Tags

, ,

Gemeente van Jezus Christus,

[intro: klok bij uitvaart]
Afgelopen dinsdag hoorde ik vanuit mijn studeerkamer de kerkklok van deze kerk luiden. Je hoort het, en je denkt: wat is er aan de hand? Dat werd al snel duidelijk. Er kwam een zwarte auto langsrijden met twee van die vlaggetjes voorop, en daarachter meer auto’s met allemaal zo’n vlaggetje in het portierraam geklemd. De stoet van een uitvaart. Een gemeentelid dat niet begraven werd vanuit onze kerk, maar onderweg ging naar elders. Uit respect werden de kerkklokken geluid, op het moment dat ze langs de kerk reden. Een mooi gebaar van respect, van uitgeleide.
Ik moest denken aan mijn tante, waar ik vroeger wel logeerde. Zij woonde, en woont nog steeds, precies tegenover de ingang van een grote begraafplaats. Als ik daar was, dan hoorde je nogal eens klokken luiden. En dan wist je het al: daar komt weer zo’n begrafenisstoet aan. Ik keek met mijn neefje uit het raam, en het klopte altijd. Kinderen, jullie hebben vast ook wel eens de kerkklokken horen luiden voor een begrafenis. Een mooie klank, en toch met iets ernstigs. Als je het hoort, dan weet je: er is iemand gestorven. Als je het vaker hoort, dan denk je: wéér iemand gestorven. Ik denk dat er best mensen zijn, die niet in het huis van mijn tante zouden willen wonen. Telkens weer de klok die luidt. Telkens word je er even aan herinnerd, dat ieder mens een keer zal sterven. Jij ook, ik ook. Willen we daar wel aan denken?
in het evangelie van Marcus klinkt ook zo’n klok. Vanalles wordt er verteld over de woorden en wonderen van Jezus, maar daartussendoor klinkt drie keer ineens een ernstig woord van Jezus. Een lijdensaankondiging. Dat Hij zegt: ‘Ik zal lijden, en sterven, en ook weer opstaan’. Het is als een klok die je opschrikt en ernstig maakt. Wat is dat nu? Lijden, sterven? Daarna gaat voorlopig alles weer verder als voorheen. Maar de klok klinkt, niet één maar drie keer, om voor te bereiden waar het met Jezus heen zal gaan.

[het unieke van de 2e lijdensaankondiging]
Ik had beloofd om over alle drie de lijdensaankondigingen uit het Marcus evangelie te preken. Alle drie de keren dat die klok de leerlingen opschrikt. Vorige week hoorden hebben we er al van, en volgende zondagavond zal dat weer zo zijn. En nu dus de tweede lijdensaankondiging. Maar krijgen we zo niet drie keer ongeveer dezelfde preek? Voor een deel natuurlijk wel. Maar ik heb ook gezocht maar wat nu het unieke is van deze lijdensaankondiging die we vanmorgen hoorden. Dat wat het anders maakt dan die andere twee klokslagen.
En Ik heb het ook gevonden! De andere twee keer spreekt Jezus erover dat hij zal overgeleverd worden aan de oudste de hogepriesters en de schriftgeleerden. Met andere woorden, de leiders van het volk zullen hem ter dood laten veroordelen. Deze keer zegt Jezus het echter korter. En niet alleen korter, maar ook anders. Jezus zegt: “de mensenzoon wordt uitgeleverd aan de mensen. Die zullen hem doden”…” Kinderen, dit kan je wel op je preek schrijfblad schrijven, want dit is een kernding vanmorgen: Jezus wordt uitgeleverd aan de mensen. Niet alleen de Joodse leiders van toen brachten hem ter dood, maar alle mensen hebben hiermee te maken. Want mensen, dat zijn we allemaal – u en jij en ik.
Ik begrijp dat het vreemd kan klinken. Wordt Jezus uitgeleverd aan ons? Wordt hij verworpen door ons? Komt zijn dood door u en mij? Zouden wij ook zoiets doen als de leiders toen? Hem afwijzen, aanstoot aan Jezus nemen, Hem weg willen hebben…?
Misschien begrijpen we deze woorden niet. Jezus leerlingen toen begrepen ook niet wat hij zei, zo hoorden we. Het ís ook lastig! En vragen stellen doen ze maar niet. De vorige keer kreeg Petrus ook al een scherpe terechtwijzing.
Maar laten wij vanmorgen toch proberen dieper door te dringen in wat de Heer zegt. Laten we niet doen als mensen die de klok van een uitvaart horen luiden, hun schouders ophalen en verder gaan met boodschappen doen. Nee, laat deze klok van vanmorgen ons maar even stilzetten.

