Tags

, ,

Verward en zwart zijn Jozefs dromen
omdat Maria zwanger is
en, wat nog zoveel wranger is
het niet door hem zo is gekomen

Dan hoort hij plots een engel spreken
die hem verklaart wat is geschied:
ontrouw is zijn Maria niet
maar van Gods trouw het levend teken

Een kind is in haar schoot gaan leven
door een geheim dat niemand weet
‘Jezus’ is hoe dit kindje heet
en híj moet het die naam gaan geven

Het is of grootse visioenen
gevangen liggen in die naam:
de Goddelijk Erfgenaam
die alle zonde zal verzoenen;

de grote Zoon die wordt gegeven,
de Zoon van God die Redder is,
die ’t licht is in de duisternis,
de weg, de waarheid en het leven.

Hij wordt genoemd met vele namen:
die Wonderlijke Raadsman heet,
omdat Hij de geheimen weet
van hemel en van aarde samen.

En Sterke God, die de gebeden
verhoren zal, die overwint.
Eeuwige Vader heet dat Kind,
en Vorst van eindeloze vrede.

Het aardse land zal door zijn komen
het land van melk en honing zijn.
het Kind van God zal Koning zijn,
hoger dan Jozef ooit kon dromen.

De beelden in de nacht vervagen
Verbaasd ontwaakt hij en hij weet:
er komt een kind dat Jezus heet
en waarlijk deze naam mag dragen.

NB: couplet 4-7 zijn vrij letterlijk afkomstig uit gezang 25 LvdK (J.W. Schulte Nordholt)