In deze dienst werden 2 mensen bevestigd tot ouderling van de gemeente
Gemeente van Jezus Christus,
[intro: aandeelhouders/maatschap/vennoten]
hebt u aandelen? Aandelen in een bedrijf? Of is er misschien een bedrijf waar u partner in bent of vennoot? Dan kan dat u vandaag helpen om de boodschap van de preek te begrijpen! U zult straks wel horen waarom.
Misschien zijn er jongeren hier die komende week examen economie hebben. Dan zul je weten dat er verschillende soorten bedrijven zijn: BV en NV, maatschap, vennootschap onder firma en eenmanszaak. Vanmorgen wil ik er eens twee uitlichten. Er zijn bedrijven met aandeelhouders, denk aan beursgenoteerde bedrijven zoals Shell en Philips. Maar wat is de relatie van een aandeelhouder tot het bedrijf? Ze delen in de winst, ze krijgen dividend uitgekeerd. Dat is voor hen de hoofdzaak. Maar… ze werken niet mee in het bedrijf. Ze kunnen, als ze eenmaal aandeelhouder zijn, gewoon op hun stoel blijven zitten. Weel meedelen, niet meewerken
Er zijn echter ook andere bedrijven: bedrijven die bestaan uit zakenpartners. Artsen in een maatschap, een paar schilders die samen een vennootschap onder firma hebben, en ga zo maar door. Daar is de situatie anders. Daar wordt natuurlijk de winst ook gedeeld. Maar: de partners werken zelf ook mee om die winst te realiseren. Meewerken én meedelen.
Wat ik me nu afvroeg, toen ik deze preek voorbereidde, is dit: met wat voor soort bedrijf is een christelijke gemeente nu het beste te vergelijken? Als je gelooft en bij deze gemeente hoort, ben je dan een aandeelhouder van het evangelie, of ben je eerder een partner in het evangeliebedrijf? Die vraag is nog lastiger dan het lijkt!
[de genegenheid tussen Paulus en gemeente]
Maar hoe kom ik daar op? Het Bijbelgedeelte dat we lazen, heeft toch helemaal geen zakelijke toon? Nee, inderdaad! Als u net hebt opgelet, of jij, dan is wellicht opgevallen wat een bijzondere sfeer en uit dit Bijbelgedeelte spreekt. Een sfeer van hartelijk en genegenheid!
Even iets voor het verband: Paulus, de apostel, schreef deze brief vanuit de gevangenis aan de christenen in Filippi. Eerder had Paulus in deze stad gepreekt, en er was daardoor een groep van christenen ontstaan, een gemeente. Paulus reisde verder, maar er was een hartelijke verbondenheid blijven bestaan tussen hem en deze gemeente. Hij wilde op de hoogte blijven van hoe het met ze ging, en zij op hun beurt ondersteunden Paulus bij zijn zendingsreizen. Ze gaven hem geld, ze baden voor hem, en ze hadden zelfs iemand gestuurd om met Paulus mee te reizen. Nu zit Paulus gevangen, en ook dan blijven ze op hem betrokken.
Uit de brief die Paulus schrijft, spreekt zijn liefde voor de gemeente in Filippi. Hij zegt ‘ik dank mijn God altijd als ik aan u denk’, ‘ik verlang naar jullie’ en zo nog meer. Wat is Paulus hier dan een voorbeeld voor iedereen die een leidende rol heeft. Ik denk aan jullie twee, Ralf en Rianne, ik denk ook aan de rest van de kerkenraad. Paulus is niet de grote leider die het wel eens zal vertellen. Nee, hij houdt van zijn gemeenteleden. Wat is dat belangrijk. En ook heel mooi: hij kijkt allereerst naar wat er goed is bij hen, en dankt God daarvoor. Dat mogen jullie ook doen! Niet allereerst zien wat er anders zou moeten, maar danken voor wat er is. Weten dat het Gods gemeente is, waar Hij in werkt. Als je zó naar de mensen kijkt die je als kerkenraadslid mag dienen, dan brengt dat zeker zegen. En ook heel belangrijk: Paulus bidt voor ze. Daar kom ik zo nog op.
[het kernbegrip ‘partners in het evangelie’]
Een persoonlijke toon dus. Maar hoe kwam ik dan bij die zakelijke inleiding van net? Wel, dat komt door wat staat in vers 5. In onze vertaling is nogal vrij vertaald, als er staat “dat u vanaf de eerste dag tot nu toe hebt bijgedragen aan de verspreiding van het evangelie”. Dit tekst wil ik centraal stellen. Maar zoals ik al zei, het is nogal vrij vertaald. Paulus schrijft eigenlijk ‘jullie zijn vanaf de eerste dag partners geweest in het evangelie’. Partners, je kunt ook zeggen deelnemers in het evangelie… Dit is in het Grieks een economische term. Heel letterlijk staat er ‘jullie gemeenschap in het evangelie’, maar dat klinkt meteen erg geestelijk. Als je voor dat woord kiest, moet je het wel opvatten als in ‘gemeenschap van goederen’. Misschien moet je wel zeggen: aandeelhouders in het evangelie, dat zijn de christenen in Filippi. Aandeelhouders, partners in het evangelie. Daar wil ik op focussen in de verkondiging vanmorgen. Wat is dat, en wanneer ben je dat? Zijn de nieuwe ambtsdragers misschien de nieuwe partners in onze evangelie-vennootschap? Zijn wij allemaal aandeelhouders?
