Uit de Bijbel is gelezen: Genesis 1:1-2:9 en Jozua 10:12-15
Geloofsbelijdenis: Ned. Geloofsbelijdenis artikel 1 en 2
Gemeente van Jezus Christus,
[intro: Jozua en de zon]
ik vond het prachtig om te leren op de middelbare school, hoe het zonnestelsel in elkaar zit. Mijn leraar aardrijkskunde legde het beeldend uit, met behulp van een sinaasappel en zijn bureaulamp. De lamp was de zon, de sinaasappel de aarde. Hij liet de een om de ander heen bewegen, en je zág het gewoon voor je gebeuren – dag en nacht, een donkere en een lichte helft. De lengte van een jaar, en ook het ontstaan van de seizoenen omdat de aardas iets scheef staat.
Ik leerde dus: de aarde draait om de zon. Echter, wist u dat dat een on-Bijbelse leer is! En dat nog wel op een christelijke school… Uit de Bijbel blijkt duidelijk dat de zon om de aarde draait. We hoorden de geschiedenis van Jozua. Hij is vijanden aan het achtervolgen, maar het wordt avond. Dan spreekt Jozua die gedenkwaardige woorden: ‘Zon, sta stil!’ En de zon stond stil, de dag bleef duren zolang als nodig was om volledig te overwinnen. “Zon, sta stil”. Dus de zon beweegt, niet de aarde. Ja toch?
Voordat u nu denkt: ‘ja, maar….’: rond 1600 schreef Galileo Galilei een boek waarin hij verdedigde dat de aarde om de zon draait, niet andersom. Het gevolg: hij kreeg huisarrest van de paus en zijn boek werd verboden. Ik heb thuis een protestants boek staan uit 1700, en daar wordt het als een dwaling verworpen om te zeggen dat de aarde om de zon draait. En toch neemt tegenwoordig iedereen aan dat het zo is – ook christenen die de Bijbel gezaghebbend vinden. Hoe kan dat?
[vrees: dat met evolutie net zo iets]
Vanavond stond aangekondigd een preek over ‘schepping en evolutie’ – hoe is het nu echt gegaan? Maar ik wil er vooral een les in Bijbellezen van maken. Want ik zie grote parallellen tussen de discussie rond evolutie, en de discussie vroeger over de aarde en de zon. Vroeger zei men: een om de zon draaiende aarde, onzin! Kijk maar in de Bijbel.
Maar langzamerhand werden zulke mensen steeds minder serieus genomen, en steeds meer christenen aanvaardden de nieuwe theorie. Ze gingen blijkbaar Bijbelteksten als die uit Jozua anders lezen. Zal het zo ook gaan met de acceptatie van de evolutietheorie? Als je de ontwikkeling in de christelijke kerken bekijkt, lijkt het er wel op. Maar wát moet je dan met de Bijbel die een schepping in zes dagen beschrijft?
De Nederlandse geloofsbelijdenis zegt, we horen het straks, dat God zich openbaart door twee boeken: dat van de natuur en dat van de schriftuur. Ofwel: God die ons de Bijbel geeft is het die óók het heelal geschapen heeft. Twee boeken door Hem geschreven! Maar dit heeft een heel belangrijk gevolg: omdat God achter zowel natuur als schriftuur zit, moeten we niet te snel zeggen dat ze elkaar tegenspreken. Zou God dan zichzelf tegenspreken? Als onderzoek van de natuur, Gods schepping, iets anders lijkt te zeggen dan de Bijbel, dan is het zaak om beide boeken nog eens héél goed te lezen. Misschien moet je één van beide wel anders lezen dan je dacht!
Dat gebeurde bij de discussie over zon en aarde. De aanwijzingen dat Galileo gelijk had, werden steeds sterker. En als gevolg lezen wij de Bijbel anders. Bijbelgeleerden van nu zeggen meestal: de Bijbel hanteert het wereldbeeld van toen. Je ziet de zon bewegen langs de hemel. Wij spreken nog steeds van zonsopgang en -ondergang. Maar in féite beweegt de aarde.
Hoe zit het dan met de evolutietheorie? Even in het kort: deze theorie is bedacht door Charles Darwin, op grond van waarnemingen. Heel in het kort komt het er op neer dat dieren- en plantensoorten niet onveranderlijk zijn, maar zich langzaam ontwikkelen. Na zéér lange tijd ontstaan er zo andere soorten – je moet dan denken aan honderdduizenden of miljoenen jaren.Is dat te rijmen met de Bijbel? Die leert toch een schepping in zes dagen, en een aarde die pas veel korter bestaat? Lezen we het boek van de natuur dan wel goed? Of moeten we het boek van de schrift anders lezen dan we deden?
