Tags

, , ,

Uit de Bijbel is gelezen: Lukas 5:27-32, Lukas 7:31-36 en Lukas 13:29-30

Gemeente van Jezus Christus,

[intro: lekker eten, en samen eten]
houdt u van lekker eten? Ik wel hoor! Laatst was ik uit eten in Delft, in een klein maar goed restaurantje, en dat was echt genieten. Ik had een nogal grote dinerbon gehad voor mijn verjaardag, dus dan ga je vanzelf een keer om die te gebruiken. Heerlijke gerechten, van die kleine porties op heel grote borden, prachtig opgemaakt en gebalanceerd, en bij elke gang een bijpassende wijn. Dat is echt genieten van het goede van deze aarde!
Houdt u van lekker eten? Waarschijnlijk wij allemaal wel. Maar weet u voor wie dat ook geldt? Voor Jezus. Hij stond er tenminste om bekend dat hij nogal eens uit eten ging bij allerlei mensen. Zo vaak zelfs, dat mensen hem “een vraatzuchtig mens en een drinker” noemden. Blijkbaar gaf Hij er aanleiding toe om zulke dingen te roepen!
Lekker eten en drinken is plezierig. Maar weet u wat nog veel fijner is? Sámen genieten van een goede maaltijd. Toen ik laatst naar Delft ging naar dat goede restaurant, ging ik natuurlijk niet in mijn eentje, nee we gingen samen. Samen eten met anderen, u zult het ook wel eens doen. Het is een geweldige gelegenheid om goede gesprekken te voeren, om elkaar te leren kennen en je verhaal te delen. Zo was het bij Jezus ook. Hij at en dronk, maar vooral: hij at en dronk met allerlei mensen. En dáár zit de diepste oorzaak van de verwijtende woorden: “kijk, een vraatzuchtig mens en een drinker, een vriend van tollenaars en zondaars”. Dáár namen zijn tegenstanders aanstoot aan, dat onze Heer ging eten met mensen van wie zij niets moesten hebben. Zondaars, tollenaars: mensen die niet deugen. in het Grieks hoor je de nadruk daarop als Jezus bij Levi aan tafel: “Waarom met tóllenaars en zóndaars eet-u?” Hij zit zomaar bij hen aan de tafel. Dat is het echte punt! En dat is ook het thema voor de preek vanmorgen: gemeenschap aan de maaltijd.

[de vele maaltijden waar Jezus was]
“Ziedaar, een vraatzuchtig mens en een drinker, een vriend van tollenaars en zondaars”. De nieuwe Bijbelvertaling zegt het nog scherper: ““Kijk, wát een veelvraat, wát een dronkaard, die vriend van tollenaars en zondaars!” Is dat degene die wij volgen en eren? Hoe kwam Jezus aan deze reputatie? Wel, heel eenvoudig, hij kwam als gast op veel maaltijden. Als Hij werd uitgenodigd, nam Hij elke uitnodiging aan. Vooral in het evangelie volgens Lukas valt het op, hoe vaak we Jezus treffen aan een maaltijd. Als je erop let is hij in bijna elk hoofdstuk wel aan een tafel te vinden. Bij Levi de tollenaar, we hoorden het, en meteen na deze uitspraak gaat Hij bij een farizeeër eten. Dan zijn bezoeken aan Maria en Martha, waar Martha erg druk is om de maaltijd klaar te maken, nog een maaltijd bij een farizeeër, en nog één, en bij Zacheüs, en in Emmaüs, en ga zo maar door. Niet voor niets staat die uitspraak over Jezus als vraatzuchtige drinker juist in het Lukas-evangelie! Opvallend is ook dat Hij zelfs Gods koninkrijk beschrijft als een grote maaltijd waar allerlei mensen voor worden genodigd.
Allerlei mensen. Dát is het bijzondere van Jezus’ aanwezigheid. Hij eet in allerlei kringen. Met vrome farizeeërs én met gehate tollenaars, met rijken en met armen. En dát roept de weerstand op. In die tijd, en nog steeds denk ik, was dat niet gebruikelijk. Je gaat vooral om met gelijkgezinden. En zeker samen éten, samen voedsel en je leven delen… Dat doe je niet met iedereen. Maar Jezus wel dus! Hij laat zo iets zien van hoe God is, die niemand buitensluit. Hoe zit dat bij ons trouwens? Ga jij langs bij die buurtgenoot die er een heel andere leefstijl op na houdt, als hij je uitnodigt voor een feestje? Wie nodigen we zelf uit?

