Tags
Gemeente van Jezus Christus, waar u ook meekijkt,
[intro: wanneer breekt het licht door]
wanneer breekt het licht door? Dat is een vraag die momenteel wel kan leven! Sommige mensen worden gedeprimeerd van de korte dagen in deze tijd van het jaar. Ze zien ernaar uit: wanneer komt er weer meer licht, letterlijk? Want licht brengt de lach op je gezicht!
Wanneer breekt het licht door? Dat kun je je ook wat meer figuurlijk afvragen. Want het is niet alleen letterlijk lang donker. Onze hele maatschappij zit onder een donkere wolk, is grijs en grauw door de beperkingen tegen het coronavirus. Geen ontmoetingen, geen gezang hier in de kerk, online les, en ga zo maar door. Wanneer breekt het licht door? Je kunt ernaar uitzien – ik denk dat we dat met zijn allen doen. We bidden erom, elke week hier in de kerk, en waarschijnlijk ook in je eigen gebeden. Laat het weer licht worden!
In het Bijbelgedeelte dat we lazen uit Jesaja gaat het ook over licht dat doorbreekt. Kijk maar is vers 8: ‘dán zal je licht doorbreken’ en in vers 10 ‘dán zal je licht in het donker schijnen’. Twee keer staat er ‘dan’, en je vraagt je af: ja, wanneer? Wanneer breekt er licht door? Het antwoord dat we uit deze Bijbelwoorden kunnen halen is heel verrassend. Licht wordt het, niet als ziekte verdwijnt of als de lente komt. Licht wordt het ook niet als God iets doet. Nee, ‘dán breekt je licht door’ – wanneer? Wanneer mensen dingen doen, wij! Wanneer we zelf licht brengen voor anderen.
Bij deze gedachte wil ik vanmorgen stilstaan, op de eerste ochtend van het nieuwe jaar. Ja, het is best een donkere tijd. Maar vanmorgen geen nadruk op mooie bemoedigingen. Die hoorden we al met Kerst, en gisteravond ook. Vanmorgen de nadruk op goede voornemens. Op wat wij kunnen en moeten doen dit jaar!
[vroomheid los van het leven toen]
In het Bijbelhoofdstuk gaat het over vasten, over een vorm van vroomheid. Mensen toen in Israël vastten blijkbaar regelmatig. In de Thora was er maar één vastendag voorgeschreven, de Grote Verzoendag. Op die dag wordt in de synagoge tegenwoordig trouwens altijd dit Bijbelhoofdstuk gelezen. Maar de mensen toen vastten vaker, zo lijkt het. Een hele dag niet eten, of misschien wel langer, als vorm van vroomheid. Waarom deden ze dat? Waarschijnlijk om hun gebeden kracht bij te zetten. Omdat ze graag dingen van God wilden hebben: zegen, voorspoed, een goed leven. Misschien vastten ze zelfs wel omdat ze hoopten zo dichter bij God te komen. Een mooi verlangen!
Echter, het werkte niet. In vers 3 hoor je de mensen klagen tegen God “waarom ziet u niet dat wij vasten? Waarom merkt u niet op dat wij ons onthouden?” Ze vastten, maar hun gebeden werden niet verhoord. Ze merkten niets van Gods nabijheid. Hun vroomheid leek zinloos!
Maar dan komt de profeet met een antwoord. Woorden van God, die antwoorden op de aanklacht. Waarom antwoordt God niet? Waarom geeft Hij geen zegen? Heel eenvoudig: omdat hun geloof geen handen en voeten heeft. Het bleek bij woorden en rituelen, maar hun dagelijks leven werd niet gestempeld door wat God wil. Ze hadden hun leven in twee stukken verdeeld: een gelovig stuk, en de rest. In dat gelovige stuk waren ze goed bezig. Zie in vers 2: ‘zeker, ze zoeken mij dag na dag!’ Ze gingen naar de tempel, ze zeiden gebeden, ze vastten zelfs. Maar ze leefden niet hun héle leven met God. De profeet zegt het scherp: Waarom luistert de HEER niet? Omdat jullie op vastendagen je arbeiders uitbuiten, omdat jullie onder het vasten ruziemaken en met elkaar op de vuist gaan. In het vervolg blijkt dat ze niet omkeken naar de armen en ze zelfs onderdrukten.
Hun geloof had gen handen en voeten, dát was het probleem! Ze deden iets dat God niet duidelijk vraagt, namelijk veelvuldig vasten, en ze deden iets niet wat Gods wel duidelijk vaagt in zijn Thora: omzien naar de zwakken. En, dat is het punt vanmorgen, een geloof dat alleen uit uiterlijkheden bestaat, dat alleen een deel van je leven beheerst, is niet wat God wil. Daarom kwam er geen zegen, en daarom was God niet nabij.
