Uit de Bijbel is gelezen: Lukas 1:46-55 en 6:20-26
Gemeente van Jezus Christus,
[intro: revolutie]
een revolutie, daar gaat het vanmorgen over! Een omwenteling. Ik denk aan de Franse Revolutie, wel de meest invloedrijke van allemaal, waar de jongeren op school zeker over geleerd hebben. Die revolutie met die slogan ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’. Er veranderde in korte tijd een heleboel. Wie opgelet heeft op school zal er nog wel iets van weten. De macht was voortaan voor het volk, niet meer voor de adellijke elite. Iedereen werd gelijk: burgers, geen rangen en standen meer, dezelfde rechten voor iedereen – en dezelfde belastingen. Alles ging op zijn kop!
Omwenteling. Denk aan de val van het communisme in 1989. Denk in de recentste tijd aan de opstand in Syrië tegen president Assad. Een dictator die de rust in zijn land met harde hand bewaarde, je kon daar niet zeggen wat je denkt. Hij heel rijk, en veel jongeren zonder baan. Daarom kwam er die opstand, de ‘Arabische Lente’. Wat zou jij doen als je jong was en daar woonde? Mensen wilden een ander leven, en daarom: alles doen voor een omwenteling.
Vaak is er reden genoeg voor een revolutie, is verandering hard nodig. In de tijd van de Franse revolutie, in onze tijd in Syrië… Zoveel onderdrukking en onvrijheid! Maar er zit ook een andere kant aan revoluties. ‘Vrijheid, gelijkheid en broederschap’ – het klonk zo mooi. Maar al snel rolden de eerste hoofden, onder de guillotine. Er kwam chaos en terreur, en uiteindelijk veranderde er voor velen niet veel. Sterker nog, de dienstplicht werd ingevoerd; kon je in Rusland gaan sneuvelen onder Napoleon. Dat hoefde onder het oude regime niet! Of denk aan de situatie in Syrië: een bloedige burgeroorlog, duizenden doden, en uiteindelijk is Assad nog steeds aan de macht…
[Gods revolutie]
Revolutie. Waarom begin ik daarmee? Omdat de zinnen uit de Bijbel die vanmorgen centraal staan, ook een soort revolutie lijken te beschrijven. Een omwenteling van alles! Luister maar naar vers 51 tot 53 van Maria’s loflied, ik lees ze nogmaals voor. “Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm/ en drijft uiteen wie zich verheven wanen. Heersers stoot hij van hun troon/ en wie gering is geeft hij aanzien. Wie honger heeft overlaadt hij met gaven, maar rijken stuurt hij weg met lege handen.” Als dat geen omwenteling is! Alles gaat op zijn kop.
Waar gaan deze zinnen over? Ze gaan over Gods koninkrijk dat komt, de nieuwe wereld die Hij belooft. De toekomst die met Jezus’ geboorte weer een stap dichterbij is. Hoe zal het zijn, als Gods koninkrijk komt? Blijkbaar niet zoals het nu is in de wereld. Daar is Maria’s lied heel duidelijk over: hoog wordt laag, en laag wordt hoog.
Jezus liet er zelf al veel van zien. Hij ging om met mensen die in die tijd niet meetelden: hoeren en tollenaars. Hij koos zijn twaalf discipelen uit eenvoudige mensen zoals vissers. Hij hielp hulpelozen omhoog. Maar aan de andere kant: op de religieuze leiders was hij heel kritisch. De hoge heren voelden Hem terecht als een bedreiging – zozeer zelfs, dat ze Hem uit de weg ruimden.
Jezus toonde iets van die omkering, van hoe God hogen vernedert, en vooral: hoe Hij nederigen verhoogt. Maar het was nog maar een beginnetje. Keizer Augustus en koning Herodes bleven zitten, en er is tot op de dag van vandaag genoeg dat smeekt om een revolutie.
Maar nu zingt Maria: die grote omwenteling komt wel! Daar zal God voor zorgen. En daar wil ik vanmorgen met u over nadenken, over Gods grote omwenteling, en wel in drie punten. Het eerste punt is ‘de hogen worden vernederd’, en het tweede punt is ‘de nederigen worden verhoogd’. Maar… er moet nog wel een derde punt bij, en dat is dit: ‘de hoge God wordt zelf laag’. Het gaat hier niet om zomaar een aardse omwenteling!
[de hogen vernederd]
Als eerste dus: God vernedert de hogen. Het staat er duidelijk: heersers stoot hij van hun troon, rijken stuurt hij weg met lege handen. Deze woorden kunnen wel aanleiding geven tot misverstand. Heeft Gods iets tegen mensen op een hoge positie? Heeft de Heer een hekel aan mensen die rijk zijn? Je zou het haast gaan denken, zeker als Jezus zegt, we hoorden het ‘wee jullie die rijk zijn!’ Dat zou wel jammer zijn voor ons, in één van de rijkste landen van de wereld…
Maar laten we deze woorden wel goed begrijpen. Abraham was rijk, David en Salomo waren machtig, er zijn ook vandaag onkreukbare ministers en eerlijke rijken. Met macht en rijkdom is niet in zichzelf iets verkeerd. Maar… toch zit er gevaar aan. Het was al zo in Jezus’ tijd. Hoe kon je toen machtig worden en rijk? Alleen als je samenwerkte met de bezetters, de Romeinen. Alleen eigenlijk als je het niet zo nauw nam met Gods Thora. De mensen die met hart en ziel voor de Heer leefden, die waren gewoonlijk niet zo rijk of machtig – daar kom ik straks nog op.
