Gemeente van Jezus Christus,
[intro]
vanmorgen wil ik het met u hebben over geld. Of beter gezegd: vanmorgen wil Jezus, onze Heer, ons iets zeggen over geld. Misschien denkt u of denk jij: moet dat nu? We zijn toch in de kerk om te horen over God en zijn genade, om Hem te eren met onze liederen. We zijn hier toch niet voor een lesje economie? Nee, en toch gaat het vanmorgen over geld. Het viel me op in de voorbereiding van deze preek op op hoeveel plekken in de Bijbel het daarover gaat – we hoorden er enkele Bijbelgedeeltes over. Ook in de Bergrede, de grondwet van Gods koninkrijk, spreekt Jezus duidelijke taal over geld en bezit.
Als de Bergrede één ding duidelijk maakt, is het wel dat geloof niet het aannemen is van bepaalde ideeën. Nee, geloof is een levensstijl! Jezus roept mensen om Hem te volgen, we hoorden het twee weken geleden. Hij roept ons. En Hem volgen heeft invloed óók op hoe je omgaat met geld en goed. Hoe zou het anders kunnen?
We hoorden net in het kindermoment hoe monniken zich ooit voornamen om geen geld meer aan te raken. Belachelijk natuurlijk, om handschoenen aan te trekken – dan moet je consequent zijn en je echt ver houden van geldzaken. Maar ook afgezien van die handschoenen, komt het op ons moderne mensen vreemd over. Is er dan iets met geld? Geld is toch een neutraal ruilmiddel, de jongeren leren het op de middelbare school. En toch… die monniken zagen dat anders, en ik denk: ze zagen het beter. Geld is niet neutraal! Geld heeft een gevaarlijke kant. Niet omdat je er iets van krijgt als je een munt aanraakt, natuurlijk niet. Maar toch: gevaarlijk. Dáár heeft Jezus Zelf ons vanmorgen iets over te zeggen.
Onze hele maatschappij roept: geld is geweldig! Hoe meer, hoe beter. Maar Jezus zegt: geld is een gevaar, echt waar! Het thema vanmorgen is: het geldgevaar.
[context]
Laten we eerst even kijken in welk verband Jezus spreekt, als hij zegt ‘verzamel geen schatten op aarde’ enzovoorts. Jezus heeft het over bezit, over de dingen die mensen hebben en nodig hebben. Hij richt zich dan op twee groepen, op armen en op rijken. Hoe je met geld omgaat hangt er natuurlijk sterk vanaf hoeveel je hebt. Daarom heeft Jezus een boodschap voor allebei de groepen.
In vers 25 en verder spreekt Jezus tot de arme mensen, degenen die maar net genoeg hadden en soms zelfs dat niet. Zulke mensen waren er véél in Israël destijds. Tegen hen zegt Hij: maak je niet steeds zorgen over eten, drinken, kleding! God zorgt voor jou, durf daarop te vertrouwen. Een bemoedigende boodschap, we zullen er meer over horen in de kerk- en schooldienst over twee weken.
In vers 19 tot 24 echter, het gedeelte dat vandaag centraal staat, richt Jezus zich op de rijken. Voor hen heeft hij een andere boodschap. Wie rijk is hoeft zich over veel dingen geen zorgen te maken. Maar wil dat zeggen dat je dús op God vertrouwt? Nou nee! Sterker nog – welvaart en rijkdom hebben de sterke neiging om je van Hem weg te houden!
[geld als macht die je wegtrekt van God]
Hoe komt dat? Omdat geld niet neutraal is, ik zei het al. Jezus zet ze tegenover elkaar: God en de mammon – een Aramees woord voor ‘bezit’. Geld is blijkbaar ook een soort god! Geld en goed dóet iets: het is een macht die mensen in de greep krijgt. Heb je geld, dan wil het je grijpen. Heel belangrijk is het, om dit te beseffen, juist in onze tijd. Heel veel in onze maatschappij draait om geld. De reclames zijn overal, en vertellen je: als je dít koopt, als je dát aanschaft, dan word je gelukkig. Schatten op aarde verzamelen. Trap er niet in! Zo makkelijk ga je op in wat je met geld kunt kopen. Je huisinrichting, je volgende vakantie, kleding, auto, enzovoorts. Allemaal niet verboden of verkeerd, laat dat duidelijk zijn. Maar toch… Kijk eens op een afstandje. Wat doen we? We verwachten ons geluk, dat wat alleen God kan geven, van spullen of sparen. Niet dat je niet in God gelooft – hij heeft een eigen vakje, voor zondag en voor na dit leven. Maar Jezus zegt: je kunt geen twee heren dienen. Geld kan God wegduwen – en doet dat ook vaak. Geld is een macht!
Hoe is dat in uw leven, en het jouwe? Hoe belangrijk is dingen hebben voor je? Jezus zelf zegt, een paar hoofdstukken verder: ‘de verleiding van de rijkdom verstikt het woord’. Geld en goed is een macht die je wegtrekt bij God, en je moet sterk in je schoenen staan om ertegenop te kunnen. Daarom zegt Jezus: verzamel voor jezelf geen schatten op de aarde!
