Tags
Gemeente van Jezus Christus,
[intro: een seizoen met uitdagingen]
vandaag is het startzondag, gisteren was het startzaterdag – het feestelijke begin van een nieuw seizoen van activiteiten in de kerk. Deze week begint de catechese weer, de Bijbelkring, kortom – het hele kerkelijke gebeuren gaat weer in volle gang. Fijn dat dat weer kan! Ik hoop van harte dat u en dat jij ook aansluit bij activiteiten die er zijn in onze gemeente, dat je je laat opbouwen in het geloof ook doordeweeks. En tieners, zie jullie morgen op de catechese!
Start van een nieuw seizoen – en meteen, ik benoem het maar even, het is een seizoen met uitdagingen. De eigen predikant gaat weg, en, we hoorden het in de afkondigingen aan het begin van de dienst, met de jaarwisseling komt er een flink aantal lege plekken in de kerkenraad. Uitdagingen dus! Mensen zijn nodig in de kerkenraad om het kerkenwerk te laten doorgaan. Door de komende predikantsvacature moet er ook van alles geregeld worden. Een beroepingscommissie instellen, de financiën bekijken – hoe staan we er op dat gebied voor, en wat betekent dat voor de aanstelling van een nieuwe predikant. Ja, genoeg te doen – en ik hoop dat u met zijn allen de schouders eronder zet!
Echter, bij dit alles is er één gevaar, juist nu. Het gevaar is dat onze kerk een doel op zich wordt. Dat de energie gaat naar het stutten van structuren. De kerk en al het werk, dat er inderdaad genoeg is, als kern van ons gelovig bezig-zijn – het kan zo gebeuren.
Wat ben ik dan blij met het thema voor deze dienst van vandaag: ‘Ga mee!’ Want dat geeft een andere focus. Ga mee, daar hoor ik beweging in, dynamiek, vrijheid. En bovendien: we worden heel duidelijk gewezen op waar het om gaat. De kerk ís geen doel op zich, maar iets wat ontstaat als mensen met Jezus meegaan. Hij is het middelpunt. Hij roept, en wij mogen volgen – dát is kerk-zijn, ook dit seizoen.
Daar gaan we vanmorgen bij stilstaan, naar aanleiding van het Bijbelgedeelte dat we lazen. Ik heb mijn preek voor de helderheid in 3 punten verdeeld, als volgt:
1) zelf met Jezus meegaan
2) anderen erbij roepen om mee te gaan
3) zo komt er een kerk
[PUNT1a: Jezus die mensen roept/laat roepen]
Als eerste dus: met Jezus meegaan. Uit de Bijbel hoorden we hoe enkele leerlingen van Johannes de Doper Jezus gaan volgen. Heel eenvoudig wordt beschreven hoe dat gaat. Johannes wijst zijn leerlingen op Jezus, letterlijk [gebaar]: kijk, het Lam van God! Ik als predikant heb ook die taak, om op Jezus te wijzen. Hij is het Lam van God, Hij is het die gekomen is om leven te brengen voor de wereld. Ik mag het je zeggen, ook vandaag: Jezus, hem moet je hebben!
Dan gaat het niet om degene die wijst. In het Bijbelgedeelte dat we vandaag lazen verdwijnt Johannes heel snel buiten beeld. Maar dat maakt niet uit, Het gaat om degenen op wie gewezen wordt: Jezus. Net zo maakt het niet zo uit dat ik als predikant hier ga vertrekken. Het gaat om Jezus, op wie ik u ook vandaag weer wijzen wil. Hij blijft!
Zijn leerlingen horen wat Johannes zegt. Dat Jezus het Lam van God is. En dan? Geloven ze dat? Ja, dat blijkt wel. Maar niet alleen in de zin van weten met je hoofd wie Jezus is. Het brengt ze in beweging, daar gaat het om. ‘Ze hoorden wat hij zei en ging er met Jezus mee’. Er komt een ontmoeting tot stand. Jezus spreekt hen aan, ze maken kennis en ze blijven die dag bij hem. Ze leren Hem kennen uit ervaring, omdat ze in beweging kwamen.
