Tags

, , ,

(Uit de Bijbel is gelezen: Jesaja 53, Markus 14:22-26, 53-65)

Gemeente van Jezus Christus, broeders en zusters hier aan zijn tafel,

[DEEL I: Jezus zwijgt]
[introotje]
op deze avond, drie dagen voor Pasen, stelde Jezus lang geleden het Heilig Avondmaal in. Hij zat met zijn leerlingen aan tafel, zoals ook wij nu. Hij nam brood, brak het, en zei ‘dit is mijn lichaam’. Zouden zijn leerlingen dat begrepen hebben? Hij gaf een beker wijn rond en zei ‘dit is mijn bloed, dat voor velen vergoten wordt’. Wat zouden ze daarvan gevonden hebben? Zou het zijn doorgedrongen? Eerder in het evangelie heeft Jezus als driemaal voorzegd dat Hij zal sterven. Maar het leek niet tot hen door te dringen. Nu, op deze avond, hangt de dreiging zwaar in de lucht. Hoe zal het verder gaan? Dat zal direct blijken. Nog in de zelfde nacht treffen we Jezus aan als gevangene van de Joodse Raad, terwijl al zijn leerlingen Hem in de steek laten.

[het proces]
Op deze scene voor de Raad wil ik vanavond met u inzoomen. Want het is bijzonder treffend hoe we Jezus, onze Heer daar zien staan. Als Hij zwijgt, maar ook als Hij spreekt! Over allebei wil ik iets zeggen.
Als Jezus is gevangen wordt in allerijl de Joodse Raad, het Sanhedrin, bijeengeroepen, ook al is het nacht. Geen officiële zitting is het, die mocht alleen overdag plaatsvinden, en in een vaste zaal. Dit is een soort ongeregeld vooronderzoek. Nu hebben ze Hem, die man die hen zo in de wielen rijdt! Nu, ’s nachts, zullen ze de zaken alvast regelen, zodat ze Hem ’s morgens meteen kunnen veroordelen in een officiele zitting. De haast die ze hebben blijkt wel uit de getuigenissen. Allerlei beschuldigingen, maar ze kloppen niet met elkaar. Hadden ze dat niet een beetje kunnen afstemmen? Maar goed dat ze nu samen zijn om zulke dingen te regelen!

[Jezus zwijgt]
Intussen staat Jezus daar, voor de raad. Gebonden, en zwijgend. Rondom hem vliegen de beschuldigingen rond, maar Hij zwijgt. Hij zegt geen woord. Waarom?
Zwijgt Jezus misschien omdat Hij weet dat verweer toch zinloos is? Linksom of rechtsom, ze willen Hem uit de weg ruimen! Het vonnis staat allang vast, alleen de uitwerking moet nog geregeld worden. Maar waarom verdedigt Jezus zich niet? Hij kan toch minstens strijdend ten onder gaan?
Misschien zwijgt onze Heer wel omdat de onzinningheid van de aanklachten overduidelijk is. Veel geschreeuw en weinig wol. Heeft het zin daarop in te gaan? Terwijl zijn tegenstanders roepen, zwijgt Hij, staat Hij daar, rustig. En juist zo staat Hij verre boven zijn aanklagers. Soms is zwijgen de beste keuze.
Is dit zwijgen dan een goedgekozen tactiek van Jezus? Ik denk dat we het een stukje dieper moeten zoeken. Jezus zoekt helemaal niet naar de beste strategie om hier uit te komen! Nee, Hij doet wat Hij tegen zijn leerlingen zei in hoofdstuk 13, we hoorden het zondag. “Wanneer ze u zullen wegleiden om u over te leveren, wees dan van tevoren niet bezorgd wat u moet spreken, en bedenk het niet. Maar wat u op dat moment gegeven zal worden, spreek dat, want u bent het niet die spreekt, maar de Heilige Geest”. Onze Heer spreekt zoals God Hem leidt. En op dit moment wordt Hij geleid om te zwijgen. Tot beschaming van zijn aanklagers, dat ook. Maar ook om een veel diepere reden. Zo vervult Hij de profetie van Jesaja, honderden jaren eerder gesproken. “Als een lam werd Hij ter slachting geleid; als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed Hij Zijn mond niet open”. Is dit niet precies wat hier gebeurt? Jezus doet zijn mond niet open, terwijl Hij naar de slachtbank, naar het doodvonnis wordt geleid. Gods Geest leidt het zo!

