Tags
Lieve mensen, broeders en zusters
[inleiding]
Van middag wil ik u eens meenemen naar de stal in Bethlehem, en dan wil ik wel in het bijzonder focussen op de figuur van Jozef. U kunt zich misschien het tafereel voor de geest halen zoals je dat vaak ziet afgebeeld in kerststallen. Daar is Maria met het kindje, daar zijn herders, en os en een ezel… Maar daar is ook Jozef. Hij is er, maar hij valt niet zo op. Jozef is geen figuur van de voorgrond. Maar hij is er wel!
Jozef is net vader geworden – en tegelijk ook niet. Het kindje, dat weet hij, is niet van hem. Het is Gods kind. Maar toch, in alle opzichten vervult hij de vaderrol. Het moet voor hem net zo bijzonder geweest zijn als voor elke vader die de geboorte van een kind meemaakt. Zo ineens is er zo’n klein mensje op de wereld, dat bij jou hoort. Het kan niet anders of liefde vervult zijn hart. Jezus noemt hij het – want híj gaf het de naam, vertelt Mattheüs, niet Maria. Maria heeft de bevalling doorgemaakt, ze is ongetwijfeld doodmoe, en Jozef is vol zorg voor haar en de baby.
Jozef, hij is er, en ook voor hem moet deze kerstnacht een heel bijzonder moment geweest zijn. Als herders komen storen, en vertellen van een engel, zelfs een hel engelenkoor, zal hij wel hebben teruggedacht aan de engel die hij zelf zag in een droom. “Wees niet bang, Jozef, zoon van David, om Maria tot je te nemen, want het kind dat in haar groeit, is Gods kind”.
[Jozef dient Jezus]
Jozef, hij heeft een belangrijke rol, al is het niet op de voorgrond. Hij denkt niet aan zichzelf allereerst. Dan had hij Maria wel verstoten, toen ze zwanger bleek te zijn. Ze waren waarschijnlijk aan elkaar uitgehuwelijkt, zoals dat in die tijd ging. Ze waren al verloofd. Drie maanden was Maria bij haar nicht Elisabeth geweest en had hij haar niet gezien. Enige tijd later was het hem opgevallen dat ze wel zwanger moest zijn. Ze zou toch niet… Jozef kan niet anders denken dan ze zijn verloofde vreemd is gegaan. Reden om de verloving te verbreken natuurlijk! Maar dat wil hij niet doen met een aanklacht, een groot schandaal. Nee, hij wilde het maar stil uitmaken. Hij wil geen wraak, hij denkt aan haar. En dan komt die engel. Hij hoort het: neem haar maar als vrouw, deze zwangerschap is uit God! En Jozef doet het! Hij dient Gods, hij dient Jezus. Hij wil wel de vader zijn, althans de opvoeder. Als ongehuwde vrouw was je destijds weerloos, maar Jozef geeft de bescherming die nodig is. Hij neemt de zwangere Maria toch tot vrouw en behoudt haar zo voor schande. Hij zorgt voor haar als ze op reis gaan naar Bethlehem. Hij helpt haar en het kind, nu ze bevallen is.
En Jozef doet nog meer. Hierna beschermt hij Maria en Jezus door ze mee te nemen naar Egypte. Zo voorkomt hij dat Jezus als baby al wordt vermoord. Als ze weer terugkomen, zorgt Jozef voor inkomen met zijn timmermansbedrijf, of zoals je ook kunt vertalen, zijn aannemersbedrijf. Hij zorgt voor dagelijks brood. Hij zorgt letterlijk voor Jezus, zoals een vader dat doet. Hij helpt met opvoeden. Hij dient Gods plan, hij dient Jezus met liefde. Al is het niet zíjn kind, Jozef is er voor hem!
[Jozef onopvallend]
Wat zou er van Maria en Jezus geworden zijn zonder Jozef? Hij doet in alle eenvoud wat hij moet doen, wat God vraagt. Het is daarbij opvallend hoe onopvallend Jozef is. In het hele evangelie lezen we niet één woord dat hij zegt. Hij ís er alleen maar, en hij doet gehoorzaam wat God hem opdraagt. Jozef is een ‘rechtvaardige’, zo noemt Mattheüs hem. Iemand die leeft met de God van Israël en die het goede doet. En juist zó is hij een werktuig om Gods grote plan werkelijkheid te laten worden. Gods plan met Jezus. Gods plan om door Hem de mensen te verlossen en te redden. Jozef wordt daarbij ingeschakeld, en in geloof en gehoorzaamheid staat hij klaar. Onopvallend verwijnt hij ook weer uit het verhaal: waarschijnlijk overleed hij voor Jezus begon aan zijn openbaar optreden.
