Tags
Gemeente van Jezus Christus,
[intro]
het was warm, de afgelopen week. Ongekend in de maand september. Heel warm! Iedereen droeg de meest zomerse kleding, en het leek meer een tijd voor vakantie dan voor werk of school. Met deze warmte ga je water extra waarderen. Heel veel mensen zochten verkoeling in het water, in zwembadjes, buitenwater of op het strand. Wat is dat lekker als de zon brandt!
Hier bij de kansel staat een schilderij waar u water op ziet. Een poel in een kloof, waar een klaterende waterval in neervalt. De omgeving is stoffig en bruin, maar waar het water stroomt is groen. Daar is leven en verkoeling. Stel je voor hoe heerlijk het moet zijn om bij deze bron aan te komen, na een lange tocht door de rotsomgeving! Wat een genot om er te drinken, om je bezwete voorhoofd af te vegen met een natte zakdoek, om misschien je voeten in het water te laten bungelen.
Waar een bron is, is leven, daar groeit het, daar is een nieuw begin. Maar waar water ontbreekt, komen dorst en droogte. Stel je dit schilderij eens voor zónder de waterval. Het groen zou verwelken, alles zou bruin zijn; stof zou dwarrelen. Slechts dorst en droogte blijven over.
Dit alles geldt niet alleen letterlijk. In een mensenleven kunnen er bloeitijden zijn, maar ook tijden van dorheid. Ook in het geloof. Tijden dat er niets wil groeien en bloeien. Je staat droog, zo voel je jezelf. Wie zal je weer laten opbloeien? En niet alleen persoonlijk. Ook in een kerk of gemeente kan het dor zijn. Er gebeuren de gebruikelijke dingen, maar waar is het leven? De frisheid? Alles kan onder het stof zitten.
Hoe kan ons leven bloeien? Hoe kan het leven van ons als gemeente vitaal blijven? Wat is de bron waaruit het leven ontspringt? Dát is een belangrijke vraag aan het begin van een nieuw seizoen in onze gemeente. En daarop geeft Jezus zelf ons vanmorgen een antwoord: als we leven uit de Bron!
[zelf putten/elders zoeken]
Het was warm, afgelopen week. Warm en zonnig, dat was het ook op het moment dat Jezus bij de bron van Sichar zat. Hij is met zijn leerlingen op weg naar Galilea. ’s Morgens vroeg waren ze vertrokken, en nu, op het heetste van de dag, houden ze een rustpauze, zoals gebruikelijk. De leerlingen gaan inkopen doen, en Jezus zit wat te zitten bij de bron. Dan komt er een vrouw aan om water te putten. Ze ziet Jezus wel, maar zegt niets. Ze wil alweer weggaan, maar dan spreekt Hij haar aan: ‘heb je wat te drinken voor me?’. In de lome middaghitte ontstaat dan een heel gesprek. Jezus zegt al snel : “het water dat jij geput hebt, dat helpt maar even tegen de dorst… Maar ik heb water, dat helpt voorgoed. Dan heb je nóóit meer dorst!”
Hier zit meteen een diepe les in. Water dat je zelf put helpt maar even. Je eigen inspanningen in geloof en leven, in het bezig-zijn voor de kerk… het is nooit klaar, nooit genoeg. Steeds weer blijf je bezig, op zoek naar geluk. Steeds weer blijf je bezig, want de dingen moeten toch draaien… Maar telkens krijg je weer dorst, moet je strijden tegen de droogte. Als Jezus je echter zijn gaven geeft, dán is het anders. Dan mag je leven van wat Hij geeft: water in overvloed. Dan is de droogte voorgoed overwonnen in je leven. Dan is, zoals Paulus het zegt, je arbeid niet tevergeefs in de Heer. Zonder Jezus: steeds weer putten en toch dorst. Maar met Hem: alles anders, nooit meer dorst!
Je ziet het bij de Samaritaanse vrouw. Ze zocht zocht naar vervulling in haar leven. Naar liefde. Ze had vijf mannen gehad, horen we. Maar blijkbaar had ze het bij geen van hen gevonden. En nu is ze alweer met de volgende bezig. Wie zal haar dorst lessen? En dan deze ontmoeting bij de bron. In de Bijbel lezen we vaker van een ontmoeting tussen een man en vrouw bij een bron. Mensen vinden daar de liefde van hun leven. Zou het hier ook zo zijn? Bij Jezus is namelijk te vinden wat ze al zolang zocht! Gekend zijn in liefde. Genade, en nog veel meer. Jezus is de bruidegom bij de bron. Sterker nog: Hij, de bruidegom ís de bron!
