Tags
Gemeente van Jezus Christus,
[intro: mensen overal vandaan]
als wij straks het Heilig Avondmaal vieren, moet u eens goed om u heen kijken. Het delen in brood en wijn verbindt u met al de mensen die er zitten. Hoe verschillend zijn we dan allemaal! Man of vrouw, oud of jong, eenvoudig of hoogopgeleid. Maar in één ding zijn we één: dat we ons leven zoeken bij Jezus Christus! Dat verbindt ons allen.
Maar… de verbinding gaat nog veel verder. We geloven in één heilige, algemene christelijke kerk. Een wereldwijde gemeenschap van de heiligen, van mensen die bij Jezus horen. Wij, de hervormde gemeente van Woudrichem, zijn maar een heel klein stukje van die wereldwijde kerk van Christus. We zijn ook verbonden aan mensen die we niet zien! Over de hele wereld zijn er christenen die op deze zondagmorgen brood en wijn delen. Omdat brood en wijn ons met de Heer Jezus verbinden, zijn wij verbonden met mensen in Irak en Indonesië, die een aantal uur geleden de heilige communie vierden. We delen hetzelfde brood, het zelfde lichaam van Christus, als de gelovigen in Nigeria en Noorwegen. De liefde van Christus gaat over alle grenzen, overwint tegenstellingen tussen volken en rassen. Hoe geweldig is dat! Denk ook daar maar aan, als u straks aan de tafel mag zitten.
[ook wíj genodigd]
In het Bijbelgedeelte dat we lazen wijst Jezus zelf erop hoe mensen overal vandaan worden uitgenodigd aan de tafel. ‘Uit het oosten en uit het westen en uit het noorden en uit het zuiden zullen ze komen, en ze zullen aan tafel genodigd worden in het Koninkrijk van God’. Een grote menigte die niemand tellen kan – Johannes zag ze in zijn visioen op Patmos.
Eéns zullen mensen uit alle landen en volken en talen samen aan tafel zitten bij het grote feestmaal als Jezus komt. Maar ook nu, aan de tafel van Christus, zijn mensen uit alle volken welkom. Ook ú of jij, uit het verre Nederland! Als je maar in Jezus gelooft! Hij is het die uitnodigt, overal, en ook vandaag. Hij roept: kom en zit bij Mij aan de tafel. Proef mijn liefde, vier mijn genade. Kom, wie je ook bent!
Jezus grijpt hier terug op wat profeten uit het Oude Testament al zagen. bijvoorbeeld de profeet Jesaja. ‘De Heer richt op zijn berg een maaltijd aan voor alle volken’. Mensen overal vandaan zullen toestromen, uit alle landen komen ze naar de Sionsberg. Zó, zegt Jezus, zal het gaan! Uit Noord, Oost, Zuid en West worden ze genodigd en mogen ze bij God horen.
Weet u wat nu zo bijzonder is? Ook wij, uit het westen, worden genodigd! Vandaag aan de tafel hier, en ééns voor het grote feestmaal als Jezus komt. Dat is totaal niet vanzelfsprekend. Wij zijn geen Joodse mensen, met wie God zijn verbond sloot. We zijn maar heidenen, mensen uit andere volken, die van nature niets hebben met de God van Israel. Wij leven vele eeuwen ná Jezus, in de laatste dagen van de wereld. En toch mogen ook wij delen in wat Hij geeft aan goedheid. Het is zoals vers 30 zegt: er zijn laatsten die de eersten zullen zijn. Ook hier staat Jezus’ tafel vandaag klaar!
[context]
Er staat echter ook iets anders. Er staat ook: er zijn eersten die de laatsten zullen zijn. Jezus spreekt zelfs over mensen die buitengesloten worden. Vers 29, onze tekst, is wel mooi, maar het staat middenin een nogal scherp stuk. Hoe zit dat?
Het begint in vers 23, als iemand vraagt: ‘Heer zijn er maar weinigen die worden gered?’ Die vraag moet u niet horen met Nederlandse gereformeerde oren. Dan kom je misschien bij de uitverkiezing, of bij de vraag of je zélf wel gered bent, of je welkom bent bij God. Zo dachten de mensen toen niet!
Er was destijds veel discussie over die vraag, over de kwestie: wie komen er eens in Gods nieuwe wereld? Veel wetsleraars zeiden: heel Israël heeft deel aan de wereld die komt, behalve echt heel grote zondaars en ketters, maar de andere volken niet. Andere groepen waren echter strenger, bv. de Essenen. Zij zeiden: alleen als je bij onze groep hoort. de wet houdt op onze manier, dan heb je deel aan de nieuwe wereld! Nu wil iemand wel eens weten wat Jezus ervan denkt. ‘Zijn het er weinig…?’
Opvallend: Jezus geeft géén direct antwoord. Hij doet iets anders: hij gaat van de abstractie naar het appèl. Niet: hoeveel mensen komen in Gods rijk, maar: kom ík er? Het gaat niet om een interessante kwestie, het gaat om jóu! Jezus zegt: doe alle moeite om zélf binnen te gaan! En of het er veel of weinig zijn die er komen? Eerst lijkt het antwoord ‘weinig’ te zijn, als Hij spreekt over een smalle deur. Maar later zegt Hij weer dat er mensen geroepen zullen worden uit alle windstreken, véél mensen dus.