Rijk werd je, en word je nog vrees ik, als je vooral je eigen voordeel kent. Als je arbeiders hard laat werken voor weinig. Als je niet te eerlijk bent, als je goed weet waar je een slaatje uit kunt slaan. Met macht is het net zo. Macht maakt mensen niet mooier. Ik zou hier uitgebreid kunnen vertellen over de intriges van toen in Jezus’ tijd. Maar anno nu werkt het weinig anders: de machthebbers zijn gewoonlijk niet de vroomsten. Macht trekt mensen die eraan verslingerd zijn, of uit zijn op hun eigen voordeel. Kijk eens rond op het wereldtoneel wie heersen er? Een Trump die voortdurend liegt en ook andere geboden van God met voeten treedt, een Boris Johnson over wie veel vergelijkbaars te zeggen zou zijn, een Poetin, een Erdogan, een Assad. Geen voorbeelden waar het gaat om de dingen die God vraagt: een dienende gezindheid, oprechtheid, het zoeken van vrede en zorg voor zijn wereld.
Macht en geld, ze gaan meestal hand in hand. Wie macht heeft, kan goed geld verdienen, en wie geld heeft kan macht kopen. Voorbeelden uit de recente politiek mag u hier zelf invullen. Zó zit onze wereld in elkaar, toen net zo goed als nu.
Maar nu mogen wij geloven: God gaat ingrijpen. Wie hoog is, op de manier die ik net schetste, wie gaat voor eigen eer en invloed en inkomen, die zal omlaag moeten als Gods koninkrijk komt. Dan zal recht regeren, niet macht. Gerechtigheid en niet geld! Wat is dat een troost voor wie lijden onder foute leiders – wat dat betreft zitten wij nog vrij goed in Nederland, maar hoevelen zijn er niet op wereldschaal? En tegelijk is het een waarschuwing: hoe sta jij in het leven, of u? Niet per se of je veel geld hébt of macht, maar: waar leef je voor? Is er diep in je hart dat streven om hoog te willen zijn, belangrijk en bemiddeld? Kijk je neer op wie minder geslaagd is? Waarheen wijzen de keuzes die je tot nu toe maakte? Tonen die vooral dat je goed voor jezelf zorgt? Dan mag je wel oppassen – en ik zeg dit natuurlijk ook tegen mezelf. Want: wie hoog is, wordt vernederd. Gods omwenteling komt!
[de geringen verhoogd]
Maar dan ook de andere kant: als God ingrijpt, worden nederig verhoogd. God heeft deze wereld niet gemaakt voor onrecht en onderdrukking. Hij heeft zijn wereld gemaakt opdat ieder voldoende zal hebben en er vrede en recht zal gelden. Daarom gaat zijn zorg speciaal uit naar wie macht en middelen mist – een doorgaande lijn in de Bijbel, en zoals ik al zei: Jezus’ hele optreden liet het zien.
Eens, als Jezus terugkomt, zal God hen verhogen die de laagste zijn. Wat is dát een geweldig vooruitzicht! Jezus spreekt ervan: “Gelukkig jullie die arm zijn, want van jullie is het koninkrijk van God. Gelukkig jullie die honger hebben, want je zult verzadigd worden. Gelukkig wie nu huilt, want je zult lachen”. Gods redding gaat om meer dan zondenvergeving en in de hemel komen! Denk aan al die mensen die nu in armoede leven – eens worden juist zíj met gaven overladen, zingt Maria. Kinderen die als slaaf worden uitgebuit – ze worden vrij, vrij! Mensen van wie het leven verpest is door wat anderen deden – ze worden opgericht. Het is niet voor te stellen. En toch is dít onze hoop – misschien wel voor u of jouzelf, die onderligt. En anders wel voor zovelen elders op aarde die nu onderliggen. Durft u het te geloven?
Maar ook nu moet er wel even een misverstand uit de weg. Is ieder die arm is dan vanzelf zalig? Dat is te kort door de bocht. Er zijn helaas arme mensen die net zo hard aan zichzelf denken als veel hoge heren. God ziet het hart aan! Maar wat wel waar is, is dat wie Gods weg wil gaan, eerder hier te vinden is dan bij de rijken en machtigen. Aan de top kom je makkelijker als je geen scrupules hebt. In Jezus’ tijd was ‘de geringen’ of ‘de nederigen’ zelfs een vaste aanduiding voor de vrome mensen die destijds weinig meetelden. Kleine luyden, zou Kuyper misschien zeggen. Mensen als Maria. Zij zijn het die door God zullen worden verhoogd.