De vraag voor ons allemaal is niet: heb je gehoord wie Jezus is – dat heb je wel, de meeste van u al vaak zelfs. De vraag is: brengt het je in beweging? Ga je mee? Leer je Hem gaandeweg kennen? Dáár gaat het om! In uw of jouw leven, en ook in alles wat er in de kerk gebeurt dit seizoen. Dat het helpt om de Heer te kennen en te volgen.
[PUNT 1b: volgen en ontmoeten]
Wat de twee leerlingen van Johannes de Doper doen, kun je samenvatten in twee woorden: volgen en kennismaken. Over ‘volgen’ had ik het net al met de kinderen. Volgen is een kernwoord in ons stukje. Onze vertaling geeft het helaas niet erg goed weer. In vers 37 staat ‘ze gingen met Hem mee’. Maar letterlijk staat er ‘ze volgden hem’; net zo in vers 43, waar Jezus letterlijk zegt ‘volg mij’. Het evangelie gebruikt dit kernwoord niet voor niets. Volgen is veel meer dan ‘meegaan’, het is ‘iemands volgeling worden’, het is die ander als meerdere erkennen en willen doen wat Hij zegt. Jezus volgen, dat wil in de Bijbel zeggen: jezelf onder zijn gezag stellen.
Dat deden Andreas en de andere leerling dus, toen ze Jezus gingen volgen. Ze wisselen van leermeester: van Johannes werd het Jezus. Jezus vroeg het van Filippus ‘volg mij’! En dat wil de Heer ook van ons. Als je hier hoort wie Jezus is, als je hier op Hem gewezen word net als eens Johannes deed, dan mogen wij Hem gaan volgen. Niet achter Hem aanlopen, ook niet Hem volgen zoals je iemand volgt op de socials, maar ons leven onder zijn gezag stellen. Hij mag het zeggen! Dat is nogal wat. Maar dát is christen zijn: bij Jezus horen als zijn volgeling. Hij de Heer die zegt ‘ga mee!’ En wij die dat graag doen, omdat we iets gehoord hebben van wie Hij is.
Is dat ook echt zo bij ons? Je kunt christelijk zijn opgevoed, je kunt in de kerk komen. Allemaal mooi en goed. Maar heb je in je hart eens echt dat besluit genomen: Heer, Ú mag het zeggen!? Wat goed is en fout, wat wijs is en dwaas, hoe ik met anderen moet omgaan, met mijn tijd, mijn geld? Jezus zegt ‘ga mee!’, ook vandaag. Ga je ook mee? Ben je al in beweging gekomen, als je hoort van een Heer die van je houdt, van een koning die en knecht werd, de Leeuw die het Lam van God is? Zo niet, dan mis je de kern… Maar je mag aanhaken, altijd, ook vandaag.
Maar er is meer dan volgen. Ook kennismaken. Andreas en die ander leren Jezus persoonlijk kennen, zodra ze Hem gaan volgen. Jezus zegt niet tegen hen ‘doe dit’ of ‘doe dat’, maar Hij zegt “kom maar mee, dan zul je het zelf zien”. Hun levensweg wordt een weg met Jezus. Ze blijven die dag bij Hem. Ja, meer nog, ze blijven uiteindelijk drie jaar bij Hem! Er gebeurt iets wonderlijks. In de ontmoeting zien ze het inderdaad. Ze ervaren iets van Wie Jezus is. Ze beginnen Hem te leren kennen. Ze zijn geraakt door Hemzelf. Zo groots en zo gewoon, zo menselijk en zoveel méér. Waard om je leven aan Hem te wijden. Nee, waard? Onontkoombaar wáár. Hij is het die al hun vragen en verlangens te boven gaat.
Ik hoop dat jij of u er iets van herkent. Geloof is ten diepste een relatie met de levende Heer! Meegaan met Hem, elke dag. Samen oplopen, wandelen met God. Ga mee!
