Tags
Uit de Bijbel is gelezen: Filippenzen 1:12-26
Gemeente van Jezus Christus,
[intro: Paulus levensmoe?]
Het gedeelte dat we zojuist lazen uit de Bijbel bevat mooie en diepe dingen, maar kan ook heel wat vragen oproepen. Was Paulus soms levensmoe? schreef ik al in het kerkblad bij de aankondiging voor deze dienst. Hoort hij misschien ook bij de mensen die het tegenwoordig over ‘voltooid leven’ hebben? Hij zegt immers: “voor mij is sterven winst” en “ik verlang ernaar om heen te gaan en bij Christus te zijn, dat is het allerbeste”. Dat gaat wel ver! Kun je uitzien naar je dood? Soms wel, ik merk het bij mensen die heel oud of ziek zijn. Als het leven hier weinig goeds meer te bieden heeft. Hoort Paulus ook bij die groep? Hij zit, als hij deze dingen zegt, in de gevangenis en is in gevaar. Is de dood voor hem misschien een escape uit alle ellende?
Maar laten we wel goed luisteren wat Paulus zegt! Het gaat hem er niet om waar hij van verlost wordt, dar zegt hij weinig over. Het gaat hem erom naar Wie hij dan heengaat. Hij zegt ‘bij Christus zijn, dát is mijn verlangen’. Hij wil bij zijn Heer zijn. Dat is wel een heel ander verlangen dan bij mensen die tegenwoordig ‘voltooid leven’ promoten! Een gelovig verlangen.
Dat kan meteen weer een andere vraag oproepen: moet je dan eigenlijk naar de dood verlangen, als je heel gelovig bent? Is Paulus ons hierin ten voorbeeld? U of jij zegt misschien: nou, ik wil nog niet weg hier hoor! Maar is dat dan een teken van weinig geloof? Paulus heeft toch gelijk als hij zegt ‘bij Christus te zijn, dat is het allerbeste’?
Laat ik u en jou dan meteen geruststellen. Paulus ís een voorbeeld. Maar het gaat hem niet om verlangen naar de dood. Het gaat hem om leven met de Heer. Straks, zeker, maar ook nu! Laten we daarom stilstaan bij de centrale zin uit dit gedeelte, vers 21. “Want voor mij is leven Christus, en sterven winst”. Het gaat erom dat we hem dát kunnen nazeggen. Dat je leven Christus is – dat allereerst. Dan volgt vanzelf dat sterven winst is – ook als je hoopt nog een tijd hier te blijven!
[context: bemoedigend schrijven]
Maar eerst iets over het verband. Als je die centrale tekst los leest, klinkt hij behoorlijk verheven. Onbereikbaar voor een gewoon mens zelfs. Is mijn leven Christus? Zou ik dat durven, zou ik dat kunnen zeggen? Ik heb er behoorlijk op zitten zwoegen deze week. Bij de voorbereiding kwam ik er echter achter dat je deze kernachtige zin juist moet lezen in het verband, dan komt hij een stuk dichterbij. Paulus is geen heilige die een eind boven de aarde zweeft, en hij schrijft geen abstracte theologie. Nee, we lazen een stukje uit een bríef. Een gewone brief waarin een mens van vlees en bloed aan zijn vrienden schrijft hoe het met hem gaat!
Hoe het dan gaat met Paulus? Tja, zijn situatie is niet heel positief. Hij had kunnen schrijven: “broeders en zusters, ik zit in de gevangenis, en het zou kunnen dat ik de doodstraf krijg”. Zo was het! Maar Paulus wil de gelovigen in Filippi niet de put in praten, maar juist bemoedigen. Daarom benadrukt hij sterk het positieve. Hij schrijft: ik zit gevangen, maar dat heeft er voor gezorgd dat iedereen hier in het Romeinse hoofdkwartier over Jezus hoort! En de gelovigen hier durven nu ook meer van Hem te getuigen, zelfs degenen die het niet met me eens zijn. Mooi hè? – ik vat het even in mijn eigen woorden samen. En, schrijft hij verder, ik weet dat jullie voor me bidden en ik vertrouw dat God me vrij zal laten komen. En mocht dat niet zo zijn, dan is het nog niet zo erg! Mijn leven is Christus, en mijn sterven is winst – dan ga ik naar Hem toe.