[persoonlijk delen in het evangelie]
Laat ik maar beginnen met ons allemaal. Als je gelooft in Jezus Christus, dan ben je aandeelhouder geworden! Dan heb je aandeel in het evangelie en dan mag je meedelen in wat er wordt uitgekeerd. En wat wordt er dan uitgekeerd? Geen geld natuurlijk! Het gaat over aandeel in het evangelie. De goede boodschap van de Bijbel. Die goede boodschap luidt als volgt: als je je in vertrouwen overgeeft aan God, zal Hij je aannemen. Als je eerlijk belijdt wat verkeerd is in je leven, wil God je zonden vergeven om Jezus’ wil. Als je Jezus Christus als leider erkent, mag je delen in het eeuwig leven dat Hij geeft. Dan zal Hij je vernieuwen door de Heilige Geest, dan zal Hij je leiden, en mag je leven in zijn wereld die komt. Dát alles is het dividend dat het evangelie belooft aan de aandeelhouders! Of om het nog korter te zeggen: wie gelooft, wordt gered. Gered uit een leven zonder toekomst, gered van Gods oordeel, en gered om een ander mens te worden.
En het mooie is, dat je daar zelf niet eens voor hoeft te werken! Het is net als een aandeelhouder bij Shell: je krijgt wel geld uitgekeerd op je aandeel, maar je hoeft niet zelf aan de slag op een boorplatform in de Noordzee. Zo is het ergens ook in het geloof: Jezus Christus deed het grote werk, dat wat wij niet kunnen en ook niet hoeven: het weer goed maken tussen God en ons. Maar als je nu door geloof aandeelhouder bent, dan mag je de winst ontvangen!
De grote vraag vanmorgen is dan wel: ben je ook al aandeelhouder in het evangelie? Misschien ben je hier alleen omdat je de mensen kent die ouderling worden. Maar ben je aan aandeelhouder? Alleen dan ontvang je! En het mooie is: de aandelen zijn niet duur. Je hoeft alleen maar te zeggen: Heer, ik geloof in u! Bij U wil ik horen!
[onderlinge band]
Als je gelooft, ben je aandeelhouder in het evangelie. Maar toch… ik denk dat de vertaling ‘partner in het evangelie’ een stuk beter is. Aandeelhouder-zijn is zo onpersoonlijk. De aandeelhouders zien elkaar alleen op de jaar vergadering – als ze daar al komen. Maar tussen allen die delen in het evangelie, ontstaat een sterke band. Je hoort bij elkaar, je bent pártners. We zien het terug in de brief die Paulus schrijft en waaruit we lazen. Wat een verbondenheid spreekt er uit!
Zo is het, als het goed is, nog steeds tussen christenen. Wereldwijd zelfs, maar toch wel allereerst in een plaatselijke gemeente zoals hier. Je hoort bij elkaar, omdat je deelt in hetzelfde evangelie. Tussen mensen die leven uit wat Jezus geeft, is een verbondenheid die eigenlijk niet te begrijpen is als je er zelf niet bijhoort. Iemand van buiten denkt misschien ‘het is een hechte club’ – maar dat is toch te oppervlakkig gezegd. Het is een geestelijke band, een eenheid in het evangelie.
Samen één. Daarom mogen wel ook allemaal als gemeente blij zijn, als er vanmorgen twee mensen bevestigd worden tot ouderling. Dat is een gave van God! Opvallend is hoe Paulus zijn brief schrijft aan de christenen in Filippi ‘met hun opzieners en dienaren’ – wij zouden tegenwoordig zeggen ‘met hun ouderlingen en diakenen’. Die zijn er vanaf de eerste tijd van het christendom geweest – God geeft ze, we horen het straks uit het formulier. Er zijn zulke mensen nodig: om de gemeente bijeen te houden, om te leiden en te dienen en om te zien naar elkaar. Om te wijzen op wat Jezus deed, om bij te staan in lief en leed… Ralf en Rianne, er wacht jullie een verantwoordelijke en mooie taak!
[partners in verspreiding v. Evangelie]
Er zit echter nog meer in die zinsnede ‘partners in het evangelie’. Jullie, en de rest van de kerkenraad, hebben niet alleen de taak om op Gods genade te wijzen, en te zorgen dat we één zijn. Er is nog een derde blikrichting: naast naar boven, en naar binnen ook naar buiten. En dat geldt niet alleen de mensen die in de kerkenraad zitten. Nee, íeder die gelooft is ‘partner in het evangelie’. Dan mag je meedelen, maar dan mag je ook meewerken in het evangeliebedrijf. Geen passieve aandeelhouder, maar een actieve partner zijn. Dáár komt de vertaling vandaan die we lazen “dat u vanaf de eerste dag tot nu toe hebt bijgedragen aan de verspreiding van het evangelie”. Heel de wereld moet deze goede boodschap horen. En daar zijn we als gemeenteleden állemaal partners in die meewerken. De gemeente moet niet alleen bloeien, maar ook groeien, in aantal en in geloofsdiepte.
