Tags
Gemeente van Jezus Christus,
[intro]
Vanmorgen wil ik met u nadenken over Markus 13. Als thema heb ik gekozen “leef in het nu in het licht van wat komt”!
“Kijk eens, meester, wát een gebouwen!” Jezus loopt met zijn leerlingen de stad Jeruzalem uit, in de richting van de Olijfberg. Dan heb je een prachtig zicht op het tempelcomplex, destijds één van de wereldwonderen. Twintig voetbalvelden groot, en zo hoog als een modern flatgebouw van 15 verdiepingen. De leerlingen zijn in hun hart toch nog echte Galilese boeren. Natuurlijk zagen ze de tempel al vaker, maar nu, met de mooie avondzon erop, zijn ze toch weer onder de indruk. “Kijk, meester, wát een gebouwen!” De trots van Israël, het is ook hún tempel.
En dan Jezus’ reactie. Hij zegt: “zien jullie deze grote gebouwen? Er zal geen steen van op de andere blijven staan!” Als zijn leerlingen hem op opheldering vragen, houdt Hij een hele redevoering. Het viel u misschien op toen we het net lazen uit de Bijbel: zijn woorden zijn nogal duister, en de toon is soms dreigend. Over ‘oorlogen en geruchten van oorlogen’, over zware tijden, over een mysterieuze ‘gruwel van de verwoesting’… Waar gaat dit over?
[uitleg v vs. 6-23: ondergang tempel –> wereld]
Op onze reis door het Markus-evangelie is dit hoofdstuk wel het moeilijkste stuk. En tóch gaan we het overdenken – het staat niet voor niets in de Bijbel!
Een heleboel wordt al duidelijk als we beseffen dat Jezus hier in de toekomstige tijd spreekt over iets wat voor ons verleden is. Het gaat tot vers 24 over de verwoesting van Jeruzalem en van de tempel, in 70 na Christus. Dus ná Jezus’ tijd en ver vóór de onze. Jezus beschrijft met vooruitziende blik dat het slecht zal aflopen met stad en tempel, nu ze Hem verwerpen. En het is gebeurd – het is fascinerend om Jezus’ woorden te vergelijken met wat we weten uit andere bronnen over de val van Jeruzalem.
Dat is echter allemaal van toen. Maar hebben deze woorden óns nog iets te zeggen? Jazeker! Want het gaat om méér dan het einde van de tempel in Jeruzalem. Vrome Joden zagen de tempel als het centrum van de wereld. Als zelfs de témpel, God heilige woning, vernietigd wordt, hoe zal het dan met de andere dingen gaan? Zal dan de hele aarde niet in chaos verzinken? Het gaat ook om, zeg maar, het einde van de wereld. Gods finale ingrijpen Daar waren destijds veel verwachtingen over, hooggespannen zelfs. En daar wil ik even inhaken vanmorgen.
[einde ondenkbaar?]
Wij leven in een compleet andere denkwereld. Wie verwacht er nog dat deze wereld kan ondergaan? Nou ja, dat krijgen wij mensen misschien zelf een heel eind voor elkaar, als we genoeg vernielen en verspillen. Maar ik bedoel: wie denkt er nog dat God een eindstreep trekt? Dat Hij ingrijpt? Dat er een einde der tijden is? Voor moderne Nederlanders anno 2017 is dit echt een absurd idee. Alles gaat toch gewoon altijd verder, volgens de natuurwetten en zo. Nu, morgen, overmorgen, over honderd jaar, duizend jaar, een miljoen… altijd maar verder. Maar is dat eigenlijk wel zo’n opwekkend idee, dat er geen einde is aan de tijd? Alles is eindig. Elk mens sterft. Maar de tijd tikt door. Elk mooi gebouw zal instorten, eens. Over miljoenen jaren zal de zon zelfs uitdoven. En ook dan zal de tijd nog doorgaan, eindeloos. Alles en iedereen die nu leeft zal vergeten zijn, alsof je nooit geleefd hebt. ‘Blij vooruitzicht dat mij streelt’, om het met een psalm te zeggen. Als het zo ligt, kun je maar beter in het ‘nu’ leven, in het moment. Vooral níet nu leven in het licht van de toekomst. Zoals een populaire spreuk het zegt “geniet van het leven, het duurt maar even”. Als je niet gelooft, dan heeft je leven alleen zin als je niet te veel leeft in het licht van de toekomst, van de eindeloos voorttikkende en alles-slopende tijd…
[leef het nu in het licht van het ‘dan’]
Maar nu mogen wij in de kerk van een ander toekomstperspectief horen. Als je gelooft, heeft je leven júist zin naarmate je leeft in het licht van de toekomst. Want dan verwacht je andere dingen! Jezus spreekt niet alleen over de ondergang van de tempel, voor ons lang geleden. Na vers 24 schakelt Hij ineens over naar een weidser perspectief. Hij zegt: en dan komt het einde. De Mensenzoon komt – dat wil zeggen: Hijzelf. Eéns, zo leert Jezus hier, en zo leert de Bijbel op wel honderd plekken, komt er een eindstreep. Dan komt Jezus terug, dan breekt Gods koninkrijk aan. Dan blijken, zoals vers 8 zegt, al die dingen ervoor ‘geboorteweeën’ te zijn.