Zo praat Paulus positief, en zo bemoedigt hij de gelovigen in Filippi, die het zelf waarschijnlijk ook niet makkelijk hadden. Paulus schrijft uit zijn geloof, niet uit zijn gevoel. Hij zal daar in zijn cel ook echt wel eens mindere momenten hebben gekend, somber zijn geweest of teleurgesteld of wat dan ook. Daarover schrijft hij niet… Een gewoon mens van vlees en bloed, net als u en ik. Maar wel iemand die weet wat zijn basis is, en die daarom tóch anderen kan bemoedigen!
[geen mystiek, maar geloofsverbondenheid]
Paulus schrijft dus ‘voor mij is leven Christus’. Dat is zijn basis! Maar wat wil dat zeggen? Ik zei al: dit gedeelte kan je als christen het gevoel geven dat je tekortschiet: ik verlang helemaal niet naar het leven voorbij de dood. En ook: is mijn leven Christus? Ik had zelf eerst het gevoel dat Paulus een soort mystiek gevoel bedoelt van een-zijn met Hem, dat je leven helemaal opgaat in Hem. Dat heb ik zelf niet zo. Ja, Jezus is belangrijk voor mij, maar… mijn leven is werk en gezin én geloof. Ik geloof in Jezus Christus als mijn Heer en Verlosser, maar voor mijn gevoel is Hij niet heel dichtbij meestal. Zeker in het dagelijks leven. Schiet ik dan sterk tekort? Misschien herkent u er iets van. Zit Paulus hier op onhaalbare hoogte?
Gelukkig kwam ik in de voorbereiding erachter dat we het zo niet hoeven te zien! Zeker, Paulus is een stuk verder dan u en ik schat ik in, lees hoofdstuk 3 nog maar eens. Er zitten in deze woorden ook lessen die ik nog niet goed vat, ik zeg het eerlijk Maar het gaat hier, zo merkte ik, niet allereerst om een speciaal gevóel van verbondenheid, het gaat hier om geloofsverbondenheid. Paulus getuigt hier van zijn geloof.
Wat is geloven eigenlijk? Geloven is: aannemen wat Jezus geeft, en jezelf aan Hem overgeven. Twee kanten dus: aannemen wat Hij geeft, en jezelf aan Hem geven. Ik hoop dat u dat al gedaan hebt, of jij! En anders: doe het nu! Dan ontstaat er een relatie, van twee kanten: wat Hij geeft, en wat ik geef aan Hem. Dán kun je Paulus nazeggen: mijn leven is Christus – al zal er dan nog een heel leerproces volgen. Dit is de taal van een geloofsrelatie!
[relatie 1: wat Hij geeft nu (en straks ook)]
Die relatie begint bij God. Hij geeft aan ieder die op Hem vertrouwt, ongekend veel. Liefde, dat allereerst – de basis van elk geloof is zijn liefde voor ons. Maar spreken over ‘liefde’ kan weer heel zweverig worden of ongrijpbaar. Wat geeft de grote God in zijn liefde niet veel! En, laat dat duidelijk zijn, Hij geeft het allemaal door Jezus. Paulus zegt niet: God is mijn leven, maar Christus.