[PUNT 2: anderen erbij roepen]
Bij het eerste punt heb ik bewust wat langer stilgestaan. Dan nu het tweede punt: ook anderen worden erbij geroepen. Als ze Jezus gevonden hebben, gaan de kersverse volgelingen meteen anderen uitnodigen. Andreas begint bij zijn broer Simon, Filippus spreekt met stadgenoot Natanaël. Hedendaags gezegd: het bericht over Jezus gaat ‘viral’ daar rond de Jordaan, de een deelt het met de ander en zo gaat het verder. De mannen die met Jezus meegaan worden vanzelf ‘influencers’ in hun omgeving. Ze hebben geen opleiding tot evangelist gehad, ze weten nog maar nauwelijks iets van Jezus, maar ze gaan meteen anderen uitnodigen.
Zou het bij ons ook zo kunnen werken: dat jij, als je Jezus volgt, ook anderen uitnodigt om mee te gaan met Hem? Gewoon, je vriend of vriendin? Zijn wij persoonlijk, en zijn wij als kerk uitnodigend, vertellen we Wie we gevonden hebben, of beter gezegd: wie ons gevonden heeft?
Dan moet je natuurlijk wel zelf Jezus hebben ontmoet. Hoe meer je vol bent van Hem, hoe meer je als vanzelf ook anderen erbij wilt hebben. Is dit misschien iets waar het bij ons aan schort, dat wij aan punt twee vaak niet toekomen omdat punt één nog niet goed zit? Ga éérst zelf Jezus volgen, ga bij Hem in de leer en leer Hem kennen! Dáár houden we kring voor en kerk en catechese – kom erheen als je Hem meer wilt kennen. Want Hij zegt zelf: waar twee of drie in mijn naam bijeen zijn, daar ben Ik in het midden!
Als kerk mogen wij ook sámen zoeken hoe we anderen kunnen meenemen op de weg met Jezus. Helaas werkt het soms anders. De kerk kan door haar opstelling zelfs mensen in de weg staan om Jezus te vinden. Mensen buiten de kerk, of misschien ook jongeren in de kerk, en ouderen net zo goed. En jongere, vind je de kerk misschien suf, niet aansprekend – vraag je dat eens af: wat vind je van Jezus? Want om Hem gaat het. Zou je je kunnen voorstellen dat je Hém volgt…? Hij roept ook jou: ga mee, met mij!
Het kerkelijk bedrijf kan ook zorgen dat kerkmensen naar binnen gericht worden, in plaats van naar buiten. Er is binnen immers zoveel te doen… Maar zo moet het niet zijn! De kerk ís geen doel op zich. Het grote doel is dat meer en meer mensen de Heer vinden en volgen!
Anderen op Jezus wijzen, alleen en samen. Moeilijk, moeilijk, hoor ik beste veel mensen zeggen, een lastige taak. Kan ik dat wel? Weet ik genoeg, ken ik Jezus goed genoeg? Tja, weet je, Andreas en Filippus uit ons verhaal kenden Jezus precies één dag. Zij stelden zulke vragen niet, ze deden het gewoon. Je hoeft niet alles te weten, je mag gewoon op Jezus wijzen en wie Hij voor je is. Geen discussie, maar getuigenis. En Filippus zegt zo simpel tegen Natanaël: ‘kom, ga mee’. Neem maar iemand mee naar je Bijbelkring, of naar het koffiedrinken in Dock60, of naar de kerk. En denk je dat ze Jezus hier in de kerk nooit gaan tegenkomen? Dat zou niet best zijn, dan zit er iets ernstig mis met onze kerk. Dan moeten we ons bekeren tot de kern, de Heer weer zijn plaats in het midden geven.
Maar weet je, je mag er ook gelóóf voor hebben. Wij kunnen niemand tot geloof brengen, en ook de beste eredienst doet dat niet vanzelf. Het mysterie, dat iemand tot geloof komt in Jezus, gebeurt alleen als Hij iemand zelf ontmoet, aanspreekt – als zijn Heilige Geest aan het werk gaat. Dan gebeurt wat wij niet kunnen. De Heer Zelf moet het doen. En… Hij kan het doen, Hij wil het doen. En juist waar mensen in zijn naam samen zijn, met alle gebrek. Wij hoeven alleen maar op Hem te wijzen, vol vertrouwen.