[drinken uit de Bron]
Leven uit de Bron, is ons nieuwe jaarthema. De Bron met een hoofdletter: Jezus zelf. Bij Hem vind je wat geen mens kan geven. Een bron die je laat groeien en bloeien, die onze gemeente groen en fris kan maken. Als we slechts leven uit Hem! Als we geloven en komen en drinken. Niet denken dat we alles uit onszelf kunnen putten. Dat is is onuitsprekelijk vermoeiend en dor. Nee, leven uit de Bron! Uit de verbinding met Christus door de Heilige Geest!
Leven uit de Bron. Maar laten we dan oppassen dat we het niet moralistisch invullen. Zo van: we moeten leven uit de Bron. Dan kom je al snel op dingen als: we moeten regelmatig uit de Bijbel lezen, en bidden, en trouw naar de kerk komen, en meewerken… Dat zijn goede, heel nodige dingen. Alleen: dan worden het weer dingen die wíj moeten doen. Dan gaan wij weer druk aan het putten uit eigen kracht!
Nee, laten we vanmorgen een andere les leren. Laten we stoppen met ons eigen water te putten, met dingen moeten doen. Laten we nu juist alles van de Here verwachten. Laten we Jezus zoeken die ons het levende water aanreikt! Strek je handen, je lege handen, uit naar Hem! Niet braaf dagelijks een stukje Bijbellezen of bidden, of naar de kerk gaan omdat dat nu eenmaal hoort. Nee, verwáchtend al die dingen doen. Jezus is niet iemand van lang geleden. Hij leeft! Hij wil werkelijk u en jou en mij levend water geven. Hij zegt het zelf, een paar hoofdstukken verderop: “als iemand dorst heeft, laat hij bij Mij komen en drinken!” Gelooft u dat? Geloof ik het echt? Dat de Here Jezus alles kan, alles wil en alles zál geven, als we het bij Hem zoeken?! Zijn kracht, zijn liefde, zijn levend water hebben we zo nodig.
[persoonlijk leven]
Allereerst in ons persoonlijk leven. Want wij kunnen heel veel – maar kunt u uw eigen leven bloeiend krijgen en houden? We kunnen heel veel – maar waar vind je vervulling van je diepste verlangens? Die dingen die je nauwelijks onder woorden kunt brengen? Jezus zegt: bij Mij kun je het krijgen! Je zult zijn als een boom, geplant aan waterstromen. Groene bladeren, heerlijke vruchten… Zou je zo niet willen zijn?
Maar wat moet je ervoor doen? Hoe wordt het zo in je leven? Eigenlijk hoef je maar heel weinig te doen. “Het water dat Ik zal geven” zegt Jezus. Hij gééft. Het enige wat we hoeven te doen is het te ontvangen. Alle andere dingen uit onze handen te laten vallen. Stilstaan, bukken, drinken. Híj moet geven – en Hij wil geven, alles wat u nodig hebt.
Alleen, wij zijn vaak te druk. We lopen de bron voorbij. En dáárom bloeien we niet, daarom dragen we weinig vruchten. Daarom merken we zo weinig van God. Jezus staat klaar om u en mij schatten te geven, zo groot en mooi! Maar komen wij om ze te ontvangen? John Bunyan heeft een treffend voorbeeld hierbij in zijn boek ‘de Christenreis’. Hij vertelt over een man die druk bezig is om in de herfstbladeren te zoeken. Hij veegt ze opzij, hij schudt ze door elkaar, en af en toe raapt hij iets op. Hij zoekt naar dingen van waarde, en af en toe vindt hij iets. Maar boven het hoofd van die man is een uitgestrekte hand die een gouden kroon aanreikt. De man zou hem zo kunnen pakken. Alleen, hij ziet het niet. De man kijkt omlaag. Hij port in de bladeren, en zoekt dáár.
Is dat geen beschamend beeld van ons? Waar leef je uit? Waar zoek je vervulling en bloei? Is het bij de Bron, bij Jezus? Laten we dit seizoen toch leren leven uit de Bron alleen!
[de gemeente]
Leven uit de Bron. Dat geldt niet alleen voor ieder persoonlijk, dat geldt ook voor ons samen als gemeente. Het kan vreemd klinken, maar ook in een christelijke gemeente kan Christus zijn centrale plek verliezen. Een gemeente kan een club worden waar we het samen goed hebben. En werkelijk, dat is een grote zegen, als een gemeente een gemeenschap is. Maar hopelijk wel een gemeenschap rond de Bron. Waar we aan elkaar verbonden zijn omdat we delen in de liefde van Christus. Als een oase in de woestijn. In het midden de Bron, en daarom heen is het groen – omdat de Bron het leven voedt.
