Tags
Gemeente van Jezus Christus,
[intro: de machthebbers]
wat is de overeenkomst tussen Erdogan, Poetin en Trump? Op het eerste gezicht heel verschillende leiders van heel verschillende landen. De ene heerst in Turkije, de ander in Rusland, en de derde in de Verenigde Staten. Erdogan is moslim, Trump en Poetin noemen zich christen. De ene is begonnen als zakenman, de ander als KGB-agent. En ga zo maar door. Toch vertonen deze drie mannen grote overeenkomsten, al heeft de ene dan een snor en de andere niet. Mannen met macht, dat in elk geval. En mannen ook, waarvan je je afvraagt of ze hun macht wel ten goede gebruiken. Mannen, die precies passen bij wat Jezus zegt in het Bijbelgedeelte dat we net lazen.
In Markus 10 vers 42, we hoorden het net, zegt Jezus namelijk volgens de herziene Statenvertaling “U weet dat zij die geacht worden leiders te zijn van de volken, heerschappij over hen voeren, en dat hun groten gezag over hen uitoefenen.” Dit is echter véél te slap vertaald. Leiders oefenen gezag uit, ja – dus? Maar in de grondtaal is duidelijk te horen dat Jezus het negatief bedoelt. Je zou het beter zo kunnen weergeven: “jullie wetten dat zij die heersen óverheersen, dat de groten hun macht vergroten”. En dan veelzeggend erachteraan: “zo moet het onder jullie niet zijn!”.
Inderdaad, je ziet het overal. Heersers óverheersen, machtigen maken machtsmisbruik. Om er zelf beter van te worden, maar ook gewoon omdat macht verslavend is. Dan bén je iemand, als je een tweet stuurt en de hele wereldpers heeft het erover. Dan bén je iemand, als je een diplomatieke rel met Nederland kan maken in je eigen belang. Spotlights, aandacht, invloed – het is aantrekkelijk! Verslavend zelfs. Maar wat is eigenlijk de roeping van een leider? Een regeerder of manager? Is het niet om het belang te dienen van degenen voor wie je verantwoordelijk bent?
[waartoe Jezus oproept]300
‘Zo niet!’ zegt Jezus, en we knikken instemmend! Zo zijn wij ook niet, toch? Maar hoe moet het dan wel? Als je wereldleider bent of Nederlands politicus, maar ook gewoon in de verhoudingen van alledag: hoe dan wel? We vullen al in: geef ieder het zijne, denk niet alleen aan jezelf. Leven en laten leven, een ander ook wat gunnen. En inderdaad, dat is een stuk beter! Maar… dat is niet wat Jezus zegt. Hij zegt “Zo moet het onder jullie niet zijn. Maar… wie onder u belangrijk wil worden, die moet uw dienaar zijn. En wie van u de eerste zal willen worden, die moet slaaf van allen zijn”.
Dat is wel het andere uiterste. Slaaf van allen! Gaat dat niet een beetje ver? Maar Jezus meent het. Hij geeft zelf het voorbeeld. “Ook de Mensenzoon (dat is Hijzelf) is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen, en zijn leven te geven”. Dít is de weg die Jezus wijst. Jezelf helemaal opofferen voor de ander. Dus niet alleen je macht niet misbruiken, maar zelfs helemaal niet gaan voor macht of invloed. Een díenaar zijn, een slaaf zelfs. Dat wil zeggen dat je niet zelf kan kiezen hoe je je leven inricht. Dat je niet vrij bent. Dit klinkt toch wel behoorlijk benauwend!
Hoe word je groot, zegt Jezus? Als je de vervelende klusjes doet zonder morren. Als je 30 jaar trouw je oude moeder verzorgt, of je gehandicapte kind, en niet eens op vakantie kunt, Groot ben je, als je werk onder je niveau trouw doet. Als je niet je gelijk haalt bij een conflict. Als je geeft, ook al krijg je niets terug. Zo dus!
