Tags

, ,

Uit de Bijbel is gelezen: 1 Koningen 3:1-15

Gemeente van Jezus Christus,

[intro: alles mogen vragen]
“vraag wat je wilt, ik zal het geven!” Het is haast onvoorstelbaar wat koning Salomo van God te horen krijgt. “Vraag wat je maar wilt, ik zal het geven!”
Op een of andere wijze deed deze droom van Salomo me denken aan het verhaal van Piggelmee en het tovervisje. Ouderen kennen het misschien wel: heel vroeger kon je het boekje bij elkaar sparen met de punten van Van Nelle’s koffie. Het verhaal gaat over het arme dwergje Piggelmee, die met zijn vrouw in een omgekeerde Keulse pot woont. Op een dag horen ze dat er een tovervisje voor de kust zwemt. Als je iets aan dat tovervisje vraagt, kan hij het geven. je hoeft het allen maar te vragen. Piggelmee gaat erheen, en hij vraagt eerst maar een huisje. Dan meubels voor in het huisje, kleren, een dienstmeisje, enzovoorts. Al lezend kun je het je als kind helemaal inleven. Als dat eens bestond! Als je zo toch eens zo mocht vragen! Wat zou ik vragen? denk je als kind. Een eigen paard misschien, een mooier huis, speelgoed… Uiteindelijk loopt het natuurlijk niet goed af met Piggelmee, en is hij weer net zo arm als eerst. Maar toch: een verhaal dat tot de verbeelding spreekt. Als je, alleen door te wensen, alles kon krijgen wat je maar wilt – stel je voor!
De geschiedenis die we vandaag uit de Bijbel lazen, is geen sprookje over een tovervisje. Gód zelf zegt tegen Salomo: “Vraag wat je maar wilt, ik zal het geven”. Het is alsof de Heer aan Salomo een blanco cheque geeft. Wat zou ik vragen? Wat zou u of jij zeggen? Álles kun je krijgen! Voor God is immers niets te groot of te moeilijk. Dit is nog wel iets anders dan ouders die tegen hun kind zeggen: kies maar wat je wilt hebben voor je verjaardag. Dan weet je als kind wel dat daar een grens aan aan zit, dat je waarschijnlijk géén eigen paard zult krijgen om maar eens wat te noemen. Maar Salomo krijgt het aanbod: vraag maar! Wat zou u vragen?

[Salomo vraagt wijsheid, niet om iets voor zichzelf]
Even de situatie waarin Salomo zich bevindt. Hij is juist koning van Israël geworden, in het vorige hoofdstuk is zijn vader overleden. Salomo heeft afgerekend met enkele rivalen, en hij heeft de macht net stevig in handen. Op dat moment gaat Salomo naar Gibea, een belangrijke offerplaats. Hij offert vele dieren, een dankoffer omdat hij koning is geworden. En ongetwijfeld zal hij ook hebben gebeden om verdere zegen. Een goed begin! De HEER heeft het opgemerkt, zo blijkt wel. Als Salomo ‘s nachts ligt te slapen, na het offermaal, verschijnt de HEER aan hem in een droom. Hoe precies weten we niet, maar Salomo krijgt in elk geval dat geweldige aanbod: vraag wat je maar wilt! Wat wil je hebben?
Tja, wat had Salomo zoal kunnen vragen? Een heleboel! Wat heeft een koning nodig en waar verlangt hij naar? De Heer noemt zelf verderop een paar opties die heel logisch klinken. Lang leven, rijkdom, roem, overwinning op je vijanden… Als je die dingen had, was je als oosterse vorst van toen geslaagd! Zou Salomo niet graag zo willen zijn? Vast wel!
Maar dan, en dat is het mooie: Salomo vraagt niet om deze dingen. Rijkdom, roem, lang leven – het zijn allemaal dingen voor hemzelf. Híj wordt daar wat mee. Maar is dat de bedoeling? Salomo beseft wel dat God hem dit aanbod niet zomaar doet, maar omdat hij de nieuwe leider is van het land. Hij heeft de verantwoordelijkheid voor een heel volk. Hij moet regeren en rechtspreken, en hij weet hoe moeilijk dat is. Daarom vraagt hij iets anders: wijsheid. Daar heeft heel zijn volk iets aan! Salomo vraagt om wat nodig is om zijn taak te kunnen doen. Je zou haast zeggen dat hij de wijsheid al een beetje heeft waar hij om vraagt… Zijn door God gegeven taak wil hij met Gods hulp goed uitvoeren!