[aanstoot omdat Jezus ons ontmaskert]
“De Mensenzoon wordt uitgeleverd aan de mensen. Die zullen hem doden”. Het is een diepe waarheid. Wij mensen, wij allemaal samen, wij hebben Jezus aan kruis gebracht. Hij stierf voor al de zonden van de mensen. Hadden wij die niet begaan, zijn dood was niet nodig geweest! Zoals een oud gedicht het zegt “het zijn de Joden niet, Heer Jezus die u kruisten… Ik ben’t, o Heer, Ik ben’t die u dit heb misdaan”. Als u van gedichten houdt kom dan moet u het thuis maar eens opzoeken, het is van Revius.
Maar we moeten nog een stapje verder gaan. Het is niet alleen zo dat Jezus sterven moest voor ons, omdat dat nu eenmaal Gods plan was. Iets waar wij verder buiten staan. Het is ook zo, dat wij ons aan Hem stoten. Dat wij ons van nature aan Hem en zijn woorden ergeren – net als de leiders toen die hem daarom zelfs ombrachten. Ook in ons hart leeft tegenstand tegen dingen die Jezus zegt. En misschien klinkt dat raar, als je al jaren naar de kerk gaat. Als je denkt: ik houd juist van de Heer! Gelukkig, als je dat zeggen kunt. Dat is het nieuwe leven, dat God geeft. Maar ook als je in de Heer geloof, zit er nog een heel stuk oude mens in je, zoals Paulus het noemt. Kun je je toch stoten aan dingen die Jezus zegt. Laat staan wanneer je nog helemaal een oude mens bent, niet door de Geest vernieuwd aan het worden.
Waarom zou je je dan stoten aan Jezus? Wel, omdat hij ons op onze fouten wijst. Dat vindt niemand leuk, op een fout gewezen te worden. Een heel eenvoudig voorbeeld: je zit met je vrouw in de auto, en op een gegeven moment zegt ze “volgens mij had je je net linksaf gemoeten”. Dan zeg je meestal niet – tenminste ik niet, laat ik het bij mezelf houden – ” oh ja, je hebt gelijk, ik lette niet op”. Eerder erger je je dan, geef ik een scherp antwoord [vb] of een uitvlucht [vb]. We houden niet zo van gecorrigeerd worden.

