geweest. Hoe zou het dan zijn verder gegaan? Ik vrees dat het hele geloof al heel snel was opgehouden. Geloven in iemand die je niet ziet, geloven in een toekomst waar je niets ziet: we kúnnen het niet langer dan even in enthousiasme.
Maar gelukkig, na Hemelvaart kwam Pinksteren. De Heilige Geest kwam op de leerlingen van Jezus en ontstak het vuur van het geloof. Ze waren er zo vol van, ze geloofden zó vast, dat ze er overal over spraken en er zelfs hun leven of veiligheid voor over hadden. De Geest maakte Jezus en zijn Koningschap werkelijker voor hen dan wat ook op aarde!
De Heilige Geest, Hij komt nog steeds op leerlingen van Jezus, op iedere christen. Hij leert geloven, Hij richt je blik omhoog. Hij getuigt met onze Geest dat wij kinderen van God zijn – daar horen we met Pinksteren nog meer over. Hij bidt voor ons. Hij is in ons en richt onze blik omhoog!
Zonder de Geest kunnen we niet geloven, niet volharden, het einde halen van de uitputtende reis. Hij alleen maakt dat we verder kijken dan wat zichtbaar is. Ja sterker nog, Hij is zelf al een stukje van Gods werkelijkheid in ons hart.
[Slot: verwacht met volharding]
En zo eindigen we deze hemelvaartspreek met de blik op Pinksteren. Geest van hierboven, leer ons geloven! Geef ons die vaste hoop, en zucht met ons mee – en met heel de schepping, onuitsprekelijke verzuchtingen.
Jezus is ten hemel gevaren. Alleen het geloof ziet hem nog, gekroond als koning bij de Vader. Zijn rijk zál komen, wereldwijd. Alleen het geloof ziet het, met ‘ziet’ tussen aanhalingstekens, in hoop. Váste hoop, en tegelijk: nog onzichtbaar.
Oefen dan maar veel in naar boven kijken. Laat de Geest het U leren. Stel u open voor Hem. Hoe? Heel eenvoudig: lees je Bijbel, bid elke dag, blijf komen hier in de kerk. Opdat u geloven mag, ook al ziet u niet.
In Gods naam verkondig ik het u: Jezus is ten hemel gevaren. Hij is verheerlijkt! En… ieder die in Hem gelooft zal ook worden verheerlijkt! Want Gods koninkrijk komt!
Amen