Tags
Gemeente van Jezus Christus,
[intro]
Toen ik nog student was, heb ik een tijdje in Heidelberg gestudeerd in Duitsland. Ik deed daar mee met een christelijke studentenvereniging, ‘SMD’ – Studenten Mission Deutschland. En zoals de naam al zegt, waren ze vrij missionair ingesteld. ze wilde graag het evangelie Van Jezus doorgeven aan andere studenten. op een gegeven moment was er weekend, Ik was ook mee, en daar oefenden ze ermee. Wat zeg je als je een gesprekje hebt over je geloof? Hoe kon je nu je geloof doorgeven, hoe kon je de Heer aanprijzen aan anderen? En de één zei: geloof in Jezus geeft me blijdschap van binnen. een anderzijds: ik ervaar steun in moeilijke tijden. Een derde zei nog iets vergelijkbaars – allemaal over de voordelen van geloof zou je kunnen zeggen. En toen kwamen ze bij mij. Iemand vroeg: als ze jou nou vragen Waarom je in God gelooft, wat zeg je dan? Ik zei: ik geloof in God omdat het de waarheid is. Dat was even een onverwacht antwoord geloof ik! Het is ook de vraag of dat marketing-technisch wel zo goed is. Kun je bewijzen dat het christelijk geloof waar is? kun je aantonen dat God bestaat? Ik denk dat je dan eerder in lange discussies terechtkomt.
Maar toch… Ik herinner me dit nog goed. Want moet je nu geloven omdat dat voordeel oplevert, je leven verrijkt? Of omdat je er niet onderuit kunt? Soms zijn er mensen, die hebben het heel moeilijk. Dan zeggen ze wel eens tegen me: ‘als ik mijn geloof toch niet had….’ Want ze vinden in hun moeite gelukkig steun bij God. In andere landen echter zijn er broeders en zusters die zeggen: ‘ als ik mijn geloof toch niet had…. dan zat ik niet hier’ – in een politiecel. En zeker, ze ervaren vaak steun van God vaak, juist dan. Maar of je in zulke landen geloof in God kunt aanprijzen als iets verrijkends? Ik vraag het me af!
[Jeremia’s moeizame leven]
Vandaag weer verder met Jeremia. Jeremia was zeker een gelovig man, iemand die de Heer diende. Maar of dat zijn leven nu fijner maakte? in hoofdstuk 16 horen we welke opdrachten God hem geeft. Kort en goed: hij mag geen gezin stichten, hij mag niet meedoen aan rouw over een overledene, en hij mag niet meedoen aan enig feest. Dat is nogal wat! En de motivatie erbij is ook zeer heftig. Soms zijn er weleens mensen die zeggen: Ik wil geen kinderen op deze wereld zetten. Als je ziet hoe onze wereld er aan toe is… Of ik kom best wel eens oudere mensen tegen, die zeggen: Ik ben blij dat mijn kinderen nu niet hoeven op te groeien. Dan Jeremia! Op jonge leeftijd tot profeet geroepen, misschien wilde hij wel kinderen. Tegen hem zegt de Heer zelf: jij mág geen gezin stichten, geen kinderen krijgen, want het wordt een vreselijke tijd in Israël. Ouders en kinderen zullen sterven als de Babyloniërs straks binnenvallen. Je mag niet rouwen, straks zal er geen tijd zijn om over alle doden te rouwen. Je mag niet feesten, want ieder feest zal ophouden.
Jeremia bréngt niet alleen een boodschap van God, zijn hele leven wordt een boodschap van God. Je kunt je voorstellen dat dit heel heftig moet zijn geweest. Stel je voor: uitnodiging voor een feest – nee ik kom niet. Rouwkaart – nee, ik ga niet, stuur ook geen kaart, laat niets van me horen. Wat moeten de mensen van hem gedacht hebben, zeker als hij uitlegde waarom?! Hoe moet dit voor hem zelf geweest zijn?
