Tags
Uit de Bijbel is gelezen: Jesaja 61:1-3 en Lukas 4:14-21
Gemeente van Jezus Christus,
[intro: titel, functie]
sommige mensen hebben een groot ontzag voor titels. Is er iemand waar niets bijzonders aan te zien is, dan zouden ze hem zo voorbij lopen. Maar horen ze ‘hij is van adel’, dan kijken ze ineens vol interesse naar hem. ‘Tjonge wat is hij dan gewoon gebleven!’ – zelfs de gewoonheid wordt dan bijzonder!
Er zijn mensen die meerdere titels hebben. Koning Willem-Alexander heeft er een stuk of 40, las ik. Daar hoefde hij weinig voor te doen, hij erfde ze gewoon. Maar ik denk ook aan mensen die flink gestudeerd hebben en bijvoorbeeld ‘professor doctor ingenieur’ zijn. Voor sommigen is dat reden om tegen zo’n hooggeleerd iemand op te kijken. Maar een ander zegt schouderophalend ‘hij is ook maar naakt geboren, hoor!’
Wist u dat Jezus ook een titel heeft? Jazeker! Wij zeggen vaak ‘Jezus Christus’ alsof Christus de achternaam is van Jezus. Maar zo is het niet! ‘Christus’ is een titel. Hij heet Jezus, en hij ís Christus. Net zoals de koning Willem-Alexander heet, maar koning ís, en markies van Veere, graaf van Buren en nog meer titels.
Jezus is de Christus, dat is zijn titel. Echter niet allen een eretitel, het geeft meteen ook aan wat hij dóet. Christus is een titel zoals ‘rechter’ of ‘dominee’ of ‘burgemeester’, een titel waar een duidelijke taak bij hoort – niet een titel als ‘jonkheer’ of iets dergelijks die eigenlijk alleen versiering is.
De titel van Jezus, daar gaat het over vanavond. Of misschien moet ik wel zeggen: de titels. Want zoals de catechismus zegt, in dat ene woord Christus zitten drie titels verborgen: profeet, koning en priester. Jezus heeft een driedubbele titel, nog hoger dan ‘professor doctor ingenieur’!
[drievoudig ambt]
Jezus draagt dus de titel ‘Christus’, dat is Grieks voor ‘de gezalfde’, in het Hebreeuws ‘de Messias’. We hoorden over Jezus als de gezalfde in de Bijbelgedeeltes die we lazen. Jesaja schrijft: ‘de Geest van God de Here is op mij, want Hij heeft mij gezalfd’. Als Jezus begint met zijn openbaar optreden leest Hij deze woorden voor in de synagoge, en Hij betrekt ze op zichzelf. ‘Vandaag is dit Schriftwoord in uw oren vervuld!’. Jezus is die gezalfde, de messias waar Jesaja over sprak.
Maar wat houdt dat in, gezalfd zijn? Om dat helder te maken grijpt de catechismus terecht terug naar het Oude Testament. Er waren destijds drie soorten mensen die gezalfd werden als ze aan een taak begonnen. Gezalfd, letterlijk met olie op hun hoofd, als teken dat de Here God hen de Heilige Geest gaf om ze bekwaam te maken voor hun bijzondere taak. Als eerste gebeurde dat met koningen; denk aan Samuël die David zalfde toen hij nog een herdersjongen was. Als tweede gebeurde dat bij de priesters, wanneer ze werden aangesteld om de Here te dienen. Ze kregen priesterkleding aan, en ze werden gezalfd met olie – teken van de Geest. Tenslotte gebeurde het soms bij profeten dat ze gezalfd werden, de profeet Elisa werd bijvoorbeeld gezalfd door Elia.
