Tags

, ,

Gemeente van Jezus Christus,

[intro: liefdeslied/brief]
sommige psalmen kun je beter vol overgave zingen dan diepzinnig bestuderen! Psalmen zijn immers liederen, geen theologische verhandelingen. Psalm en moet je zingen! Dat geldt zeker voor de psalm die vanavond centraal staat: psalm 103. Het is een geweldig loflied, een lied waarin God wordt geëerd. Als ik toch even mag analyseren: de psalm begint met de woorden ‘loof de HERE, mijn ziel’ en sluit er ook weer mee af, dus het is duidelijk dat dat de hoofdzaak is. Loof de HERE. Alles moet dat doen: ‘al wat in mij is’- eerste vers en ‘al zijn werken’ – laatste vers. ‘Loof de HERE, daar beginnen vers 1 en 2 mee, en daar eindigen vers 20 tot 22 mee.
Maar wat is eigenlijk ‘loven’? Laat ik het vanavond eenvoudig zeggen: een loflied is eigenlijk een ‘love’-lied, een liefdeslied. De dichter houdt van de Here en daarom barst hij uit in zingen. Psalm 103 is een liefdeslied! Veel liefdesliedjes die je op de radio hoort zijn nogal ik-gericht, viel me op: I want you, I need you, en ga zo maar door. De psalm die we lazen doet het beter, hij is helemaal op de geliefde gefocust, op God. Misschien kun je hem beter vergelijken met een liefdesbrief – ik vond er toevallig nog een terug toen ik aan het inpakken was voor onze verhuizing. In een goede liefdesbrief staan dingen als: ik hou van je, want jij bent zo geweldig, zo geduldig en vrolijk en… Degene die schrijft is vol van de ander, niet van zichzelf. Juist dat is een kenmerk van echte liefde!

[de HERE barmhartig en genadig]
Zo schrijft de dichter zijn loflied, zijn ‘love’-lied. Hij is vol van wie de HERE God is, en daar gaat zo ongeveer de hele psalm dan ook over. HEER, mijn God, u bent zo… Ja, en wat noemt de dichter dan zoal? Een heleboel dingen, maar twee woorden keren telkens terug: goedertierenheid en barmhartigheid. HERE, U bent goedertieren en barmhartig! Of zoals een andere vertaling het zegt: trouw en liefdevol.
Bij die twee woorden wil ik wat nader stilstaan. Het ene woord woord wat er staat is ‘chèsed’, traditioneel vertaald in de Herziene Statenvertaling als ‘goedertierenheid’ . Maar wat is dat? Dat is eigenlijk niet in één Nederlands woord te vangen. Liefdevol, trouw, loyaal – zo is de HERE! Van Hem kun je op aan. De Bijbel gebruikt daarbij vaak het woord ‘verbond’. God verbindt zich aan mensen. Waarom? Ja, waarom ga je een relatie aan? Niet om er beter van te worden, Hij heeft alles al! Nee, het grote wonder in dit woord is: de hoge God verbindt zich aan mensen, omdat Hij van ze houdt, omdat Hij het goede met u voor heeft, omdat Hij u en jou zijn liefde wil schenken. Zo is hij! Liefdevol en trouw, want zijn liefde is niet maar een bevlieging. Hij blijft volhouden, ook als mensen soms alle reden geven om ze los te laten.
Dáárom zingt de dichter: Loof de HERE. Omdat Hij liefdevol en trouw is. En omdat de liefde niet kan zwijgen, somt hij vervolgens heel wat dingen op waaruit dat blijkt: Hij vergeeft, Hij geneest, Hij verzadigt met het goede. Maar in dat alles ligt toch de nadruk op wie de HERE is, niet op de zegeningen. Als je van iemand houdt, houd je niet alleen van hem omdat hij je zoveel kan geven, toch? Al krijg je genoeg. De dichter zegt tegen zichzelf: vergeet niet één van zijn weldaden! Dat mogen ook wij wel tegen onszelf zeggen, want wat krijgen we veel. Aardse zegeningen, in voorspoed en gezondheid, maar ook geestelijke zegeningen. Vanmorgen in het Heilig Avondmaal werden we erop gewezen: vergeving van zonden, eenheid met Christus, eeuwige toekomst…
Vergeet niet één van zijn weldaden! Nee, sta er bij stil! Net als een verliefd iemand telkens weer kijkt naar wat ze van haar geliefde kreeg.

