Tags

, ,

Gemeente van Jezus Christus,

[intro: zonde?]
zonde is het, echt zonde. Zonde dat Sven Kramer afgelopen week geen medaille won op de tienduizend meter. Velen van ons zullen het wel gezien hebben, live of in de samenvatting. Zonde, echt jammer. Maar hé, wat is eigenlijk zonde? Is dat hetzelfde als jammer? In het dagelijks spraakgebruik vaak wel. Maar is dat ook wat de Bijbel bedoelt?
Nog iets: in het nieuws hoorde ik de afgelopen tijd het woord ‘dopingzondaars’. Dat zijn atleten, vooral uit Rusland, die betrapt waren op het gebruik van verboden middelen om beter te presteren. Deze zondaars, u zult het wel weten waren daarom niet welkom in het sportheiligdom van Pyeongchang. Daar mogen alleen zij deelnemen die zuiver zijn en zondeloos – op dit gebied dan. Een dopingzondaar. Wat is zijn zonde? Hij of zij heeft de regels overtreden, is de fout ingegaan, en verdient daarom straf. Komt dat misschien dichter bij wat de Bijbel zonde noemt?
Inderdaad is zonde het overtreden van Gods regels. Wij zullen bij zonde dan vooral snel aan grote fouten denken, erge dingen. Stelen of moorden, ja dat is zonde, dan ben je een zondaar. Of als iemand zijn vrouw bedriegt en vreemd gaat met een collega. Of wie veel geld verduisterd heeft. Dát zijn zondaars. Zij overtreden overduidelijk de tien geboden.
Maarre… ben jij zondig? En u? en ik? Als je een beetje christelijk bent opgevoed, dan zul je wel ‘ja’ zeggen. We zijn immers allemaal zondige mensen! En daarvoor moest Jezus ook sterven, om de zonden weg te doen. Maar even serieus: voel je je nu echt een zondaar? Schuldig voor God? Want zulke grote zonden doen we meestal niet, niet zoals ik net noemde. Eigenlijk zijn we best OK toch. En ja, fouten maakt iedereen, dat is het leven…
Nu leven we in de Lijdenstijd. We denken eraan hoe Jezus zijn leven gaf om ons te redden. Maar weet u wat ik wel eens vrees? Dat het een stukje theorie is, los van ons leven. Dat we niet echt blij zijn met wat Jezus deed, omdat we niet half beseffen hoe nodig we dat hebben!

[de geschiedenis]
We hoorden uit de Bijbel de geschiedenis van Jezus en de overspelige vrouw, zo staat er boven. Overspel, dat is zo’n typisch Bijbelwoord van vroeger, dus laat ik het even verhelderen. Overspel, dat was in het oude Israël alle seks buiten het huwelijk. Bedoeld is gewoon dat die vrouw is vreemdgegaan, of nog waarschijnlijker, dat zij, ongetrouwd, seks heeft gehad met een getrouwde man. De religieuze leiders komen naar Jezus toe terwijl ze de vrouw meeslepen: Heer, deze vrouw is betrapt bij overspel. Welke straf moet ze hebben? Ik vraag me dan meteen af waar de man is met wie ze betrapt is – die is dan toch ook betrapt? En verdient die man, die zijn vrouw dus bedriegt, niet minstens zoveel straf?
Maar het gaat de aanklagers helemaal niet om recht, of om handhaving van de moraal. Het gaat ze erom dat ze Jezus in een val lokken. Deze arme vrouw en haar leven zijn voor hen alleen maar een middel, een ding. In de aloude wet van Mozes stond als straf voor vreemdgaan met een ongehuwd iemand namelijk de doodstraf door steniging – voor man én vrouw trouwens. Dat is nogal wat! Nu willen de Joodse leiders wel eens horen wat Jezus daarvan vindt. En wát hij ook zegt, ze zullen hem pakken! Zegt Hij dat ze gestenigd moet worden, dan klinkt dat hard en onbarmhartig. Jezus stond juist bekend als een vriend van tollenaars en zondaars, als barmhartig en niet streng op de letter van de wet. Zegt Hij dus dat ze de doodstraf moet krijgen, dan zou zijn mensenliefde, waar Hij om bekend stond, ongeloofwaardig worden. Dan is Jezus onbarmhartig! Maar aan de andere kant, als Hij zegt dat ze níet gestenigd moet worden, dan is Hij onrechtvaardig. De wet van Mozes, de heilige Thora, zegt het immers? Dan kunnen ze Hem neerzetten als een ketter, iemand die ontrouw is aan de Schrift. Onbarmhartig of onrechtvaardig, Jezus verliest altijd!
Wat zegt Jezus op deze strikvraag? Niets! Hij schrijft, of misschien beter vertaald, Hij tekent met zijn vinger in het zand op de grond. Het gaat er niet om wát Hij schrijft of tekent, het gaat erom dat hij bewust geen antwoord geeft. Om het in termen van nu ter vertalen: als Jezus nu had geleefd en deze vraag kwam, had hij zijn telefoon gepakt om daar eens op te kijken. Als Jezus met zijn leerlingen in een restaurant had gezeten en deze vraag kwam, dan was hij servetten gaan vouwen. Hij zegt geen ja en Hij zegt geen nee. Hij keurt ze geen antwoord waardig, lijkt het.