We hoeven daar niet naar te raden, want het staat in hoofdstuk 15. Het Bijbelboek Jeremia is niet helemaal chronologisch opgezet, en 2e helft v H15 past precies als antwoord op eerst helft H16. Hoe voelt dat voor Jeremia om dienaar van God te zijn? Hij zegt het zelf: [lees vers 10 voor]. ‘Ach moeder, dat u mij moest baren!’ Hij zegt eigenlijk dit: was ik maar nooit geboren. Het is een en al ellende. Dat kan blijkbaar als je leeft met God! Ik denk aan Job, die zijn geboortedag vervloekte. Ook al was hij nog zo gelovig, daar had hij op dat moment niet echt steun aan. Hier bij Jeremia is het net zo. Het wordt hem allemaal te veel. Het leven? Nou vooral het leven met Gód!
Ik denk dat dit iets belangrijks is, om vanmorgen mee te nemen. Geloven, leven met God, is niet een ‘zacht kussen’ of ‘troost’ of ‘steun’ – ten minste, niet altijd, en niet alleen! God mogen kennen is geen aardige add-on op je bestaan.
[God dienen ook nú soms moeilijk]
Aan God verbonden zijn maakt Jeremia’s leven niet makkelijker. Nee, het maakt het moeilijk. En nu is hij natuurlijk wel een extreem geval: geen gezin mogen stichten, voortdurend het oordeel prediken, geen rouw en geen trouwpartij mogen bezoeken… Maar ik denk dat hij in extreem uitvergrote vorm iets laat zien van wat leven met God inhoudt, of kan inhouden. Ook nu! Dat kan moeite geven. En wel na 3 richtingen: buiten, binnen en boven [herhaal]
VAN BUITEN (NB: hier volgt een stuk in hoofdlijnen, niet geheel uitgeschreven)
Allereerst moeite van buiten. Jeremia zegt het: [vers 10b-d]. En in vers 13: ‘weet dat ik omwille van u belasterd word’. De mensen zaten niet op zijn boodschap te wachten. De mensen lachten om zijn vreemde levensstijl. Jeremia was eenzaam en onbegrepen. Wat moet hij het zwaar hebben gehad, wat was zijn roeping een last! Ons leven als God-gelovers is gelukkig heel anders. Maar toch… Ook nu kan een leven dat met God verbonden is tegenstand geven van buiten.
– Die man uit intro, in cel. Sommige plekken: vervolging, gevangenschap, als Jeremia zelf verderop ook trouwens
– Hier eerder: vreemd aangekeken, zoals Jeremia om zijn gedrag. Als je aan dingen níet meedoet, net als hij aan dingen niet kon meedoen.
– Wel anders: hij mocht dingen niet v. God die op zich goed. Voor ons: dingen die niet goed.
o Op school: vervelend doen. Op werk: niet willen meedoen aan iets dat niet eerlijk is. Of als je ’n roddel afkapt: ‘dat wil ik níet horen’. Of als je iets zegt van gevloek, of v.e. racistische mop – doe je wel eens zoiets? Wordt niet in dank afgenomen.
o Tegenstand v buiten, dat leven met de Heer je leven niet simpeler of mooier maakt
o als je laat merken dat voor jou niet alle geloven gelijk zijn, of dat je niet alleen in hemel maar ook in de hel gelooft. Kun je al snel voor intolerant of fundamentalist worden uitgemaakt.
o of… ach, ik kom bij geijkte voorbeelden. Misschien heb je wel eigen ervaring op heel ander terrein. Als je serieus probeert volgeling v Jezus te zijn – kan weerstand oproepen. Ook al kun je als Jeremia zeggen: ik doe niemand kwaad. [vs 10c]
o Of ik denk vandaag aan Jeremia die alleen bleef. Wat als je zegt dat je alleen een gelovige vriend/vriendin wil… mensen vinden vreemd. En zéker als de ander wel zou willen, maar jij afhoudt gebeurt dan nog trouwens? Ik hoop v wel. Belangrijkste beslissing v. je leven, met wie je relatie begint! Tenminste… dat is al seculier gedacht. De belangrijkste beslissing is: je leven aan onze goed God te geven. Juist daarom moet je ook het aangaan v.e. relatie in dát licht bezien.
