Tags
Gemeente van Jezus Christus,
[intro]
hoe ziet Jezus eruit? Of je nu wilt of niet, bij ieder van ons zal wel één of ander beeld in het hoofd naar voren komen als we denken aan Hem. Misschien, als u wat ouder bent, is het wel gevormd naar de platen die u vroeger zag op de zondagsschool of de school met de Bijbel. Daar zie je Jezus als de goede herder, of als degene die kinderen zegent, ‘laat de kinderen tot Mij komen’. Maar is dat hoe Hij is? Op zulke afbeeldingen is Jezus gewoonlijk een blanke man met halflang haar en een klein baardje. In werkelijkheid was Hij natuurlijk geen westerling. In hedendaagse kinderbijbels zie je Hem op allerlei verschillende manieren afgebeeld. Feitelijk weten we echter helemaal niets over zijn uiterlijk.
In de Bijbel gaat het niet over hoe Hij er uitziet, maar over wie Jezus ís – en dat is nog een laag dieper. Niet welke kleur ogen of welke lichaamslengte, maar wat voor iemand is Jezus Christus? Ook daar hebben we allemaal wel onze ideeën over. Bijvoorbeeld ‘welk een vriend is onze Jezus’, of ‘Jezus is de goede herder’, of ‘verlosser, vriend, o hoop en lust van die u kennen’. Dat zijn allemaal Bijbelse woorden. We hoorden laatst nog hier in de kerk, hoe Jezus een vriend is van tollenaars en zondaars. Toch is het gevaar niet denkbeeldig dat ons beeld van Jezus al snel wat zoetig wordt, net als die oude platen van Hem in pasteltinten. Daarom is het goed om vanavond eens stil te staan bij een andere kant van wie Hij is.
[inleiding]
Wie is Jezus? Jezus is de Heer! Dat is het wat vanavond de belijdenis ons voorhoudt. De catechismus loopt af wat de apostolische geloofsbelijdenis zegt. Eerst ging het over God de Vader – en om te voorkomen dat we met dat woord ‘vader’ ook weer romantisch aan de haal gaan staat er direct achter: de Almachtige – je kunt ook vertalen ‘de Albeheerser’. God de Vader is de Almachtige, komma, de Schepper van hemel en aarde. Nu zijn we intussen gekomen bij het gedeelte over Jezus Christus. Hij is de eniggeboren, dat wil zeggen de unieke zoon van God. En, zo volgt er, en dáár gaat het vanavond over, Hij is onze Heer.
Jezus is Heer – dit is de vroegste christelijke belijdenis die wij kennen. De kortste samenvatting is het van het geloof. Het schandaal centraal, moet ik misschien wel zeggen. Want wat zeiden onze eerste broeders en zusters met deze woorden, ‘Jezus is Heer’? Dit: dat een geëxecuteerde Joodse man de hoogste is. ‘Heer’ betekent namelijk ‘gebieder’ of ‘de baas’. Dat is nogal wat!
De Heidelbergse catechismus slaat helaas een beetje de plank mis als ze antwoord geeft op de vraag ‘waarom noemt u Hem onze Heer?’ Dan zoomt ze in op de verlossing die Jezus bracht door zijn bloed, dat wil zeggen door te sterven, en dat we daardoor zijn eigendom zijn. Bijna letterlijk wordt herhaald wat in de allereerste vraag al aan de orde kwam ‘dat ik als gelovige, niet van mijzelf, van van mijn trouwe Heiland Jezus Christus ben, die met zijn kostbaar bloed voor al mijn zonden volkomen betaalt en mij uit alle heerschappij van de duivel verlost’. Waar en belangrijk, maar toch heeft het een andere nadruk dan wat de Bijbel bedoelt met ‘Jezus is Heer’. Bij ‘Heer’ gaat het echt over de macht en glorie van Jezus. Hij is het die opstond al werd hij vermoord, Hij is het die leeft en regeert, de koning van het komende koninkrijk. ‘Heer’ is bovendien de Griekse vertaling van de naam van God, dus het gaat hier ook om Jezus Goddelijkheid. Jezus is God Zelf, de Here!