Hebt u of heb jij dat wel helder, dat je daar een táák hebt? Sommigen hebben een officieel ambt, ze zijn ouderling of diaken, predikant of zendingswerker. Dan is wel duidelijk dat je ‘medewerker bent van het evangelie’. Dat zijn ook jullie, Raf en Rianne, en ieder die in de kerkenraad zit. Je mag meewerken in Gods werk – het evangelie doorgeven aan ieder die je ontmoet. Maar als je geen ambt hebt, betekent dat niet dat je kunt achteroverleunen. Nee, we zijn allen partners in het evangelie. De gemeente in Filippi steunde Paulus, en zo mag ook u of jij doen. Door ondersteunend werk, bijvoorbeeld in een wijkteam. Door geld te geven zodat het werk kan doorgaan, hier, maar ook elders. Ik en mijn vrouw zijn bijvoorbeeld ‘partner in het evangelie’ in Thailand, omdat we maandelijks een echtpaar daar steunen. Partner ben je ook simpelweg door mee te leven, belangstellend te zijn, ook nar onze nieuwe en bestaande ambtsdragers: hoe gaat het? Kan ik iets voor je doen? Zoals de gemeente in Filippi meeleefde met Paulus, bij zijn reizen én in zijn gevangenschap.
Sámen zijn we partners in het evangelie! Hoe geeft u, en hoe geef jij dat vorm? Wie meedeelt in Gods genade, mag ook meewerken in zijn werk!
[biddend om groei]
Eén ding is er tenslotte, dat we allen mogen en moeten doen. Namelijk meebidden! Paulus doet het voor, als hij in vers 9 en 10 zegt “Ik bid dat uw liefde blijft groeien door inzicht en fijnzinnigheid, zodat u kunt onderscheiden waar het op aankomt”. Wat is dat een wijs gebed! Ik zou er een hele preek over kunnen houden – maar dat doe ik niet. Dit is iets wat we mogen wij bidden voor Ralf en Rianne. Dat ze hun taak niet doen omdat het moet, maar uit steeds groeiende liefde. We mogen voor hen en alle ambtsdragers bidden om inzicht, als er moeilijke problemen opdoemen. Om fijngevoeligheid, om niet bot te zijn maar het juiste woord op het juiste moment te spreken. We mogen voor ze vragen dat ze zien waar het op aankomt: wat is de kern, wat is bijzaak? Opdat alles wat ze doen zich zal concentreren rond de kern: Gods genade in Christus, waar ieder het van hebben moet! Bid maar mee, evangeliepartners! Ook jullie, jongeren. Bid je wel eens voor je kerk? Doen hoor! Dank meteen maar dat de kerk er is! Dan zul je merken dat je ook eerder gaat zoeken hoe jíj kunt bijdragen!
Maar eigenlijk… eigenlijk is dit gebed vooral andersom gericht. Paulus, de apostel bidt voor de gemeente in Filippi. Als we dat naar nu verplaatsen, dan zijn jullie het, ouderlingen, die dit mogen bidden voor onze Woudrichemse gemeente! Bid maar dat de liefde zal groeien onder ons. Die is er gelukkig al, maar er moet groei in blijven. Bid maar om inzicht en fijnzinnigheid, om te onderscheiden waar het op aan komt. Dat we niet een club zijn die het fijn heeft met elkaar, maar een geestelijke gemeenschap van partners in het evangelie. Dat allen zullen meedelen en meewerken! En bid het ook maar voor jezelf.
Ik wil u allen aanmoedigen: leer deze woorden maar uit je hoofd, of zet ze op en briefje en doe het in je Bijbel. En bid dit gebed maar elke dag: voor jezelf, voor onze gemeente, voor de kerkenraadsleden! Het kan niet anders, of dat zal zegen geven! Al biddend besef je: wij kunnen het zelf niet. En gelukkig, we hoeven het niet zelf te doen ook. Zoals Paulus ook schrijft “Hij – God – die in u een goed werk begonnen is, zal het ook voltooien tot op de dag van Christus!”
[slot]
Ik begon met: hebt u aandelen? Ik hoop dat u en jij allemaal aandeelhouder bent in het evangelie! Meer nog, dat we allen partners zijn in het evangelie, meedelend in de winst én meewerkend aan de groei. Ben je werkelijk een lid van Jezus’ gemeente? Deel je mee? Doe je mee? Bid je mee? Dan zullen we een gezegende gemeente zijn, niet zakelijk maar hartelijk verbonden. “Vol”, om af te sluiten met nog één zin van Paulus, “vol van de vrucht van de gerechtigheid die u dankt aan Jezus Christus, tot lof en eer van God”. Zo zij het!
Amen