Even terzijde: bedoelt Jezus dat je niet rijk mag zijn? Nee, dat staat er niet. Er staat ‘verzamel geen schatten op aarde’, niet ‘heb geen schatten’. Rijkdom op zich is geen zonde. Maar… het is wel een risico! Afzien van veel bezit, zoals vroeger monniken deden, is geen dwaasheid zoals de wereld van nu denkt. Het toont dat je je bewust bent van het geldgevaar!
Nog een terzijde: Jezus richt zich wel allereerst tegen de rijken, maar niet alleen tegen hen. Als u dacht: ik kom maar net rond, dus volgens mij zit ik bij de verkeerde preek… Dat ligt toch anders! Je kunt miljonair zijn en alleen bezig zijn met hebben en houden. Maar je kunt ook leven van een uitkering en in je gedachten alleen maar bezig zijn met geld en hoe je er meer van zou krijgen – dan ben je arm in meerdere opzichten. Natuurlijk zou je dan graag meer willen hebben. Maar, zegt Jezus, verwacht daar nu niet het hoogste geluk van. Dat is gevaarlijk! Verzamel voor jezelf geen schatten op de aarde, maar in de hemel, bij God, of je nu arm bent of rijk. Trouwens, vergeleken met de meeste wereldburgers zijn wij hier allemáál rijk.
[de teleurstellingen van vertrouwen op geld en goed]
Verzamel voor jezelf geen schatten op de aarde. De Heer geeft er meteen een heel praktisch argument bij. Dingen die je bezit, en geld dat je hebt, kun je altijd kwijtraken. Mot en roest, zegt hij, tasten het aan, dieven willen het stelen. Of om het wat meer hedendaags te zeggen: je mooie kleren blijven niet mooi, je moet steeds nieuwe kopen. Je auto kan kapotgaan, of gestolen worden. Je designbank slijt en krijgt gebruikssporen. Je huis kan afbranden, je kluis gekraakt worden, je kunt ontslag krijgen, een economische crisis kan zo’n beetje alles veranderen. Als je je geluk in baan, bezit en bankrekening zoekt, kan het altijd foutgaan. Waarom dan daar alles van verwachten?
Ach, en dat is nog niet eens het voornaamste. Dingen die écht waarde hebben kun je niet kopen. Dat weet je toch wel, diep in je hart? Zit je daar, eenzaam en zonder vrienden, in een villa. Rijker ben je met je gezin om je heen in een krap huisje! Of: je kunt je duur verzekeren, maar gezondheid is niet te koop. En ga zo maar door. Wat ben je arm, als je alleen maar spullen hebt, schatten op aarde!
En dan, eens ga je dood. Wat heb je dan aan een zeiljacht of aan zilveren borden? Psalm 49 die we lazen spreekt er zo duidelijk over. De dood kun je niet afkopen. Niets kun je meenemen in je kist. En al zou je het erbij leggen – zoals volkeren van vroeger wel deden – dan heb je er nog niets aan! Nee, als je sterft kom je voor God te staan – en wat heeft waarde bij Hem? Daar kom ik zo op!
Hoe vast zit u eigenlijk aan wat u hebt? We denken allemaal dat we niet vastzitten aan bezit. Echter… hoe vast iets zit, merk je pas als je het los probeert te trekken! Bijvoorbeeld een zuignap in de badkamer. Als je die ziet, weet je niet hoe vast hij zit. Hoe vast hij zit, merk je pas als je hem los probeert te trekken. Soms blijk je er met je volle gewicht aan te kunnen hangen… Net zo is het met onze aardse schatten. Pas als iemand ze lostrekt, blijkt hoe vast je eraan zit. Dat is vaak vaster dan we denken! Geld en goed trekt als een zuignap, en niet de kant op van God!
[de betere meester: God]
Maar hoe moet je dan wel in het leven staan? Jezus zegt: verzamel schatten in de hemel! Wat is dat en hoe doe je dat? Wat de Heer hier zegt, kan erg misverstaan worden. Alsof je leven erop gericht moet zijn de hemel te verdienen, of een zo goed mogelijk plekje daarin. Dan ben je nog berekenend bezig, gaat het nog om jezelf. Je kúnt de hemel niet verdienen, dat is een kernpunt van heel het christelijk geloof. Je komt daar door Gods genade en anders niet!
Daarom gaan we even terug naar wat Jezus zegt over ‘geen twee heren dienen’. Heel veel mensen doen dat: in God geloven én geluk van geld verwachten. Of: door de weeks gaan voor de carrière, en op zondag voor God. Maar dat kan niet, zegt Jezus. Het woord ‘dienen’ dat hij hier gebruikt, betekent in de grondtaal ‘als slááf dienen’. Een ZZP-er kan meerdere heren dienen, moet dat zelfs van de belastingdienst, maar een slaaf: nee! Die stond hélemaal ter beschikking van zijn eigenaar. Daarom is het van tweeën één: gaan voor God, of gaan voor geld en goed.