Ik wil dit alles graag wat met u uitdiepen aan de hand van het visioen van Johannes dat we samen lazen. Het vervolg heb ik verdeeld in drie punten. Ten eerste: Jezus is de enige Heer. Ten tweede: Jezus is de hoogste Heer. En ten derde: Jezus is onze Heer. Dus nogmaals: Jezus is de enige, de hoogste, en onze Heer.
[Jezus de enige Heer]
Op het moment dat we Johannes treffen is hij op het eiland Patmos. Hij is daar niet zomaar op zonvakantie, zoals tegenwoordig veel toeristen, nee, hij is daar omdat hij verbannen is. Hij is daar voor straf. wat heeft Johannes dan misdaan? Wel, het is precies vanwege die belijdenis ‘Jezus is Heer’. Johannes en de andere christenen in Asia belijden dat Jezus de Heer is, de hoogste gebieder. En daarmee zijn ze meteen in conflict met het romeinse rijk. ‘Jezus is Heer’ is een politieke belijdenis! Er wás namelijk al een heer, een hoogste heerser: de keizer. En dat botst! Er kan er maar één het hoogste gezag hebben. Je kon het niet ontlopen door te zeggen: Jezus is voor mijn geloof, en de keizer is voor de aardse macht. De keizers in die tijd werden namelijk als goddelijk vereerd in Asia, met feesten en offers. Wie daar niet aan wilde meedoe, was verdacht. De christenvervolging begon op te komen in die tijd. Een belangrijke leider als de apostel Johannes werd als eerste aangepakt. Verban hem maar, eens zien of die beweging dat overleeft!
Jezus is Heer – de enige Heer. Dat is de belijdenis die ook wij moeten vasthouden, in onze tijd en cultuur die zo heel anders is. Er is nu geen keizer die verering vraagt, er is geen christenvervolging. Althans…. niet hier. Er zijn genoeg broeders en zusters die vervolgd worden omdat ze weigeren de islamitische geloofsbelijdenis uit te spreken, of omdat ze weigeren te buigen voor de beelden van Kim Jong Un en zijn familie in Noord-Korea. Zij kunnen zich wel herkennen in Johannes en zijn situatie!
In ons land is het anders. Maar ook hier zijn machten die zich groot maken en eisen dat ieder voor ze buigt. De afgod van de economie bijvoorbeeld, de vooruitgang. Wee wie daar tegenin gaat! Of: de macht van de zelfbeschikking als hoogste goed. Als je daar niet in meegaat, als je bijvoorbeeld tegen euthanasie voor iedereen bent, kan dat je komen te staan op meewarige blikken of regelrechte vijandschap. Denk jíj te moeten bepalen wat goed is voor mij?
Ten diepste gaat het nu om dezelfde vraag als toen: wie is Heer? Wie heeft het te zeggen in de wereld, en in het leven? Een christen zal dan zeggen: Jezus is Heer! Zijn geboden zijn goed voor iedereen. Het is zijn wereld, niet de onze. Je kunt dus bijvoorbeeld de aarde niet oneindig uitbuiten, of zijn schepsels als dingen behandelen. Het is niet ‘mijn’ leven, maar een geschenk van hem – daar kun je dus niet maar alles mee doen. En ga zo maar door.
Als christen erken je een andere heer dan de wereld zonder Hem, dus mag je je wel schrap zetten voor tegenstand. Dat is normaal! Geloven is geen roze wolk. Zeg je ‘Jezus is de enige Heer’ dan is dat per definitie intolerant. Of moeten wij misschien voor iets anders waken? Dat we wel zéggen, ‘Jezus is Heer’, maar in de praktijk ons al te vaak toch laten leiden door de machten van hier en nu?