[Jezus’ geniale reactie]
De aanklagers blijven echter vragen en aandringen. En dan komt Jezus’ géniale reactie. Hij kijkt één moment op, en Hij zegt luid en duidelijk: “laat hij die zonder zonde is, de eerste steen maar werpen!” En hij kijkt weer omlaag, naar zijn telefoon… eh, naar de grond waar hij in tekent. Dit is werkelijk een antwoord met goddelijke genialiteit, net zoals Hij bij andere gelegenheden strikvragen afdeed.
Had Jezus gezegd: nee, doe haar niets – dat zou onrechtvaardig zijn geweest, tegen de wet van Mozes, ten diepste de wet van God. Had Jezus gezegd: ja, laat haar gestenigd worden – dat zou onbarmhartig zijn geweest. Maar wat zegt Hij, die barmhartig én rechtvaardig is? “Laat hij die zonder zonde is, de eerste steen maar werpen!” Hij veroordeelt de vrouw niet, hij spreekt haar niet vrij, maar… hij maakt de aanklagers tot aangeklaagden. De aanklacht vervalt niet, maar Jezus stelt feitelijk een tegenvraag. Zijn jullie wel geschikt als aanklager? Of nog simpeler gezegd: kijk naar jezelf, vrome Farizeeërs! Doen jullie nooit iets fout dan? Zijn jullie zonder zonde?