[ons vragen als dat van Salomo]
Wat geeft Salomo ons dan een les in gebed op deze biddag! Want bidden is, onder andere, dingen vragen aan God. We bidden, we vragen aan de Heer een zegen over de gewassen die gezaaid zijn, en over de arbeid die we verrichten. We mogen alles aan Hem vragen! Alleen: wat is nu wijs om te vragen, waar heb je nu echt iets aan?
We leren vanavond van Salomo dat we maar niet een verlanglijstje moeten maken met dingen die we graag zouden willen hebben, en dat bij God moeten indienen. Niet dat je geen concrete dingen mag vragen, zeker wel! Maar God zien als een soort Sinterklaas die mooi al je wensen kan vervullen is een nogal onvolwassen geloof. Misschien denkt u: ik zou eerder vragen voor anderen. Voor iemand in mijn omgeving die ziek is, of om een opwekking in de kerken. Dan kijk je breder!
En toch… we mogen ook vragen voor onszelf. Maar wat is dan wijs? Vraag je om rust, om veiligheid, om gezondheid? Het mag allemaal! Maar vanavond wil ik u eens wijzen op een ander soort gebed, dat juist past bij deze biddag. Bid om wat nodig is om je de taak die God je geeft goed te vervullen! Dus niet voor jezelf, maar voor je táák. Wat nodig is voor de roeping die God je geeft in deze wereld. Voor Salomo was dat: Israël regeren, voor ons zal dat iets anders zijn. De één heeft een taak op zijn werk, de ander een taak in gezin of familie, een derde als vrijwilliger, of in de kerk. Maar bid ervoor! Vraag maar: Heer, geef me wat nodig is om dat wat ik doen moet, goed te doen, goed voor u! Dan bid je nooit alleen op jezelf gericht. Wat je doet, doe je immers in de wereld, onder de mensen.
Het is vandaag biddag voor gewas én arbeid. We hebben niet allemaal een akker, maar we hebben wel allemaal iets van arbeid, een taak, een roeping. Laten we bidden om die goed te doen! En als u of jij nu denkt: ik weet echt niet wat mijn roeping is, hoe God mij kan gebruiken in wat ik doe… Bid er dan maar voor dat Hij het je duidelijk zal maken!

[wat is wijsheid?]
Salomo leert ons zo om te bidden voor je taak. Hoe belangrijk is dat! Ik krijg wel eens de indruk dat mensen bidden voor zichzelf, voor hun gezin en hun zorgen – maar bidt u ook voor uw werk? Laat ik dit nog wat verder uitwerken. Waar bidt Salomo precies om? Ik zei net ‘om wijsheid’, maar als je goed leest staat dat er niet. In vers 9 lezen we wat hij vraagt. Hierom: om een opmerkzame geest. Dat is nogal een vrije vertaling, letterlijk staat er in het Hebreeuws ‘een luisterend hart’. Dát is nodig om je taak goed te doen voor God en mensen. ‘Luisterend’, daar zitten verschillende kanten aan. Allereerst luisteren naar God. Als je bidt voor een probleem op je werk, als je denkt over een moeilijk conflict in je omgeving, dat je dan stil wordt en het bij God brengt – én luistert! Wij bidden al te vaak in de ‘zendmodus’: wij spreken, God moet luisteren. Maar vergeet niet dat God ook iets kan willen zeggen! Vergeet ook niet in de ‘ontvangmodus’ te staan, een luisterend hart te hebben. Soms als je ergens voor bidt, krijg je inzicht: zó zou het kunnen. Of het is alsof God zegt: laat het voor nu maar los. Luister daarnaar!
Een luisterend of opmerkzaam hart, dat betekent ook: dat je openstaat voor mensen en omstandigheden en niet zomaar je oordeel klaar hebt. Integendeel, je merkt op wat er speelt, je wéégt de verschillende factoren, en komt zo tot een juiste keuze. Je mag daarom bidden!
Ten diepste gaat het erom dat je de dingen ziet in Gods licht. Salomo vraagt dat hij onderscheid kan maken tussen goed en kwaad. Dát is fundamenteel. Niet slechts dat je goed ziet wat handig is, wat werkt, maar ook wat góed is en wat niet. Waar de wereld beter van wordt, waar mensen tot hun recht komen, waar Gods goede bedoelingen gerealiseerd worden in plaats van genegeerd. Laat ik het zo zeggen: dat je als ondernemer maatschappelijk verantwoord onderneemt, in plaats van alleen veel winst maakt. Dat je als ambtenaar niet slechts je dossier kent en verdedigt, maar let op de impact die het heeft in mensenlevens.
Een luisterend hart, onderscheiden tussen goed en kwaad. Zouden we dat allemaal niet nodig hebben, welke plek je ook inneemt in de maatschappij? Vraag er maar om!