[naar de slachtbank]
Naar de slachtbank, als een schaap. Wat klinkt dat passief! Misschien voel je wel verweer bij jezelf. Dat Jezus zich nu hélemaal niet verdedigt. Er is toch genoeg om tegen te spreken? Maar weet u, en dan komen we bij de kern, Jezus’ doel is helemaal niet om hieruit te komen, om de veroordeling te ontlopen. Het doel van Hem is om Gods weg te volgen, waarheen die ook gaat. Dáár heeft het net voor gebeden in de tuin van Getsemane, daar heeft Hij zich overgegeven. Niet mijn wil, maar de Uwe geschiede!
Gods weg voor Jezus is een weg naar de dood. Onwetend zijn de hatende raadsleden bezig Gods plan uit te voeren. En Jezus verzet zich niet, Hij wil de weg gaan, Hij zwijgt als de Geest Hem niets ingeeft. Want Jezus móet sterven, als een lam naar de slacht. Als een offerlam. Er staat immers nog meer in Jesaja 53, en dat wordt nu allemaal vervuld. “Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden verbrijzeld. De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen. De HEERE heeft de ongerechtigheid van ons allen op Hem doen neerkomen”. Jezus zal veroordeeld worden, om mensen te bevrijden. Hij zal sterven, om ons leven te geven.

[slot: link met HA]
Wat een wonder: Jezus geeft zich over aan wat er gebeuren moet. Niet aan het onrecht van het Sanhedrin, maar Hij geeft zich over aan Gods plan. En zó, zo geeft Hij zich voor ons. Hij gaat onder, opdat wij niet ondergaan. Hij neemt alle straf op zich en alle pijn en alle haat. Opdat wij verloste, vrije, verzoende kinderen van God mogen zijn. Is dat geen wonder?
Dát mogen we vieren, hier aan de tafel. Vieren – met grote eerbied en ontzag. Dat Hij zich gaf voor ons. En dat Hij zich nog steeds geeft aan ons. In brood en in wijn.

(bij de tweede tafel wordt de preek vervolgd:)

Gemeente van Jezus Christus, broeders en zusters hier aan zijn tafel,

[DEEL II: Jezus spreekt]
[link met voorgaande]
Jezus zwijgt, zo hoorden we. Hij zwijgt, want Hij is bereid om veroordeeld te worden als God dat wil. Hij zwijgt, Hij verdedigt zich niet, Hij volgt de weg die Hij moet gaan. De weg naar de dood.
Echter… die veroordeling komt vooralsnog niet! Allerlei zware beschuldigingen worden geroepen, maar ze spreken elkaar tegen, of ze kloppen niet met elkaar. Geen wonder ook, want Jezus deed nóóit iets strafwaardigs. Hij deed juist goed. Als er één rechtvaardig is, dan wel Hij.
De rechters zetten valse getuigen in. Maar ook dan lukt het niet. Hun getuigenissen zijn niet eensluidend, op één of andere manier. Zó kunnen ze Jezus morgen niet veroordeeld krijgen! Hoe komt dit? Waren in de haast de getuigen niet goed geïnstrueerd? Ik denk dat er meer achter zit. God wil niet dat Jezus op een valse aanklacht wordt gevonnist. Als Hij veroordeeld wordt, dan op de waarheid! En daarom, daarom gaat Jezus nu spreken.

[de vraag]
De hogepriester stelt ineens een vraagt. Het lijkt hem te ontglippen. Of is ook dit Gods leiding? Hij zegt: ‘Ben jij de Messias, de Zoon van de Gezegende – d.w.z. van God?’ Hoogst opvallend deze vraag. Weet u nog, hoe het hele Markus-evangelie draait om de vraag wie Jezus is? Telkens als mensen er iets van zagen, maande Jezus hen tot stilte. Bijvoorbeeld toen Petrus zei ‘u bent de Messias’, de Christus’ – toen was de reactie “Hij gebood hun streng dat ze er met niemand over spreken zouden”. Maar nú, in het hol van de leeuw, nu geeft Jezus openhartig antwoord. Nu mag iedereen het ineens weten! “Ja, Ik ben het”. Ik ben inderdaad de Messias, de Zoon van God.

