Tags

, , , ,

Gemeente van Jezus Christus,

[intro]
Over zondag en zondagsrust gaat het vanavond. Wat dat betreft is er de afgelopen 50 jaar heel veel veranderd, zowel binnen de kerk als daarbuiten. Ouderen hier zullen zich nog wel dingen herinneren rond de zondagsinvulling vroeger. Was hen niet bij uzelf dan kent u de verhalen wel. Dingen als ‘niet fietsen op zondag’, ‘niet afwassen’, soms zelfs ‘niet buitenspelen’. Zondagse soep, die zaterdags al was gemaakt, zodat er op zondag niet gekookt hoefde te worden. Voor sommigen was de zondag een dag met warme sfeer in het eigen gezin; voor sommige andere misschien alleen maar een vervelende dag dat er niets te doen was. Er wás ook niets te doen, bijna alles was gesloten.
Voor jongere mensen klinkt dit waarschijnlijk als een compleet vreemde wereld. Zondagsrust is grotendeels uit de wetgeving verwijderd. Zondag: een dag voor sport, voor familiebezoek en andere leuke dingen. Hoewel, hoe zit dat als je gelovig bent…? In de tien geboden staat dat gebod over de rustdag. Maar wat betekent dat concreet? Daar wil ik vanavond met u over nadenken. De rustdag heiligen, hoe doe je dat?
Want dat staat er in het vierde gebod. Het is niet allereerst een vérbod, maar een gébod. “Houd de sabbat in ere als een heilige dag”. Dat is een gébod. Vorige generaties zijn dat wel eens vergeten, die legden meer nadruk op het verbod dat erachteraan komt. “Dan mag u niet werken”. Het gaat om een gébod: heilig de sabbat.

[sabbat en zondag]
[a) de dag]
Maar dan zijn we meteen al bij het eerste probleem van dit gebod. Om welke dag gaat het eigenlijk? De sabbat, staat er. Dat is de zaterdag, de Joodse rustdag; en níet de zondag. Waarom doen we dat dan niet? Wij houden de zondag als rustdag, niet de zaterdag.
Ik wil daar even vrij uitgebreid op ingaan. Daarvoor moeten we terug naar de begintijd van het christelijk geloof. In de tijd kort na Jezus waren veel christenen Joods. Die hielden ongetwijfeld gewoon de sabbat als rustdag – net als Jezus zelf trouwens. Vrij waarschijnlijk kwamen echter ze ook op eerste dag, de opstandingsdag, bij elkaar, om samen het Avondmaal te vieren.
Het christelijk geloof breidde zich echter ook uit onder andere volken, heidenen. Die kenden de sabbat niet. Deze gelovigen kwamen bijeen op de zondag, de dag van Jezus’ opstanding, om dan het avondmaal te vieren en samen de schriften te overdenken. Dat deden ze vaak ’s ochtends of ’s avonds, want de zondag was geen rustdag. Ze moesten verder gewoon werken of deden hun winkel open.
Christenen van Joodse afkomst vierden dus de sabbat, maar anderen kwamen op zondag samen zonder dat het een echte rustdag was. Paulus schrijft daar over in de Romeinenbrief. Onze vertaling geeft het zo weer: ‘De een beschouwt bepaalde dagen als een feestdag, voor de ander zijn alle dagen gelijk’. Dat is echter nogal vrij vertaald, letterlijk staat er ”De een acht de ene dag boven de andere, de andere acht alle dagen gelijk”. Dit slaat niet alleen op de Joodse feeste, maar ook op het al dan niet houden van de wekelijkse sabbat. Wat vindt Paulus daar zelf van? Hij zegt simpelweg “Laat iedereen zijn eigen overtuiging volgen”. Een opvallende uitspraak: er wás toen dus geen vaste rustdag onder alle christenen!
Later verordende keizer Constantijn dat de zondag de wekelijkse rustdag moest worden in zijn rijk, ter ere van Jezus’ opstanding. Op zich mooi. Het gevolg was echter dat de sabbat de Joodse rustdag werd, en de zondag die van de christenen. Want Joodse christenen waren er niet veel meer, en de kerk zette zich helaas in die tijd steeds meer af tegen het Jodendom.