VAN BINNEN
– maar dit brengt al bij tweede: tegenstand v binnen. Al weet je van Gods werkelijkheid, kom je niet los v Hem, kan t nog in je eigen binnenste ergeren dat je maar niet kunt doen wat je wilt
– dat is definitie v. geloof: “niet meer kunnen doen wat je zelf wilt” als eens zó naar gekeken?
– niet wat je zelf wilt, maar wat de Heer wil is leidend.
– kan van binnen wrevel geven. Gaat ‘tegen je eigen vlees in’ zoals ze vroeger zeiden.
– VB: boek dat ik van de week las, nogal romantisch, en christelijk. Meisje verliefd, maar jongen gelooft niet. Ze hoort, ze weet dat t niet Gods bedoeling is dat ze die relatie aangaat. Maar kost hele strijd van binnen. Is het ‘God eerst’ of ‘ik doe waar ik me toe voel aangetrokken?’ Uiteindelijk doet ze wat ze voelt dat God vraagt, nl. die relatie níet doorzetten. Maar kost haar veel! Ze is alleen, letterlijk. Als Jeremia
– Kan ook op andere terreinen. Bv. Innerlijke strijd dat je niet zomaar alles kunt kijken als christen – lastig, vervelend. Moet je nu echt 24/7 God volgen? Of voor een ander: dat je je nooit eens kunt laten gaan met alcohol, of met flirten. Of n ander: waaraan je je geld uitgeeft. “God, wilt u daar óók al iets over te zeggen hebben?”
– ken je die strijd, tegen jezelf, tegen wat je liever wil en lekkerder voelt? Ben je die wel eens aangegaan? Gelovig leven is, ik herhaal, wat je bij Jeremia in t extreme ziet: niet wat je zelf wilt, maar wat de Heer vraagt, dat doe je.
– ervaar je die strijd nooit: hoe levend is dan je geloof? Is het meer dan een soort idee van steun in de rug? God geeft alles én vraagt alles! Wil je eigenlijk wel zo geloven? Maar het is de enige echte manier…
VAN BOVEN
– Dit klinkt al best zwaar misschien allemaal… Jeremia is dan ook n zwaar boek.
– maar t kan nog zwaarder. Stel: je blijft trouw aan God, ondanks tegenstand en spot – net als Jeremia. Je geeft zelfs dingen op waar je hart aan hangt – net als Jeremia.
– En dan? Wat houd je over? Bij Jeremia: God en zijn woord. Dat was zijn eten en drinken, bijna letterlijk. [lees vers 18] Sóms was hem dat genoeg. ken je daar iets van, dat je zó blij kunt zijn met de dingen v God, dat t andere wegvalt? (Ps 4)
– Echter: niet altijd. Soms merkt hij ook niets van Gods liefde, ervaart hij niet dat hij kracht krijgt. Jeremia krijgt het ook moeilijk met ‘boven’ zogezegd. En ook dat kan nu. Dat Gód ver weg lijkt, terwijl je je aan Hem hebt gegeven.
– [lees vers 18d-e]. Jeremia klaagt dat Gód onbetrouwbaar is/lijkt. Zéér aangrijpend.
– H2: nog gezegd ‘Gods is de bron v levend water’ en hij waarschuwde de mensen: jullie zoeken t verkeerd, bij gebroken waterbakken. Maar nu: God zelf ’n onbetrouwbare beek. VB: in woestijn: wadi met soms water (regen/droog). Waar moet je dan drinken?
– Ja, zo kan het dus ook gaan als je gelooft! Dat God ver weg lijkt. Dat zijn beloftes níet waar lijken ‘ik zal er zijn’, ‘ik draag je’ etc. Als je géén steun en kracht ervaart. Dat kan. En je kunt niet bedenken waardoor. Is God onbetrouwbaar?
