Tags

, ,

Deze preek is gehouden voor de afsluiting van de VakantieBijbelClub.

Antwoorden van de ‘turfpuzzel’ staan onderaan!

Vooraf: Ik heb mijn preek vanmorgen voor de duidelijkheid in 3 punten verdeeld. Dat is omdat het Bijbelstuk wat we lazen, heel mooi uiteenvalt in 3 stukken. 3 punten dus, en dit zijn ze:
– als eerste: een absurde afwijzing
– als tweede: de grote uitnodiging
– en als derde: een gast die niet past
(herhaal). Voor de kinderen die de opdracht doen uit lit.boekje: begint nú

Gemeente van Jezus Christus, jongens en meisjes, ouderen thuis, iedereen

[PUNT 1: een absurde afwijzing]
[inleiding]
Het is maar een raar verhaal dat we vanmorgen uit de Bijbel lazen. Vinden jullie ook niet? Stel je voor, je krijgt een uitnodiging voor een geweldig feest. Een feest bij een koning maar liefst! Ik zou daar superblij en opgewonden over zijn, en er naar uitkijken. Jij toch ook, denk ik? Maar wat doen die rare mensen in het verhaal? Ze willen niet komen! De koning laat ze nog een keer uitnodigen door zijn knechten, maar ze laten die knechten gewoon staan. Ze verzinnen smoesjes dat ze niet kunnen. En het wordt zelfs nog gekker. Sommige mensen zeggen: ‘wat nou, uitnodiging?’ en ze geven de boodschappers zó een mep [gebaar]. Ja, er zijn er zelfs die ze vermoorden! Wat een raar verhaal.
De koning wordt boos – dat vind ik dan weer niet zo raar… Hij stuurt soldaten om die moordenaars ter dood te brengen. Nou, zo is de feeststemming wel aardig verdwenen! En dan laat hij zomaar willekeurige mensen van de straat halen om op het feest te komen. Wonderlijk. En tenslotte zegt het verhaal nog dat er iemand zonder feestkleren op het feest is en dat die eruit wordt gegooid. Ja, geen wonder toch dat je geen mooie kleren aanhebt als je zo van de straat bent geplukt? Wat is dit allemaal?
Dit is echt een verhaal waar van alles niet klopt. En toch vertelt Jezus het. Terwijl je luistert voel je het misschien al: hier moet een diepere betekenis in zitten! Die diepere betekenis gaan we vanmorgen proberen te zoeken.
[Jezus afgewezen]
Het eerste rare in het verhaal is wel dat niemand van de gasten op de uitnodiging van de koning ingaat. Een absurde afwijzing. Als je kijkt wanneer Jezus dit zegt, en tegen wie, dan kun beter begrijpen hoe dat zit. Jezus vertelt dit verhaal in de tempel in Jeruzalem, tegen de Joodse leiders van toen. Die leiders geloven niet in Jezus, ze wíllen niet in Hem geloven. Dit verhaal gaat voor een deel over hen. Jezus heeft de mensen in Israël als het ware de uitnodiging gebracht van God, de grote koning: kom naar het feest! Maar de Joodse leiders doen net als de mensen in het verhaal. Ze doen niets met de uitnodiging. Sterker nog, ze hebben een hekel aan Jezus. Een week nadat Jezus dit verhaal vertelt, is hij dood. Uitgeleverd door de leiders, gekruisigd door de Romeinen… Vermoord. En trouwens, dit was niet de eerste uitnodiging. God had eerder al profeten gestuurd. Met veel van die boodschappers liep het slecht af. Gods uitnodiging werd maar al te vaak afgewezen.
[wat ze mislopen]
Maar wat is het toch vreemd, dat afwijzen van de uitnodiging! Ik zei al, jij zou toch vast wél willen komen als een koning je uitnodigt op zijn feest? En wie nodigt er híer uit? Het is de grote koning. Het is God, die alles heeft gemaakt. Hij vraagt of je op zijn feest komt. Je hoeft alleen maar de uitnodiging de accepteren. Gods grote feest, daar staat de Bijbel vol van. Eéns zal God alles goed maken op de wereld, als Jezus terugkomt, en dan begint zijn feest. Daar zal blijdschap zijn, zóveel, zó groot, dat kunnen we ons niet eens voorstellen. Dat zal zó mooi zijn. En wat een wonder: daar nodigt Hij mensen voor uit. Als eerste zijn volk Israël, maar ook jou en mij – daar kom ik zo op. Wat raar is het dan als je die uitnodiging niet aanneemt, niet wilt horen! Toch gebeurde dat in Jezus’ tijd. Toch gebeurt het, ook in onze tijd. Dat mensen denken: laat maar praten. ‘De een gaat naar zijn land, de ander naar zijn winkel’ zegt het verhaal. Dat zal ons toch niet overkomen, hoop ik? Volwassenen hier in de kerk, dat zal u toch niet overkomen? Zouden werk en dagelijkse drukte voor ons ook belangrijker kunnen zijn dan het vooruitzicht op Gods grote feest?

