Tags

, , , ,

Gemeente van Jezus Christus, hier en thuis, Majelle en familie,

[intro: contract]
iets waar veel mensen een hekel aan hebben, is contracten lezen. Onlangs ben ik van bank gewisseld, en daarvoor kreeg ik een overeenkomst toegestuurd van de nieuwe bank. Een contract om digitaal te tekenen met daarbij een paar pagina’s algemene voorwaarden in nogal kleine lettertjes. Ik denk dat bijna niemand dat allemaal precies gaat doorlezen – of u wel? Maar toch is het belangrijk wat er in een contract staat. Je rechten en plichten in de overeenkomst staan erin. Bijvoorbeeld dat ik de plicht heb op mijn pincode geheim te houden, en dat de bank de plicht heeft om vermoedens van witwassen te melden bij de politie. Wat erin staat en waar je voor tekent, dat is bindend. Daarom zijn contracten vaak van die lange verhalen met kleine letters, om alles goed af te dekken.
Er zijn veel contracten: een arbeidsovereenkomst, zakelijke deals… Ik denk dat we allemaal hier wel een paar contracten hebben lopen, al was het maar voor je telefoon, of voor je bijbaantje. En altijd is het een kwestie van ‘ik doe wat, en dan doe jij ook wat’. Ik werk, en dan betaalt de baas salaris. Als één van beiden zich niet aan het contract houdt, dan is dat contractbreuk, dan krijg je problemen. Als je regelmatig niet komt opdagen op je werk, dan kan je baas je contract opzeggen. Maar aan de andere kant: als hij je salaris niet meer betaalt, dan kun jíj wegblijven.
Net zo is het bij een zakelijk contract, bijvoorbeeld als je ervoor tekent op die-en-die datum iets te leveren. Dat moet je dan wel doen, anders kan de afnemer de spullen weigeren of moeilijk doen met betalen. Maar als jij levert, móet de ander betalen, dat staat zwart op wit. Want zo werkt een contract: ‘ik doe wat, en dan doe jij ook wat’. Zo verbind je je samen, en als het goed is het je er allebei voordeel van.

[Gods verbond met Abraham]
Maar waarom begin ik hiermee? Omdat vandaag Ayla gedoopt is. En dan valt in het doopformulier het woord ‘verbond’ – een Bijbels kernwoord. God sloot een verbond met haar, en met iedereen hier die gedoopt is. Maar wat is dat eigenlijk, een verbond? Ik geloof dat we het woord ‘verbond’ alleen in de kerk nog tegenkomen. In de maatschappij tref je overal contracten, geen verbonden. Maar wat is eigenlijk het verschil? Vanmorgen wil ik daar eens op inzoomen. Want het is een Bijbelse kernzaak, het verbond dat God met mensen sluit, te beginnen met Abraham. Ook met u en jou wil Hij zich verbinden! Heeft Hij zich misschien al verbonden, als u of jij gedoopt bent.
Het begon met Abraham. We hoorden erover uit de Bijbel; wel tien keer valt het woord ‘verbond’ in het gedeelte dat we lazen uit Genesis 17. Laten we gewoon eens lezen. Dit stuk over het verbond begint zo: ‘Ik ben God, de Ontzagwekkende. Leef in verbondenheid met mij, leid een onberispelijk leven’. Zijn dit misschien de voorwaarden voor een contract dat gesloten wordt? Dit is wat Abraham moet doen: met God leven, onberispelijk; een goed leven leiden, zeg maar. Dat wat je allemaal wel aanvoelt: wil je bij God horen, dan kan je niet zomaar een eind weg leven. Dan moet je leven zoals Hij het wil. Maar… let op! Een verbond is nu net géén contract. Zeker, God zegt meteen erna wat Híj zal doen. Hij zal Abraham veel nakomelingen geven, aan hen het beloofde land schenken, en de God zijn van Abraham en de zijnen. Dat is wat God belooft, zijn kant! Maar… er staat niet: ‘Abraham, leef in verbondenheid met mij, leid een onberispelijk leven… dán zal ik je al die dingen geven’. Er is hier geen sprake van ‘jij doet dit, dan doe ik dat’. Dat zou een contract zijn. Er wordt hier een verbond gesloten, en dat is veel dieper. God vraagt wel iets: Abraham, verbind je aan mij, leef in verbondenheid met mij. Maar God verbindt zich, so wie so, om te doen wat Hij van zijn kant belooft. God belooft dat Abraham een groot volk zal worden en het belofode land zal krijgen. Dat belooft hij niet op voorwaarde dat Abraham goed genoeg leeft, maar ónvoorwaardelijk. Hij belooft het gewoon. Dát is het wonder van Gods verbond!