[Jezus de hoogste Heer]
Johannes is dus verbannen, omdat hij Jezus als enige Heer belijdt. Als hij dan aan het bidden is op het eiland Patmos, krijgt hij een visioen. Wie ziet en hoort hij? Jezus, de hoogste Heer! Dat is het tweede punt. Jezus verschijnt hier wel heel anders dan op een romantisch plaatje! Aan dit visioen is weinig zoetigs. Maar juist zo toont het precies wat het betekent dat Jezus Heer is!
Laten we het op ons in laten werken. Johannes hoort een stem, een stem als een bazuin – krachtig en indrukwekkend. Jezus is daar! Hoor hoe hij zich aankondigt: ‘Ik ben de A en ze Z, het begin en het einde’ – woorden die bij God passen, niet bij een mens! Johannes draait zich om, en wat ziet hij? Een indrukwekkend gezicht! Zeven gouden kandelaars, en daartussen een stralende figuur. Een wit gewaad tot aan de voeten, zoals een priester droeg; een schitterende gouden gordel daaromheen. Zijn hoofd en haar zo wit als sneeuw, een teken van wijsheid. En zijn ogen? Zijn ogen lijken wel vlammen, zo fel. Zijn voeten, die nog net onder het gewaad uitkomen, lijken op gloeiend metaal. Ja, zijn gezicht, zegt Johannes, is als de zon in haar volle kracht. Wát een straling, wat een licht, wat een helderheid! Je kunt er niet naar kijken, je deinst terug. Zó is Jezus, en zó wordt duidelijk wat het inhoudt dat hij de Heer is. Goddelijke glans en glorie!
Hebt u zich Jezus weleens zó voorgesteld? Zó is Hij! Ook de goede herder, ook de vriend van tollenaars en zondaars, zeker, maar bovenal: de hoogste Heer! Dit beeld schept afstand tussen Hem en mij, en het is goed die te beseffen. Ik ben een zondig mens, en u ook, en Hij is de Heer. Johannes ziet het allemaal, en hij kan het niet verwerken. Hij valt neer voor Jezus voeten in diepe eerbied. Je, er staat zelf: ik viel als dood neer. Zo groot is Jezus’ heer-lijkheid!
Laten we dit maar goed op ons laten inwerken. Jezus de hoogste, Hij is God Zelf. Hij is de enige echte Heer van alles. Dat zal voor ieder blijken als Hij komt met macht en majesteit, Maar wij, christenen, erkennen Hem nu al zo! Reden voor diep ontzag. Reden misschien wel om te schrikken als je merkt hoe lauw en half je geloof is. Maar… dit is ook reden om moed te vatten! We hoorden het vanmorgen ‘groter is Hij die in ons is, dan die in de wereld is’. Jezus heeft de macht. Voor hem stellen alle machten en krachten niets voor die dreigen in de wereld! Als je je zorgen maakt over de kerk die achteruit gaat: het is zíjn kerk. Als Hij wil dat het anders wordt, gebeurt dat. Als je denkt aan dictators die dreigen, of aan toenemende intolerantie in ons land.: Hij staat daar boven! Eén woord, en het moet wijken. Nee, aan zijn macht hoef je niet te twijfelen. De vraag is veel meer: sta ik wel aan zijn kant? Dat is de enige kant die toekomst heeft!
[Jezus onze Heer]
Maar, ten derde, als christenen mogen we zeggen ‘Jezus is ónze Heer’. Persoonlijk ‘Jezus is míjn Heer’. En dat is nog wel het heerlijkste!