[voorbeelden uit tekst]
Maar dat is nu net wat Jezus wel doet. Hij noemde de Joodse leiders huichelaars en wit gepleisterde graven – geen wonder dat ze een hekel aan hem hadden! Maar ook zijn eigen volgelingen corrigeert hij. Dat hoorden we zojuist uit de Bijbel. De twaalf leerlingen dachten misschien dat ze best goed bezig waren, maar Jezus ontmaskert dat. En Ik kan me voorstellen dat ze dat niet leuk vonden.
Kijk maar in vers 33 tot 36. Dan blijkt dat ze ermee bezig waren wie het belangrijkste is. Jezus ontmaskert ze, en beschaamd moeten ze zwijgen. Ach, en hoe vaak zijn wij daar niet mee bezig? Om de beste te zijn, om het laatste woord te hebben, om zo hoog mogelijk te klimmen. Hoe vaak vinden we onszelf ook niet beter: beter dan die lastige collega, die vervelende klasgenoot of die asociale buurman? Maar Jezus ontmaskert dat, als je echt naar het evangelie durft te luisteren. Zitten we daarop te wachten?
En nog een keer gebeurt het. In vers 38 tot 40 blijken de leerlingen nogal in “wij tegen zij denken” te zitten. Wij horen bij Jezus, anderen niet, en wie dat niet doet kan niets goed doen. Als ze demonen uitdrijven in Jezus’ naam, moeten ze stoppen. Maar Jezus zegt, vrij vertaald “zie het goede in iedereen, ook in die anderen”. Doen wij dat ook? Of schrijven we anderen al snel af als we niet in ons hokje passen? Al snel word je weer door Jezus ontmaskerd, als je echt naar het evangelie durft te luisteren…
Tegen het einde van het gedeelte dat we lazen wordt het nog erger. Jezus roept op tot drastische maatregelen, om te voorkomen dat je anders in de Gehenna geworpen wordt – zeg maar de hel. En wij maar denken dat die voor echt slechte mensen is. Maar Jezus waarschuwt zijn eigen leerlingen ervoor, hij waarschuwt jou en mij! Hij zegt eigenlijk: Je bent niet zo goed als je denkt. Wil je dat weten? Je wordt door Jezus ontmaskerd, als je echt naar het evangelie durft te luisteren.
En nogmaals, Jezus zegt dit alles niet tegen beruchte zondaars, maar tegen zijn eigen volgelingen. Ook tegen zijn volgelingen nu hier in deze kerk. Die irritante boodschap: je bent niet goed. Je gaat nog nauwelijks op de weg van mijn Koninkrijk. Je moet je bekeren. Je komt niet automatisch in de hemel…

[oproep onze aanstoot en vijandschap te erkennen]
Hoe zouden Jezus’twaalf leerlingen hiernaar hebben geluisterd? We lezen niet van hun reactie, dus we kunnen er slechts naar raden. We kunnen wel in ons eigen hart kijken, wat dit bij ons oproept. Willen we zulke dingen horen? En ja, hier in de kerk wéten we het wel, we hebben er tenminste vaak gehoord. Wij zijn zondige mensen, mensen met fouten, en Jezus moest sterven voor onze zonden. We hebben die klok vaak horen luiden, elk jaar in de lijdenstijd, en op andere momenten net zo goed. Maar hoe diep is het doorgedrongen? Misschien moeten we maar eerlijk onze aanstoot erkennen. Dat we het helemaal niet leuk vinden om elke keer weer te horen dat we tekortschieten in Gods ogen, en dat we dingen zouden moeten veranderen. Kunnen we het niet gewoon hebben over Gods liefde, en over andere mensen helpen en zo? Maar elk jaar is er weer die lijdenstijd, en dat het niet zonder Jezus’ offer kan… Dan klinkt de klok.
Tieners, stel je voor dat je aan je huiswerk bezig bent in de woonkamer. En je vader kijkt over je schouder en hij zegt: volgens mij heb je dat niet goed gedaan. Denk je dan niet bij jezelf: Wat kijk je nou mee? Ik doe het wel op mijn eigen manier! Maar het punt is, God kijkt ook met ons leven mee. En juist door Jezus’ woorden in het evangelie levert hij flink commentaar op ons allemaal. Of stel je voor dat je een uitbouw aan je huis aan het maken bent. Er komt een vriend langs, die bekijkt de boel eens en dan zegt hij: ja maar, zoals jij het doet, gaat het zo niet verzakken…? Dan is je eerste gedachte vast niet ‘he, wat fijn dat er iemand meedenkt!’… En toch, als hij gelijk heeft, kan je maar beter dingen gaan veranderen.
Zouden wij misschien Jezus ook niet het zwijgen op willen leggen? Niet de Jezus van de wonderen natuurlijk, of van de vergeving. Maar de Jezus van de ontmaskering. Van het bemoeien. Van het moeten veranderen. “De mensenzoon wordt uitgeleverd aan de mensen. Die zullen hem doden”. Doden, dat is natuurlijk te gek, wij zijn nette mensen. Maar je ergeren? Afwijzen? Niet meer in een kerk willen komen waar het teveel over lastige dingen gaat? Waar je hoort dat Jezus voor jouw zonden moest sterven, omdat jij niet OK bent zoals je bent?

