Tags

, ,

Uit de Bijbel is gelezen: Lukas 24:50-53 en Filippenzen 2:1-11

Gemeente van Jezus Christus,

[intro: helden ingehaald]
in de romeinse tijd werden soms keizers of veldheren met een triomftocht de stad Rome binnengehaald. Als ze een grote overwinning hadden behaald, kregen ze die bijzondere eer. Een grote stoet trok door de straten: karren met oorlogsbuit, geboeide krijgsgevangenen, soldaten in hun beste uniform… En in het midden: de overwinnaar, de triomferende veldheer. Hij werd gereden op de mooiste strijdwagen, en achter hem stond een slaaf die een lauwerkrans boven zijn hoofd hield. De mensenmassa’s juichten, de zon blonk op de opgepoetste wapenrustingen – wat een spektakel! Zó werd een veldheer ingehaald die een grote overwinning behaalde voor het keizerrijk. Een grootse intocht, een grote eer. Wie zou daar niet in willen delen?
Ook tegenwoordig is er soms een triomfantelijk onthaal van overwinnaars. Ik denk aan de huldiging van Ajax in Amsterdam onlangs, omdat ze de landstitel hadden veroverd. Toegejuicht en toegezongen, geëerd om hun overwinningen. Wat moet het geweldig voelen om daar op dat podium te staan na een seizoen van hard werken. Helaas wonnen ze de Champions League niet, anders zou dat helemaal een uitzinnige inhuldiging zijn geworden. Alleen winnaars worden geëerd!
Zelfs hier in Woudrichem heb je zoiets: de intocht van de avondvierdaagse, vorige week. De kinderen lopen door de straten, trots op hun prestatie. twee-en-eenhalve kilometer gelopen, of vijf, of tien. Ze hebben het gehaald, het zit erop. En daarom speelt het muziekkorps, daarom geven ouders snoep of bloemen, daarom wordt er geklapt. De kinderen voelen het wel: ik ben iemand die iets heeft gepresteerd, ik mag trots zijn. Wie wordt er geëerd? Een winnaar! En zoals de omroeper bij het Rondeel het zei: ‘vandaag is iedereen een winnaar’.

[Jezus’ verhoging]
Intocht, huldiging, overwinning… waarom begin ik hiermee vandaag? Wel, omdat we in de jaarkring van de kerk vandaag ook zoiets vieren. Hemelvaart! Hemelvaart is Jezus’ verhoging, zijn inhuldiging, zijn intocht in het huis van zijn vader. Hij heeft zijn taak volbracht, Hem door de Vader opgelegd, Hij heeft de overwinning behaald over de dood. We zongen het zojuist: ‘Overwinnaar, grote koning, alle heemlen zijn te klein / nu Gij weerkeert naar uw woning, intocht houdt in uw domein… ingehaald door blijde scharen/ englen roepend ‘gloria’! Dit is het eerste dat we moeten meenemen vanmorgen: Hemelvaart is Jezus’ huldiging. We hoorden het uit de Bijbel: God heeft Hem hoog verheven, om wat Hij deed. Hij krijgt de ereplaats.
Er staat nog iets ‘God heeft hem hoog verheven, én hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat’. Een erenaam, een eretitel ontvangt onze Heer. Dit past goed bij het beeld van zo’n Romeinse triomftocht. Een overwinnaar kreeg daarbij soms de eretitel ‘imperator’, een titel die hij zijn leven lang mocht behouden. Keizer Octavianus kreeg van de senaat de eretitel ‘Augustus’ – de verhevene; de naam waarbij we hem tegenwoordig nog steeds kennen. Net zo, zegt Paulus, kreeg Jezus van zijn Vader een eretitel. Een nieuwe naam, de naam zelfs die elke naam te boven gaat. Een naam die Hij voor altijd zal houden. Welke naam, welke titel dan? Deze: ‘de Heer’. Dat is niet minder dan de naam van God Zelf, in het oude Testament: de HEER, Jahweh. Zo mogen wij, christenen, Hem noemen: onze Heer. Zo zal eens iedereen Hem moeten erkennen: als Heer. Elke knie zal buigen, elke mond belijden: Jezus Christus is Heer!