[verbond is relatie]
Het is zo belangrijk om dit te beseffen! Al heel snel denken we namelijk dat het bij God werkt als bij een contract: ik moet goed leven, onberispelijk, en dan wil God mijn God wel zijn. Dan zal Hij me zegenen, nu en straks. Dan denken we zakelijk: ‘ik doe wat, en dan doet Hij ook wat’. Misschien denk je zelfs wel: ik leef goed, dus ik heb wel recht op Gods zegen. Of andersom: ik heb zoveel steken laten vallen, God zal met mij wel niets meer te maken willen hebben.
Maar zo is het niet! Leven met God is geen zaak van een contract, maar van een verbond – een relatie, geen prestatie. Onthoud dat maar: een relatie, geen prestatie. Een goed voorbeeld is een huwelijk, een huwelijksverbond. Dan beloof je elkaar trouw, niet alleen zolang je er voordeel van hebt, zolang de ander levert zeg maar, maar onvoorwaardelijk: in goed en kwade dagen, in gezondheid en ziekte, totdat de dood je van elkaar scheidt. Daarom is het ook zo erg als een huwelijk gebroken wordt – want het is geen contract dat je opzegt, het is een verbond waarin je allebei onvoorwaardelijk beloofd hebt er voor elkaar te zijn.
Nu sluit God dus een verbond met Abraham. God belooft hem trouw. Hij verwacht natuurlijk van Abraham ook trouw, dat zeggen die beginwoorden al ‘leef in verbondenheid met mij!’ Maar… het is een verbond, een relatie, niet een contract dat God opzegt bij contractbreuk. God blijft zich aan zijn woord houden!
En nu het mooie: in de doop verbond God zichzelf vanmorgen aan Ayla. Dat Hij haar God wil zijn, haar wil zegenen, vernieuwen, vergeven en dragen. Sterker nog: dat heeft hij beloofd aan élk van ons, als we gedoopt zijn. Wat een zegen is dat! En het grote worden… die belofte trekt Hij niet terug als wij tegenvallen. Want het verbond rust op relatie, niet op prestatie! Wij hebben geen contract met God, maar een verbond!

[wij door Jezus er ook bij]
Maar nu denkt iemand misschien: wat heb ik, wat heeft Ayla te maken met God verbond met Abraham? Dat is weet ik hoe lang geleden, en wij zijn ook geen Joden, geen kinderen van Abraham. Ja, dat het lang geleden is, dat klopt. Maar het mooie is: God noemt het verbond met Abraham een ‘eeuwigdurend verbond’ – dus dat het lang geleden begon is het probleem niet!
Maar hoe zit het als je géén Jood bent, geen letterlijke afstammeling van Abraham? Kijk, dan moeten we in het Nieuwe Testament lezen – even een stukje verdieping. Paulus schrijft in de Romeinenbrief ‘ieder die gelooft is een kind van Abraham’. Abraham is de vader van alle gelovigen – de geestelijke vader. Niet voor niets zegt God hier al, als hij het verbond sluit: ‘je zult een vader worden van vele volken’ – dat is niet alleen door letterlijke afstamming. Nee, het is door Jezus dat deze belofte veel dieper in vervulling gaat dan Abraham ooit had kunnen denken. Door Hem mogen mensen uit alle volken delen in de zegen van Abraham; door geloof in Hem mogen ze verbonden raken aan de God van Abraham, en delen in de zegen van het verbond. Zeker, er is een deel dat is voorbehouden aan de létterlijke nakomelingen van Abraham is – de landbelofte, de belofte van dat specifieke stuk grond langs de Middellandse zee. Echter, er is ook een geestelijke zegen en die kent geen grenzen. het is de belofte: ‘ik zal jouw God zijn, en die van je nakomelingen’. God wil ook de God zijn van de geestelijke nakomelingen van Abraham – van ieder die gelooft in Hem, uit welk volk dan ook! De vraag is dan natuurlijk wel: bent u, ben jij zo’n kind van Abraham door het geloof?