– Gelukkig ben je als je hier niet van weet. Maar kan! Heel wat mensen hebben ervaren. VB moeder Teresa, dagboek. ‘ik voel niet, ik merk niets… ga maar door met wat weet dat ik moet doen
[Gods reactie]400
– nee, leven met God is geen gespreid bedje vaak. En wat moeder Theresa zei, is dan meteen ’t enige goede antwoord. ‘ga maar door met wat weet dat ik moet doen’
– Jeremia krijgt antwoord van God. Vers 19-21. Daar staat net zoiets. Ik kan er nu niet in detail op ingaan, maar t komt hier op neer: houd vol, en blijf op mij gericht.
– houd vol! Heel basic, en goed om te horen.
o als je vervelende reacties krijgt: houd vol
o als je soms denkt dat een leven zonder God een stuk lekkerder en makkelijker zou zijn: houd vol! Want je wéét toch dat Hij er is? Denk je echt dat je zomaar kunt weglopen? Houd vol!
o En als je wellicht van Hem niets meer merkt: houd vol! En blijf op Hem gericht. In je denken, je bidden, je daden.
o Jeremia krijg te horen: richt je niet naar het volk. Naar nu vertaald: ga nu niet mee in het doen en denken van de wereld zonder God. Blijf op Hem gericht. Zoek Hem, in de kerkdienst, in de Bijbel, in gebed… Houd vol!
– En tegelijk valt op: hiermee is niet alles beantwoord. God gaat niet in op de heftige emoties van Jeremia. Is dat nu een antwoord, tegen iemand die het niet meer zit zitten, die moe en boos is? Zeg je dan ‘houd vol, blijf op mij gericht’? Het schuurt!
– Niet alles wordt opgelost. Toen niet, en nu niet. Vragen en gevoelens blijven staan. Geloof en gebed strijken niet alles glad! Gewoon níet.
– Maar God doet nog één ding: bemoedigen. Niet met nieuwe dingen, maar herhaling van wat je al wist.
– hij herhaalt in vers 20 en 21 letterlijk de beloftes die hij deed in H1, toen Jeremia geroepen werd. “Ik zal je terzijde staan, ik zal je beschermen, redden, bevrijden”.
– Met die beloftes mag Jeremia het doen. Mogen en moeten wij het ook doen, op de weg van het geloof. God belooft dat Hij bij je blijft, als je bij Hem hoort. Je kunt denken: het zijn maar woorden. Maar dít zijn de woorden die je dragen, die je telkens weer moet horen. Beloven dat vraagt om geloven, en wat dan wáár wordt
[Slot]
Ja, en Jeremia leefde in het OT. Wij mogen zeggen: in Jezus Christus zijn al Gods beloftes ‘ja’ en ‘amen’. Wij mogen zoveel méér weten dan hij. Maar dat wil niet zeggen dat in ons NT geloof alles altijd fijn is. De hele Hebreeënbrief bv. is één oproep om vol te houden en je op Jezus te richten Ook nu kan een leven met God moeilijk zijn, van buiten, van binnen, en zelfs naar boven. Geloof is een pelgrimsreis, een woestijnreis soms, naar het beloofde land waar je nog niet bent… Een reis, niet omdat het zo verrijkend is, maar omdat je geroepen bent. Omdat je innerlijk niet meer loskomt, weet dat God wáár is – al kun je hevig twijfelen soms.
Tenslotte: wat zal Jeremia hebben opgekeken toen hij aan het einde van zijn aardse reis was. Hij wist zoveel nog niet, van de hemel, van de Heer Jezus. Wat zal hij overweldigd zijn door licht en leven en liefde, meer dan hij ooit had verwacht. Hij kwam thuis, op een plek waar hij nog nooit geweest was. En daar, daar wil de Heer ook ons ontvangen. Daar is de strijd voorbij. Daar is geluk, dat alle moeite hier als niets zal laten lijken. Daar is vrede die alle strijd vergoedt. Daar is de Heer zelf, zonder iets dat hindert. Daar zal blijken dat Hem volgen tóch de beste keuze was. Zeker weten!
Amen