[vroomheid los van het leven nu]
Maar dan even naar ons vandaag! Ook in 2021 kan geloof iets zijn dat los staat van je dagelijks leven. Dat is niet iets van vroeger, maar een gevaar voor alle tijden! Dan is geloven iets waar je soms mee bezig bent: als je op zondag naar de kerk gaat of de uitzending kijkt, als je bidt of uit de Bijbel leest, als je een lied zingt of luistert, of als je iets voor de kerk doet. Dán ben je met geloof bezig. En als je zo erin staat, heb je al snel het gevoel dat je er te weinig mee bezig bent. God heeft immers recht op ons hele leven, heb je wel eens gehoord. En dan is het misschien wel je goede voornemen voor dit jaar, om meer uit de Bijbel te lezen, of trouwer te bidden, of vaker naar de kerk te komen – als dat straks weer kan. Of misschien wil je wel gaan vasten – een gebruik dat wij haast helemaal vergeten zijn. En dat zijn heel goede voornemens, vooral doen!
Maar… het gevaar is wel dat je geloof zo onbewust beperkt tot die momenten. Dat je, zonder dat je het doorhebt, een gelovig en een ongelovig stuk bestaan hebt. En dat moet niet. Iemand die Jezus volgt, die God dient, moet een mens uit een stuk zijn. Als je bidt, én als je werkt. Als je in de kerk zit, én als je achter de tv zit.
Helaas zit geloof soms alleen in vormen en vrome rituelen, in gelovige dingen, hoe goed ook. En dat is te weinig. Een voorbeeldje van wat verder weg: bij de Heilige Grafkerk in Jeruzalem. Mensen hebben een hele week gevast om zich voor te bereiden op Pasen. En wat gebeurt er? Er komen processies vanuit verschillende kerkgenootschappen: Armeens, Syrisch, oosters-orthodox – ze delen die kerk namelijk. Prachtige gewaden, wierook… Maar wat gebeurt er regelmatig? Dat de verschillende processies met elkaar botsen, opstootjes ontstaan. Want ieder wil het eerste erin en wil de beste plek. Prachtige vormen en rituelen, de hele week gevast en gelezen over Jezus’ lijden. Maar het heeft helaas geen invloed op hun gedrag, zo blijkt… En ook dichterbij kan dat. Je hoort het mensen wel zeggen: die zit dan vooraan in de kerk, maar moet je zien wat ze door de weeks doen. Producten met verborgen gebreken leveren bijvoorbeeld. Of een andere opmerking, minder negatief maar net zo dodelijk: ja, die is gelovig, maar je merkt er verder niets van hoor!
[geloven is leven voor God in alles]
Zo moet het dus niet. Want geloven, wat is dat? Geloven is jezelf overgeven aan God. Geloven is leven voor Hem in alles, zeven dagen per week. Geloof stempelt je dagelijkse daden, als het tenminste echt geloof is. Jakobus zegt het, we hoorden het ook vanmorgen: weet u niet dat geloof zonder daden dood is? Naar de samenkomst gaan, ja; bidden, zeker; maar ook: je voedsel delen met iemand die het niet heeft, kleding geven aan wie dat mist.
Geloven is niet iets waar je soms mee bezig bent en dat op andere gebieden uitgezet kan worden. Nee, zegt Jesaja, zegt Jakobus, zegt Jezus. Geloof is niet dat je bidt voor je eten en dat je naar de kerk gaat. Het is een manier van leven. In alles zoeken wat God wil en dat doen. Geloven voor de mensen toen is vasten én omzien naar armen. Geloven voor ons nu is bidden en de buurvrouw helpen, is naar de kerk komen én kiezen bij wat je koopt, is Bijbellezen én zorgvuldig omgaan met Gods schepping!
Even terzijde: we moeten ons Bijbelgedeelte wel goed lezen. Als je snel kijkt, zou je de indruk kunnen krijgen dat de typisch godsdienstige dingen er niet toe doen: vasten, offeren, bidden. Nee, liever omzien naar anderen en opkomen voor recht! Zo speel je echter twee dingen tegen elkaar uit die samen horen. Dat is in het verleden wel gebeurd. Dan werd christen-zijn helemaal horizontaal: sociale gerechtigheid, wereldwinkel, milieu en ontwikkelingshulp. En dat zíjn belangrijke dingen. Maar het grote gebod is: God liefhebben boven alles én je naasten als jezelf. Daarom vind ik het zo treffend dat vers 13 erbij staat. Is de profeet eerst tekeer gegaan tegen hun vasten, roept hij ze daarna op om de sabbat beter te houden. Is dat niet weer zo’n lege vorm? Nee! Het is tijd nemen voor God zelf, om vreugde in Hem te vinden, staat er zo mooi. Want om Hem draait het, in alles!
[toespitsing: omgang met zwakken nu]
Wat betekent dit nu voor ons, en voor het komende jaar? Dat ons geloof handen en voeten moet hebben. En hoe dan? Dan ga ik van de handen en voeten naar de armen, want dat doet Jesaja ook. Dat doet eigenlijk de hele Thora. Geloof stempelt je leven, hoe? In dat je opkomt voor het recht van wie arm is en weinig macht heeft, en dat je omziet naar wie je hulp kan gebruiken. Ook het nieuwe Testament zegt het, lees de Bergrede maar, of de hele brief van Jakobus.