[b) de invulling]
Kun je de sabbat dan zomaar afschaffen? Nee, maar dat gebeurde ook niet. Wat gebeurde was dit: de dag waarop de christenen samenkwamen werd de officiële rustdag. Dat is iets anders. Zolang je maar niet zegt dat de zondag in de plaats van de sabbat is gekomen. Dàt is niet zo! Helaas gaat de aloude catechismus daar echt de fout is. Ik heb het tussen vierkante haken gezet op uw handout: “de sabbat, dat is op de rustdag”. ‘Sjabbat’ betekent inderdaad iets van ‘rustdag’. Maar hier bedoelen ze: wat vroeger de sjabbat was, is nu de onze rustdag, de zondag. En dat klopt niet. Het wonderlijke is dat deze woorden ontbreken in het Duitse origineel van de catechismus, en door de vertaler blijkbaar zijn toegevoegd in de Nederlandse versie. Heel kenmerkend, want al die discussie over ‘wat mag en wat mag niet op zondag’ is typisch Nederlands. In Engeland bv. neemt men gerust de bus naar de kerk, en toen ik in Duitsland woonde ging ik gerust met een groepje studenten ergens eten halen na de kerkdienst. Veel discussies komen doordat men sabbat en zondag door elkaar haalt, en dat begint dus hier helaas al in de catechismus.
Wat is de sabbat? We hoorden het net uit Exodus 31: een eeuwig teken van het verbond tussen de Heer in het volk Israël, voor alle generaties. Net als de besnijdenis. Besnijdenis en sjabbat, dat zijn twee tekens van Gods verbond met Israël. Voor altijd. Messiasbelijdende Joden houden gewoonlijk dan ook allebei, ook al geloven ze in Jezus – want zij zijn Joods.
Maar wij zijn geen Joden. Door genade mogen we delen in de zegen van Israëls God; door Jezus mogen mensen uit alle volken tot Hem komen. Maar we hoeven ons niet aan al de geboden voor het Joodse volk te houden. De spijswetten niet, de besnijdenis niet – en óók de sabbat niet! Eén leefregel is leidend voor ons: Jezus’ gebod om God lief te hebben boven alles en je naaste als jezelf. De tien geboden zijn leidend omdat en inzover ze een uitwerking zijn van dit grote gebod.

Nu is het vierde gebod wat dat betreft het meest lastige. Prof. Ouweneel merkt op: Jezus heeft alle andere geboden verscherpt en uitgebreid, behalve dit. Jezus kreeg er juist last mee dat Hij zo losjes omging met de sabbat, we lazen een voorbeeld uit Markus. Het gaat dus blijkbaar niet om de regel op zich. Je kunt elke week 24 uur lang strikt niets doen, maar dat heeft nog weinig te maken met liefde tot God en je medemens. Dat is niet de kern die wij christenen hoeven mee te nemen. Maar wat dan wel?

[dag voor God]
Om die kern te vinden moeten we niet bij het vérbod insteken. Dat is een middel tot iets anders. Niet werken, omdat… er een rustdag geheiligd moet worden voor de Heer, onze God. ‘Heiligen’, dat wil zeggen ‘apart zetten, afzonderen van het gewone’. Een dag apart zetten voor God. Kijk, dat is iets dat wel helemaal past binnen Jezus’ grote gebod. God liefhebben boven alles, zou dat niet enorm bevorderd worden als we wekelijks tijd voor Hem nemen? Net als in een relatie tussen man en vrouw: wil je elkaar blijven liefhebben, dan moet je tijd nemen voor elkaar, dat weten we allemaal. Zo is het ook in de verhouding tot de Heer. Hem liefhebben – daar hoort bij: tijd voor Hem nemen. Elke dag, maar dit vierde gebod reikt het ons aan: één dag in de week speciaal. Welke dag het is, dat is minder belangrijk. In onze cultuur is dat dus de zondag, dankzij die beslissing van keizer Constantijn. Een bijzonder passende dag: die van Jezus’ opstanding. In Israël komen ook christenen die geen Jood zijn, vaak samen op de zaterdag. Gewoon om praktische redenen, dan is iedereen vrij. In islamitische gebieden komen christenen soms wel samen op vrijdag.

Eén dag per week apart voor de Heer, dat hebben we echt nodig. Wie van de Heer houdt, zou als vanzelf tijd voor Hem moeten nemen, niet alleen wekelijks, maar zelfs dagelijks. Als we er echter steeds zelf aan moesten denken om nu en dan tijd te reserveren voor de dingen van God, wat zou ervan terechtkomen? We zijn allemaal zo druk, het zou al snel in de verdrukking komen. Daardoor zou je geloof verzwakken, en dan vind je het even minder belangrijk, en dan versloft het nog meer. Uiteindelijk zou God en geloof langzaam uit ons leven verdwijnen vrees ik.
Maar God helpt ons. Hij reikt ons dus aan: één vaste dag apart zetten voor Hem. Heiligen. Hoe doe je dat dan? Nou, niet door niks te doen! Laten we maar naar de catechismus kijken. Geloven is geen eenzame zaak, dat doe je samen. Dus het eerste om te doen op de zondag, dat is in de kerk samen te komen. En waarom? Dat staat er ook. Allereerst om Gods woord te horen. Om gevoed te worden – zonder voedsel ga je dood, en zonder geestelijk voedsel gaat je geloof dood. Trouw tot Gods gemeente komen staat er– dat wil ik wel onderstrepen. Trouw – niet alleen als je zin hebt of tijd over. Je eet toch ook niet alleen als je zin hebt? Dat is niet gezond. Op vaste tijden je maaltijden, zo ook in het geloof! En bovendien, het is Gods gemeente waar je heengaat. Wij zeggen vaak ‘ik ga naar de kerk’, maar dan mis je het voornaamste. Je gaat naar Gods gemeente, naar je broeders en zusters. Om daar samen Gods woord te horen. Niet dus ‘een dominee te horen’ die beter of slechter preekt, maar Gods woord. Dat is heel wat meer! Kom alstublieft zó naar de kerk, met in uw hart de vraag: wat wil God mij vandaag zeggen? Dan zul je merken dat Hij ook werkelijk u iets te zeggen heeft!