[evolutie is wetenschap]
Maar eerst iets anders. De evolutietheorie is gebaseerd op het waarnemen van bepaalde feiten. Hoe je ook over de theorie denkt, ik denk dat het een kwestie is van eerlijkheid om de onderliggende feiten te erkennen. Als je feiten gaat ontkennen omdat ze je niet uitkomen, dan ga je president Trump achterna… Je zult als Bijbelgetrouw christen moeten leven met feiten waarvan het handiger zou zijn dat ze er niet waren. Dinosaurussen bijvoorbeeld – je leest er in de Bijbel niet over, maar er zijn er genoeg opgegraven. Fossielen die overgangen tussen soorten laten zien – ze zijn er wel! Het feit dat een walvis nog steeds een paar achterpootbotten in zijn lijf heeft, hoewel hij zelfs geen achtervinnen heeft. Of het feit dat u en ik, toen we groeiden in de buik van onze moeder, eerst een staart hadden…
De evolutietheorie is geen duivelse samenzwering, maar een poging om deze en andere feiten te verklaren en zo meer inzicht te krijgen. Een soort overkoepeling van de waarnemingen, zeg maar. Je kunt daarom ook niet zeggen ‘kom, het is maar een theorie’. De zwaartekrachttheorie is ook een theorie. Een overkoepelend concept om te verklaren waarom alles dat je loslaat omlaag valt. Je kunt zeggen ‘dat is maar een theorie’, maar als je struikelt dan val je echt, of je er nu in gelooft of niet…
Zoals elke wetenschappelijke theorie staat de evolutietheorie open voor wijzigingen. Het is niet ‘de laatste waarheid’, hij kan wijzigen, en heeft dat de laatste 50 jaar ook behoorlijk gedaan. Maar het lijkt niet waarschijnlijk dat de theorie ooit als geheel ooit verworpen wordt, daarvoor is hij te veelomvattend.
Wat moet je hier als christen mee? Als christen kun je géén evolutionist zijn, dat wil zeggen iemand voor wie de evolutie de verklaring van alles is. Er zijn echter wel behoorlijk wat christenen die de evolutietheorie aanvaarden als wetenschappelijke theorie om allerlei feiten te verklaren.
[Gen 1/2: geen wetenschappelijkheid]
Maar nu weer terug naar de vraag: hoe lees je het Bijbelse scheppingsverhaal? Allereerst: níet als een natuurkundeboek. Er zijn wel groepen die dat doen, de zogenaamde ‘jonge-aarde-creationisten’, maar dat is een doodlopende weg. De Bijbel is simpelweg géén natuurkunde- of biologieboek. Neem weer dat verhaal van Jozua en de zon. Is dat verhaal beschreven om ons te leren dat de zon om de aarde draait? Welnee! Dan zie je de hoofdzaak van het Bijbelgedeelte compleet over het hoofd: dat God zijn volk hielp op het gebed van hun leider Jozua, en dat gebed grote dingen kan doen. Als wij meteen met ónze vragen komen, is er het gevaar dat we niet meer horen wat de Bijbel zelf wil zeggen!
Nogmaals: hoe lees je dan het Bijbelse scheppingsverhaal? Dan antwoord ik meteen: welke? Want wist u dat er twéé scheppingsverhalen in de Bijbel staan? Kijk maar even mee in uw Bijbel. Vanaf Genesis 1:1 tot 2:3 wordt voortdurend de naam ‘God’ gebruikt. Maar vanaf 2:4 wordt steeds gesproken over ‘de HEERE God’. Hoe zit dat? Wel, deze twee teksten hebben een andere bron, een andere schrijver. U kunt het vergelijken met de stukjes in de ‘Samen’, het regionale kerkblad. De ene predikant schrijft over ‘de Heer’, een tweede over ‘de Here’, een andere gebruikt ‘God’. Alleen daaraan kun je al zien dat stukjes door verschillende mensen geschreven zijn, al schrijven ze soms over hetzelfde. Net zo zijn er in Genesis twee teksten over de schepping, uit verschillende bronnen.
