Tags
Gemeente van Jezus Christus,
[intro: schuldig-zijn geeft angst]
Een kwaad geweten, ik had het er net al met de kinderen over. Het begint al jong. Soms doen kleine kinderen iets wat niet mag van ons. Een la overhoop halen, of ergens aanzitten waar ze niet aan mogen komen. Dan weten ze best dat het niet mag, maar ze doen het toch. Vooral als ze denken dat niemand kijkt. Want ja, je wilt alles proberen en de wereld ontdekken op die leeftijd. Maar toch… als ze zoiets doen, zijn ze meer op hun hoede dan wanneer ze gewoon braaf aan het spelen zijn. Als je binnenkomt en hun naam zegt, dan schrikken ze. Ook al wilde je gewoon vragen of ze mee gaan naar de speeltuin. Ze wéten dat ze fout zitten, en daarom zijn ze niet gerust.
Bij kleine kinderen merk je het vaak meteen, Als je ouder wordt, zijn we beter in doen of er niets aan de hand is. Maar het idee is hetzelfde. Het kan zo zijn op het werk, als je weet dat je iets veel te lang hebt laten liggen. Dan vermijd je de blik van degene die erop wacht, of je staat klaar om in de verdediging te schieten. Het kan zelfs zo zijn tegenover je partner. Spanning om iets wat tussen jullie beiden instaat, iets groots of iets kleins. Dat je een kras op zijn auto hebt gereden, en het niet verteld hebt. Dat doet de sfeer geen goed!
Een kwaad geweten. Hoe vaak komt het niet voor? En zo is het ook bij de broers van Jozef, over wie we vanmorgen weer horen. Hun verleden kleurt hun blik, zodat ze schrikken van alles wat Jozef doet. Zelfs als hij hen gastvrij ontvangt!
[van honger naar overvloed]
Het hoofdstuk dat we lazen is heel passend voor nu we komende zondag het Heilig Avondmaal zullen vieren. Eten en drinken zijn namelijk heel belangrijk in dit hoofdstuk. Het begint met gebrek in het eerste vers: ‘de honger was zwaar in het land’. Het eindigt precies tegenovergesteld, in het laatste vers: ze dronken en werden dronken met hem. Jozef en zijn broers zitten aan een rijk feestmaal, waar eten en drinken in overvloed is. Van honger naar overvloed, zo zou je het hoofdstuk kunnen samenvatten. Een mooie parallel met hoe de Here bij het Heilig Avondmaal aan ons zijn overvloed schenkt.
U hebt de afgelopen weken de geschiedenis gehoord. De broers van Jozef zijn naar Egypte getrokken om graan te komen, want er is honger. Daar komen ze, zonder dat ze het weten, tegenover Jozef te staan die nu onderkoning is. Hij herkent hen wel, maar beschuldigt ze ruw van spionage en sluit ze op. Uiteindelijk mogen ze weg, maar met één broer als gijzelaar. Die zal pas worden vrijgelaten als ze terugkomen met jongste broer Benjamin.
Aangeslagen komen ze thuis. Vader Jakob hoort het hele verhaal. Hij weigert echter pertinent om Benjamin mee te laten gaan. We hebben al eerder gezien hoe ontwricht Jakobs gezin is, en ook nu blijkt het weer. Jakob geeft alleen om Benjamin, lijkt het, en denkt niet verder. Er ontstaat weer spanning in de familie, onuitgesproken verwijten en boze blikken.
Het is opvallend hoe herkenbaar het gebroken gezinsleven van Jakob is. Ik hoorde al van verschillende mensen hoe ze dingen terugzien uit hun eigen leven. Eén kind dat het lievelingetje is, boosheid bij anderen daardoor. Maar al te herkenbaar, helaas!
De honger blijft echter drukken. Uiteindelijk moet vader Jakob wel toegeven, en gaan de broers mét Benjamin op weg.
[Jozefs gastvrije ontvangst, en die van God]
De vorige keer deed Jozef boos en bars tegen de broers. Nu doet hij echter precies het tegenovergestelde. Hij ziet ze nog maar aankomen, en hij zegt al tegen zijn hofmeester: “slacht een dier, maak het klaar, maak een heerlijke maaltijd klaar voor deze mannen in mijn huis!” Wat is dat nu? Jozef lijkt hier wel op de vader van de verloren zoon uit de gelijkenis. Die vader stond ook op de uitkijk, en als de zoon komt die hem zo slecht behandeld had, zegt hij: “slacht het gemeste kalf! Maak een feestmaal!”. Die vader is God, en Jozef lijkt op Hem, zo hoorden we eerder al. Wat is zijn maaltijd dan een heenwijzing naar het Heilig Avondmaal, waar God mensen gastvrij ontvangt, terwijl hij van onze zonden weet!