[maaltijd als gemeenschap]
Jezus eet overal. En waarom? Omdat hij kwam om gemeenschap te stichten. Om mensen bij elkaar en bij God te brengen. Jezus kwam om de scheiding op te heffen tussen ‘wij’ en ‘zij’, tussen ‘ons soort mensen’ en ‘die vreemden’. Voor Hem is er maar één soort mensen: Gods mensen, zijn schepsels. Mensen die allemaal hun foute kanten hebben, mensen die allemaal van genade moeten leven, mensen die God nodig hebben. En júist degenen die er niet bij horen volgens anderen, geeft Hij extra aandacht. Als Hij bij Levi, de tollenaar, aan tafel zit zegt hij het kernachtig, als een soort mission statement: “ik ben niet gekomen om rechtvaardigen, maar zondaren te roepen tot bekering”. Bekering: dat wil zeggen, een nieuw begin maken. Uit je eigen, gewoonlijk zo ik-gerichte leven komen en je openen. Openen voor Gods roep, en dan ook openen naar anderen toen. Jezus zegt : ‘te róepen tot bekering’. Heel mooi is, dat in het Grieks het woord ‘roepen’ ook gebruikt wordt voor het uitnodigen voor een maaltijd. Jezus roept mensen voor de grote maaltijd in Gods koninkrijk!
Een maaltijd, samen eten, het is niet zomaar een beeld. Het past precies bij hoe de Here God het leven hebben wil. Een maaltijd, het is gemeenschap. Gericht zijn op elkaar, luisteren en vertellen. Als je met een paar mensen uit eten bent, moet je er maar eens op letten. Eén voor één komen de dingen langs waar de gasten momenteel mee bezig zijn, die ze bezig houden. Eten delen is je leven delen. Als er in een bedrijf of organisatie aan teambuilding wordt gedaan, zal er daarom ook meestal een maaltijd bij zijn. Dat werkt beter dan een praatsessie in een kring op een kantoor!
Gods koninkrijk als een grote maaltijd – een diep beeld. God en mensen in vrede samen. Een maaltijd staat namelijk ook voor verzoening. Is de ruzie bijgelegd, dan kun je weer samen eten. Denk aan ‘het familiediner’, dat bekende TV-programma. Bert van Leeuwen doet niet anders dan proberen om mensen samen aan het diner te krijgen. Want als ze daar zitten, is het bezegeld: dan is de strijdbijl begraven. Je kunt alleen samen eten als je verzoend bent! Dat is waar het Heilig Avondmaal voor staat, dat is de reden waarom Jezus Gods toekomst als een maaltijd weergeeft: daar zitten mensen die verzoend zijn met God, aan zijn tafel, en daarom ook verzoend met elkaar. Het grote familiediner!

