Tags

, , ,

Gemeente van Jezus Christus,

[intro]
in de stad Antiochië, in de vierde eeuw, lag Marcellus ziek op bed. Het zweet stond op zijn voorhoofd, zijn ogen keken koortsig, zijn ademhaling ging hijgend. Bezorgd kijken de kinderen van Marcellus hem aan. Al een paar dagen ligt hun vader zo op bed, en er is geen teken van verbetering – het lijkt alleen maar erger te worden. Zojuist is er een arts langs geweest, maar die kan weinig doen. Tegen deze koorts staan kruiden en medicijnen machteloos. Het lichaam van de zieke zal zelf de strijd moeten voeren. Maar kan het dat aan? Marcellus is ook de jongste niet meer… De kinderen vrezen het ergste.
Plotseling richt hun oude vader zich op. Met schorre stem zegt hij: “haal bisschop Chrysostomus! Haal hem onze voorganger. Het is nu tijd voor mij om gedoopt te worden!” Had Marcellus onlangs voor het eerst van Jezus gehoord? Nee, dat niet! Hij ging al zijn hele leven naar de kerk. Maar gedoopt? Dat was hij niet. Daar was het nú pas de tijd voor, vond hij!
In de vroege kerk kwam het vaker voor dat mensen hun doop zo lang mogelijk uitstelden, net als Marcellus. Waarom? Wel, de doop wast immers je zonden af! We hoorden het net uit de Bijbel. ‘zich laten dopen … om zo vergeving van zonden te ontvangen’. Nou dan! Als je helemaal aan het einde van je leven gedoopt wordt, dan kun je zonder zonden het leven verlaten en zo de hemel binnengaan.
Of klopt deze redenering niet? Wij gaan vandaag een klein kindje dopen! Velen van ons zullen als kind gedoopt zijn. Wat is dopen eigenlijk? Een soort magisch ritueel dat je zuivert van zonden, of veel meer? Als thema voor de preek heb ik gekozen ‘de doop, het begin van een weg’. Een begin, niet een afsluiting!

[thema neerzetten ‘de doop, het begin van een weg’]
We hoorden uit de Bijbel hoe Jezus zich laat dopen. Maar wat heeft Jezus’ doop met die van ons te maken? Of met de doop van Evi, waar we zojuist getuige van waren? Jezus hoeft in elk geval geen zonden af te laten wassen, die had hij niet. Maar waarom laat Hij zich dan dopen? En hoe zit dat bij ons?
Wel, de doop is het, ik zei het al, het begin van een weg. Voor Jezus, voor de andere mensen die gedoopt worden toen en nu, en ook voor Evi, zojuist gedoopt. De doop, het begin van een weg.
Het begon allemaal bij Johannes de Doper. Johannes de Doper, zijn naam zegt het al, roept mensen op om zich te laten dopen. En waarom? Als markering dat je tot inkeer komt, en om vergeving van zonde te verkrijgen. Dat laatste had Marcellus goed begrepen, maar dat eerste hoort er ook bij. ‘Tot inkeer komen’, of zoals oudere vertalingen zeggen ‘je bekeren’, of in hedendaagse taal ‘een nieuw leven beginnen’. De doop is het begin van een weg! Wie zich liet dopen door Johannes, wilde een nieuw leven beginnen. Een leven zoals God het vraagt, een leven met Hem. Johannes waarschuwde dat dat nodig was. God zou namelijk komen en ingrijpen. Dan kun je daar maar beter klaar voor zijn! Daarom kon je je laten je dopen. Teken dat het oude, het foute in je leven weggewassen werd, én dat je een nieuwe start maakte. Voortaan wil je leven zoals past bij Gods komende Koninkrijk. Tollenaars moeten eerlijk worden, soldaten niemand meer afpersen. Maar het nieuwe leven is veel meer dan ‘je aan de regels houden’, het is leven in liefde en trouw en recht. Johannes zegt heel eenvoudig: deel je eten, geef de helft van je kleren aan wie niets heeft. Gedoopt worden, dat wil voor de mensen toen zeggen: beginnen op Gods weg te gaan. En dat zegt de doop nog steeds.