[PUNT 3: zo komt er een kerk]
Da tenslotte nog even het derde punt. Ik heb het in de preek al een heel aantal keer over de kerk gehad. Dat komt omdat het een thema is wat echt in mijn hoofd speelt de laatste tijd. Ook in dit Bijbelgedeelte komen we de kerk tegen. Of eigenlijk: hier begint de kerk, hier ontstaat ze. Om Jezus heen ontstaat een groepje mensen die Hem volgen en bij Hem horen. Kijk, dát is nu de kerk. Kerk, dat is een groep mensen die Jezus volgen, met Jezus in hun midden.
Het is echt super belangrijk om dit goed in het oog te houden. Juist in onze tijd, nu de kerk kraakt, kan de kerk zo snel een doel in zichzelf worden. Ben je bezig de structuren te stutten, de zaak draaiende te houden. Ik merkte het de afgelopen tijd: omdat ik een beroep heb aangenomen, moest er van alles geregeld worden. Daar was niets fouts aan, alleen… met Jezus had het allemaal niet heel veel te maken. Laten wij als kerk, juist in een seizoen als dit, vooral beseffen Wie met een hoofdletter het middelpunt is voor ons. Jezus! Het gaat erom dat wij Hem volgen, en steeds beter leren kennen; en dat anderen om ons heen Hem door ons heen leren kennen en ook meegaan. Alles wat daar niet toe bijdraagt, mag wegvallen. Misschien beseffen we niet half hoeveel dat is… Ik herhaal het nog maar een keer: alles wat niet helpt om Jezus te volgen en te kennen en anderen bij Hem te brengen, mag wegvallen. ‘Back to basics’ zegt de landelijke kerk momenteel, en zeer terecht.
Paus Franciscus heeft gezegd: ‘we leven als kerk niet in een tijdperk van verandering, we leven in een verandering van tijdperk’. Ik denk dat dat waar is: alles is in beweging, veel van vroeger valt zomaar weg of werkt niet meer. Dat is niet eenvoudig: je weet wat je had, maar je weet niet wat je gaat krijgen. Verdriet kan het geven als dingen verdwijnen. Rouw, als wat vertrouwd is wegvalt. Maar ook dan zegt Jezus ‘ga mee’! Geloof is op weg gaan met Hem, in beweging komen, de onbekende toekomst in. En juist als je geloof ‘meegaan’ is, volgen van Jezus, vertrouwen op zijn leiding, kun je dan niet rustig zijn? Onze structuren zijn niet heilig. Je kunt kerk zijn zonder oud gebouw, zonder orgel, zonder banken. Je kunt kerk zijn zonder formulieren en ledenregistratiedatabase en zelfs zonder betaalde voorganger. Het kan allemaal, misschien gaan wij nog van alles beleven, of je wilt of niet. Maar… je kunt geen kerk zijn zonder Jezus. En het mooie: de kerk, dat wil zeggen een groep van volgelingen met Jezus in het midden, díe zal blijven. Dat heeft Hij zelf beloofd!
Die kerk mogen wij zijn. En daar mogen we samen aan bouwen.
[slot]
Zo is het startzondag vandaag. De echte start is al eeuwen geleden. Waar mensen de Heer gingen volgen. Wij mogen deel zijn van die heel lange rij de eeuwen door. We mogen ons inzetten, om te zorgen dat die rij verder gaat. Er is werk te doen in onze kerk! We mogen waken, dat we zelf niet wegglijden van de Heer. Wat doe jij, wat doet u, om met Jezus mee te gaan? Wat doe je, om te zorgen dat ánderen met Hem mee gaan? Wat doe je, om samen dicht bij Hem te blijven? Moge dat ons doel zijn! Dan zal het met de middelen ook wel goed komen.
Mogen we zó dit seizoen ingaan, en de toekomst tegemoet: “Wij gaan op weg, met brandend hart, met een gebed bij elke stap”. Amen