Nu is Jezus de gezalfde. Niet letterlijk, maar Hij ontving eveneens de Heilige Geest om bekwaam gemaakt te worden voor zijn taak. Dat gebeurde bij zijn doop in de Jordaan – toen daalde de Geest op Hem neer als een duif. Maar wat is Jezus’ taak? De catechismus benoemt het zo: Jezus is profeet, priester en koning – alle drie tegelijk! Hij doet alles wat de ‘gezalfde mensen’ uit het Oude Testament deden, maar dan volmaakt. Drie titels draagt Hij. Dat is heel wat! Ik heb twee titels: ik ben dominee, en ik ben ingenieur. Maar het lukt me niet om allebei die titels waar te maken. Ik ben nu dominee, en dat ingenieur daar doe ik niets meer mee. Jezus echter maakt alle drie zijn titels waar! Over alle drie wil ik dan ook iets zeggen.
[Jezus als profeet]
Allereerst is Jezus profeet. Wat doet een profeet eigenlijk? Dat zie je bij de profeten in het Oude Testament. Zij spraken namens God tegen de mensen. Ze zeiden wat God wil, ze riepen op tot bekering; ze dreigden met straf, maar ze spraken ook over Gods genade en grote plannen. Een profeet is niet zozeer een toekomstvoorspeller, niet zozeer een voorzegger, veel meer een aanzegger. Iemand die God en zijn wil en zijn plannen bekend maakt.
Wel, dat alles doet Jezus ook! Hij trok rond door het Joodse land, terwijl Hij wonderen deed én voortdurend Gods boodschap bracht. Denk aan zijn Bergrede, denk aan de vele gelijkenissen – verhalen met een les. Hij sprak in woorden, maar Hij sprak ook door zijn daden. Door de wonderen die Hij deed, door zijn omgang met hoeren en tollenaars, en ga zo maar door. Jezus sprak namens God. Hij sprak over wat God ván ons wil, klare taal zoals ‘heb je vijanden lief’, maar Hij spraak over wat God mét ons wil: over zijn genade, over het Rijk dat komen zal… Jezus’ woorden – wat zou ik Hem graag gehoord hebben… Maar wacht, Hij spreekt nog steeds! Hij spreekt door de Bijbel, door het Evangelie. Wij mogen nog steeds luisteren!
De catechismus vraagt vervolgens: waarom wordt u een christen genoemd? Er volgt een opmerkelijk antwoord, waar ik een volgende keer meer over zal zeggen. Maar één antwoord zou kunnen zijn: ik ben een christen, want ik luister goed wat Jezus zegt! Doet u dat? Luisteren wat hij zegt? Over hoe je goed kunt leven, zijn wijze aanwijzingen – als je je daar niets van aantrekt ben je geen christen! Maar ook luisteren naar wat Hij zegt over God en over mij. Als Hij me leert om God ‘Vader’ te noemen, als Hij vertelt dat deze Vader op de uitkijk staat naar verloren zonen en dochters… Dan mag ik dat geloven, en zet dat me aan om telkens tot Hem terug te keren!
Nog iets: als u soms dingen lastig vindt in het geloof, bijvoorbeeld hoe het zit met God en het lijden; als u soms dingen lastig vindt in de Bijbel, bijvoorbeeld dingen uit het Oude Testament – luister dan éérst en vooral naar Jezus’ woorden! Houd je dáár dan aan. Laat andere dingen desnoods als vraag liggen, maar houd je vast aan Jézus’ woorden. Hij openbaart Gods wil volkomen, zegt de catechismus. Luister naar Jezus, dat is de veilige weg!
[Jezus als priester]
Jezus is profeet. Echter, Jezus is ook méér! Hij is niet alleen een wijze leraar. Hij is ook gezalfd als priester, hogepriester zelfs. Wat doet een priester? In het Oude Testament zien we het: offeren en bidden en zegenen. De priesters waren het die de relatie tussen de Here God en zijn volk in stand hielden en herstelden. Had je gezondigd, dan kon de priester door een offer de schuld verzoenen. De hogepriester had heel in het bijzonder een verzoenende taak. Eens per jaar ging Hij met een schaal met bloed de allerheiligste ruimte van de tempel binnen. Hij sprenkelde dat bloed op het verzoendeksel van de heilige Ark, en zo kreeg heel Israël jaarlijks vergeving en verzoening, een nieuw begin.