Jezus Christus, Hij is het die zijn leven gaf voor ons en zo de weg naar de Vader baande. Hij heeft gezorgd voor ‘verzoening’, dat wil zeggen: dat het weer goed komt tussen u en God. Hij geeft vergeving, telkens als we afdwalen of de fout in gaan en ons weer tot Hem wenden. Hij geeft een nieuw begin! Hij geeft hoop voor de toekomst, want Hij zal alles nieuw maken; en wie bij Hem hoort mag daar deel van zijn! Hij geeft het allemaal: genade, vergeving, hoop, troost als je verdriet hebt. Hij zegt: kom maar bij mij, wie je ook bent! Ik neem je lasten van je af! Ik wijs je een nieuwe weg. Ik houd van je, zoveel dat ik zelfs mijn leven voor je over had!
Hij, hij geeft álles wat je maar nodig hebt en nog veel meer. En als je slechts gelooft dát dit waar is, dat dit aanbod ook voor jou geldt, en je neemt het aan, dan héb je het! Dan is Christus van jou, en alles wat Hij nu al geeft en wat hij voor straks belooft. De winst als je sterft, maar ook de vreugde hier, waar Paulus in zijn brief telkens op terugkomt. De moed en de hoop, en de vernieuwing door de Heilige Geest. Wat een rijkdom, als je zo door het geloof aan Christus verbonden bent! Dan is Hij werkelijk je leven!
[focus 1: oefen geloof, opdat je meer leeft uit Christus]
Nu is de vraag wel of wij dat ook kunnen zeggen: ‘voor mij is leven Christus’. Hebt u of heb jij je al in geloof aan Hem verbonden? Zo niet, doe het nu! Zeg het maar in je hart: Heer, ik geloof in U. Ik neem aan wat u geeft, en ik geef mezelf aan U.
Maar ook als dit gedaan hebt, als je gelooft, is het vaak ‘Voor mij is het leven Christus plus nog een hele hoop dingen’. En nu kún je ook niet de hele dag aan Hem alleen denken en dat vraagt Hij ook niet. Maar vaak neemt Hij niet de plek in ons leven die Hij verdient: de plek die alle andere dingen bepaalt.
Hoe belangrijk is het dan om de geloofsverbondenheid met Christus te onderhouden, te versterken. En laat ik dan maar beginnen met de eerste kant van geloof: beseffen wat Hij geeft en dat dankbaar ontvangen. Als ik voor mezelf spreek sta ik daar gewoonlijk veel en veel te weinig bij stil. Dat je bijna denkt: ja, Jezus is voor mij gestorven, dat weet ik wel. Hij geeft vergeving en hoop en ik mag Gods kind zijn – bekend! Maar hoe denk je dat dat zou werken in een relatie tussen mensen: ja mijn vrouw houdt van mij, weet ik wel hoor! Het is juist van belang dat het een lévende werkelijkheid blijft of weer wordt. En daarom: neem die tijd om stil te worden, om te bidden en uit de Bijbel te lezen. Overdenk wat Christus deed voor u! Wat jij mag ontvangen door Hem. Zing er ook maar van, zingen heft je hart omhoog. Focus je op Hem. Christus is ons leven, lééf dan uit Hem!
[relatie 2: wat ik geef aan Hem]
Maar dan, ten tweede zit er aan geloof ook die andere kant: jezelf aan Hem geven. Als Hij mij liefheeft, als Hij mij zoveel belooft en geeft, zou ik Hem dan ook niet liefhebben? Zou ik mijn leven niet aan Hem willen geven? Je vraagt je af: wat kan ik doen voor Hem?
Dat zien we wel heel duidelijk bij Paulus. Hij zegt niet: Christus is mijn leven, en daar mediteer ik de hele dag over. Paulus was niet passief, maar buitengewoon actief voor zijn Heer. Zijn drive was om de goede boodschap van Jezus overal te vertellen. Dat had hij gedaan in vele landen, dat deed hij zelfs nu in het Romeinse hoofdkwartier waar hij gevangen zat, en dat wil hij graag weer doen als hij vrij komt. “Als ik blijf leven”, schrijft hij, “kan ik vruchtbaar werk doen”. Hier in de gevangenis voelt hij zich als een concertpianist met vastgebonden handen!