Wat moet deze maaltijd bijzonder zijn geweest voor de hongerige herdersbroers! Al een hele tijd gebrek, en nu een koningsmaal. Overvloed! Vlees, dat ze zelf zelden aten, want hun vee was veel te kostbaar. Wijn in overvloed. Water om hun voeten te wassen en zachte rustbedden. Voor Benjamin, die de vorige reis niet had meegemaakt, moet het wel lijken of hij in een soort hemel is terechtgekomen!
Opvallend is ook hoe telkens weer het woord ‘vrede’ valt. De hofmeester zegt tegen de verbaasde broers: “Vrede zij u! Wees niet bevreesd!” En ook als Jozef hen aanspreekt klinkt het. In de vertaling valt het weg, maar letterlijk staat er: “Hij vroeg naar hun vrede, en hij zei: is het vrede met uw oude vader?” Waarop de broers antwoorden: “Ja, het is vrede met hem”. Vrede overal, zo lijkt het! En in de Bijbel betekent dit woord veel meer dan ‘geen oorlog’. Het betekent ‘harmonie’, dat de dingen goed zijn. De maaltijd op zich wijst daar al op. Samen eten is een teken van bij elkaar horen, verbinding, goede relatie. Je proeft, letterlijk, dat die onderkoning het goed met hen meent!
Waarom doet Jozef dit toch? Wel, ik zei het in een vorige preek al: om de relatie met zijn broers te herstellen. Hier droomt hij van: samen met hen in vrede eten. En daarom laat hij ze er iets van proeven. Zoals ook de Here doet bij zijn maaltijd volgende week! Eten aan zijn tafel als teken van een herstelde relatie met Hem. Vrede! Proef en zie dat de Heer goed is, zoals een psalm zegt.
Opvallend is dat de maaltijd van Jozef letterlijk ‘brood eten’ wordt genoemd. Het was veel meer natuurlijk, maar het wordt samengevat als ‘brood’. En ze drinken wijn, blijkt uit het slotvers. Precies de dingen die bij de Maaltijd van de Here vormen. De gastvrije ontvangst van de Vader, die verloren zoons en dochter gastvrij wil onthalen! En net als de broers kun je je afvragen: waar hebben we dat toch aan verdiend? Is dit voor ons? De koning zelf wil ons aan tafel nodigen!
[geen echte gemeenschap]
Maar toch… er klopt iets niet bij deze maaltijd in Jozefs paleis. Luister maar goed: “ze dienden op, voor hem apart (voor Jozef), voor hen apart (de broers), en voor de Egyptenaren apart”. Dit is geen maaltijd van gemeenschap, van echt samenzijn. Er is een breuk, een afstand tussen Jozef en de broers. En dat is niet voor niets! De broers eten, en een eindje verder zit Jozef alleen. Doet dit niet denken aan vroeger? Toen, bij die put waar ze Jozef in hadden gegooid voor ze hem als slaaf verkochten. De broers zaten samen te eten, en een eindje verder zat Jozef, alleen. Hier is dezelfde afstand. Wat er toen gebeurd is, verhindert echte eenheid en harmonie.
Wat de broers deden in het verleden, heeft zijn invloed in het heden. Je ziet het in het hele hoofdstuk. Ik begon ermee hoe je schrikachtig wordt als je een kwaad geweten hebt. De broers geven een prachtige demonstratie. Ze worden naar Jozefs paleis gebracht en meteen zoeken ze er wat achter. Kijk maar in vers 18. “We worden hierheen gebracht, zodat hij ons kan overmeesteren en ons tot slaven kan maken”. Zou het echt? Daar hoefde Jozef ze echt niet voor naar zijn huis te brengen. Hij had ze al tien keer kunnen doden of gevangennemen. Maar let op wat de broers zeggen: “hij wil ons overmeesteren en tot slaaf maken”. Is dat niet precies wat ze zelf deden bij hen broer? Hem overrompelen en als slaaf verkopen? Hun kwade geweten speelt op!
Ze verwachten weinig goeds, en daarom gaan ze zich indekken. Iets wat mensen nu nog net zo hard doen. Stel dat het fout gaat, hoe kan ik er zo goed mogelijk uitkomen? Wat voor excuus verzinnen, waarmee de ander paaien, enzovoorts. De broers doen net zo. Ze geven het geld terug dat ze eerder in hun graanzakken vonden, en maken uitgebreide verontschuldigingen. “Wij weten er niets van!” Ze pakken de geschenken uit die ze hadden meegenomen, om de onderkoning gunstig te stemmen. Ze buigen zich diep, en nog een keer. Beter te veel dan te weinig!