[allen zondaars]
Het antwoord is uiteraard: nee! Ook zij, vroom als ze zijn, gaan voor God niet vrijuit. Er zijn wel uitleggers die zeggen dat Jezus het tiende gebod in het zand schreef “u zult niet begeren de vrouw van uw naaste”. Dat denk ik niet, maar het maakt wel een punt. Al hebben ze het zevende gebod niet overtreden, al zijn ze niet metterdaad vreemd gegaan – leven in hun hart niet net zulke begeertes? En ook dán ben je een wetsovertreder, ben je niet zoals God het wil.
Jezus’ opmerking maakt indruk. “Laat hij die zonder zonde is, de eerste steen maar werpen!” Ze aarzelen – geeft Jezus dan toch toestemming voor de executie? Maar… wie moet er dan beginnen? Ik niet, voelen ze allemaal, en één voor één verdwijnen ze.
Wat is dit een les voor ons allemaal. Om niet anderen te oordelen, om niet anderen als zondaars te zien, maar om eerst en vooral naar jezelf te kijken. Anderen oordelen doen we zo snel. Over dopinggebruikers – weet jij onder welke druk ze stonden? Over politici, over lastige mensen. Juist wie zelf het hardst oordelen, daar deugt vaak het minste aan, leert de ervaring. Daar gaat het me echter nu niet zozeer om, maar om dat andere: naar jezelf kijken.
Als je voorstelt dat jij voor Jezus staat, dat Hij je aankijkt, en voelt dat Hij dwars door je heen kijkt, kun jíj dan vrij-uit gaan? Als je jezelf niet vergelijkt met anderen, maar spiegelt in Gods wet. Vergelijken met anderen is makkelijk, je vindt zo genoeg mensen die minder goed zijn, zeker als je een beetje een brave burger bent. Als Farizeeën steek je in uiterlijk gedrag uit boven zo’n vrouw. Maar God… God ziet het hárt aan! Denk jij nooit dingen die niet deugen? Verwrongen fantasieën, haatdragende hersenspinsels… Dóe je altijd wat de Here vraagt: niet alleen niet moorden, stelen, vreemdgaan, maar ook: God en je naaste liefhebben? Als ik eerlijk ben: hoe ben ik met al mijn leven binnen de lijntjes, toch vaak niet compleet op mezélf gericht. Om van mijn gedachten maar te zwijgen. Ik ben, lieve mensen, een zóndaar! En u, en jij?
En dan heb ik het nog niet eens gehad over die hoogste eis: God liefhebben, Hij op de eerste plaats. “Laat Hij die zonder zonde is…” Ach welnee. Ik ben niet op mijn plek als aanklager, ik ben aangeklaagde! Aangeklaagd door die éne blik van Jezus.

[het oordeel ontlopen]
Weet u wie er nu écht een zondaar is? Die vrouw natuurlijk! Op heterdaad betrapt maar liefst. Recht tegen Gods regels in, die ze best kende. Schande! En nee, ze ontkent ook niet, dat heeft geen zin. Ze is doodsbang, bang voor haar leven dat inzet is gemaakt van een woordenspel. Ziet u haar staan, zo schuldig als het maar kan? Maar nu het hartverwarmende: Jezus veroordeelt haar níet! Hij ziet niet slechts een zondares, Hij ziet een mens. En Jezus heeft mensen lief, ook als het zondige mensen zijn. Ook als u of jij jezelf kent als een zondaar, als je jezelf moet aanklagen. Hij veroordeelt haar niet! Nee, Hij kijkt heel anders naar haar. “Vrouw, waar zijn die aanklagers van je?” “Nergens, Heer”, zegt ze verbaasd. En Jezus zegt “dan veroordeel ook ik je niet. Ga heen en zondig niet meer”
Eén is er die zonder zonde is: Jezus Zelf! Maar Hij pakt geen steen, Hij gunt haar een nieuw begin. Wat blijkt hier zijn barmhartigheid, zijn liefde, zijn ontferming voor mensen die het bedorven hebben!
Zo is Hij nog steeds. Bent u, ben jij zondig? – en dat bent u! – dan wil Jezus u genadig zijn. Dan wil Hij je vrij laten gaan, de verdiende straf laten verdwijnen, een nieuw begin geven. Dat is de goede boodschap: Jezus houdt van zondige mensen! Mensen die de norm niet halen! Juist voor zulke mensen is Hij goed, hen zocht Hij op en zoekt Hij nog steeds. Dan mag je van zijn genade leven!
Weet u voor wie Jezus bedreigend is? Voor Farizeeërs. Voor mensen die niet willen weten dat ze fout zitten, mensen die vooral de zonde van anderen aanwijzen. Toen Jezus hun zonde aanwees, liepen ze weg. Maar weglopen voor de waarheid werkt niet. Wie echter erkent, wie moet toegeven dat hij niet goed genoeg is, voor díe is er een nieuw begin bij Jezus. Altijd! En ook voor u. En voor jou, en voor mij! Dat besef je pas echt, als je jezelf leert kennen onder Jezus’ blik. Maar zijn blik veroordeelt niet. Nee, met liefde kijkt Hij naar zondaars.