Jezus nu doet volmaakt wat de priesters deden, en wat de hogepriester deed. Hij bracht het grote offer, toen Hijzelf stierf aan het kruis. Hij offerde zichzelf. Zijn bloed bracht verzoening eens en voor al! De brief aan de Hebreeën werkt dit alles uitgebreid uit, dat moet u thuis maar eens nalezen. Jezus bracht het grote offer van zijn leven. Maar dat niet alleen. Net als de priesters zegent Hij. Donderdag hoorden we het nog, hoe Hij met geheven handen zegenend naar de hemel steeg. En tenslotte: Hij bidt. Hij bidt, nog steeds, voor allen die bij Hem horen.
Wat is het goed om dit te weten! Wat geeft dat een kracht! Wanneer ben je een christen? Als Jezus ook voor jou de priester is die het goed maakt met God! Als je gelooft in Hem en als je de vergeving die Hij brengt aanvaardt. Als je wéét dat je vergeving nodig hebt, én als je gelooft dat Hij die vergeving brengt! Dan ben je een gezegend mens. Want Jezus wás niet alleen priester, Hij is het nog. Telkens als in Jezus’ naam bidden om vergeving, zorgt Hij daarvoor! Zijn zegenende handen zijn nog altijd boven u – denk aan Hemelvaart! Hij bidt voor heel zijn kerk, dat we het volhouden hier op aarde. Is het niet geweldige dat we een biddende hogepriester hebben?
[Jezus als koning]
We zijn nog niet klaar. Jezus is niet alleen priester en profeet, Hij is ook de hoogste koning. Een gezalfde koning mocht in Israël regeren namens God. Hij moest het land beschermen, de vrede bewaren, recht en gerechtigheid handhaven. Een koning in Israël mocht niet voor zichzelf gaan, maar Gods wet bewaren.
Wel, zo’n koning is Jezus Christus ook! Daarvan was nog niet veel zichtbaar toen Hij op aarde was. Hij werd gekroond met een doornenkroon. Toen Hij aan het kruis hing stond er boven zijn hoofd ‘de koning van de Joden’ – bedoeld als bespotting. Maar nu, ten hemel gevaren, heeft Hij de ereplaats naast zijn Vader en regeert Hij op de troon. Hij is eerst en vooral de koning van alle mensen die Hem erkennen. Een christen is iemand die zegt ‘Jezus is Heer’! Koning Jezus beschermt allen die bij Hem horen, daar heeft Hij macht genoeg voor. Hij beschermt ú, als Hij uw Heer is! Hij geeft ons zijn wetten en leidt ons door zijn Heilige Geest. En ééns, eens zal heel de wereld Hem moeten erkennen en voor Hem buigen, als Hij komt in heerlijkheid.
Met Jezus als koning ben je veilig onder zijn gezag! En tegelijk moet je je natuurlijk wel aan zijn gezag onderwerpen. Ook dat hoort bij christen zijn – zijn bevelen volgen, strijden voor zijn rijk. Als dat je hele geloof is, is het eenzijdig, maar ook dit hoort er bij, want Jezus is koning!
[belang van alle drie de ambten erkennen]
We hoorden hoe Jezus drie titels draagt. Maar, kun je je afvragen, is het nu zo belangrijk, om dat allemaal uit te werken? Ja, toch wel! Als we de Here Jezus zo leren zien, zorgt dat namelijk voor evenwicht. Voor evenwicht in de theologie, en voor evenwicht in je persoonlijk geloofsleven. Al te vaak pikken we er namelijk één ding uit en maken daar het één en al van. Voor je het weet geloof je dan niet in de levende Heer, maar in een eenzijdig idee!Ik zal eens enkele voorbeelden geven.