Er is een einde. Een einde dat een nieuw begin is. En dit is niet maar een weetje. Door zijn hele redevoering heen weeft Jezus aansporingen. Het einde komt, dus let op! Let op uzelf, waak, wees waakzaam! Het is héél belangrijk om te weten dat de tijd niet eindeloos doortikt. Want als het goed is leeft een christen nú, in het licht van wat komt.
Ik zei al: in Jezus’ tijd waren er hooggespannen verwachtingen over de komst van Gods rijk. Misschien wel een beetje té. Maar in onze tijd is die verwachting er volgens mij vaak te weinig. Speelt het énige rol in uw leven, dat Jezus eens zal komen? Ik zeg dit ook tegen mezelf! Geloof in de wederkomst is, zei iemand, als het gewicht aan een ouderwetse klok. Een ‘zwaar’ onderwerp misschien, maar het zorgt wel dat de boel blijft tikken! Zonder dit gewicht wordt geloof enorm gezapig, als je niet oppast. Dan komt het stil te staan. Dan is geloof een leuk extra, in plaats van je diepste hoop voor nu en straks. Want, ik herhaal het maar, als christen leef je nú in het licht van wat komt! Wees waakzaam, zegt Jezus wel drie keer, aan het einde van het hoofdstuk. Dát is de hoofdzaak.
Laten we dat wat verder uitwerken. Eerst hoe je níet moet leven in het licht van de toekomst,wat waakzaam zijn niet betekent. En dan hoe het wél zou moeten.
[niet speculeren]
Eerst hoe het niet moet dus. Jezus komt! Er is een eindstreep van de geschiedenis. Dat is de goede, en tegelijk ernstige boodschap voor vandaag. Maar je kunt daar op een heel verkeerde manier mee bezig zijn. Jezus voorspelt de ondergang van de tempel, en meteen vragen zijn leerlingen “wanneer?” Dat kunnen ook wij doen. Als het eenmaal doorgedrongen is dat er een einde is, dat je gaat zoeken en rekenen. “Wanneer zal het zijn?” De eeuwen door hebben velen dat gedaan. Maar weet u wat juist zo opvallend is in dit hoofdstuk? Jezus zegt wel van alles, maar op die “wanneer”-vraag gaat Hij nu net niet in!
Hij weet zelf het antwoord niet eens, zo zegt vers 32. Een opvallend vers! De andere evangeliën hebben deze opmerking niet. Ze vonden het misschien niet passend om te zeggen dat Jezus iets niet wist. Maar Jezus was écht een mens. Hij wist niet alles. Uit ons hoofdstuk blijkt duidelijk dat Hij verwachtte dat zijn wederkomst wel kort na de verwoesting van Jeruzalem. zou zijn. Hij vertelt er ten minste in één adem over.
Hoe dan ook, puzzelen wanneer het zal zijn is geen goede manier om te leven in het licht van de toekomst! Er zijn hele eindtijdscenario’s bedacht, en Bijbelleraars discussiëren er heftig over. Maar Jezus heeft een andere focus. Hij noemt wat dingen, bij ons vaak bekend als tekens van de eindtijd – die oorlogen en geruchten van oorlogen en dergelijke – maar Hij zegt letterlijk: dan is het einde nog niet! Daar heb je niet veel aan als je wilt rekenen… Nee, rekenen en gefascineerd zijn door het hoe en wanneer, dat moeten we maar niet doen!
[trouw je taak doen]
Maar hoe moet je dan nu leven in het licht van de toekomst? Daarover vertelt Jezus in de korte gelijkenis aan het einde van het hoofdstuk. Een man, een rijke grootgrondbezitter, gaat op reis. Hij gaf zijn slaven ieder hun werk om te doen tijdens zijn afwezigheid. Ze hoeven niet non-stop uit te kijken of hij al terugkomt. Dat hoeft alleen de deurwachter te doen. Nee, voor die slaven is één ding nodig om voorbereid te zijn op de terugkeer van hun heer: gewoon trouw hun taak blijven doen.
Die heer is natuurlijk God, en de slaven, dat zijn wij. Wat moet je dus doen zolang Jezus nog niet terug is? Gewoon trouw je taak doen! In je gezin, je werk, de kerk. Zodat de ‘Heer met een hoofdletter’ tevreden zal zijn over wat je gedaan hebt. Als je nu leeft in het licht van de toekomst, dan doe je trouw je taak.
Dat klinkt misschien wel heel basic. Is dat alles? Nou, het is in elk geval een nuchtere insteek. Juist de eerste christenen waren soms zó gefocust op de aanstaande wederkomst, dat ze hun werk gingen verwaarlozen. Paulus moet ertegen waarschuwen in één van zijn brieven. Zo dus niet! Maar ook als je heel weinig denkt aan Jezus’ aanstaande wederkomst, kan dat ertoe leiden dat je je taak niet trouw doet. Als je niet echt rekent niet met de Heer die komt, dan kun je slap worden. Bijvoorbeeld in het tegen anderen getuigen van je geloof. Als je echt gelooft dat Jezus komt en ieder zal oordelen, dan wil je toch dat anderen daar ook klaar voor zijn? Maar als je er zelf amper bij stilstaat… U begrijpt het al. En het geldt ook voor andere dingen: inzet in de kerk, of trouw zijn op je werk. Als er geen gewicht aan de klok hangt, is de spanning weg!