[de onmogelijkheid ervan]
Velen van u zitten al jaren in de kerk en dan klinkt het bekend – “de minste zijn, dienen, jezelf verloochenen”. Maar voelt u dat dit helemaal geen aanlokkelijke weg is? Wellicht kan het soms als plicht voelen, om jezelf op te offeren voor een ander. Ik noemde al het zorgen voor iemand met een beperking. Maar kan het niet chagrijnig maken, als je anderen ziet die alles kunnen terwijl jij erdoor gebonden bent? En als je gelukkig niet aan zoiets vastzit, als je voluit je ambities kunt volgen, wat moet je dan denken van Jezus’ woorden: word een dienaar, een slaaf zelfs, denk niet aan jezelf?
In onze maatschappij heerst een ander verhaal: assertief moet je zijn en ambitieus, bescheidenheid is uit de mode. Haal uit jezelf wat erin zit! Zelfontplooiing is zo ongeveer het hoogste goed in onze tijd. Eigenwaarde ontleen je aan wat jíj van het leven maakt, op je eigen manier. Je hoeft maar een paar reclamespotjes te zien. “Hoe hoog leg jij de lat?” vraagt het NCOI. “Worden wat je bent” zegt een hogeschool.
Is dat dan slecht allemaal? Nee, zeker niet! Het is maar goed dat het niet meer is zoals vroeger. Toen moest je gewoon worden wat je vader was, of wat bij je stand paste. Of je moest als vrouw stoppen met werken als je kinderen kreeg. Gelukkig is dat veranderd! Je talenten heb je niet voor niets gekregen, het is geweldig als je die kunt benutten. Doe dat ook vooral!
Jezus zegt vanmorgen echter radicaal: níet zelfontplooiing als hoogste doel. Níet je eigen levensproject. Nee, het het belang van de ander voorop. Hoe dien je je medemensen? Wees bereid daar offers voor te brengen! Ook als het ten koste gaat van jezelf. Laat ik het heel concreet maken. Niet de best betaalde baan nemen – OK, denkt u. Maar zelfs niet de baan nemen die je het meeste bevrediging geeft, als je elders meer nodig bent. ‘Wát?’ denkt een modern mens. Ook bijvoorbeeld niet betaald werk of carrière als hoogste goed, maar misschien zorg voor je gezin of anderen; en je taak blijven doen als waardering ervoor uitblijft.
Dan denken velen: nee, nu gaat het toch te ver. Ik ben gekke Henkie niet! Niet alléén aan jezelf denken, OK. Maar helemaal niet aan jezelf denken, dat kan toch niet? Dat doe je toch niet, en dat moet je ook niet willen?
Ik hoop dat u iets voelt van de radicaliteit van Jezus’ woorden. Dat je geen Trump of Erdogan moet zijn, daar kunnen we in meekomen. Maar het alternatief dat Hij aandraagt, gaat wel héél ver! Je zou haast gaan denken: Jezus volgen is een zware last. Een soort slavernij. Terwijl een leven zónder Hem je juist vrijheid geeft, om je zelf te ontplooien, om te doen wat je echt wilt, enzovoorts. Maar zo is het niet! Het is juist precies andersom. Jezus gééft vrijheid, daar kom ik zo op. En anderzijds: die drang, die dwang zelfs om er zelf iets van te moeten maken, dat kan juist heel beklemmend zijn. Wat als het niet zo lukt allemaal? Ben je dan niemand? En ook als het wel lukt: kun je dan ook niet op allerlei manieren vastraken? In de verslaving aan macht en invloed. In zelfgenoegzaamheid dat je het goed doet. Of juist in de onrust van steeds nóg verder willen komen. De angst dat alles wat je hebt opgebouwd weg kan vallen. Vastzitten: net zo lang opklimmen tot je op een niveau bent dat je eigenlijk net niet aankunt, en daar dan blijven hangen… De ‘ratrace’ van onze tijd is zo bevrijdend niet. Ik zie genoeg leeftijdsgenoten die het maar net volhouden.
