Tags
Uit de Bijbel is gelezen: Leviticus 23:10-14 en Romeien 8:22-23
Gemeente van Jezus Christus,
[introotje]
elk jaar als het voorjaar wordt, zijn er planten en dieren die het eerste zijn. Het eerste sneeuwklokje steekt zijn kopje omhoog, soms nog door de sneeuw – teken dat de lente komt. Een tijdje later lees je in de krant dat het eerste kievitsei gevonden is, meestal de tweede week van maart. En zo gaat het verder: vogelaars kijken uit wanneer de eerste zwaluw te zien is – die nog geen zomer maakt natuurlijk, maar wel een eerste voorbode is, rond koningsdag
Bij het oogsten van gewassen heb je ook altijd van die voorlopers. De eerste nieuwe aardappels, heerlijk! De opening van het aspergeseizoen, en ga zo maar door. Wij hier in het Westland hebben de jaargetijden natuurlijk een beetje uitgeschakeld in de kassen, maar toch is het hier jaarlijks de vraag: wie heeft de eerste druiven? Dan weet je dat er nog heel wat kistje geoogst zullen worden de tijd erna.
‘Eerstelingen’ heten die eerste vruchten met een Bijbels woord. En daar wil ik vanavond een moment met u bij stilstaan. Pinksteren is namelijk het feest van de eerstelingen, van het eerste van de oogst! Het laatste van de christelijke feesten, en toch: een feest van het begin, van de eerste opbrengst.
[OT basis voor Pinksteren]
In het oude Israël moesten de eerstelingen van de oogst worden aangeboden aan God. We hoorden het uit de Bijbel: “wanneer u uw oogst binnenhaalt, dan moet u de eerste schoof ervan naar de priester brengen”. In Israël ging het dan om de gersteoogst, die was al vroeg in het jaar. De allereerste schoof, de eersteling werd naar de tempel gebracht, waar de priester hem plechtig omhoog hief. De eersteling was een symbool voor de hele oogst die nog zou volgen. Zo erkende de Joodse boer dat de hele oogst van God kwam, en gaf hij in dankbaarheid het eerste van de opbrengst terug aan Hem.
Nadat de eersteling van de oogst zo was aangeboden, brak er een drukke tijd aan op het land, als er verschillende gewassen rijp werden en moesten worden binnengehaald. Dan, aan het einde van de oogst, werd het wekenfeest gevierd. Een dankfeest voor de hele oogst, en een feest waarbij iets van de eerste opbrengst van alle gewassen aan God werd gegeven. Die eerstelingen hadden ze netjes apart gelegd, want tijdens de oogst was er natuurlijk geen tijd om telkens op en neer te gaan naar Jeruzalem! Het wekenfeest werd daarom ook wel het ‘feest van de eerstelingen’ genoemd. Een feest van dankbaarheid om wat ze al hadden gekregen, en van uitzien wat er nog zou komen – want de wijn en olijven moesten nog worden binnengehaald.
Zeven weken na Pesach werd dit wekenfeest gevierd, het feest van de eerstelingen. Net zo vieren wij vandaag Pinksteren, zeven weken na Pasen. Pinksteren is eigenlijk het christelijke feest wekenfeest, het feest van de eerstelingen. En dat is niet voor niets!
[Pinksteren: begin wereldoogst]
Je zou kunnen zeggen dat Pinksteren ook een feest is van het begin van de oogst. Geen letterlijke oogst natuurlijk, maar het begin ervan dat velen wereldwijd in Jezus gaan geloven. Jezus zei het al: ‘de velden zijn wit om te oogsten!’ Hij had zijn leerlingen de opdracht gegeven, voor zijn hemelvaart: ‘ga heen in de hele wereld, onderwijs alle volken’. Maar dat hoefden ze niet uit eigen kracht te doen! Ze gingen niet direct op weg, maar wachtten biddend op de kracht van de Heilige Geest. Die kwam, juist toen duizenden Joden in Jeruzalem waren voor het wekenfeest. De Heilige Geest kwam, en zette het oogstwerk in gang. Meteen op de eerste pinksterdag werden de eerstelingen al binnengehaald: een eerste schoof, zogezegd, van maar liefst drieduizend mensen.