[verhoogd wegens… vernedering]
Maar waarom krijgt Jezus al deze eer? Is het eenvoudig als bij de vierdaagse: omdat zijn taak erop zit? Nee, dat is toch te weinig gezegd. Trouwens, wat is dan Jezus taak die hij heeft volbracht? Wat voor bijzonders deed onze Heer? Waaróm deze hemelvaartshuldiging? Kijk, en dan moeten we even heel goed opletten, en naar ons Bijbelgedeelte gaan. Je hebt al snel de neiging om over onze Heer te denken net als over de Romeinse keizers en veldheren. Jezus wordt dan een winnaar, net als zij. Zij versloegen aardse vijanden, Jezus overwon ook. Hij versloeg immers de dood, de duivel, de zonde? “Overwinnaar, grote koning…” we zongen het zojuist.
Maar laten we nu vanmorgen eens goed kijken naar wat we uit de Bijbel lazen. ‘Daarom heeft God hem hoog verheven’. Daarom – waarom? Dat staat ervoor. Omdat hij won? Omdat Hij een sterke generaal is? Nee! Helemaal niet. Er staat: omdat Hij… zich vernederde! Omdat Hij onderging. Hij nam de gestalte aan van een slaaf, staat er. Hij zonk weg in de dood – de dood aan het kruis zelfs, een schandelijke en smartelijke slavendood. Hoort u dat? Jezus krijgt de hoogste eer, maar níet omdat Hij zo’n winnaar is. Over triomf, over verslaan van mensen of machten staat hier geen énkel woord. Trouwens, Jezus versloeg niet de dood, Jezus werd door zijn Vader opgewekt uit de dood, dat is iets anders. Jezus werd opgewekt omdat Hij zich vernederde, omdat Hij de minste werd. Dát is de reden voor zijn huldiging met Hemelvaart!
Laten we dit eens diep tot ons laten doordringen. Wij, westerse mensen, beseffen maar half hoe schokkend dit destijds moet hebben geklonken. In Romeinse of Griekse oren was dit onmogelijk. Eer krijgen omdat je de minste bent? Bah, dat is verachtelijk. Wie wínt, wie groot is, wie waardig is, die is eer waard. Maar iemand die slaaf is? Nog erger, iemand die zich slaaf laat maken en zich niet verzet? Die verdient verachting! Iemand die gekruisigd wordt is een mislukkeling – zeker als er van Jezus wordt verteld dat hij zich niet eens verdedigde. Wat er hier wordt verteld, is de wereld op zijn kop! Wie wil zó’n Heer?
Trouwens, zijn wij zoveel anders? U wit toch ook horen bij de winnaars? Je bewondert toch wie succes heeft? Je wilt toch op geloofsgebied een machtige God die alles kan en aan jouw kant staat? ‘Mijn God is zo groot, zo sterk en zo machtig…’ dat liedje is logisch. Maar Jezus is degene die zich vernederde, letterlijk ‘leeg maakte’. Onze Heer is een gekruisigde, iemand die niets meer was. Past dit bij hoe wij God zien? In Jezus zie je immers hoe God is… Past dit bij hoe wij zelf leven staan, of vermijden wij liever wat ons de minste maakt?

[Jezus’ vernedering]
Jezus, Hij vernederde zich. Laten we dat nog wat uitwerken, en beginnen bij het begin. Wat hád Hij, wat was Hij? Gelijk aan God was Hij, God de Zoon, gelijk aan de Vader, eeuwig levend in hemels licht en luister. Duizenden engelen dienden Hem, engelenkoren zongen voor Hem. En dat niet alleen, Hij was in liefde verbonden aan de Vader, altijd dicht bij Hem. Hij had álles! Hij kon alles! En zo had Hij eeuwig kunnen blijven. Maar… uit deze glorie ging hij weg, vrijwillig. Hij deed er afstand van. Hij werd een mens. Wat is een mens? Beperkt, sterfelijk, kwetsbaar voor ziekte en rampen, onderworpen aan honger en hitte. Meer nog, Hij werd een baby. Een baby weet nog niet eens wie hij is – moet verzorgd worden en geholpen in allen. Zó vernederde God de Zoon zich, toen Hij op aarde kwam. En nog verder ging het: Hij werd, eenmaal volwassen geworden, veracht en versmaad en gehaat. Hij werd gevangen en onschuldig veroordeeld. Hij werd vermoord aan het kruis, een afschuwelijke marteldood.
Wát is Jezus vernederd! Nee, ik moet het anders zeggen: wat wilde Hij zich vernederen, Paulus schrijft letterlijk ‘leegmaken’. Want eenmaal op aarde kun je hem misschien zien als slachtoffer. Maar bedenk wel: toen Hij nog in de heerlijkheid was, wíst Hij dat het hierop zou uitlopen als Hij mens zou worden. En Hij deed het, tóch. Hij wílde zich de minste maken. Wat een diepte is dit!
En waarom? Dat weet u hopelijk wel. Hij wilde dit alles doen, dit alles ondergaan, om ons te verlossen. Hij vernederd om ons te verlossen, om alles anders te maken. Hij deed het voor ons, in onbegrijpelijke liefde. Jezus, Hij zag op óns belang, niet op het zijne. Zó ver is Hij gegaan, voor mij!