[Jezus deed het]
De minste zijn, anderen dienen. Er is er maar één die werkelijk deze weg volgde. Dat is Jezus. Hij verbindt zelf zijn levensweg met de onze als Hij zegt “wie de eerste wil worden, die moet slaaf van allen zijn. Want ook de Mensenzoon (=Hijzelf) is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen.” Jezus is echter niet zomaar een voorbeeld. Nee! De verbinding is veel dieper.
Jezus kwam om te dienen, zegt Hij. Hoe dan? Hij kwam om zijn leven te geven als losprijs. Losprijs, daar zit het woord ‘los’ is – iemand wordt losgemaakt. En dat betekent dus dat die persoon vást zit. Wie zitten er dan vast? U en ik, en iedereen. Ja, juist als je denkt dat je vrij bent en zelf je leven bepaalt. Vast zitten we, in het jezelf voorop stellen. Vast zitten we ook in schuld, voor al die keren dat we mensen lieten zitten omdat we onze eigen zaken belangrijker vonden. Schuldgevoel misschien, maar ook echte schuld, als we niet deden wat God wil, grof of subtiel. Je moet jezelf ontplooien, zegt de huidige tijd. Dat veronderstelt dat je vrij bent. Maar die vooronderstelling klopt gewoon niet. Pas als Jezus je bevrijdt, ben je werkelijk vrij.
‘Losprijs’, het is een woord van de slavenhandel uit die tijd. Stelt u zich voor dat je een slaaf was toen. Misschien zo geboren, of misschien tot slaaf geworden omdat je je schulden niet kon betalen. Maar hoe dan ook: je bent onvrij. Alles wat je meester zei moest je doen. Je kon verkocht worden, of je kon met de zweep krijgen. Je woont in een schimmelig slavenverblijf. Vooruitzicht op verandering heb je niet. Je leven is werken. Een mens van de laagste rang, een vervangbaar product in de ogen van anderen. Hoe zou jij je voelen?
Maar dan komt er iemand, voor jou. Hij vraagt een gesprek aan bij je meester. Waarom? Zou hij je willen kopen? Zou hij een betere baas zijn, of een slechtere? Vol spanning wacht je af, terwijl je doorwerkt. En dan komt je meester op je af. Hij haalt de slavenband van je nek. Hij kijkt je een beetje vreemd aan. En hij zegt: je bent niet verkocht, je bent vrijgekocht! Vríjgekocht!
Onvoorstelbaar. Niet meer vast, niet meer een slaaf, maar een vrij mens! Een nieuw begin, omdat een ander de losprijs betaalde.
Zó is het ook wat Jezus doet. Hij betaalde de prijs om ons te bevrijden. Een hoge prijs: Hij gaf zijn leven. Dat was de losprijs. Hij nam alles op zich wat wij verdienden. En zo bevrijdt Hij. Hij geeft een nieuw begin!
[leven uit de Bron]
Maar waarom zou iemand dat doen? Waarom zou je een slaaf vrijkopen? Waarom zou Jezus zijn leven geven om ons vrij te kopen? Daar is maar één antwoord op: omdat je die ander een nieuw leven gunt. Jezus Zelf ziet ons, vast als we zitten in een ik-gericht leven, en Hij veracht ons niet veracht. Nee, Hij zíet iets in u en jou. Hij ziet ons als mensen met waarde. Hij ziet ons als mensen die geliefde kinderen van God kunnen zijn.
Jezus gaf zijn leven om u en jou en mij vrij te kopen. Wat is dat ongelooflijk! Ben ik dan zo bijzonder, zo waardevol? Nee, uit mijzelf niet. Maar als Hij het in mij ziet, dan bén ik het. Een mens die de moeite waard is om vrij te kopen. Een mens die een hoge prijs waard is. Een geliefd mens. Zó geliefd, dat God zijn enige Zoon gaf. Zo geliefd, dat Jezus zelf zijn leven wilde geven. Hoort u dat!