[eten met allen]
Degene die de verzoening brengt tussen God en mensen is Jezus Christus. Maar bij hem werkt het toch anders dan bij dat tv-programma. Daar moeten mensen eerst hun houding veranderen, en dan kunnen ze samen eten. Maar bij Jezus is het juist anders! Doordat Hij met mensen wil eten veranderen ze. Hij wil niet alleen met goede en vrome mensen eten, maar ook bij tollenaars en zondaars. En daardóór veranderen ze. Om het eens in het Engels te zeggen: bij Jezus is ‘conversion’ geen vereiste voor ‘communion’, maar juist andersom. Vaak gaat ‘belonging’ voor ‘believing’! Dáárom gaat Jezus overal eten, omdat Hij mensen door zijn aanwezigheid en woorden wil trekken tot een leven dat open is, een leven open naar God en anderen. Hij richt zich niet op mensen bij wie dat al zo is. “Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen, maar zondaren te roepen tot bekering!”
En het mooie: het werkt! Je ziet het bijvoorbeeld bij Zacheüs, in hoofdstuk 19. Jezus zegt alleen ‘kom, ik moet vandaag in jouw huis verblijven’. En als vanzelf zegt Zacheüs dan ‘ik geef terug wat ik oneerlijk heb verkregen’. Waarom? Omdat Jezus bij hem wil eten!
Er zit hier iets heel fundamenteels achter. De vrome farizeeën wilden niet eten met zondaars, omdat ze zelf ritueel rein waren en wilden blijven. Contact met een onrein iemand zou ook hen onrein maken! Maar bij Jezus is het anders. Als Hij in aanraking komt, aan tafel zit met iemand die zondig is, dan wordt niet Hij onrein. Nee, want Gods genade is stérker dan de zwartheid van mensen. Niet Jezus wordt besmet, nee, Hij besmet juist die ander, om het eens zo te zeggen. Hij wordt niet meegetrokken in slechte dingen van zijn tafelpartners, maar Híj trekt ze mee het licht in. Zonder vrees, open en uitnodigend, eet Hij overal waar Hij welkom is. En zó verandert Hij mensen!

[het HA]
Komende zondag vieren we hier in de kerk het Heilig Avondmaal, de maaltijd van Jezus Zelf. Overal waar Hij ging op aarde was Hij te gast, Hij had niet eens een eigen huis. Maar híer, bij het Heilig avondmaal, is Hij de gastheer. Hier ontvangt Hij mensen!
Het is een heilig soort ironie: Hij die bekend stond als een veelvraat en dronkaard… wat laat Hij achter om te doen tot zijn herinnering? Een maaltijd! Is dat niet bijzonder! Geen boek, geen gebouw, maar een maaltijd – zó is het dat we Hem moeten gedenken, zegt Hij. En méér dan gedenken: Hij is nog steeds de gastheer, als mensen brood en wijn delen aan zijn tafel. Wijst dat niet heen naar de vele maaltijden die Hij op aarde bijwoonde? De gemeenschap die Hij bracht en brengt? Natuurlijk, het heilig Avondmaal wijst naar veel meer – wijn zijn vergoten bloed, brood zijn gebroken lichaam, voor onze zonden. Maar laten we vandaag eens hierop focussen: Hij wil eten met mensen, Hij wil omgaan met ons, gemeenschap stichten, alles waar een maaltijd voor staat. Ontspanning, rust, gevoed worden, vreugde, tot elkaar komen, verzoening en vrede. Dát geeft Hij, aan zijn tafel.
En voor wie? Niet alleen voor vrome en heilige mensen. Nee, Jezus zat aan tafel met allerlei mensen, ieder die Hem maar welkom heette. En zo heet Hij op zijn beurt iedereen welkom die bij Hem wil zijn. Niet eerst heilig zijn en dan mag je pas komen, maar komen en daardoor veranderen. Hij roept zondaren, mensen, zoals ik en u, mensen die falen en de fout ingaan, soms heel bewust. Hij zegt: “kom, eet met mij, ervaar de gastvrijheid. Open je leven voor Mij. Kom thuis bij de Vader. Laat je veranderen door de Geest. Kom hier op krachten, laat je besmetten door mij!” Zo ontstaat een nieuwe gemeenschap, waar u en ik met Jezus aan tafel zitten. Wat een wonder!