[uitwerking op ons I]
Wat zijn dit dan een wonderen, zo rond Jezus huldiging op Hemelvaart. Verhoogd, niet omdat Hij zo sterk is, maar omdat Hij zich vernederde! Maar, en daar wil ik nu nog iets over zeggen, dit alles heeft als het goed is ook zijn uitwerking op ons. Het is maar niet losse theologie. Nee, dit weten, dit geloven, mag zijn uitwerking hebben in ons hart, en in ons handelen.
Allereerst de uitwerking op ons hart. Als je beseft wat Jezus deed, wat Hij opgaf en doormaakte voor míj – dan wil je Hem toch eren en aanbidden? Dan is Hij dat toch helemaal waard? Dat vindt zijn Vader ook. Omdát Hij zich vernederde, wordt Hij verhoogd, hoe raar een Romein dat ook vindt! God geeft aan de gekruisigde de allerhoogste eretitel, Hij maakt dat ieder Jezus Christus zal eren. Elke knie zal zich buigen in de hemel, op aarde en onder de aarde. De engelen halen Hem juichend binnen en buigen zich neer. Op aarde buigt de kerk, buigen wij voor Hem die zich zo opofferde. En eens, eens zal ieder moeten buigen. Ook degenen die hem nu niet erkennen. Ja, zelfs wat onder de aarde is, Paulus bedoelt de demonen, zullen onwillig moeten buigen voor deze Heer!
Maar wij, wij mogen hem vandaag al eren. Eens zal ieder moeten buigen, maar gelukkig is wie dat nu al doet! Echter, buigen voor Jezus, Hem erkennen als Heer, is wel iets heel anders dan buigen voor een keizer of aardse overwinnaar. Het is niet van ‘Hij is de sterkste’, nee, het is van ‘Hij werd de minste’. Het is niet alleen ontzag, het is vooral liefde. Liefde omdat Hij, de gehuldigde met Hemelvaart, zóveel hield van u en jou! Dat blijkt juist uit hoe Hij zich wilde vernederen. Dan mag ik ook houden van Hem. Zijn liefde beantwoorden met wederliefde. Meer dan buigen, je mag je aan Hem verbinden! Dat is de uitwerking in het hart

[uitwerking op ons II]
Maar, zoals ik al zei, er is ook een uitwerking in je handelen. Weet u in wat voor verband Paulus zijn woorden schrijft? In een oproep aan de gemeente van Filippi om één te zijn. Hij schrijft: ‘Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had’. Welke gezindheid? Die van opoffering. Die van de minste willen zijn om de ander te helpen. Die van liefde die geen kosten telt. Gaan voor het belang van de ander, niet dat van jezelf. Zó was en deed Jezus. En zó mag ook ieder die Hem volgt gaan doen. Dat begint in de gemeente, wij onder elkaar. Als wij leven met Jezus, als Hij in ons is, dan kan het toch niet dat je je eigen belang vooropzet? Dan zoek je juist hoe je elkaar kunt dienen. Niet wat ik fijn vind, niet wat ik wil, maar dat wat anderen dient, wat hen dichter bij God brengt. Dat mag de lijnen in de gemeente bepalen. Dat mag de onderlinge omgang bepalen. Juist degenen die zwak zijn, worden opgezocht en niet vergeten. Dan kijk je wat je kunt betekenen voor elkaar en voor de gemeente als geheel – doet u daaraan al mee? Dat is de gezindheid van Christus! Maar let op, zo geloven is wel ‘jezelf kruisigen’, zoals Paulus het ergens noemt. Dan heb je minder tijd voor je eigen dingen, minder kans op dat alles gaat naar jouw smaak. En toch… dit is de weg naar zegen, voor onze gemeente en voor u en jou persoonlijk.
Zou zo onze gemeente niet aantrekkelijk worden? Als mensen merken: daar heerst geen ‘haantjesmentaliteit’. Daar gaat het niet om gezien worden, maar om elkaar zien. Daar ís iets… wat? De gezindheid van Christus, die zich vernederde! Die mindset kent de wereld niet, daar gaat het uiteindelijk toch om winnen, om de medaille halen, om toegejuicht te worden. Wie dat niet heeft, wie niet meekan, is een ‘loser’. Maar bij Jezus is het anders! En daarom onder ons ook, zo is mijn vurige hoop en gebed! Zou dat niet trekken tot Hem, juist wie niet meekan?
En nee, dat kunnen we niet zelf. Wij kunnen onszelf geen ander hart geven. Maar Hij kan dat wel, Hij wil niet liever. Met zijn Heilige Geest woont Hij in ons, en Hij wil graag een grote renovatie beginnen van binnen. Laten we ons daarvoor openstellen, meer nog, laten we daar om vragen, en zoeken hoe wij volgelingen kunnen zijn van Hem die zich vernederde, zich gaf voor het goed van de ander. Dat zal verschil maken, dat zal gezien worden!

[slot]
Zo is het Hemelvaart. De dag van Jezus’ huldiging. Wij mogen meezingen, Hem verhogen die zich verlaagde, Hem die door de Vader reeds de hoogste plek werd gegeven. Eer Hem, diep in je hart, en eer Hem in je handelen.
We zijn volgelingen van een Heer die alles opgaf om Gods weg te gaan. Zo mogen, zo moeten ook wij doen! We zijn volgelingen van een Heer die zich helemaal gaf voor het goede van de ander. Zo mogen, zo moeten ook wij doen! Niet mezelf, maar God voorop. Niet ik, maar mijn medemens! Onmogelijk, tenzij Jezus je voorgaat – en dat is nu precies wat Hij doet! Volg Hem op zijn weg van de minste zijn. En dan… dan zul je eens ook verhoogd worden. Hij kreeg de ereplaats bij God, ieder die Hem volgt mag ook eens daar een plek krijgen. Door zijn genade alleen!
Hulde dan aan de Heer, die de laagste werd en de hoogste is, Jezus Christus, onze Heer!

Amen