Waarom spreekt Jezus nu wel, en dan nog op déze manier? Je zou zeggen: zoveel gezwegen al, zwijg nu ook. Dit antwoord werkt alleen in je nadeel! Je zou haast oneerbiedig zeggen: wil Jezus graag dood of zo? Nee, zop mag je het niet zeggen – zie Getsemane! Maar het is zoals ik aan de vorige tafel al Hij: Hij wil Gods weg gaan. Hij laat zich leiden door de Geest van God. En als gevraagd wordt wie Jezus is, dan moet Hij spreken! Dan dringt de Geest. Dan deinst Hij niet terug, al weet Hij wat de consequenties zijn.

[Jezus spreekt]
Jezus zegt ook niet alleen “ja”. Hij zegt er ongevraagd nog meer bij. “Ik ben het. En u zult de Zoon des mensen zien zitten aan de rechterhand van de Kracht – d.w.z. van God, en zien komen met de wolken van de hemel.” Wat wil dit zeggen? Voor ons zijn deze woorden misschien wat mysterieus, maar voor de Joodse leiders, vertrouwd met de Schrift, waren ze maar al te helder. Jezus haalt hier een woord aan van de profeet Daniël, over ‘iemand als een mensenzoon’ die van God de macht krijgt om te oordelen.
Jezus zegt eigenlijk: Ja, ik ben de Messias, de Zoon van God. En wel op de manier waar jullie je het allerhardst aan zullen ergeren. Elke koning of priester was immers een ‘messias’, een gezalfde. En in de psalmen wordt het volk Israël als geheel ‘zoon van God’ genoemd. Maar… zo bedoel Ik het dus niet, zegt Jezus. Ik ben geen aardse leider, ik ben geen voorbeeld van vroomheid, Ik ben de unieke Zoon van God die deelt in Gods luister. – En ik denk weer: moet je dat nú zeggen? Zo ga je zeker je dood tegemoet!
Nog verder gaat Jezus. Hij zegt eigenlijk: zijn jullie nu rechters van Israël? Gaan jullie mij oordelen? Het is precies andersom! Ik ben die Mensenzoon waar Daniël over sprak – Ík ben de rechter van Israël. Op een dag zal ik jullie vonnissen! Er spreekt groot gezag uit Jezus’ woorden. Rechtop staat Hij, tegenover de verbaasde hogepriester. “Ik ben het”. Komt ervan wat ervan komt!

[het gevolg van zijn woorden]
En, en komt wat van! De hogepriester begrijpt Jezus’ woorden maar al te goed. Dit is Godslastering! Deze man verheft zich tot Gods hoogte. Hij matigt zich gezang aan van de Allerhoogste! Ja, de rechters begrijpen het heel goed. Hun reactie volgt onmiddellijk: schuldig! Dood moet Hij! Wat kun je dan beter hebben dan dit? De misdaad begaan in de rechtszaal zelf. Dan heb je geen getuigen meer nodig, iedereen heeft zijn woorden gehoord! En dat Jezus de waarheid spreekt, dat kunnen en willen ze niet eens een seconde overwegen.

[link met HA]
Jezus wordt ter dood veroordeeld. Waarom? Omdat hij sprak! Hij verdedigde niet zichzelf, Hij verdedigde Gods eer. Hij gaat het kruis tegemoet, omdat Hij de waarheid sprak. Om wie Hij is. En wie is Hij dan? Hij is de hemelse rechter – straks. Maar eerst, nu, is Hij de hemelse redder. Hij gaat de weg tot het bittere einde, die God uitdacht ter verlossing.
Want dit is het grote mysterie van het geloof. De rechter laat zich veroordelen. De onschuldige wordt schuldig verklaard. En waarom? Opdat schuldigen vrijgesproken kunnen worden en gevangenen vrijgelaten. Weet U nog, uit hoofdstuk 10 van het evangelie: “de Mensenzoon is gekomen om zijn leven te geven als een losprijs voor velen”. Hij geeft zichzelf. En voor wie? Voor u. En jou. En mij. Voor ieder die in Hem gelooft.
Nu worden die woorden bij zijn laatste maaltijd pas helder: mijn lichaam, dat voor ú gebroken wordt. Mijn bloed, voor ú vergoten. Jezus gaat de weg die Hem de dood, en ons het leven brengt. Onvoorstelbaar! Onverdiend! Onvergetelijk. Dat mogen we, tot zijn wederkomst, gedenken bij brood en wijn.

Amen