Johannes is dus op de grond gevallen, als dood zelfs. Hij, een klein en zondig mens, kan het niet uithouden tegenover deze Heer. Hoe gelovig hij ook is – een apostel nota bene! – dit is te veel. Maar nu het vervolg. Dan staat er ‘Hij legde zijn rechterhand op mij’. Dat is misschien nog wel het meest ontroerende van wat er gebeurt. Als Johannes op de grond ligt, diep onder de indruk van Jezus’ majesteit, dan legt Jezus zelf zijn hand op hem. Hij raakt hem aan, vriendelijk, liefdevol, en zegt: ‘wees niet bevreesd, wees niet bang Johannes!’. Jezus staat wel ver boven Johannes, ver boven u en jou en mij, maar Hij is niet tégen Johannes – verre van dat! Sterker nog, Hij staat naast hem, en naast ieder die in Hem gelooft. Luister maar wat Hij zegt ‘ik ben de eerste en de laatste, en de Lévende. Ik ben dood geweest, en zie, ik leef!’ Jezus is de eerste en laatste, dat is: God zelf. Maar Hij is ook de levende die is dood geweest. Hier komt het hele evangelieverhaal om de hoek. Hoe Hij, zo hoog, zich laag maakte. Hoe Hij mens is geworden, en meer nog: hoe Hij is gestorven. Gestorven om onze zonde, gestorven om ons weer bij God te brengen door de dood heen. Hij is sterker dan de dood, Hij heeft er de sleutels van, maar Hij was wél bereid om er zelf in onder te gaan. Hij is de levende die gestorven is. Dát is de eretitel van deze Heer! Hij, de machtige, buigt zich liefdevol over Johannes en laat ook hém weer herleven.
[de nu volgende alinea is deels geleend uit een preek van ds. C.G. Vreugdenhil te Gouda]
Dat is nu precies, wat het betekent dat Jezus Heer. Hij is de machtige, die alles in Zijn handen heeft, en tegelijk Degene die zich over ons ontfermt. Soms kan het ook ons zomaar overkomen, dat we ingewikkelde dingen meemaken, zorgen hebben, het even niet meer zien zitten, het stormt in ons hart, in onze relatie, in ons huwelijk, dat we geen uitkomst zien, en dat we alleen nog maar kunnen zeggen: Heer ontferm u over mij; help mij hier door heen. Dan sla je de Bijbel open, hoor je een lied, zit je op een kring of hier op zondag in de kerk, en we worden diep in ons hart aangeraakt. En het is alsof Jezus, de Heer, even ons leven binnenkomt, of Hij zijn hand op mijn schouder legt en een diepe vrede over mij komt. Hij weet ervan af. Hij is erbij. Dat zijn kostbare momenten. Maar ze kunnen ons toevallen, omdat Jezus de Levende is die gestorven is, omdat Hij niet de dood, maar ons leven op het oog heeft. Misschien zegt Hij vanavond wel tegen u: wees niet bang, ik ben de eerste en de laatste. Vertrouw maar op mij.
Jezus is niet maar de Heer, Hij is ónze Heer. Gelukkig ben je als je dat mag weten!
[slot]
Wie is Jezus? Welk beeld mag je van Hem hebben? Laten we maar snel afstappen van al te zoetelijke plaatjes. Hij is de Heer! De enige Heer, en de hoogste Heer. Maar: laten we nu van de weeromstuit niet blijven staan bij zijn hoogheid alleen. Dan moet je neervallen als Johannes, dan is er geen contact mogelijk. Maar God zij dank, Hij wil ónze Heer zijn. Hij legt zijn hand op u en zegt ‘wees níet bevreesd’! Wat is dát geweldig. Zo’n Heer te hebben, die alle macht heeft, maar bovenal: die bij u komt. Zijn plan zal slagen, zoveel grootser dan het onze.
Wie op Hem ziet, die zal geen andere machten volgen. Die zal dáárvan niet onder de indruk zijn. Nee, laten we het telkens weer belijden: Jezus, Hij, en Hij alleen is onze Heer! Laten we Hem volgen, trouw en toegewijd. Hem, de Levende die dood is geweest. Zie, Hij leeft in alle eeuwigheid, en Hij heeft de sleutels zelfs van de dood. Hem zij de eer in alle eeuwigheid!
Amen