Dus wat mag ons goede voornemen zijn voor dit jaar? Misschien heb je je wel voorgenomen minder te doen: minder op je telefoon kijken, minder snoepen, minder overwerken… Maar laten we ons voornemen om dit jaar méér te doen: meer voor anderen, en zó meer voor de Heer.
Jesaja roept ertoe op: ketenen losmaken, verdrukten bevrijden, je brood delen met de hongerigen, onderdak geven aan armen zonder huis, iemand kleden die in lompen loopt. Destijds waren de tegenstellingen in de maatschappij heel groot en was er geen sociaal vangnet zoals bij ons. Je kun letterlijk op de straathoeken bedelaars in lompen treffen, dakloze kinderen, melaatsen. Dus het was heel eenvoudig om iets te betekenen voor armen en zwakken.
Maar wij? Er zijn allerlei manieren om juist op dit terrein je geloof handen en voeten te geven. Arme mensen zijn er genoeg op aarde, al vinden we ze niet op de straathoek in Woudrichem. Als christen horen we te delen en te geven van wat we hebben. Ik hoorde pas over iemand die voor tienduizenden euro’s modeltreinen op zolder had staan. Ik zeg niet dat dat niet mag, ik weet niet hoe zo iemand verder zijn geld besteed, maar ik denk wel: hoeveel kinderen in de derde wereld had je met dat geld een opleiding kunnen geven? Ik las onlangs: als alle christenen in de wereld 3% van hun inkomen zouden geven om armoede te bestrijden, dan zou alle extreme armoede uitgebannen kunnen worden!
Maar geld kan nog een vroom offer zijn, iets dat los staat van je leven. Geef letterlijk je geloof maar handen en voeten! Je kunt je ook inzetten als vrijwilliger, organisaties steunen die anderen helpen. Ik denk aan de oliebollenactie van afgelopen week, ik denk aan wat Dock 60 opbrengt, geweldig! Maar he kan ook voor mensen dichtbij, op allerlei manieren. Ook hier is nood. Ook in Altena is een voedselbank. Zijn er kinderen die verwaarloosd worden, zijn er mensen die een taalmaatje zoeken, zijn er allerlei organisaties die mankracht nodig hebben. Wat kun jij, wat kunt u doen? Hoe geef je je geloof handen en voeten? Er zijn genoeg opties! Vraag het jezelf eens af: wat kan ik het komend jaar betekenen? Júist omdat ik geloof in de Heer die alles voor ons overhad – wat kan ik dan voor anderen overhebben?
En tenslotte: opkomen voor gerechtigheid. ‘Misdadige ketenen losmaken’. Dan heb je als christen ook een verantwoordelijkheid in de maatschappij. Denk aan de toeslagenaffaire, waar juist zwakkeren de dupe waren; denk aan dat bericht van deze week over een vrouw in de bijstand die een hoge boete kreeg omdat ze boodschappen van haar moeder kreeg. Wil je in zo’n maatschappij leven? Dan moeten we niet goedkoop kritiseren, maar mogen we zoeken waar we invloed ten goede kunnen uitoefenen. Opdat niet alleen geld en macht de toon aangeven, maar er werkelijk omzien is naar elkaar.
[oproep en slot]
Laten we dan dit jaar zorgen dat geloof niet een losstaand stukje van ons leven is. Nee, laten we in alles leven met God, laten we ons geloof handen en voeten geven. Dan is daar, tenslotte, een rijke belofte aan verbonden. Dán, zegt God, dán zal je licht doorbreken. Niet als je meer vast, vromer bidt of meer offers brengt, maar als je omziet naar anderen. Dán breekt er licht door, als je zelf licht brengt aan anderen. Dus ook als we nu in een sombere corona-tijd leven – denk niet alleen ‘wanneer breekt het licht door?’, maar ook ‘hoe kan ik aan anderen licht brengen nu?’
Laten we zo zoeken naar een geloof dat heel ons leven doortrekt. Dat oog heeft voor anderen, voor zwakkeren. Dat is een opdracht voor ons persoonlijk, maar ook als gemeente. Wat ziet de omgeving, wat merkt Woudrichem ervan dat er hier een kerk is? Waar kunnen we wat betekenen? En ik besef dat de huidige tijd daar een lastige in is. Maar laten we zoeken, denken, bewust worden. Geloven is zoveel meer dan een kerk en een dienst en een groep mensen die elkaar kennen.
De Heer willen volgen in alles, elke dag. Kijken met zijn ogen. Zijn handen zijn. Dát is wat Hij ons leren wil, en wat Hij van ons vraagt. Laat dat ons goede voornemen zijn voor 2021 – niet in eigen, maar in zijn kracht natuurlijk. Dat is de gezegende weg. Want dan, dán zal ons licht doorbreken als de dageraad. Dan vind je vreugde in de Heer. Dan zal Hij ons verhogen. Want, zo sluit ons hoofdstuk af: ‘de HEER heeft gesproken!’
Lof zij Christus in eeuwigheid, Amen.