Is Pinksteren dan geen oogstfeest? Een dag om dankbaar te zijn, voor die eerste oogst, en tegelijk om uit te kijken naar wat er verder nog komen zal. Na die eerstelingen op de eerste pinksterdag zijn er immers nog duizenden en miljoenen tot geloof gekomen! Een wereldwijde oogst wordt binnengehaald, en dat is tot op de dag van vandaag bezig. Want nog steeds komen mensen tot geloof, nog steeds groeit de christelijke kerk wereldwijd.
“Och dat men op deze_eerstelingen, een rijke oogst van voorspoed zag” – we zongen het. Dat was de hoop en het geloof van de eerste apostelen. Als er iemand in een bepaald gebied tot geloof kwam, werd zo iemand de eersteling genoemd – een aanduiding waaruit geloof spreekt. Epenetus, de eersteling voor Christus in Achaje. De familie van Stefanas als eerstelingen van Korinthe, en ga zo maar door. Pinksteren, de oogst is begonnen!
[de H. Geest eersteling v. nieuwe wereld in ons]
Er zit echter nog een kant aan het werk van de Heilige Geest, wat ook met de eerstelingen te maken heeft. De Heilige Geest is zélf de eersteling. Paulus spreekt ervan als hij zegt “ook wij die de eerstelingen van de Geest hebben” – of eigenlijk kun je beter vertalen “wij, die als eersteling de Geest hebben”. Wat bedoelt Hij? Wel, ieder die gelooft krijgt deel aan Gods toekomst. Die mag uit zien naar de nieuwe hemel én aarde. Ziet u er wel eens naar uit?
Maar ja, dat is er nog niet, dat is toekomstmuziek. Heb je dan niets meer dan Gods belofte? (Wat trouwens al ongelooflijk veel is!). Heb je alleen een belofte? Nee, toch niet! Wie gelooft, krijgt ook al nú al iets, een eerste opbrengst van de oogst die nog komt. Wat dan? De Heilige Geest! Hij is God Zelf die in mij woont, die mij zeker maakt van Gods liefde, die mij een ander mens maakt, nu al. Als u soms ineens geraakt wordt door een lied, bijvoorbeeld in een zangdienst als deze, als je diep van binnen het geloven mag, blij en zeker wordt: zie daar de eersteling, de Heilige Geest, het voorschot op wat nog komt! Zoals je weet, wanneer je een sneeuwklokje ziet, dat de lente komen zal, zo wijst Hij naar Gods grote belofte. We hoorden er hier vanmorgen over: de Heilige Geest getuigt met onze Geest dat wij kinderen van God zijn. Want Hij is zelf de eerstelingsgave!
[wijzelf als eerstelingen]
En tenslotte, dat maakt ook u en mij eerstelingen in de wereld. Ja, ú! Want in ieder die gelooft begint al iets van Gods toekomst te groeien. Dan ben je niet meer iemand van deze tijd, dan ben je iemand die bij het volgende seizoen hoort. Natuurlijk, in alle gebrek, maar als u christen bent, dan bent u een sneeuwklokje, een zwaluw die wijst naar de zomer. Want de Heilige Geest is bezig ons te transformeren. En met nadruk zeg ik ‘ons’ – want vooral sámen zijn we als christenen, als kerk, een teken van de toekomst. Althans, dat zou zo moeten zijn, en gelukkig, soms ís het ook zo. Als we in liefde en met geduld met elkaar omgaan, als we goeddoen aan anderen, als we samen aanbidden en God loven hier in de kerk – dan zie je al iets van hoe het eens zal zijn. Daar waar Gods lof nog veel mooier gezongen wordt dan vandaag, daar waar de liefde nog veel meer de toon aangeeft dan nu. Als deze wereld weer geheel Gods wereld zal zijn gezuiverd na het oordeel.
Ja, u en ik, en ieder die gelooft, we zijn samen een eerste schoof. Eéns zal heel de wereld God eren, maar nú al wij. We lopen voor! Een eerste schoof, aan God gewijd. En daarmee zijn we weer teug bij het wekenfeest van vroeger. De eerstelingen: ze werden aan God aangeboden, als offer van dankbaarheid. Wat zouden wij dan moeten doen op deze Pinksteravond? Wat anders dan onszelf aan hem overgeven! Ons hele leven aan Hem wijdden, die ons vergeeft en vernieuwt. Opdat de wereld zal zien wie Hij is en opdat Hij de eer zal krijgen!
AMEN