Christus is mijn leven, zegt Paulus. Dat betekent niet alleen: ik leef uit Hem, dat betekent ook: ik leef vóór Hem. Wat kan ik doen voor mijn Heer? Dat is Paulus’ vraag, en dan mag ook onze vraag zijn. Hoe kunt u leven voor Hem? Natuurlijk door te leven naar Gods geboden, door Jezus’ weg van liefde te gaan, maar ook persoonlijk: wat is de weg die Hij u wijst, van dag tot dag? Wat kunt u, kun jij doen in jouw omstandigheden? Spreken van Hem misschien, zoals Paulus? Of is het voor u omzien naar iemand, delen, geven, dienen? Wat mag ik doen voor mijn Heer? Díe vraag mag ons leven bepalen. Want Christus is ons leven!
[focus 2: laat je niet verstrooien]
Hoe belangrijk is het dan om de geloofsverbondenheid met Christus te onderhouden, te versterken. Oók in deze andere kant van het geloof: niet alleen dankbaar ontvangen, maar ook gedreven geven! Want in theorie zal elke christen het beamen: ik leef voor Hem! Maar in de praktijk zijn er zóveel dingen die daarvan afleiden. Je werk slokt je op, allerlei dingen vragen je aandacht. Dingen die op zich niet verkeerd zijn. Maar hoe snel verlies je niet je focus! Als ik voor mezelf spreek, gebeurt dat telkens weer. Dat je gewoon doet wat er toe doen is, en niet meer je afvraagt of het zijn koninkrijk bouwt. Dat je niet éérst het koninkrijk zoekt, zoals Jezus zegt. Terwijl dan al die andere dingen je echt erbij gegeven worden!
En daarom ook hierin is het zo belangrijk: neem de tijd om je toe te wijden! Elke morgen als je wakker word, zeg het maar tegen jezelf ‘Christus is mijn leven!’ Elke avond, overdenk je dag met Hem – ik zei het vorige week al. En daartussenin: neem die tijd om stil te worden, om te bidden en uit de Bijbel te lezen. Je zult merken hoe hard de duivel je hier vanaf probeert te houden. Hij beseft beter hoe belangrijk dit is dan wij! Neem tijd voor God. Dan mag je overdenken wat Hij geeft, ik zei het al, maar óók wat Hij vraagt. Wat u mag geven aan Hem.
[afsluiting]
Paulus had een eenvoudig leven. Een-voudig, niet in de zin van ‘simpel’, maar in de zin van: één ding heeft alle focus. Een gefocust leven, gefocust op Christus. Verbonden met Hem, door gebed en door de Geest. Hoe is dat bij ons? Hoe is dat bij mijzelf – ik moet het ook mezelf beschaamd afvragen… Laten we die focus zoeken. Niet vergeten wat Hij geeft, en niet verslappen in wat wij geven, maar leven úit Hem en vóór Hem. Dan is werkelijk waar wat Paulus zegt: voor mij is leven Christus – de werkelijkheid van het geloof.
En dan, tenslotte, is het sterven ook winst. Dat hoef ik nu niet meer uit te werken, denk ik zo. Als je leeft vóór Christus, daar helemaal voor gaat, zoekt wat je kunt doen, en als je leeft úit Hem, kracht vraagt en wijsheid en vergeving waar je uit bent gegleden… Dan hoef je toch niet te twijfelen waar de reis zal eindigen? Bij Christus! Dan zal de verbinding met Hem pas écht ongestoord zijn. Nu door het geloof, dan door het aanschouwen. Nu toch nog op afstand, maar dan bij Hem zijn. Dat is het allerbeste! Dat komt vanzelf. Als je nu leeft met Hem!
God geve dat zo het leven van ons allen mag zijn! Dan is het nu goed, en straks winst.
Amen