Eigenlijk zegt de Heer dít tegen de nieuwsgierige man en de andere vrome hoorders: mensen uit alle landen zijn welkom bij God. Kennen jullie het visioen van Jesaja niet meer, van het feestmaal voor alle volken? Maar… pas op dat jullie, mensen van Gods verbondsvolk, mensen die Mij in je midden hebben, er zelf niet buiten vallen!
[hoe niet: automatisme]
Deze waarschuwing was wel nodig. Zoals ik al zei: veel rabbi’s van toen gaven wel een direct antwoord op de vraag. Ze zeiden: heel Israël heeft deel aan de wereld die komt. Met andere woorden: als je maar Jood bent, dan komt het uiteindelijk wel goed. Maar werkt het zo? Johannes de Doper waarschuwde al tegen deze houding. “zeg niet bij jezelf dat je een nakomeling van Abraham bent. Breng liever vruchten voort die bij een nieuw leven horen!” Jezus sluit zich hier helemaal bij aan. Hij zegt: het gaat niet om je nationaliteit of ras, het gaat om je léven.
Deze discussie lijkt misschien ver van ons bed. Maar… ook nu kun je je vasthouden aan het feit dat je bij de goede groep hoort, en dat het daarom wel goed zal zijn tussen God en jou. Als je je hele leven al bij de kerk hoort, bijvoorbeeld. Dan zul je toch wel bij degenen horen die gered worden, die straks bij God mogen leven? Of het maakt je kansen minstens een stuk groter! Ja, het zou zelfs kunnen dat u vertrouwen ontleent aan het feit dat u aan het Heilig Avondmaal deelneemt. Zou God een Avondmaalsdeelnemer niet aanvaarden? “Hebben wij niet in uw aanwezigheid gegeten en gedronken…?”
Alleen.. zo werkt het niet. Écht niet. In Gods koninkrijk bent u welkom, maar niet omdat je bij een bepaald volk of bepaalde groep hoort of deelneemt aan bepaalde rituelen! Nee, zegt Jezus, het gaat om je léven. Of je de Thora houdt. De mensen die niet binnen mogen noemt Hij ‘wetsverkrachters’, letterlijk ‘werkers van ongerechtigheid’ – ze traden Gods wil en wet met voeten! Wie dat doet, kan gewoon niet bij God horen! Nu niet aan de tafel (daarom lazen we vorige week ook waarschuwende woorden van voorbereiding), en straks ook niet als Jezus komt.
[hoe wel: Jezus kennen]
Echter, wanneer mag je wel binnen in Gods rijk? Wanneer ben je gered, wanneer mag je deelnemen aan het feestmaal? Als je goed genoeg leeft, als je de wet houdt? Dar komt het wel op aan. Geloof blijkt uit je leven! Maar… moet je het dan verdienen? Nee, dat nu net niet! Gelukkig niet! Lees maar goed wat de Heer zegt tegen degenen die niet binnen mogen. Hij zegt ‘Ik ken jullie niet’. Kijk, en dat is waar het ten diepste op aankomt: of je Jezus kent. Niet of je wel eens van Hem gehoord hebt, of zelfs veel van Hem weet, maar Hem kennen in de Bijbelse zin van het woord. Dat wil zeggen: als je verbonden bent aan Hem, in geloof. Als je Hem érkent als de Heer van je leven. Als je Hem wilt volgen op zijn weg, zoals we vorige week hoorden. Als je Jezus kent, dan doet Hij de deur voor je open, de deur naar Gods koninkrijk.
Het komt er wel op aan hoe je leeft. Maar Jezus staat niet met een meetlat bij de deur, of met een meetlat bij de tafel vandaag. Nee, Hij wil iedereen welkom heten die bij Hem wil horen. Iedereen! Zelfs de Joodse leiders die hem verwierpen en zelfs wilden doden. Je hoort de emotie, de liefde in zijn stem “Jeruzalem, Jeruzalem! Hoe vaak heb ik je kinderen niet bijeen willen brengen zoals een hen dat bij haar kuikens doet… maar jullie hebben niet gewild”. Hij wil wel! Hij wil dat het huis, dat de tafel vol wordt – lees thuis maar in het volgende hoofdstuk. Hij wil u en jou kennen! Hij nodigt breed. Ieder die door zijn smalle deur wil gaan, op zijn smalle weg wil gaan, is meer dan welkom! Alleen als je denkt dat je er al bent… Dán wordt Hij scherp!
[slot]
Zo roept Jezus mensen, zo roept Hij u en mij, naar het Messiaanse feestmaal voor alle volken. [herhaal de tekst hier] Het Heilig Avondmaal wijst ernaar vooruit! En tegelijk wijst het Avondmaal terug, naar wat Hij ervoor deed. Hij ging de weg, helemaal naar Jeruzalem, het vijandige Jeruzalem. Naar het kruis. Zijn lichaam werd gebroken, zijn bloed vergoten, zoals brood en wijn. En omdat Hij dat deed, zal het oude visioen werkelijkheid worden. “‘Uit het oosten en uit het westen en uit het noorden en uit het zuiden zullen ze komen, en ze zullen aan tafel genodigd worden in het Koninkrijk van God”. Uit alle windstreken, ook uit Woudrichem!
Amen