Nee, van een maaltijd van gemeenschap is geen sprake. Ze zijn zo gespannen als wat. En dat komt aan de ene kant door de vorige reis, waar Jozef niet vriendelijk was, maar voornamelijk toch door hun kwade geweten. Gretig tasten ze naar de wijn op tafel. Pas als ze flink gedronken hebben, worden ze ontspannen. Ontspanning – ja, maar in een roes. En zoals we in het volgende hoofdstuk zullen horen: op de roes volgt de volgende morgen een enorme kater…
Zo zitten ze, aan de rijke maaltijd met de vriendelijke onderkoning. Maar echt samen-zijn, echte vrede is er niet. Hun schuld zit in de weg!
[wij: echte gemeenschap alleen mogelijk door verzoening]
Wat hier gebeurt is een les voor ons! God, de hoogte koning, nodigt ons uit aan zijn tafel komende zondag. Maar kunnen wij daar in vrede, in ontspanning zitten; echt de gemeenschap met Hem beleven? Dat kan alleen als er geen dingen in de weg staan tussen Hem en ons. Zolang er dingen onuitgesproken in de lucht hangen, zal er een afstand blijven. Dan zit je daar wel aan de tafel, maar komt het niet tot een echte ontmoeting met de Here!
Het is niet voor niets dat we de zondag voorafgaande aan de viering van het Avondmaal het voorbereidingsgedeelte van het formulier lezen. Sommige mensen vinden dat een nogal ‘zwaar’ stuk tekst. Maar het heeft een belangrijke functie. Namelijk dat we kijken wat er tussen de Here en ons in staat. En dan niet om daar somber van te worden, maar om het op te kunnen ruimen, zodat we werkelijk gerust aan de tafel van de Here kunnen zitten. Anders blijft er die afstand.
En natuurlijk, dat is niet de makkelijkste weg. Veel makkelijker is om te doen of alles best is. Zo deden de broers ook, die hadden al jaren weggeduwd wat ze Jozef hadden aangedaan. Maar daardoor zijn ze schrikachtig en wantrouwend geworden, en daardoor kunnen ze niet echt samen-zijn aan de maaltijd. Het kan maar op één manier opgelost worden: door je fouten te erkennen, vergiffenis te vragen, berouw te hebben.
De broers hadden het wat dat betreft moeilijk: ze wisten niets van Jozef, dus ze kónden het helemaal niet goedmaken met hem. Maar wij weten wél van Jezus! Wij weten van Gods genade, en waar die te vinden is. Dat er vergeving is voor wie die oprecht vraagt, omdat de Here Jezus de straf heeft gedragen. En daarom hoeven wij werkelijk niet gespannen en met afstand aan de tafel bij de Here te zitten. Als we maar eerlijk zijn en schoon schip maken, in Jezus naam!
[oproep:oproep: zoek verzoening met God en mensen!]
En daarom: staat er iets tussen de Here en u, dan is er maar één ding dat u komende week, of liefst vandaag nog, moet doen. Een stil plekje opzoeken, handen samen en ogen dicht, en het eerlijk belijden aan God. Zeggen dat het u spijt, en dat u anders wilt doen voortaan. Vragen om vergeving, en om de kracht van Gods Geest in uw leven. Dán wordt de kloof gedicht, dán kunt u de gemeenschap met God ervaren aan zijn tafel!
Maar.. heel vaak zijn de dingen die tussen u en God instaan niet alleen tussen Hem en u. Meestal zelfs, denk ik, gaat het ook om andere mensen. Ruzies die je maakte, beledigingen… Ik denk ook aan dingen binnen de familie, nu we Jozef en zijn familie zien. Als er iets iets tussen u en een ander, dan moet u niet allereerst op een stil plekje gaan bidden. Dan kun je beter opstaan en naar die ander toe gaan. Sorry zeggen, het goed maken, vergeving vragen – hoe dan ook. Herstel en heling zoeken, voor zover het van u afhangt. Dán kun je in vrede aan de tafel van Jezus zitten, als je doet wat Hij hierin vraagt. Maar anders… dan zit je er zoals de broers bij Jozef zaten. Met een kloof – geen echte verbondenheid met de Gastheer.
Ik zei er wel met opzet bij: zover het van u afhangt. Soms kan een ruzie niet echt worden bijgelegd, bijvoorbeeld omdat de ander koppig weigert te praten. Maar laat het niet aan óns liggen!
Zo richtte Jozef een maaltijd aan. Zo richt de Here Zelf zijn maaltijd aan de komende week. De gastheer is hoog en goed en vergevingsgezind. De gasten, tja… daar zijn minder fraaie dingen over te zeggen. Over de broers, en vast ook wel over u en jou. Maar je wordt uitgenodigd!
Laten wij dan doen wat de broers van Jozef niet konden: belijden wat er verkeerd is in ons leven. Waar u misschien al lang mee loopt. Belijd het aan God, vraag vergeving. En zoek de verzoening met de mensen die het betreft. Opdat wij zo allemaal komende zondag werkelijk de vrede en vreugde van zijn maaltijd mogen proeven. AMEN