Een spiegel is dit, om ons leven naast te houden. De vraag is niet: ben je wel arm? De vraag is: wat beheerst je hart? – en dan uiteraard ook je daden en je bestedingspatroon. Is dat gerichtheid op de dingen van de aarde, of gerichtheid op de dingen van God? Wie echt helemaal voor God wil gaan, wie Jezus volgt, komt daarmee zelden aan de aardse top. Van de week bespraken we het nog op de catechese: wie Jezus wil volgen moet zijn kruis op zich nemen. Die krijgt het vaak lastiger in het leven. Wie wil dat nu? Alleen als je weet van Gods grote omkering, kun je deze weg gaan. Want nederigen, mensen die zonder glitter en glamour eenvoudig proberen om christen te zijn – nederigen worden door Hem verhoogd! Wat mag dat u kosten, en jou? Aan welke kant van de vergelijking sta je?
[de hoge God wordt laag]
Maar nu, ten derde, moet ik ook iets zeggen over het laatste punt: de hoge God wordt zelf laag. Want Maria zingt van Gods grote omkering, zijn omwenteling, revolutie zelfs! Maar hoe zal dat in zijn werk gaan? Als je haar hoort zingen, zou je zeggen: de hoge God zal met macht ingrijpen. Alle machtigen worden van hun tronen gestoten… behalve Hij natuurlijk! Hij zal juist zijn macht gebruiken, toch? Nou, nee! Helemaal niet zelfs. Gods revolutie gaat een graad dieper. Bij aardse revoluties wordt een gewelddadige heerser met geweld verdreven, gaat het hard tegen hard. Maat bij Gods revolutie gaat het anders. Wie komt erom de opstand te beginnen? Een kindje in een kribbe…
God gaat zelf voor in de omwenteling, Hij doet helemaal mee. Hij, de hoogste, wordt zelf laag. Hij bereikt zijn doel niet met macht, maar met machteloosheid. Niet met geweld, maar met liefde. Hij doodt niet, Hij wordt gedood – aan het kruis! Gods omwenteling is er meer één zoals bij Gandhi dan zoals bij de Franse Revolutie! De hoge God, ik herhaal het nog maar eens, wordt zelf laag: Jezus in een arme stal. Dat is de omwenteling die we straks met Kerst mogen vieren.
Gods oplossing gaat dieper, daarom is zijn weg zo wonderlijk. Hij wil niet de verhoudingen tussen mensen veranderen, Hij wil mensen veranderen. En dat is wel nodig. Bij de meeste revoluties zie je dat de nieuwe machthebbers, uit de onderliggende partij, na een tijdje net zo worden als hun afgezette voorgangers. Alleen maar een omwisseling tussen wie lag zijn en hoog is geen echte oplossing. Daarom kwam Jezus ook niet allereerst dát brengen. Nee, Hij kwam om mensen te veranderen. Om hun verhouding tot God goed te maken, en daardoor ook die tot elkaar. De blijvende verandering! Hij kwam om de weg te wijzen, om te verzoenen, om te vernieuwen. Om ons te trekken op zijn weg van liefde. Liefde voor God, en liefde voor anderen, of ze nu arm zijn of rijk, heerser of hongerig. Mensen veranderen. Dáár kwam Hij voor. Hij, de hoge, de zoon van God, werd laag – om ook te maken tot zonen en dochters van God! Tot revolutionairen, mag je wel zeggen.
[slot]
Hogen worden vernederd, nederigen verhoogd. De vraag is: waar sta je zelf? Maar dan bedoel ik niet alleen of je hoog bent of laag, rijk of arm. Dan blijf je steken op het aardse vlak. De diepste vraag is hoe je staat tegenover God. Het is een spannende driehoek, die onze tekst schetst: hogen, lagen, én de Heer. De vraag is niet: staat de Heer aan mijn kant? Nee, de vraag is: sta ik aan zijn kant?!
En misschien denk je nu, of denkt u: daarvoor schiet ik tekort. Daarvoor denk ik teveel aan mijzelf en mijn gemak. Ik zit fout, wat nu? Maar dan is dit het wonder van het evangelie: bij God mag je altijd opnieuw beginnen. Jezus kwam niet om af te rekenen, maar om dat nieuwe begin te geven. Al ons falen, al onze ik-gerichtheid en comfort-zoeken mogen we belijden – nederig. Dat word je er van. En telkens weer mogen we vragen om zijn kracht en vernieuwing, om zijn Heilige Geest. Dan wil Hij ons graag hebben en helpen!
De grote omwenteling. Wij kunnen die niet maken – in de wereld niet, dat eindigt gewoonlijk in geweld en geen verbetering. In onszelf niet eens – je kunt jezelf geen ander mens maken. Gód is de grote revolutionair, de omwentelaar. Hij wil mij en u en jou veranderen naar Jezus’ beeld – vraag er maar om, en vertrouw erop. En Hij zal eens heel deze aarde anders maken. Ik begon de preek met te zetten ‘een revolutie zet alles op zijn kop’. Maar… Gods grote omwenteling zet alles RECHT! Zing er maar van tot het zover is, met het lied van Maria.
Amen