[reden: omdat Hij weet wie Jezus is]200
Waarom doet Jozef wat hij doet? Daar is van alles over te zeggen, maar ten diepste is er één reden. Jozef weet wie Jezus is! Niet maar het kind van Maria en een onbekende, maar de zoon van God. Meer nog, Jezus is de Redder voor Israël. Dat had de engel Jozef verteld in zijn droom. Jezus is het die de zonden zal verzoenen, en de mensen weer bij God zal brengen. En Jozef gelooft dat! Niet voor niets moet hij het kind ‘Jezus’ noemen, dat betekent ‘Redder’.
Jezus, voor wie Jozef zorgen mag, is ‘God-met-ons’, zo hoort Jozef in zijn droom. Hij is het in wie God zelf onder de mensen komt. Dat is de diepe kern, die ook Jozef waarschijnlijk nauwelijks kon bevatten. Dit kindje in de kribbe is God-met-ons? Ja, toch wel! Jozef heeft het gehoord.. Daarom wil hij het dienen, verzorgen, opvoeden. Wat moet dat wonderlijk zin geweest voor Jozef, en ook voor Maria trouwens: hoe ze dagelijks omgingen met Jezus, hun kind, en tegelijk wisten: hij is de Redder… Onbevattelijk! Maar in liefde dienen ze hem, en, zo stel ik me voor, in liefde maakt Jozef een stokpaardje voor hem. Hij is er voor Jezus – voor Jezus die er ten diepste is voor hem!
[Jozef als voorbeeld]
Jozef is een voorbeeldige man, in alles wat we van hem weten. Hij is een rechtvaardige – iemand die God dient. Meer nog: zijn levensvervulling is om Jezus te dienen. Zou dat ook niet onze levensvervulling moeten zijn? Jezus dienen! Dat hoeft niet in grote en opvallende dingen. U hoeft niet naar een ver land om daar zendeling te worden – dat zou so wie so al lastig lukken op uw leeftijd… Je hoeft niet opzienbarend alles weg te geven. Juist Jozef laat ons zien: onopvallend kan het ook. In het trouw doen van je taak – voor Jezus. In kleine dingen er zijn voor een ander, en zo iets van Jezus laten zien. In het opvoeden van kinderen, in het inzetten voor de gemeente, en zo Jezus dienen. Zonder woorden misschien, of in elk geval zonder vroom gepraat, maar eenvoudig, trouw, gehoorzaam; zoals Jozef deed.
Jozef zorgde dat Jezus kon opgroeien. Misschien kun je wel zeggen: het is uw en mijn taak om te zorgen dat Jezus kan groeien in onze omgeving. Dat zijn liefde en genade meer zichtbaar wordt. Dat ook wij zo een schakeltje mogen zijn in de verwezenlijking van Gods grote plan: dat wereldwijd Hij de eer krijgt en zijn liefde zal heersen.
Is dat ook onze levensvervulling: Jezus dienen? Dat het ons, net als Jozef, niet gaat om onszelf, onze eer, onze doelen, maar om mee te mogen werken in Gods plannen? Dat is niet de weg die je uit jezelf kiest. Dan had Jozef allang Maria weggestuurd en had hij een betere partner gezocht. Dan was hij wel voor een kind van zichzelf gegaan…
[Jezus voor ons]
Er is maar één manier om zo in het leven te kunnen staan. Als je iets hebt gehoord van wie Jezus is, en als je dat gelooft. Want Jezus is de Redder, de zaligmaker. ‘Hij zal zijn volk redden van hun zonden’. Dáárvoor is Hij gekomen. Om het weer goed te maken tussen u en God, tussen mij en God, en tussen mensen onderling. Jezus, Hij liet zichzelf vernederen om anderen te verhogen. Om ons, u en mij, leven te geven dat eeuwig is! Om ons andere mensen te maken, die gaan op zijn weg.
Als je dat weet, ziet, beseft, gelooft…. dan, ja dán wil je graag doen als Jozef. Dan vind je levensvervulling in het dienen van Hem. Want Hij is ‘Immanuël’, God-met-ons. Hij komt ons opzoeken in onze duisternis. Hij is altijd bij ons! Dat heeft Hij zelf beloofd: ‘ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van de wereld’. Hij is gekomen, voor ons allen. Zou je je dan niet overgeven aan Hem, leven voor Hem en voor anderen? Eenvoudig, onopvallend misschien, als Jozef. Maar het hóe doet er niet zozeer toe. Dit doet er toe: Jezus is gekomen. Leef voor Hem!
Amen