Wat is het belangrijk om dit te weten. Wij ontlenen onze eigenwaarde veelal aan wat we doen. Wat we van ons leven gemaakt hebben. Of anderen ons waarderen, of als dat niet lukt dat ze ontzag voor ons hebben omdat we de baas zijn. We willen zo graag dat iemand ons ziet staan, ons bevestigt.
Dan is juist dít de goede boodschap: Jezus ziet u! Jezus zegt: Ík zie jou. Ik hou van je. Ik vind je zó belangrijk, dat ik zelfs mijn leven wil geven om jou te redden. Dát is de ware bron van eigenwaarde. Als je dát weet, als je dat gelooft, dan word je verlost van het jezelf moeten bewijzen, van het zelf er iets van moeten maken.
Dit is de sleutel om te kunnen zijn zoals Jezus zegt. Iemand die anderen dient, en daarvoor desnoods zichzelf overheeft. Iemand als Hij. Wanneer kan dat? Als je weet van Gods aanvaarding, van Jezus’ losprijs voor jou. Dan kún je de minste zijn, omdat je leeft uit de Bron. Anderen dienen, dat lukt niet als je denkt: dit móet van de Bijbel, van de Heer. Anderen dienen, dat kan wél als je weet: Hij diende mij. Hij gaf zichzelf, en dáárom kan ik geven. Jezus is de bron! Je bent niet meer afhankelijk van wat anderen van je vinden, of wat je zelf vindt van de geslaagdheid van je leven. Nee, het gaat erom dat je weet wat Hij van u vindt: een geliefd kind, een vrijgekochte. Als je leeft uit die bron, dat kun je geven zonder leeg te raken. De minste zijn zonder je minderwaardig te voelen. Als je identiteit ligt in de vrijheid door Jezus. Hij is de Bron die je steeds weer vult!
Er was een vrouw die op een drukke afdeling werkte. Helaas was haar leidinggevende geen prettig mens. Hij schoof haar altijd de rotklusjes toe, en had zelden een lovend woord. De collega’s zagen het gebeuren maar konden er niets tegen doen. Maar ze zagen ook iets anders: die vervelende klusjes deed ze altijd zo goed mogelijk. En als de manager onvriendelijk deed, deed ze nooit onvriendelijk terug. Nou ja, bijna nooit, niemand is volmaakt. Zou dat soms met haar geloof te maken hebben? Ze was een lichtstraal op de afdeling, waar anders de sfeer bepaald zou zijn door vrees voor de baas.
[geen doodlopende weg]
Hoe kan het? Als je leeft uit de Bron! Als je leeft in verbinding met Jezus. Als je weet: ik ben vrijgekocht, ik heb waarde voor God. Ik mag hem dienen. Ik hoef mezelf niet te bewijzen. Voor Hem niet, en voor anderen niet. Hij kocht me vrij! En júist omdat ik vrij ben, kan ik de rol van een slaaf op me nemen. Wonderlijke paradox: wie denkt vrij te zijn, zit vast. Maar wie bevrijd is door Jezus, kan vrijwillig vrijheid opgeven.
En waar loopt dat op uit? Ga je hier uiteindelijk niet in onder? Nee! Want dit is Gods weg naar het echte leven! Kijk maar naar Jezus zelf. Hij gaf zich, er bleef niets van Hem over. En daarna? Het graf? Nee, daarna de opstanding! En zo is het nog: wie zichzelf opgeeft, zal juist alles ontvangen. Het is zoals Franciscus van Assisi eens bad:
Heer, maak dat wij niet zozeer zoeken om getroost te worden,
als wel om te troosten.
Om begrepen te worden
als wel om te begrijpen.
Om bemind te worden
als wel om te beminnen.
Want wij ontvangen door te geven.
Wij vinden door onszelf te verliezen.
Wij krijgen vergeving door te vergeven
en wij worden tot eeuwig leven geboren door te sterven.
Amen