Als je echt rekent met de toekomst, dan begint het hier: trouw je taak doen, wat die ook is. Zoeken wat de Heer van je wil, niet zoeken hoe je een makkelijk leventje kunt hebben. Hoe is dat bij u? En bij jou?
[troost en volharding in lijden]
Nu leven in het licht van de toekomst. Daar zit nog meer in. Dat heeft niet alleen invloed op wat je doet en hoe, maar ook op hoe je dingen ondergaat. Als het leven niet leuk is, maar zwaar. Als je niet gelooft in een eindstreep, ja dan is er geen uitzicht. Je moet er nú uithalen wat erin zit. En als dat niet lukt, wat dan…?
Maar wie in Jezus gelooft, mag leven in het licht van de toekomst. Dan kun je verder kijken. Ook als je nu bijvoorbeeld ziek bent of beperkt, besef dan: er is toekomst! God zal alles nieuw maken, als de eindstreep getrokken worden. Denkt u daar wel eens aan, als uw leven niet leuk of niet makkelijk is? Kijk naar voren! Vraag je niet af ‘hoe kan ik er nu toch zoveel mogelijk uithalen?’, maar ‘hoe kan ik nu met God dit zo goed mogelijk doorleven, en straks bij Hem komen?’ Dat maakt veel verschil! ‘Volharden’ noemt Jezus het, volhouden. Dat lukt pas echt als je weet van zijn toekomst! Als je, door geloof, daarnaar mag uitzien.
Jezus noemt allerlei ellende die de eerste christenen overkwam. Vervolging, vlucht, achterstelling… Waarom hielden ze dat vol? Waarom gaven ze niet al lang op? Omdat ze wisten van de eindstreep! Omdat ze wisten van de toekomst die Jezus brengt! Waarom houden vervolgde christenen van nu het vol? Omdat Gods toekomst reëel voor hen is! Hoe is dat bij ons? Zou dat uw moeiten of de jouwe ook niet in een ander perspectief zetten? Kijk naar voren! Laat het maar van je afstralen: wat mij ook treft, ik heb uitzicht! Laat het gewicht van de klok je leven op spanning houden, ook als het leven even niet leuk is!
[Jezus deed het]
Zo bevat dit gedeelte een opdracht: leef nu, in het licht van de toekomst! In wat je doet en in wat je moet ondergaan. Kijk vooruit! Doen wij dat? Soms misschien. Vaak ook niet, vrees ik. Zo aangetast door de tijd, dat we leven alsof hier en nu alles is. Dat is gewoon ongeloof – dan staan we schuldig! Wees waakzaam, zegt Jezus. Maar hoe vaak slapen we niet?
Maar daar wil ik niet mee afsluiten. Jezus’ leerlingen sliepen ook, toen Jezus hen opriep om te waken – volgende hoofdstuk, de tuin van Getsemané. Maar ééns er die waakte: Jezus zelf, onze Heer. Hij deed wat hij preekte! Hij liet heel zijn leven bepalen door de hoop op wat komen zou. Hij deed trouw zijn taak, het werk dat de Vader Hem had opgedragen. Ook al begrepen de mensen Hem niet, al begonnen de leiders Hem te haten, ook al wist Hij waar het op uit zou lopen: op zijn dood! Hij deed trouw zijn werk. En waarom? Omdat Hij leefde in het licht van de toekomst die komen zou, ook voor Hem.
En dat niet alleen, Hij hield ook vol in lijden. Hij vloekte niet, Hij gaf niet op, Hij droég het alles. De pijn, de spot, de dreiging van de dood. Hij volhardde tot het einde. En waarom? Omdat Hij vooruit keek! Hij wist: niet de dood is de eindstreep, maar Gods toekomst – Hij zal het goed maken. Er is méér! En Hij werd niet teleurgesteld!
Jezus – Hij deed het wél. Hij leefde in het heden, maar met het oog op de toekomst. En juist zó opende Hij de toekomst voor velen. Voor ieder die in Hem gelooft. Ook al kijken wij niet verder dan onze neus lang is, al vergeten we het komende oordeel en de komende toekomst. Jezus deed dat niet! En daarom ís er toekomst!
[slot]
Leef dan nu, in het licht van wat komt! Of liever gezegd, in het licht van Wie komt! Jezus Christus, onze Heer en verlosser. Hij die van u houdt! U houdt toch ook van Hem hoop ik? Dan kijk je uit naar zijn komst, en leef je nu voor Hem!
Kom dan deze week, leef toe naar Pasen. Beleef diep wat Hij deed voor ons. Opdat we zullen leven in het licht van de toekomst. Het licht van Pasen. Nog één week!
Amen.