[bij Jezus]
Maar hoe zit dat dan met Jezus? Hij hoeft toch geen nieuw leven te beginnen met God? Hij hoeft toch al helemaal geen zonden te laten wegwassen? In het Mattheus-evangelie is te lezen dat Johannes de Doper hoogst verbaasd is, en zelfs Jezus niet wil dopen. Dat hoeft toch niet, dat hoort toch niet? Nee, inderdaad. Daar zou ik een hele preek over kunnen houden, hoe dat zit. Maar vandaag lazen we uit het Lukas-evangelie, en daar is van verbazing niets te merken. Er staat eenvoudig ‘heel het volk liet zich dopen, en toen ook Jezus was gedoopt…’ Zomaar in een bijzinnetje, alsof het vanzelf spreekt. Jezus laat zich óók dopen. En waarom? Omdat er voor Hem ook een weg begint. Jezus gaat aan zijn taak beginnen, aan zijn openbare optreden. Maar eerst toont Hij zijn toewijding door zich te laten dopen. Hij gaat vooraan, op de weg naar het nieuwe leven. Hij laat zich dopen in solidariteit, om het zo eens te zeggen. Hij is de ware Israëliet, zelfs de ware mens, met wie de dingen nieuw en goed beginnen.
De doop van Jezus is voor Hem een teken van toewijding, en tegelijk is het een moment van toerusting. Onthoudt u die twee woorden: toewijding en toerusting, want ze gelden nog steeds als er iemand gedoopt wordt, ook vandaag! Jezus wijdt zich toe: ik wil uw weg gaan Vader! En tegelijk wordt Hij op dit moment toegerust voor zijn taak. De Heilige Geest daalt op Hem neer, om Hem voortaan kracht te geven. En de Vader bevestigt: Jij bent mijn geliefde zoon, in jou vind ik vreugde! Met die kracht en met die verzekering kan Jezus zijn taak aan, zijn weg gaan!

[bij de dopelinge]
Nu worden de volgelingen van Jezus ook gedoopt. Hier in de kerk, en alle eeuwen al. Toen Jezus naar zijn Vader ging, zei Hij: ga dan heen, onderwijs alle volken en doop ze. Wie een christen wil zijn, zal daarom gedoopt moeten worden, net als Jezus zelf, gehoorzaam aan zijn bevel. De christelijke doop heeft ten diepste dezelfde betekenis als de doop die Johannes toediende, de doop die Jezus onderging. En tegelijk heeft de christelijke doop nog iets méér, daar kom ik aan het einde nog op.
Arwin en Marjolein, vandaag hebben jullie Evi laten dopen. Niet aan het eind van haar leven, zoals Marcellus waar ik mee begon, maar helemaal aan het begin. Maar dat is juist mooi, dat is juist goed: dopen is het begin van een weg, begin van een leven met God. Jullie wijden haar toe aan God. In het doopgesprek gaven jullie aan dat dit jullie verlangen is. Dat ze christen zal zijn, de weg zal gaan van God: als mens van zijn koninkrijk, de normen daarvan nalevend, de liefde lerend die de grondwet is. Zo, gedoopt, is ze op de weg gezet achter Jezus aan. Jullie mogen haar de weg wijzen, meegaan en voorgaan, zodat ze, eenmaal volwassen geworden, zelf Hem zal volgen.
En het mooie is: in de doop zegt God tegen haar hetzelfde als Hij tegen Jezus zei. ‘Jij bent mijn geliefde zoon, in jou vind ik vreugde’ hoorde Jezus. En vandaag zegt God tegen Evi ‘jij bent mijn geliefde kind, in jou vind ik vreugde’. De Heer houdt van haar! De Heer vindt vreugde in haar, in dat zij zo bij Hem gebracht is. Dit mogen we vast geloven. Dit zegt de doop ‘jij bent mijn geliefde kind, in jou vind ik vreugde’. Is dat niet ongelooflijk?

[bij ons allen]
Maar het gaat niet alleen om Evi. Ben jij gedoopt? Bent u gedoopt? Ik vroeg het net al aan de kinderen. Ben je gedoopt? Besef dan wat dat betekent! je bent toegewijd bent aan God. Maar dat niet alleen. Hijzelf heeft als het ware gezegd: “jij bent mijn geliefde zoon, of dochter, in jou vind ik vreugde”! Dat is je identiteit als gedoopt mens. Iemand die van Hem is, en die op zijn weg gaat! Mocht er nu hier iemand zijn die nog niet gedoopt is – zou je ook niet de doop willen ontvangen? Je toewijden aan Hem, je oude leven laten schoonwassen, en aangenomen worden als zijn kind?
Verreweg de meeste mensen hier zullen gedoopt zijn. Dan is de vraag echter wel: is dat voor jou of voor u het begin van een weg geweest? De weg achter God aan? En dan maakt het niet uit of je als kind of op latere leeftijd gedoopt bent. Alleen de doop, zonder dat het een vervolg krijgt in je leven, heeft weinig waarde! Johannes zegt het in ons Bijbelgedeelte: ‘breng vruchten voort die een nieuw leven waardig zijn’. Is er in jouw leven iets te zien van dat je een gedoopt mens bent? Iemand die wil leven voor God, en daarom ook voor anderen? Eerlijk en trouw, delend van wat je hebt, steeds uitziend naar God, en op zoek naar voeding voor je geloof?
Wat dat betreft is er een belangrijke rol weggelegd voor jullie, als ouders die je kind laten dopen. Of de doop het begin van een weg is voor een gedoopt kind, hangt voornamelijk van ouders af! Voorleven natuurlijk allereerst, dat Vince en Evi zíen dat de Heer jullie hoop is. Maar ook gewoon concreet: voeding zoeken in de kerk, en de kleintjes in de kindernevendienst. Je kinderen leren bidden, zelf voor ze bidden. Wijzen op Hem. Zelf achter Jezus aangaan, je steeds weer toewijden, en hen meenemen op die weg!
De doop is het begin van een weg. Dat geldt voor ieder die gedoopt is. Gá die weg, wees toegewijd. Of beter gezegd: wees wat God zegt dat je bent. ‘Zijn geliefde kind, in wie Hij vreugde vindt’. Is dat zo?