[belang van gebed voor verantwoordelijken]
In het bijzonder wil ik vanavond wel wijzen op het belang van gebed voor de mensen die ons regeren. Salomo had als koning wijsheid nodig, en ook vandaag hebben de bestuurders dat hard nodig. Want júist als je aan de top staat, heb je véél wijsheid nodig. Wat zijn veel problemen niet complex, en toch moet je een beslissing nemen. Wat zijn er niet veel vraagstukken waar je je hoofd over zou breken. Ik noem maar een paar landelijke dingen: de klimaatmaatregelen. Wat is nodig, wat is haalbaar, hoe kun je de lasten eerlijk verdelen? De hervorming van het pensioenstelsel. Onvermijdelijk, maar hoe ga je dat aanpakken? Wat je ook doet, er zal protest komen! In de provincie, waar we volgende week voor mogen stemmen, en in de lokale politiek zijn er ongetwijfeld ook zulke moeilijke kwesties. En dan, er is zovéél dat aandacht vraagt. Wat geef je prioriteit: drugsbestrijding of duurzaamheid? Waar moet je die nieuwe weg leggen? Moet je wel een weg leggen? Ach, en ga zo maar door.
Als burger is het gemakkelijk om kritisch te zijn. Te mopperen op ‘de hoge heren in Den Haag’, op een feestje precies te weten wat ze in het provinciehuis zoal fout doen, of waar het beleid in Altena niet deugt. Maar zou je het zelf beter doen? Je doet het nooit voor iedereen goed. Besturen is zo eenvoudig niet, kritiek leveren wel! Nee, laten we liever bidden voor bestuurders die besluiten moeten nemen. Wat hebben die een verantwoordelijke taak! Wat hebben die hard wijsheid van God nodig, net als Salomo! Laten we hen in ons gebed niet vergeten. Vraag voor hen maar om een opmerkzaam hart, en dat ze onderscheiden wat goed is en wat kwaad. Juist als het mensen zijn die zelf niet bidden, mogen wíj dat voor ze doen. Zeker in deze tijd, als er zoveel moeilijke kwesties zijn in ons land en in de wereld en dichtbij. Bid om wijsheid voor bestuurders.

[Gods zegen, ook (juist) als je minder voor jezelf vraagt]
Nog één ding wil ik u noemen vanavond. Er zit nog zoiets moois in dit Bijbelgedeelte. Salomo vraagt niets voor zichzelf, maar om wijsheid voor zijn taak. Maar wat zegt God? Omdat dát je verlangen is, zal ik je die andere dingen ook geven. Rijkdom en roem en overwinning, je krijgt het tóch. Omdat je graag mij wilt dienen, op jouw plek mijn dienaar wilt zijn. Is dat niet geweldig? Bij God is overvloed!
Vandaag werkt het nog steeds zo. Als je ik-gericht bidt, levert dat niet veel op, dat kan ik u wel garanderen. Maar als je vooral bidt voor wat je mag doen, als je je richt op hoe je de Heer kunt dienen elke dag en dáárvoor vraagt wat nodig is… dan zul je gezegend worden in allerlei opzichten. Het is wáár wat Jezus zei: “zoek eerst het koninkrijk van God, en al het andere zal u erbij gegeven worden”. Een eenvoudig voorbeeld: een vrouw kwakkelde nogal met haar gezondheid, en was daar nogal op gefocust, ook in haar gebed. Maar toen ze zich afvroeg: wat kan ik in mijn omstandigheden nog doen voor God en anderen, toen veranderde er veel. Niet alleen in hoe ze haar dagen invulde, maar zelfs in haar klachten. zo kan het op allerlei manieren werken: je werk voor God doen geeft zegen!

[slot]
Ik kom terug waar ik begon. “vraag wat je maar wilt, en je zult het krijgen!” Nee, God is geen tovervisje, om het zo te zeggen. Hoewel, wat zegt Jezus? “wat je de Vader vraagt in mijn naam, zal Hij je geven” Is dat geen wonderlijke uitspraak? We hebben ons er onlangs nog over verwonderd op de groothuisbezoeken. Jezus is nog veel beter dan Salomo. Hij ging helemaal niet voor zichzelf, maar alleen voor de taak die de Vader hem had opgedragen. Dáár vroeg Hij kracht voor, tot in Getsemané toe! Jezus is de allerhoogste koning. En Hij zegt: bid, en u zal gegeven worden. Zoek, en u zult het vinden. Zijn naam is de basis van ons vertrouwen!
Laten wij dan maar met vertrouwen bidden. En waarvoor? Voor alles wat we nodig hebben. Het mag, het moet zelfs, daarom houden we biddag. Maar: nooit gericht op onszelf, ons gemak, onze dingen alleen. We hebben allen een roeping, een taak, we staan op een een plek waar God ons wil gebruiken. Laten we vooral bidden om die taak goed te mogen doen, om dienstbaar te mogen zijn aan Gods koninkrijk, in het klein of in het groot. Bid om wijsheid, om een luisterend hart, bid om te onderscheiden wat nu werkelijk goed is. Dan bén je tot zegen, en dan ontvang je zeker zelf ook een zegen!
We mogen eindigen met de belofte uit de aanvangstekst. “Komt één van u wijsheid tekort? Vraag God erom en Hij die aan iedereen geeft, zonder voorbehoud en zonder verwijt, zal u wijsheid
geven”. Vraag dan dagelijks dáárom, bij alles wat je doet!

Amen