[Jezus’ dood toch Gods plan ten goede]
Toch is dát het evangelie, de goede boodschap waar alles op hangt. De boodschap die ik u en jou moet brengen, en mezelf ook trouwens. Dat Jezus wilde sterven aan het kruis, omdat dat nodig was. Dat dit Gods grote plan is, waar Hij zich vrijwillig voor overgaf. Want gelukkig, zó is het. Jezus stierf niet alleen omdat de Joodse leiders van toen van Hem af wilden. Dat is de menselijke kant. Hij stierf niet alleen omdat Hij met zijn woorden niet paste in onze mensenwereld. Dat is ook wel waar. Maar Hij stierf uiteindelijk aan het kruis, omdat dat onderdeel was van Gods ongekend grote plan om ons mensen te rédden. Te redden van onszelf en onze zonden, te redden van de hel en de ondergang. Jezus ging die weg, om voor ons vergeving te verwerven en vernieuwing. Zijn dood is ons leven! – als we het in geloof willen aannemen.
Ja, mensen hebben Jezus uitgeleverd. Mensen toen, maar wij zijn als mensen van nu niet heel veel anders. En tegelijk, tegelijk is Jezus’ dood voor ons, zelfs dóór ons, onze enige hoop. Want God keert het ten goede, tot offer voor onze zonden, tot een losprijs voor velen – daarover volgende week meer!
Het móet zo gaan, in Gods grote plan. Daarom kan Jezus ook al spreken over zijn opstanding. Want niet menselijke halsstarrigheid heeft het laatste woord, maar Gods goedheid en genade. Léven, niet de dood.

[slot]
En ja, dit is een mysterie. Iets dat we nooit goed kunnen begrijpen. Waarom zou de dood van de Heer nu léven zijn voor ons? De leerlingen toen begrepen Jezus’ woorden niet, staat er. Wij begrijpen het ook niet. Juist als je denkt dat je het allemaal wel snapt, moet je nog eens achter je oren krabben. Als je zegt ‘o ja, hij stierf voor onze zonden, weet ik wel’, dan is het wonder ver weg. We moeten maar knielen bij het kruis, dat is beter.
Zo klinkt de klok, in deze lijdenstijd, telkens weer: ‘de mensenzoon zal lijden en sterven’ – móet lijden en sterven zelfs. De klok met een ernstige klank, die je laat nadenken over je leven en lot, net als de klok bij een uitvaart dat kan doen.
Laten we het maar meenemen: dat wij ménsen zijn, en waar het op uitloopt als Jezus aan de mensen wordt uitgeleverd. Laten we het maar meenemen: dat wij moeten leven uit zijn dood. Dat we inderdaad moeten veranderen. Laten we bovenal meenemen dat Jezus wílde sterven, zich liet uitleveren – aan de mensen, voor de mensen. Voor ons. Zodat we vergeving kunnen krijgen. Zodat we een ander mens kúnnen worden. Zodat zijn Geest ons de weg achter Hem kan laten inslaan. De weg omlaag, die toch de weg ten leven is.
Het duurt nog even, maar straks wordt het Pasen. Dan luiden alle klokken. Dan klinkt het alle kanten op. Niet de klank van de dood, maar de klank van het leven! Door Jezus onze Heer, Amen