[PUNT 2: de grote uitnodiging]
[verhaal gaat verder]
Maar dan punt twee: de grote uitnodiging. Het verhaal gaat verder. De uitgenodigde mensen komen dus niet. De koning word kwaad en laat hun stad verwoesten – weer zo’n vreemd iets in dit verhaal. De koning was toch bezig een feest te organiseren, hoe komt daar nu ineens een strafexpeditie tussendoor? We moeten hier waarschijnlijk denken aan de verwoesting van Jeruzalem, de stad van de Joodse leiders. In het jaar 70 is die stad inderdaad verwoest en verbrand, vreselijk!
Maar is daarmee het verhaal uit? Gelukkig niet! Nu komt het tweede deel. Na de absurde afwijzing komt de grote uitnodiging. Gods verhaal gaat vérder. Hij wil toch zijn feest houden met een zaal vol gasten, het feest van zijn zoon – dat is Jezus. En wat doet de koning dan? Hij stuurt zijn knechten er weer op uit. Hij zeg tegen ze: ga het land in, en nodig iedereen uit die je tegenkomt! Iedereen, wie dan ook, uit welk volk dan ook. Rijk en arm, goed en slecht. Hier zie je iets van hoe de koning is, hoe God is. Hij kan streng zijn, zeker. Maar liever geeft hij een feest, heet hij mensen welkom. Hij wil dat zijn goedheid en grootheid blijkt uit een zaal vol mensen. Als dan de eerste gasten niet willen, nodigt hij breder uit: iedereen die maar wil!
[de uitnodiging]
Deze uitnodiging is voor iedereen. En dat is het mooie. Deze uitnodiging is ook voor jou en voor u. De Hemelse koning roept je: wil jij straks ook op mijn feest komen, als ik alles nieuw maak? Je mag komen! Hij stuurt knechten om de mensen uit te nodigen. Ik ben vandaag ook zo’n knecht. Een dominee is iemand die uitnodigingen rondbrengt van de grote koning. Ik mag het je vertellen: je bent welkom op Gods feest. Wie je ook bent. Of je nu arm bent of rijk, jong of oud, goed of slecht. Als je de uitnodiging aanneemt, mag je eenmaal op zijn feest komen.
De vraag is wel: neem je zijn uitnodiging aan? Het kan ook zijn dat je zegt: ik heb niks met God. Of dat je denkt: ja, mooi. Maar ik vind andere dingen veel belangrijker, ik ga me over God en zijn uitnodiging niet druk maken. Maar dan… dan beledig je de koning! Stel je voor dat je dat bij koning Willem-Alexander zou doen. En God.. God is nog véél hoger. Hij verdient ons respect, onze eerbied. Alleen daarom kun je zijn uitnodiging niet zomaar naast je neerleggen.
En trouwens, het is toch geweldig: uitgenodigd worden voor Gods feest dat komt! Zou je daar niet blij van worden? Vol ontzag en blijheid mag je ‘ja’ zeggen op zijn uitnodiging. Zijn uitnodiging voor iedereen.
[oproep]
Dus kom! Neem de uitnodiging aan. Jij en u die nu luistert! Hoe je dat doet? Heel eenvoudig. Door allereerst te geloven dat God je uitnodigt. En ik mag je vertellen: het is echt zo! En vervolgens: zeg dan maar in je hart: ‘ja Heer, ik wil bij U horen. Ik wil graag straks op uw feest komen’. Zeg het maar in je hart als je dat nog nooit deed. Of straks thuis, als je bidt op een stille plek. ‘Heer, ik dank u voor uw uitnodiging! Ik neem hem aan, dank U wel’. En dat geldt ook voor de grote mensen. Heb je de Heer al eens echt gedankt voor zijn uitnodiging, ook aan jou? Is die belangrijker voor je dan werk en winkel en wat dat ook? Laat God niet praten, maar neem de uitnodiging aan en begin met je klaar te maken voor zijn grote feest!