Als je goed vergelijkt, zie je verschillen in de beschrijvingen. In Genesis 1 wordt de mens geschapen op de zesde dag, in Genesis 2 meteen op de eerste dag. Lees maar mee in 2:4 en verder. “op de dag dat de HEERE God aarde en hemel maakte – volgt er een lange tussenzin tussen streepjes – toen vormde de HEERE God de mens uit het stof van de aardbodem”. Daar heb je meteen nog een verschil: in Genesis 1 wordt de mens gewoon geschapen door God, blijkbaar uit niets, maar hier wordt hij uit aarde geboetseerd. En ik zou meer kunnen noemen. Twee beschrijvingen dus, die niet in alles overeenkomen.
Dit is allemaal geen kwestie van Bijbelkritiek, maar van gewoon goed lezen.
Als het zo zit, is het wel duidelijk dat je deze gedeeltes dus niet moet lezen als ‘een wetenschappelijk verslag’. Daar kun je er toch geen twee van hebben, die ook nog soms onderling botsen! Echter, je moet deze Bijbelgedeeltes niet daarom afschrijven. Alsof ‘verslagen van feiten’ het enige is wat er toe doet! Het heeft God Zelf goed gedacht om ons in déze woorden over de schepping te vertellen. Dan kunnen we maar beter goed luisteren! Nauwkeurig lezen. Laten we dat nu eens doen voor Genesis 1 – voor Genesis 2 hebben we nu helaas geen tijd.
[Genesis 1: gedicht met lessen]
Genesis 1 weerspiegelt het wereldbeeld van toen: er is sprake van een hemelgewelf als koepel over een platte aarde. Zon, maan en sterren die aan deze koepel hangen. Moet je dat letterlijk nemen? Dat doet zelfs de meest fanatieke creationist niet. Hoewel – je hebt ook anno 2017 de ‘Flat Earth Society’,. een gorep mensen die beweert dat de aarde plat is… Als je luistert naar Genesis 1, zoals ik het u net hardop voorlas, klinkt dat als een dor feitenrelaas? Het is veel meer een gedícht! Er is herhaling van zinnen en woorden: “En God sprak… en het was zo”. Er is iets van een refrein dat telkens terugkeert: ‘En God zag dat het goed was’. ‘Toen was het avond geweest en het was morgen geweest, de zoveelste dag’. De Here leert ons over de schepping door middel van beeldende, poëtische taal!
Maar wat wil God ons dan zeggen door middel van het eerste Bijbelhoofdstuk? Om te beginnen zegt Genesis 1 natuurlijk dát God alles geschapen heeft. Daar ga ik nu verder niet op in, dat deden we in de vorige leerdienst. In elk geval: deze wereld is geen zinloos toeval, er is een Schepper met een plan voor de wereld en een plan voor u!
Iets anders dat dit gedeelte duidelijk maakt, is dat andere goden uit die tijd geen goden zijn. Let maar op de manier waarop het spreekt over de goden zoals andere volken die hadden. De zon, de maan, de zee… Genesis 1 zegt: daar is niets goddelijks aan! Ze zijn gewoon gemaakt, een onderdeel van Gods schepping. Met opzet worden de namen van zon en maan zelfs niet genoemd. Ze worden aangeduid als ‘het grote licht’ en ‘het kleine licht’. Met andere woorden: het is maar een lamp!
Ook door goed te kijken hoe de tekst is opgebouwd, komen we dichter bij de bedoeling ervan. Genesis 1 niet zomaar een opsomming van dagen en dingen die gebeuren, er is over nagedacht! De gebeurtenissen vormen een tweeluik. U kunt het terugzien in het schemaatje op uw hand-out. In het eerste drietal dagen wordt alles gevormd, en in het tweede drietal dag wordt het gevuld. Telkens horen twee dagen bijéén. Eerst het licht, dan de lichten. Eerst hemelgewelf en zee, dan vogels en vissen. Met meteen de vraag: is dit de volgorde van de feiten of de vormgeving van de dichter? Augustinus zei al, 1600 jaar geleden: de verdeling over zes dagen is er om het voor ons bevattelijk te maken. Eigenlijk lijkt het op de beschrijving van de bouw van een huis. Eerst wordt alles door God in ruwbouw gevormd – de eerste drie scheppingsdagen. En daarna wordt het afgewerkt en ingericht – de laatste drie scheppingsdagen. En dan, als het klaar is, trekken de bewoners erin. Wie zijn dat? De mensen! Dus wat leren we? De aarde is de prachtige woning die wij als mensen van God ontvangen. Je bent niet zomaar op deze planeet, het is je húis, door de grote Architect gemaakt. Is dat geen reden om dankbaar te genieten van wat Hij geeft? Dat leert de evolutie je niet!