[missionair eten en drinken]
Jezus zat overal aan tafel, en meer nog: Hij nodigt ons aan zijn tafel. En wij? Wij mogen allereerst zijn uitnodiging dankbaar aanvaarden. Maar dan, besmet door Hem en zijn houding, verzoend met God en elkaar, mogen wij Hem ook navolgen in wat Hij deed, zijn omgang en eten met mensen!
Ik bedoel het heel concreet. Ons jaarthema is dit jaar ‘geef het geschenk door’ – het geschenk van Gods liefde en genade. En hoe zouden we dat nu beter kunnen doen dan door met andere mensen aan tafel te gaan, door eten en drinken te delen? Dat is echt missionair, want je deelt vanzelf méér dan wat voedsel, je deelt je leven. Nodigt u wel eens mensen uit voor het eten? Gewoon je buren, kennissen, klasgenoten, wie dan ook? Of u bij hen, dat kan ook natuurlijk ook. Want wil je het evangelie delen, wil je Gods liefde doorgeven, dan kun je dat niet als los pakketje droppen. Dan moet je elkaars verhalen horen, de ander in je leven toelaten. De eerste christenen hadden geen missionaire werkgroepen, maar ze stonden wel bekend om hun gastvrijheid. Keizer Julianus de Afvallige, een tegenstander van de vroege christenen, schreef er dit over in een brief ‘die Galileeërs (hij bedoelt de christenen) beginnen met hun zogenaamde liefdemalen, of gastvrijheid (…) en het resultaat is dat ze velen verleid hebben tot hun ongeloof (hij bedoelt ongeloof in de heidense goden)’.
Zou het tegenwoordig niet net zo kunnen werken? Een voorbeeld. Een vriend van mij woont in Utrecht, in een wijk waar de mensen nogal langs elkaar heen leven. Hij is erg missionair ingesteld, maar hij kreeg niet echt contact met zijn buurtgenoten. Dus wat doet hij? Hij organiseert een nieuwjaarsreceptie voor zijn blok, bij hem in de achtertuin. Mensen komen, spreken elkaar, er ontstaat meer eenheid. En bovendien krijgt hij heel wat gesprekjes over zijn geloof, zodra hij zegt dat hij theoloog was. O ja, wat is dat? Geloof je dan echt? Enzovoorts. Inmiddels is het in die buurt een vaste traditie geworden.
Jezus deed zijn missie etend en drinkend. En zo kunnen ook wíj missionair zijn, al etend en drinkend. Nodig mensen uit voor het eten, of voor de koffie, of ga barbecueën met de buren. Dat sticht gemeenschap. Wees open – stel je huis open, én je hart. En voor alle duidelijkheid: niet als truc om de ander te bekeren, maar omdat je leven delen op zich al navolging van Jezus is. Geef het geschenk door! Bouw aan een band, laat maar zien dat je graag deelt van wat je hebt – je ovenschotel, je tijd, en de liefde van God. En word je zelf uitgenodigd – dat zal dan ook sneller gebeuren – natuurlijk gewoon gaan! Jezus kwam ook op feestjes waar gedronken werd, misschien wel teveel door sommigen… Wie in Hem is, hoeft nergens bang voor te zijn!

[slotje]
Gemeenschap aan de maaltijd. Bij Jezus was het een belangrijk onderdeel van wat Hij deed. Hij kreeg er zelfs een slechte naam door! Maar juist zó liet Hij iets zien van Gods bedoeling. Bij Hem wordt niemand afgeschreven! Zo doorbrak hij grenzen en proefden mensen Gods liefde.
Ook wíj mogen genodigd tot zijn maaltijd, als aanstaande zondag het Heilig Avondmaal gevierd wordt. En zo mogen ook wij open zijn naar alle mensen, aan tafel ons leven delen in het leven van alledag. Eten en drinken, met Jezus aan zijn tafel, en daarom ook met mensen om ons heen. Vraag eens iemand voor het eten, nog liever: maak er een gewoonte van! Deel je leven, deel Gods liefde. Laat onze tafel de tafel van Jezus weerspiegelen. Totdat Jezus terugkomt, en de grote maaltijd begint in het Koninkrijk van God!
Amen