[Jezus krijgt de H. Geest en geeft die door]
Maar, tenslotte, wij hoeven het niet alleen te doen. Ik zei eerder al: de christelijke doop heeft nog een ding méér dan de doop van Johannes. Bij Johannes’ doop ging het om toewijding. Bij Jezus’ doop (en dan bedoel ik de doop van Jezus zelf, én die van zijn volgelingen) – bij Jezus’ doop gaat het om toewijding en om toerusting. Jezus geeft zichzelf, én hij ontvangt iets. Geen vergeving, die heeft Hij niet nodig, maar wel: de Heilige Geest. En het mooie: wat Hij ontvangt, dat geeft Hij door, als toerusting. In Handelingen 2 lezen we over de eerste christelijke dopelingen. Dan zegt de apostel Petrus: “keer u af van uw huidige leven (dat zei Johannes ook al) en laat u dopen in Jezus naam om vergeving te krijgen van uw zonden (daar had Johannes het ook al over), dan zal de Heilige Geest u geschonken worden”. Dat laatste is nieuw. Jezus geeft de Geest door, aan ieder die in zijn naam gedoopt wordt. De Geest, dat wil zeggen God zelf in je leven. Hij rust je toe om de weg te gaan achter Jezus aan!
Hoe geweldig is dat! Je hoeft het niet alleen te doen. God Zelf helpt je. Jezus kwam, om vooraan te gaan, in een leven aan God toegewijd. Maar meer nog, de Heilige Geest leidt je en helpt je, op de weg achter Hem aan. Ben je gedoopt, dan hoef je niet te twijfelen of God je wel wil helpen. Hij wil niets liever dan jou, of u, maken tot dat wat Hij in je ziet: een geliefd kind, in wie Hij vreugde kan vinden. Daar mogen we voor Evi op vertrouwen, en om bidden, daar mogen we ieder persoonlijk om vragen. Ook als je al jaren stilstaat misschien, op de weg waar de doop het begin van is. Wij mogen ons toewijden, telkens weer, en dan zal God ons toerusten, ook telkens weer. Zijn Heilige Geest geeft wat nodig is!

[Slot]
De doop, het begin van een weg. Voor Jezus, voor Evi, voor ons allen. Weet u nog van Marcellus, die zich zo laat mogelijk wilde laten dopen? Chrysostomus, de bisschop die hem moest dopen, zei later over zulke mensen: het is alsof je een dag voor het einde van de oorlog je nog inschrijft als soldaat! Nee, de doop is een begin, waarna hopelijk nog een hele weg volgt. Bent u, ben jij al begonnen die weg te gaan?
Maar wat als je dan afdwaalt? Wat als je dan toch weer zondigt? Daar waren mensen als Marcellus bang voor. Maar als wij fout gaan, spreekt de doop van vergeving. Niet alleen op het moment dat je gedoopt wordt, maar telkens weer. Want niet het doopwater vergeeft, maar God vergeeft. Om Jezus’ wil. Om zijn toewijding en zijn plaatsvervanging, omdat Hij het deed voor ons: leven voor God en lijden om onze schuld. Telkens weer moeten we tot inkeer komen, ons keren tot Gods genade. En telkens weer is er vergeving. De doop zegt het toe en zegt het uit.
Kijk daarom maar vaak terug op je doop. Bedenk wat God gezegd heeft: ‘jij bent mijn geliefde kind, in jou vind ik vreugde’. Geloof het! En leef er naar – toewijding! En haal je kracht bij Hem – toerusting die Hij belooft en geeft.
Inde naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.

Amen