Om te beginnen, er zijn christenen die bijna alleen letten op Jezus als profeet, als iemand die wijze woorden spreekt namens God. Over verzoening door een offer zul je niet horen, en ook niet over onderwerping aan de hemelse koning. In bepaalde vrijzinnige kringen kom je dit sterk tegen. Nee, Jezus is vooral een leraar, iemand die levenslessen geeft. En natuurlijk, Jezus hééft het meest diepe onderwijs gegeven dat je bedenken kunt. Goddelijke wijsheid klinkt door al zijn woorden. Maar als dit alles is, schiet het tekort. Waar moet je heen met je falen? Waar baseer je de hoop op dat zijn koninkrijk zal komen?
Er zijn ook wel christenen die alles focussen op het verzoenend sterven van Christus. Heel orthodox, je kunt je op slechtere dingen concentreren! Maar nogmaals, als dat alles is word je eenzijdig. Hoe zit het dan met de navolging van Christus? Waar blijft de hoop op zijn koninkrijk, als het alleen is ‘Jezus maakt dat ik in de hemel kom’?
Als derde heb je dan natuurlijk degenen die alles zetten op de kaart van Jezus als koning. Abraham Kuyper bijvoorbeeld legde hier sterke nadruk. “Geen duimbreed is er op deze wereld waarvan Christus niet zegt: Het is van mij” is een bekende uitspraak van hem. Dat is waar! Maar in zijn gereformeerde kerken werd het uiteindelijk wel héél horizontaal. Is er geen verzoening nodig bijvoorbeeld? En persoonlijke bekering?
Laten we maar waken voor zulke eenzijdigheden. Niet door ons af te zetten tegen anderen, maar vooral door Jezus Christus steeds beter te leren kennen. Als koning, priester én profeet!
[slot: toepassing]
Dat geldt niet alleen voor de kerk als geheel, dat geldt voor u en voor mij heel persoonlijk! Daar wil ik mee afsluiten. Een gezond geloofsleven is er alleen als Jezus de profeet is die u Gods wil doet kennen, én de priester die uw schuld verzoent, én de koning die uw leven regeert.
Ga jezelf eens na, of dat alle drie functioneert! Gelooft u dat Jezus stierf voor uw zonden? Prachtig! Maar leert u ook graag van Hem, over God en uzelf en de wereld? En dient u Hem, bent u zijn onderdaan?
Of wellicht bent u vooral bezig met ‘hoe te leven als christen?’ Geweldig! Alleen, vergeet niet te leven uit Jezus’ offer. Al maken wij er weinig van, Híj brengt ons bij Gods vaderhart. Hij zegent en bidt voor u!
Ach, en ga zo maar door. U kunt het hopelijk voor uzelf invullen. Waar ligt voor u het zwaartepunt? Blijf in evenwicht! Lúister naar Hem als de hoogste profeet. Lees voor uzelf vooral maar veel de evangeliën, dan zal geloof, hoop en liefde kunnen bloeien. Ga ook telkens tot Hem als de grote hogepriester, en door Hem tot de Vader, want Hij is het die de toegang opent. Denk nooit van ‘dat weten we wel’ als het gaat om Jezus’ offer. Elke dag hebben we dat weer nodig, telkens als we de fout in gaan, en dat is vaak genoeg. En tenslotte: buig voor Hem als koning. Dien Hem trouw, en strijd voor de uitbreiding van zijn rijk op deze wereld. Er is wérk te doen, er ligt een taak. Het gaat niet alleen om mijn persoonlijk leven, of of míjn zielenheil, het gaat om Christus’ koninkrijk.
Jezus, Hij is de Christus. Hij maakt die titel waar. Bij mensen zegt een titel soms weinig, maar bij Hem alles. Voor mensen met een titel hoeft je niet altijd ontzag te hebben, maar voor Hem wel. Want in alles wat Hij is en doet, is en doet Hij het ons ten goede. Daarom: lof zij Christus, in alle eeuwigheid!
Amen.