[tekens toen en nu]
Bij een verbond hoort ook een bezegeling. Bij een contract worden er handtekeningen gezet, bij een verbond is er meestal een teken, iets dat de verbinding bezegeld. Zo worden bij een huwelijks ringen gegeven, als teken van de beloofde trouw. Hoe is dat bij het verbond met Abraham? En wat heeft dat met de doop te maken?
Bij het verbond met Abraham werd een teken gegeven: de besnijdenis. Voor ons misschien een vreemd iets, maar destijds was de besnijdenis bij vele volken bekend – het verwijderen van de voorhuid van het mannelijk geslachtsorgaan. God neemt dat symbool over, en maakt het tot teken van het verbond. Dat heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat Gods verbond overgaat van generatie op generatie. Nog steeds worden alle Joodse jongetjes besneden als ze acht dagen oud zijn – het markeert hun Joodse identiteit, hun horen bij het volk van Abraham. Het is een teken aan het lichaam: ‘ik hoor bij Gods volk, ik ben van Hem, Hij is mijn God’. Onuitwisbaar!
En nu is hier vandaag de doop bediend. Dat is het teken dat je door Jezus Christus aan de God van Abraham verbonden mag zijn. De doop is het zegel van Gods trouw voor de christelijke gemeente. Het oude doopformulier zei dat de doop in de plaats van de besnijdenis is gekomen, dat is eenvoudig onjuist. Maar wel kunnen we zeggen dat de doop een vergelijkbare functie heeft als de besnijdenis. Paulus schrijft in de Kolossenzenbrief, we hoorden het voorlezen: ‘in Hem – in Jezus – bent u óók besneden, niet door mensenhanden, maar met de besnijdenis van Christus, door het afleggen van het aardse lichaam. Toen u gedoopt werd bent u immers met Hem begraven…’ enzovoorts. De doop geeft aan: je hoort bij de Heer, bij Jezus. En daarom is zijn Vader ook jouw Vader. Daarom mag je delen in wat Hij aan Abraham al beloofde: ‘ik zal jouw God zijn’. Wat is het een zegen om gedoopt te zijn! Om het vandaag vóór je te zien, hoe God zijn verbond bezegelt.

[verbondsrespons]
En tegelijk wordt dan ook onze reactie gevraagd. Je kunt nooit zeggen ‘ik ben gedoopt, dus het zit wel goed’. Evenmin trouwens als iemand ooit kon of kan zeggen ‘ik ben besneden, dat zit wel goed’. Nee, er wordt een reactie gevraagd, een verbondsrespons, om het eens zo te noemen. Allereerst geloof – want doop en geloof zijn alleen sámen te denken, ook bij de kinderdoop. En dan ook een leven dat daarbij past. Eigenlijk is het niet anders dan wat God tegen Abraham zei: ‘leef in verbondenheid met mij, leid een onberispelijk leven’. Dát wordt net zo goed gevraagd van ieder die gedoopt is. Want al is een verbond geen kwestie van prestatie maar van relatie, een relatie moet wel van twee kanten komen – anders is het niet echt een relatie te noemen, toch?
God belooft zijn trouw. Maar wat verwacht Hij van ons? Die twee dingen: leven in verbondenheid met Hem, en een onberispelijk leven leiden. En let op! Al te snel leg je weer de nadruk op ‘een onberispelijk leven leiden’. En dat moet ook, dat is wat God vraagt! Maar al te snel kom je weer in de contractsfeer, in de prestatie. ‘Ik moet goed leven – mijn deel van het contract, en dan blijft God mij trouw en zegent mij – zijn deel van het contract’. Maar zo dus niet! Gods trouw komt éérst, die kun en die hoef je niet te verdienen! Wij hoeven er alleen op te antwoorden. Laten we liever beginnen met dat wat God ook eerst noemt: ‘leef in verbondenheid met Mij’ – met God. Dat is nu de relátie, niet de prestatie. Leef met God! Doe jij dat, en u?
Leer het Ayla maar: God houdt van jou, Hij zal je nooit verlaten. Je mag alles aan Hem vertellen en alles met Hem doormaken wat het leven brengen zal! En… leef zelf ook zo. Leef met God, in gebed en dankbaarheid en geloof. Laat Hem de weg maar wijzen, en luister naar zijn stem. IN de Bijbel, in de kerk. Leef in verbondenheid met Hem – in het verbond! Doet u dat, die lang geleden gedoopt werd? En jij? Of weet je nog niet of Hij de regie mag hebben in je leven? Ik zal je zeggen: als je Hem het roer in handen geeft, dan ben je gezegend!
En als hier mensen zijn die niet gedoopt zijn: wil je je aan de Heer verbinden? Het kan! Kom er maar eens over praten.

[slot]
Tenslotte: het is maar goed dat God een verbond sluit met mensen, niet een contract. Want wie zou er anders niet schuldig zijn aan contractbreuk? God niet, Hij is trouw, Hij zegent en geeft zoveel. Maar wij? ‘Leid een onberispelijk leven’ – wie kan dat ooit geheel van zichzelf zeggen? En toch blijft God trouw aan zijn genade. Ja, zelfs als wij van onze kant het verbond, de band met God geheel verscheurd hebben – Hij is trouw. Er is áltijd een weg terug naar Hem. Daar heeft Jezus zelf voor gezorgd.
En daarom, houd vast aan dit goede nieuws: God verbindt zich aan mensen! Niet in een contract, maar in een verbond. Geen prestatie, maar een relatie. Hij wil een God van mensen zijn. Van Ayla, van jou, wie je ook bent, en van mij! En het mooiste: “Zijn wij ontrouw, Hij blijft getrouw. Zichzelf verloochenen kan Hij niet”. Hem zij de eer in eeuwigheid!

Amen