[barmhartig en rechtvaardig]
Ik zou nu mijn preek kunnen stoppen, maar we moeten nog even terugkomen op het begin. Weet u nog, die valstrik? Jezus zou eruit komen als óf onbarmhartig, óf onrechtvaardig. Wel, hij komt eruit in elk geval als barmhartig. Maar, als je doordenkt: is dit allemaal wel rechtvaardig? Die vrouw hád toch straf verdiend, ze wás toch een zondares? Kan ze dan zomaar vrijuit gaan? En kan Jezus, kan God zomaar óns en iedereen aannemen en vrijspreken?
Kijk, en dan komen we bij de diepte van het evangelie. Jezus laat zondaars vrijuit gaan, op een manier die barmhartig is, en tegelijk rechtvaardig, eerlijk. Destijds kon je niet veroordeeld worden zonder getuige die je aanklaagde, dus Jezus doet geen onrecht als hij de vrouw laat gaan. Maar het zit dieper. Op Jezus zélf komt namelijk neer wat zondaars verdienen. Kijk maar in het laatste vers van dit hoofdstuk. Dan worden er stenen gegooid naar… Jezus! Kijk maar verder, in het slot van het evangelie. Wie krijgt daar de doodstraf? Het is… Jezus! Dit is de grote omwisseling, het mysterie van Jezus’ weg naar het kruis. Hij, de onschuldige, werd veroordeeld in plaats van schuldigen. En zo mag de vrouw, en zo mag ik, en zo mag ieder die gelooft, vrijuit gaan ook al ben je schuldig.
Dat is rechtvaardig, eerlijk: de schuld wordt niet onder het tapijt geveegd, de straf wordt gedragen. Maar dat is bóvenal barmhartig, liefdevol tot het uiterste. Zóveel heeft Jezus over voor zondaars! Zelfs zijn leven. Hij handelt zelf de wet af, de rechtvaardigheid, zodat wij mogen leven uit zijn barmhartigheid. De barmhartigheid triomfeert over het oordeel – we begonnen de dienst ermee. Wat een wonder, wat een ongelooflijk wonder!

[Slot: opstaan in een nieuw leven]
Zo spreekt Jezus, tot de vrouw en tot ieder die zijn zonde kent: “ook ik veroordeel u niet. Ga heen en zondig niet meer”. Passende slotwoorden. Uit de eerste zin blijkt zijn barmhartigheid – géén veroordeling, al zou die terecht zijn! Maar de tweede zin toont dat Hij ook de wet hooghoudt “ga heen en zondig niet meer”. Hoor hoe Hij, de rechtvaardige, niet Gods wetten maar even wegveegt. Nee, Jezus houdt van zondaars, maar Hij houdt nog steeds niet van zonde! Er wordt wel eens gezegd: ‘God houdt van je zoals je bent’ – nou, dat klopt gewoon niet. Want ik ben, en jij bent, en u bent een zondaar. Beter kun je zeggen: ‘God houdt van je ondanks wat je bent’. Hij houdt niet van zonde, en helaas doe ik die. Maar Hij zegt: kom, ik maak je vrij. Ik zet je op een betere weg: ga heen en zondig niet meer. Daar zou nog veel over te zeggen zijn, maar dat doe ik niet. Laten we het horen, en het doen. Laten we bidden om de Heilige Geest die je kan veranderen, want dat is dan wel nodig! Breek met alles wat niet deugt in je daden! Niet uit angst voor de gevolgen, maar uit dankbaarheid voor zomaar een nieuw begin. Wat is Hij goed!
God moge geven dat we onszelf steeds beter mogen leren kennen, én Jezus Christus zijn Zoon. Hem zij de lof tot in alle eeuwigheid.

Amen