[PUNT 3: een gast die niet past]
[geloof is geen ‘ticket’]
En zo komen we bij het derde punt: een gast die niet past. Want ik zei net niet voor niets: begin met je klaar te maken voor zijn grote feest! Daar gaat het laatste stuk van het verhaal over. Gods uitnodiging is gratis, en voor iedereen. Het is een vrijkaartje, zou je kunnen zeggen. Maar het is geen vrijbrief om zomaar alles te doen wat je wilt. Wie op het feest wil komen, mag de uitnodiging aannemen – dat is het eerste; maar die moet zich er ook klaar voor gaan maken – dat is het tweede.
Daarover gaat dus het slot van Jezus’ verhaal. Mensen van overal komen naar het feest, de zaal raakt vol. Dan komt ook de koning zelf kijken. Hij ziet een man die geen feestelijke kleren draagt. En dat vindt de koning niet leuk, hij spreekt de man er op aan. De man wordt er zelfs uitgegooid! Wat is dat nu? Nou… Stel je het maar heel eenvoudig voor. Ik denk dat jij het ook niet leuk zou vinden als je een feest zou geven voor je verjaardag, je hebt er moeite in gestoken, taart gehaald, alles versierd…. Dan komen de gasten, iedereen heeft wat leuks aangetrokken, en één vriend komt gewoon in de kleren waar hij die middag mee gevoetbald heeft, vol zweet en vieze vegen, en zonder cadeau. Dan denk je toch ook: kon je niet éven douchen en omkleden? Als je zo naar een feest komt, heb je geen respect voor wie het feest geeft!
Zó is het ook in het verhaal. Ergens wringt het – in het verhaal mensen worden van overal opgepikt, en die hebben dus niet altijd de kans gehad om zich om te kleden, lijkt mij. Maar daar lijkt Jezus zich niet druk over te maken. Hij wil een punt maken. En dat punt is dus dit: kom je naar Gods feest, dan moet je je daar zo goed mogelijk klaar voor maken, uit respect voor God. Jezelf als het ware ‘mooi maken’ voor Hem – al klinkt dat misschien een beetje raar.
Ik bedoel dit: hoe ziet de Here God je graag? Dan gaat het niet om wat je aanhebt, dat is de buitenkant. Maar het maakt Hem wel uit hoe je van binnen bent, en wat je daarom van buiten doet… Het gaat erom dat je leeft zoals God het graag ziet. Dat je van binnen bent zoals past bij een kind van God. Eerlijk en trouw, bescheiden en vol liefde. En dat je daden, je buitenkant daarbij past: dat je eerlijk doet, dat je trouw bent aan vrienden, dat je anderen respecteert en God bovenal, dat je mensen helpt en niet pest … En ga zo maar door. Als je zo doet en bent, dán heb je zogezegd jezelf goed gekleed voor Gods grote feest; zo straal je voor Hem. Het staat juist zo in het laatste Bijbelboek “De stralend witte kleren zijn de goede daden van de christenen” (Openb. 19:8)
Neem je Gods uitnodiging aan, dan mag, dan moet je je klaarmaken voor dat feest. Je beste kleren aantrekken, zogezegd. Anders pas je er niet, anders kún je daar niet zijn. Dan word je er alsnog geweigerd – als je Gods genadige vrijkaartje verwarde met een vrijbrief om lekker je eigen zin te doen. Dat kán niet!
En mocht nu iemand denken: ja maar… ben ik ooit mooi genoeg, ooit goed genoeg om welkom te zijn bij God? Weet dan dit: Jezus zelf wil je helemaal nieuw en schoon maken. Hij wil je een nieuw wit gewaad aantrekken! Hij wast elke vlek weg van wie Hem er eerbiedig om vraagt. Hij maakt je mooi van binnen, als je in Hem gelooft! Daar mag je om vragen, en daar mag je op vertrouwen. Als je maar probeert om voor de Heer te leven.

[SLOT]
Zo… Best een ingewikkeld verhaal vandaag, hè? Maar wel een mooi verhaal, van Jezus zelf. Onthoud dit maar: God, de grote koning, nodigt jou uit bij Hem! Je bent welkom op zijn grote feest! Hij verdient al ons respect én al onze dankbaarheid.
En wát geweldig dat hij ons erbij wil hebben, zomaar, op Zijn feest. Kom je ook? En trek je je mooiste kleren alvast aan?

Amen

Uitkomsten ‘turfpuzzel’ voor tijdens de preek:
– feest 34
– uitnodigen/ing 31
– verjaardag 1
– ventieldopje 0
– taart 1
– smoesjes 1
– liefde 1
– boos 1
– jezus 16