Maar we leren nog iets. De mens krijgt namelijk een opdracht: deze wereld beheren. Wij mensen zijn rentmeesters van de aarde, we krijgen haar in beheer namens de Schepper. We hebben een verantwoordelijkheid om goed ons huis te zorgen. Denk aan het milieu, wees zuinig op de wereld. Juist als christen! Nog iets dat de evolutie je niet leert.
[‘goed’]
U ziet, in de poëtische taal van Genesis 1 wordt ons genoeg gezegd! Er valt nog iets op als je goed leest. Zeven keer lezen we het woord ‘goed’ – het getal van de volheid. En de zevende keer is het zelfs ‘zeer goed’. Dit is echt geen toeval, want er zijn 6 scheppingsdagen. Als dan toch 7 keer het woord ‘goed’ valt, is daar over nagedacht!
Wat zegt ons dit? Dat het kwade niet van God komt. Hij heeft de wereld goed gemaakt, een heerlijk huis voor de mensen. Er mag tegenwoordig genoeg zijn wat niet klopt in de wereld, maar dat ligt niet aan Hem! Dan rijst natuurlijk de vraag waar het wel vandaan komt – dan moet je verder lezen in de Bijbel dan de eerste bladzijde… Maar houd dit vast: Gods begin was goed!
Dit is een punt waar de Bijbelwoorden volgens mij lastig samengaan met de evolutietheorie. Immers, je kunt zeggen dat God alles maakte via de evolutie. Maar dan is er altijd, zolang er leven is, strijd om het bestaan geweest, een kringloop van eten en gegeten worden, lijden en doodgaan. Kun je dan nog zeggen dat de schepping in het begin goed was? Dat lijkt me lastig. Dan toch maar de evolutieleer verwerpen? Tja, dan zit je weer met de vele feiten die toch in die richting wijzen. Hier is een lastig probleem, er blijven vraagtekens. Waarschijnlijk moeten we nog meer studeren, in het boek van de natuur en dat van de schriftuur!
[slot!]
Ik ga afsluiten. Wat zit er véél in dit eerste hoofdstuk van Genesis! Wat is de eerste bladzijde van de Bijbel een machtige beschrijving van hoe God alles schiep. Wie het geschreven heeft? We weten het niet. Hij was er vast zelf niet bij, bij wat hij beschrijft. Maar we mogen geloven dat Gods Geest hem inspireerde om het zó op te schrijven als het er staat!
Ik heb daarnet de tekst nogal geanalyseerd, maar een gedicht heeft zijn zeggingskracht ook los van analyses. Je ziet het voor je! Hier kunnen mensen van alle eeuwen wat mee, ook als ze geen biologie of natuurkunde hebben gestudeerd, en ook als ze leefden in eeuwen die van geen evolutie gehoord hadden. Hoe wijs van God om het ons zó te zeggen!
Als je zoekt naar een wetenschappelijk verslag van het ontstaan van het leven, dan zit je verkeerd. Maar als je goed luistert naar de Bijbelwoorden, dan vallen hier genoeg antwoorden te horen. Waar kom ik vandaan? God heeft mij gewild! Waartoe ben ik hier? Om de aarde te beheren en er dankbaar voor Gods aangezicht te leven. Wat is mijn plek in de wereld? Boven de dieren, maar onder God. En ga zo maar door. Zelfs de grote vraag naar het kwade komt langs: hoe het verder ook mag zitten, van God komt het niet! En dat geeft weer hoop dat Hij zijn wereld niet in de greep ervan zal laten. Uiteindelijk kom je zo bij Jezus. Gods grote boodschap van genade – waar we vanavond maar weinig van hoorden, omdat we te druk waren met onze eigen vragen van nu…
Kun je nu nog eenvoudig in de schepping geloven? Ja zeker! Maar veel belangrijker: gelooft u in God? En in zijn goede boodschap van genade – want dáár van getuigt de Bijbel op vrijwel elke pagina. Het ‘hoe’ van de schepping, daar mogen we over blijven discussiëren. Maar dat onze God aan het begin staat, en dat Hij het werk van zijn handen niet zal loslaten, dat mogen we gelovig aannemen. Dan kun je eenvoudig het kinderlied van vanmorgen zingen:
“God die alles maakte
de lucht en ’t zonlicht blij
de hemel, zee en aarde,
zorgt ook voor mij!”
Amen