Echter, denkt iemand: alleen maar voor de dingen van God gaan? Je hebt toch gewoon aardse dingen nodig? Geld om je rekeningen te betalen? Spullen om te leven? Dar zul je toch gewoon tijd een aandacht aan moeten schenken? Ja, natuurlijk heb je dingen nodig. Maar, dan komen we weer bij dat beeld van de slaaf. Als slaaf had je het soms niet prettig, maar er zat één voordeel aan: omdat je letterlijk met huid en haar van je eigenaar was, hoefde je je niet druk te maken over voedsel, kleding en onderdak. Dat was de verantwoordelijkheid van je heer, die moest daar voor zorgen! Wat dat betreft hadden slaven het nogal eens beter dan de arme vrije mensen – hun dak lekte tenminste niet en elke dag hadden ze te eten.
En nu terug naar ons: als je God dient – met heel je bestaan, met huid en haar, en niet meer gaat voor aardse schatten – zou Hij dan ook niet zorgen voor wat zijn dienaar nodig heeft op aards vlak? God is geen slavenhouder! Hij is een goede Heer, ja meer nog: door Jezus is Hij onze hemelse Vader – zal Hij dan niet zorgen? Daar gaat Jezus in het vervolg uitgebreid op in. Onze God is Heer van hemel en aarde. Wie zich richt op Hem, op de hemel, krijgt ook de dingen van de aarde. Maar andersom: verzamel je alleen schatten op de aarde, dan heb je niets in de hemel, niets met God. Dan ben je eeuwig arm! Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn.
[schatten in de de hemel verzamelen]
Als je echter weet van God en zijn genade, als je door geloof een kind bent van de Vader in de hemel, dán kun je schatten verzamelen in de hemel. Dat wil dus niet zeggen: een plekje in de hemel kopen of verdienen – nee, dat krijg je, om Jezus’ wil. Maar schatten verzamelen in de hemel wil zeggen: dingen doen die waarde hebben voor God. Om het eens met een oud lied te zeggen “al wat gedaan is uit liefde voor Jezus, dat houdt zijn waarde_en zal eeuwig bestaan”.
Dát is schatten verzamelen in de hemel. Doen wat God vraagt, voor Hem en voor andere mensen. En… dat gaat ook je geld aan! De Joodse mensen tegen wie Jezus dit zei, zullen bij ‘schatten in de hemel verzamelen’ waarschijnlijk als eerste gedacht hebben aan liefdadigheid en het geven van aalmoezen. Ofwel: God dienen met je geld. Is God je Heer, beter nog: je Vader door Jezus, dan wordt geld wat het altijd al moest zijn: een middel, niet meer een macht. Dan zul je kijken hoeveel je zelf nodig hebt, en hoeveel je kunt geven voor de dingen van God. Dan wil je investeren in de eeuwigheid: in de kerk, in het steunen van zendingswerkers, in het tonen van Gods liefde door te geven aan aan wie weinig hebben, hier of ver weg. Zo zet je je aardse schat om in een hemelse. Dan is het geldgevaar in principe geweken!
Maar natuurlijk is schatten verzamelen in de hemel veel breder dan geld weggeven. Anders zou wie rijk is nog in het voordeel zijn, terwijl Jezus juist leert dat wie rijk is meer gevaar loopt! Een schat in de hemel verzamelen, dat is ook dat je er alles voor doet om meer en meer op Jezus te gaan lijken – immers, het enige dat je meeneemt naar de hemel ben je zelf! Dat je groeit in geloof, hoop en liefde, want die blijven, zegt Paulus. Een schat in de hemel verzamelen: dat je niet alleen geeft aan goede doelen als je kunt, maar zelf omziet naar anderen en helpt en er bent voor ze. Dat je anderen wijst op Jezus en ze het evangelie vertelt. Stel je voor: dát zal pas een schat in de hemel zijn, als je daar iemand tegenkomt die er mede door jóu is gekomen!
[slot]
Eigenlijk is onze tekst heel helder. Verzamel geen schatten op de aarde. Verzamel schatten in de hemel, bij God. Dien maar één Heer; vlucht voor het geldgevaar! Er is slechts één complicatie: nu het nog doen! Dat zal alleen lukken, beter gezegd, dat zal alleen groeien, als we weten van de rijkdom die we in geloof mogen hebben bij God. Allen zijn macht in ons leven kan die andere macht echt breken. Als Hij onze Heer is, dan zal geen andere macht vat op ons krijgen, ook geld en goed niet. Hoe dichter je bij Hem leeft, hoe minder bezit je zal zeggen!
Tenslotte: heb je geld, of heeft het geld jou? Juist uit de manier waarop iemand omgaat met zijn bezit, kun je zien hoe hij tegenover God staat. Heb je een boos oog – dat wil zeggen in de taal van toen, ben je gierig? Dan leef je zeker in duisternis. Maar zie je iemand met een goed oog – dat wil zeggen die deelt en geeft? Hij of zij zou best eens kunnen weten van Gods vrijgevigheid. Hoe is dat bij jou, bij u, bij mij?
Amen