En verder, zegt de catechismus, de sacramenten gebruiken. De doop, eenmalig, maar vooral het Avondmaal, dat we telkens weer vieren. Dat is wel een bijzonder moment om de band met Hem te versterken. En nog verder: God openlijk aanroepen. Samen bidden – dat heeft meer kracht dan als je alleen bidt. Het gebed wordt gedragen door het geloof van hele gemeente. Samen áánbidden, samen zingen ook – tot Zijn eer en tot je eigen opbouw. En tenslotte: om te geven in de collecte – ook belangrijk. Een dankoffer voor God en tot hulp van wie het nodig hebben.
Wat een zegen is dat dan, de zondag. Dat is toch geen plicht? Een dag voor God. Opdat we niet langzaam van Hem wegglijden. Een dag om Hem te eren, te groeien in de relatie met Hem, en om zelf gezegend te worden. Een Engelse dichter zegt het zo “the Sundays of one’s life, threaded together on times string /Make bracelets to adorn the wife/ Of the eternal glorious King” [vertaal]

[dag voor de mens]
Een dag voor God, zei ik. Maar eigenlijk heb ik toch al veel gezegd over het voordeel dat wíj ervan hebben. Want de Heer geeft ons dit gebod, en alle geboden, tot zijn eer én tot ons geluk. Dat gaat samen.
[rust]
Maar dit vierde gebod is ook een gebod dat so wie so goed is voor de mens. Eén dag van rust per week, dat heeft een mens wel nodig. De Bijbel zelf geeft dit aan als een van de motivaties voor de rustdag. In Exodus 23 staat “zes dagen moet u uw werk doen, maar op de zevende dag moet u rusten, zodat uw rund en uw ezel kunnen rusten, en zodat uw slaven en de vreemdelingen die voor u werken op adem kunnen komen”. Jezus zegt iets dergelijks in het stukje wat we uit Markus lazen “de mens is er niet voor de sabbat, maar de sabbat voor de mens”.
Het is gewoon góed voor een mens om het werk regelmatig af te wisselen met rust. Als je al maar door gaat, dan raak je uitgeput, dan móet je uiteindelijk wel rust nemen. Maar beter is het om rust te nemen voor het zover is! Een heel menselijke regel, dit vierde gebod. Onder alle volken moesten de slaven 7 dagen per week zwoegen – maar niet onder Israël, daar kregen ze van de Heer een vrije dag. Wat een zegen! En wat zijn wij dan dom als we almaar doorrennen. De huidige 7×24-uurseconomie zou moeten leiden tot vrijheid en flexibiliteit, maar waar het vooral toe leidt is algemene stress. Al onze dagen zitten vol, niet alleen met werk maar ook met de andere dingen die we willen of moeten – winkelen, sporten, uitgaan, kinderen halen en brengen, familiebezoek… Hoe heerlijk zou het niet zijn om gewoon te zeggen: vandaag doe ik even helemaal NIETS! Maar mensen, die gelegenheid hébben we. Die krijgen we op een presenteerblaadje aangeboden. De zondag – houd hem als rustdag. Juist in deze jachtige tijd is dat ongelooflijk goed voor jezelf, je gezin en je relatie. Plan de zondag niet vol, maar ga naar de kerk en doe verder niets wat ‘moet’.
Dan komen we toch bij die discussie van ‘wat mag wel en wat mag niet’. Laten we elkaar daarin geen wet voorschrijven, maar bij het positieve beginnen. Zorg dat je tijd hebt om naar de kerk te gaan. Wat dat betreft is de trend van verjaardagen en feestjes op zondag wel iets om kritisch naar te kijken, want dat werkt niet bevorderlijk heb ik het idee. En de rest van de dag: houd een rustdag. Niet een dag dat je niets mag, maar een dag dat je rust krijgt. Dat je niet werkt. Ga niet werken op zondag. “Dan zult u geen werk doen”. Natuurlijk, er zijn beroepen waar het noodzakelijk is, zoals in het ziekenhuis. Maar voor de rest: niet doen! Zoek je een baan, let erop. Zeg bij een sollicitatie duidelijk wat je principes zijn. En ga ook niet op zondag thuis dingen van je werk doen. Houd één dag echt voor de rust. Heel praktisch: probeer die laptop uit te houden. Ga níet je mail checken. Zit je op school, doe dan géén huiswerk. Als je goed plant kan dat echt wel. [voorbeeld ikzelf, zegen]
Niemand kan zonder rust, en daarom geeft de Heer ons een rustdag.
En verder? Een ijsje kopen op zondag, mag dat? Op zondag naar die-of-die attractie? Ik ga hier geen concrete voorschriften geven. Wel wijs ik erop dat het gebod zegt: ook niet je knecht voor je laten werken. Ben je zelf vrij, gun anderen dat ook. Aan de andere kant is ons land niet Israël en ons geloof niet een set starre regels. Ik zou zeggen: volg je geweten. Als je gelooft wil de Heilige Geest je leiden ook in zulke beslissingen. Ons probleem is vaak meer dat we die leiding niet vólgen, dan dat we geen idee hebben wat goed en wijs is. Ga maar niet zoeken: wat kan er nog? Wees liever een mens die een contrast vormt in deze maatschappij zonder God en zonder rust. Wees als christenen een minderheid die opvalt door haar relaxtheid, en dúrf ook echt anders te zijn. Ik wil u uitdagen: denk straks thuis eens na over hoe je zondag eruit ziet, in het licht van dit gebod!