[ongelijke relatie]
Een loflied op Gods liefde. Nu moeten we echter niet denken dat de relatie tussen God en een mens helemaal te vergelijken is met die tussen twee menselijke geliefden. De vergelijking gaat altijd mank!
Tussen twee mensen is de relatie als het goed is min of meer gelijkwaardig. Tussen de HERE en een mens zal dat nooit opgaan! De psalm laat dat duidelijk zien. De relatie wordt niet vergeleken met twee volwassenen die elkaar liefhebben, maar in vers 13 staat ‘zoals een vader zich ontfermt over zijn kinderen’. Dat is een óngelijke relatie. God is immers de schepper van het hele heelal, en wij zijn schepsels van Hem. ‘Hij weet wat voor maaksel wij zijn, hij blijft bedenken dat wij stof zijn’. Is het geen wonder dat de Schepper zich aan zijn schepsels, aan mensen, verbindt? Niet maar met een soort algemene zorg, maar met líefde! Bovendien is daar nog een verschil, een verschil dat elke relatie in de weg staat, zo zou je denken. Want de HERE is heilig, Hij roept ter verantwoording, zegt vers 9. En wij? De psalm, hoe stralend ook, heeft het terecht over ‘onze zonden’ en ‘onze ongerechtigheden’. U en ik, wij zijn mensen die de fout ingaan, in kleine, en soms ook in heel grote dingen. Hoe kun je dan voorwerp van Gods liefde zijn?

[Hij heeft ons tóch lief]
En tóch, toch is het zo! Dat is het wonder van het andere woord waar de psalm vol van is. Barmhartig! Barmhartig is de HERE, ook voor kleine mensen. Óok voor mensen die de fout ingaan. Barmhartig. Ook dit woord kun je terecht met ‘liefde’ vertalen. Maar dan wel met de klank van ‘ontferming’. In het Hebreeuws zit er het woord voor ‘schoot’ in. Moederliefde. Liefde die zichzelf wil opofferen om een kind te redden als het in gevaar is. Liefde die een kind niet hoeft te verdienen, en die niet verdwijnt als het verkeerde dingen doet. Zó’n liefde heeft de HERE God voor mensen! Tóch van Hij van U, al weet Hij van uw zwarte kanten. Tóch heeft Hij mij lief, al vergeet ik Hem al te vaak en vertrouw ik Hem te weinig.
Liefde, deze liefde, zien we ten diepste in Jezus. We zagen het vanmorgen voor ogen bij het Heilig Avondmaal hoe Hij liefhad tot het uiterste, tot in de dood. Zijn bloed werd vergoten, voor ons! Zijn lichaam gebroken, opdat wij zouden leven in Gods liefde. Zo ver gaat het!
Het wonderlijke is dat de psalm met geen woord spreekt over verzoening. Hoe kán het dat de heilige God zondige mensen aanvaardt? Daarover gaat het hier niet, de psalm zingt slechts van het wonder dát het zo is. En hoe? Daar heeft Jezus Christus voor gezorgd, toen Hij alle schuld, alle duisternis en dwaasheid droeg. Als je daaraan denkt, zou je dan niet helemaal een loflied aanheffen? Een ‘love’-lied, een lied van liefde omdat Hij u zo liefhad? En liefhééft, want Jezus leeft, en God is dezelfde. Straks zingen we zo’n lied: amazing grace, verbazende genade.

[en dus wij Hem ook?]
Loof de HERE, mijn ziel! zegt de dichter tegen zichzelf. En dat mogen ook wij tegen onszelf zeggen. Zing maar uit wie de HERE is, wat Hij geeft en doet en belooft. Daarom zijn we hier vanavond bijeen in deze zangdienst. Juist de Engelse hymns helpen om van jezelf weg te kijken naar God toe. ‘Wie van zich afziet naar God toe, loopt in het licht en wordt niet moe’ zegt weer een ander Engels lied.
Hij heeft u lief, en jou, en mij. Dat is, heel in het kort, het onbegrijpelijke wonder van het evangelie. De hele Bijbel is zijn liefdesbrief aan u! Wat is dat ongelooflijk, en hoe meer je Hem leert kennen hoe ongelooflijker het is. Wie is Hij, en wie ben ik! Maar toch is het zo! En daarom mogen wij zingen, een liefdeslied, een loflied. Om zo al zingend weer te beseffen wát een rijkdom het is, om te weten van zijn liefde.

Amen