In onze gemeente is heel veel te doen, en heel veel gemeenteleden zetten zich in. Gelukkig! Geweldig! Maar… wanneer gaat het goed? Als wij allemaal druk zijn om de boel draaiend te houden? Welnee! Als we leven uit de Bron. Als we zoeken naar de leiding van de Here, wat zijn wil voor onze gemeente is. Als het gebed onze leidraad en krachtbron is; als we de Heilige Geest laten werken en we onszelf leren zien als médewerkers. De kerk is niet van ons, maar van Christus. En wij mogen leven uit Hem
Leven uit de Bron. Dan denk ik meteen aan de kerkdiensten. Hier kun je drinken, hier wil de Here ons ontmoeten. Als je trouw komt, zal dat je geloof bouwen. Hier stroomt de Bron, hier werkt de Geest, hier in de kerk! Kom dan hier, elke zondag, met lege handen, opdat de Here zijn gaven kan geven! Ik denk ook aan de verschillende kringen die van start gaan. Wil je leven uit de Bron? Zoek dan zulke plekken op! Om samen met broeders en zusters je geloof en je leven te delen, om samen de Bijbel te lezen en Jezus’ stem te horen. Niet weer iets in je agenda dat moet, welnee! Maar een gelegenheid om je te laven aan de Bron.
[onze missionaire roeping]
Jezus zegt nog iets, dat ik tot nu toe oversloeg. Hij zegt “het water dat Ik zal geven, zal in je een bron worden van water dat opwelt tot in het eeuwige leven”. Hier is het geheim om missionair te zijn. Om als gemeente mensen in aanraking te brengen met het Evangelie, en om persoonlijk je geloof uit te dragen. Soms kan het voelen als onbegonnen werk. Wat moet je zeggen? Wie zit er op onze woorden te wachten? Komen er anno 2016 nog mensen bij de kerk?
Tja, als wij het als een plicht voelen, iets dat we eigenlijk meer zouden moeten doen… dan word je geloof uitdragen een vreugdeloze zaak. Maar Jezus zegt: leef uit de Bron! Dan word je eigen leven anders, dan word je een andere gemeente. Dan héb je een bron, maar… dan wórd je ook een bron. “het water dat Ik zal geven, zal in je een bron worden van water”. Als het binnenin je borrelt door alles wat je zelf van de Here ontvangt – als je er vól van bent… dan stroom je vanzelf over. Dat is de enige manier om anderen bij de Here te brengen. Niet zozeer missionaire activiteiten, niet een commissie ervoor oprichten – maar als wij zélf nu echt leven uit de Bron, veranderd worden door de Geest van Christus. Dan straalt er iets uit in wat je doet. Dan komt er als vanzelf eens een gesprek over wat je beweegt. Dan bid je voor mensen in je omgeving, dan zoek je hoe ook zij Gods liefde kunnen ervaren. Je wilt graag dat anderen ook merken hoe Jezus de bron is die je leven fris en krachtig maakt. Leven uit de Bron! Dat maakt je zelf tot een bron. Je kunt alleen doorgeven wat je zelf hebt. Zou dat niet vaak het probleem zijn?
[slot]
Ons jaarthema het komende seizoen: leven uit de Bron – Jezus Christus. Hij alleen kan groei en bloei geven. In uw persoonlijk geloof, in ons gemeenteleven, in ons missioniar bezig-zijn. Jezus, Híj alleen! Hij leeft, en is met zijn Geest in ons midden. Loop niet aan de Bron voorbij! Concentreer je op Hem als kern – en dan komen de randzaken ook wel goed.
De komende maanden zal ik iedere maand een preek houden over het thema. Hoe we zelf kunnen leven uit de Bron, maar ook als gemeente. En ook hoe je dan een bron mag zijn voor de mensen om je heen. Bij elke themapreek staat dit schilderij in de kerk, om te herinneren aan het thema.
God geve dat dit seizoen de Bron voor ons rijk mag stromen. Dat de rijkdom van Gods genade voor ons zal gaan leven, voor ieder persoonlijk en voor ons samen. Laten we dan dit seizoen Hem zoeken die de Bron is en ons uitstrekken naar wat Hij wil geven: levend water.
Lof zij Christus in eeuwigheid!
Amen