[richtingbepalend]
Tenslotte trekt de catechismus de lijn nog breder. Naar alle dagen van mijn leven. Want één dag voor God is niet genoeg. Niet zondags in de kerk zitten en door de weeks leven zonder God of gebod. Wie zo doet, is een huichelaar en brengt Gods naam in diskrediet. Nee, de zondag mag je hele leven stempelen. Als je naar de kerk bent geweest, als je hebt geluisterd en gezongen en gebeden, dan mag dat de hele week erna bepalen. Dat je niet weer zes dagen rusteloos rondrent alsof Hij niet voor je zorgt. Dat je het allemáál met Hem doet. Dat je níet doet wat Hij níet wil, en wél wat Hij wél wilt. Dat is wat de catechismus bedoelt met “alle dagen van mijn leven van mijn boze werken rusten”. Dat je leven bepaald wordt door de tijd die je doorbrengt met Hem. Zondag in de kerk, maar natuurlijk ook alle dagen als je bidt en dankt en uit de Bijbel leest.

En het mooie: zo’n leven is ontspannen. Omdat je je basisrust bij God hebt. Omdat je weet dat Hij er is en voor je zorgt. Je aanvaardt en vergeeft. Dan word je niet krampachtig, ook niet in het proberen het goed te doen. De catechismus zegt het zo mooi “dat ik de Here door zijn Geest in mij laat werken”. Hij werkt, ik mag ontspannen zijn – ik hoef alleen maar te volgen! Maar het begint op zondag. Hoe kun je volgen als je niet luistert – als hier Gods Woord klinkt? Hoe kun je leven uit Gods rust, als je zelf niet één dag de rust neemt die hij je aanbiedt? De rustdag, als wekelijks rustpunt en oplaadpunt, mag ons leven en geloven bepalen.

[slot]
Wat een geschenk is dan dit vierde gebod. Wat een wijs en goed voorschrift. Wij zouden het niet bedacht hebben denk ik, een dag rust als onderdeel van je geloof. Wij dóen zo graan van alles, ook in het geloof. Maar de Heer zegt: doe nu eens niets. Luister naar mijn woord. Komt tot rust in mijn huis. En dan heb je verder nog heel wat tijd voor jezelf en voor je gezin of anderen.
Laten we dan doen wat dit gebod zegt. Laten we leven uit de rust die de Heer geeft. Nu nog een wekelijks moment tussen de hectiek. Nu is er vaak nog geen rusten van alle boze werken. Maar eens, dan breekt de grote rustdag aan. De grote Sabbat. Dan mogen we altijd in het huis van de Heer blijven. Geen kerk met houten banken, maar een vaderhuis met vele woningen. Dan mogen we voor altijd rusten van alle boze werken. Dan mogen we rusten van al ons zwoegen en zuchten hier. Daar zullen we eeuwig Hem eren. God geve dat elke rustdag hier er al een voorproefje van mag zijn!

Amen