Tags

, ,

Gemeente van Jezus Christus,

[intro: rust én kracht]
als je van tafel komt, waar je heerlijk hebt gegeten, is het altijd even overschakelen om weer verder te gaan, tenminste voor mij. ‘nou, daar gaan we weer’. En met een zucht sta je op van de tafel waar je met vrienden geluncht hebt. Want je moet weer verder, ieder heeft zijn dingen op het programma staan. Of misschien had je wel afgesproken om samen iets te gaan doen. Of ‘s avonds, na een lange dag werken, als je thuiskomt en het eten staat klaar, dan is het van ‘zo, ik zit’. Maar ja, dan staat er soms voor ‘s avonds nog een activiteit op het programma, en dan kun je toch niet voor altijd blijven zitten. Maar het scheelt, als je eerst tot rust bent gekomen aan de eettafel, als je geniet van het voedsel en het samenzijn, als je daar energie opdoet uit het eten. Dan kun je er weer tegenaan voor die afspraak in de avond!
Misschien is het met het Heilig Avondmaal is het ook ongeveer zo. We hoorden vanmorgen hoe Jezus rust belooft aan iedereen die naar Hem komt. De avondmaalstafel mag zo’n plek zijn van rust bij Hem. Als je daar zit, zijn liefde mag proeven, samen één bent met Hem en elkaar. Wat kan dat een oase zijn in een wereld vol onrust, in je eigen leven vol onrust en drukte! Rust vinden bij de Heer, aan zijn tafel. En tegelijk: je moet ook weer verder! Brood en wijn zijn voedsel ter versterking onderweg. Want leven met Jezus is meer dan uitrusten alleen. De tekst van vanmorgen gaat verder: ‘… ik zal jullie rust geven. Neem mijn juk op je en leer van mij!’ Jezus’ juk op je nemen, dat hoort er óók bij als je gelooft! En daar willen we vanavond verder bij stilstaan.

[Jezus’ oproep zijn juk op te nemen]
Ik heb vanmorgen aan de kinderen iets laten zien van wat een juk is. Zo’n ding om over je schouders te leggen, waarmee je zware emmers kunt dragen. Je zou ook kunnen denken aan een juk wat in Jezus’ tijd op twee ossen gelegd werd en waarmee ze dan samen een ploeg vooruit trokken. Hoe dan ook, een juk is dus een soort last op je schouders, van een mens of van een dier. Dat klinkt nu niet bepaald positief! En nu zegt Jezus ‘neem mijn juk op je’. Wat bedoelt Hij daarmee? Is leven met Hem dan toch geen rust vinden, maar hard werken? Hij heeft het vreemd genoeg over een ‘zacht juk’ en een ‘lichte last’ – dat klinkt ongeveer als ‘droog water’ of ‘koud vuur’. Hoe zit dat?
Om het te begrijpen moeten we één ding uit die tijd weten. Er was een vaste uitdrukking over een juk, en daar grijpt Jezus op terug. De wetsleraars hadden het over ‘het juk van de Thora op je nemen’. Het juk van de Thora op je nemen, dat wil zeggen: je toewijden om te leven zoals God het wil, zoals dat stond beschreven in de Thora, de eerste vijf boeken van de Bijbel, de zogenaamde boeken van Mozes.
Nu zegt Jezus: neem mijn juk op je. Het is alsof Hij een nieuwe Mozes is, die een nieuwe wet geeft. En dat klopt ook precies, zo zet Mattheüs Hem in zijn hele evangelie neer. In de Bergrede begint dat al, waar we de afgelopen weken over hoorden: net zoals Mozes bij de berg Sinai Gods wet gaf aan het volk, zo geeft Jezus vanaf die andere berg de wetten van Gods koninkrijk. Een nieuwe Mozes! En nu zegt Jezus: neem mijn juk op je, mijn Thora! Dat wil zeggen: leef naar Gods regels zoals Ik ze geef. Dat is ook de oproep voor ons, die mochten rusten aan zijn tafel. Dan volgt: neem mijn juk op je. Het juk van Jezus!

[het harde juk van de farizeeën]
Jezus maakt hier duidelijk een contrast. Míjn juk is zacht, in tegenstelling een ander juk. Mijn last is licht, in tegenstelling tot het juk van de Thora zoals de Farizeeën jullie dat willen opleggen. Dat was zwaar! Jezus zegt het verderop, in hoofdstuk 23 vers 4, heel duidelijk: “de Schriftgeleerden en de Farizeeën… bundelen alle voorschriften tot een zware en ondraaglijke last en leggen die de mensen op de schouders, terwijl ze geen vinger uitsteken om die te verlichten”. Dan gaat het niet alleen om de Thora, maar óók en vooral de complete uitlegging en uitbreiding die de rabbi’s daaraan gaven. De vele religieuze regels en regeltjes die tot in detail uitgewerkt waren. Vaak met de beste bedoelingen, maar voor een gewoon mens haast niet te houden. Mensen kregen het idee dat ze tekortschoten omdat ze de wet niet zo nauwgezet hielden als de Farizeeën het deden. En bovendien: je kon het idee krijgen dat geloof een kwestie is van je aan allerlei regels houden. Een eenvoudige man of vrouw die bij God wilde horen, kon zich afvragen: doe ik het wel goed genoeg? Kom ik er wel? En intussen keken de vrome Schriftgeleerden neer op wie het minder nauw nam dan zij. “De massa dat de wet niet kent” zeiden ze verachtelijk, zie Johannes 7.
Zo voelde leven naar Gods wil als een zware last voor velen, niet als iets moois. Juist voor de eenvoudige mensen tot wie Jezus zich richt. Een opgave in plaats van een gave. Maar juist tot hén richt de Heer zich: kom naar mij, vermoeide mensen, onder lasten gebukt, ik zal jullie rust geven. Neem mijn juk op je, want dat is zacht!

[hedendaagse jukken die drukken]
Zo even een stukje achtergrond. Maar laten we heet eens naar het heden trekken. Wij zullen dat juk van de Farizeeërs niet zo voelen, zei ik vanochtend. Maar ik bedacht toch dat dat nog maar de vraag is. Misschien zijn er hier ook wel mensen opgegroeid met de gedachte dat geloven vooral is dat je dingen moet of juist niet mag. Nu is dat waar, geloven is óók een manier van leven. Maar als dat alles is wat je hebt meegekregen, dan is geloof eerder een last dan een lust. Een zwaar juk waar je onder gebukt gaat of dat je uiteindelijk afwerpt. Echter, geloven is méér, is anders. Het is Jezus’ roep beantwoorden: kom naar mij toe, vermoeid mens, ik geef je rust, werkelijk rust! Dat is de basis. Vanuit die rust mag je Jezus’ zachte juk gaan dragen, daar kom ik zo op.
Anderen zullen geloof gelukkig niet zien als een juk van regeltjes. Maar dan kun je toch gebukt gaan onder jukken die anderen je opleggen, of jezelf. Als je jezelf steeds moet bewijzen op je werk; als er steeds meer op je schouders wordt gelegd tot je zwaar belast bent. We leven immers in een prestatiemaatschappij en wie niet mee kan valt buiten de boot. Of het juk van ouders die je claimen. Of misschien leg je jezelf wel lasten op: ik moet mijn werk doen én voor de kerk iets doen én voor mijn oude ouders zorgen én het huis altijd netjes op orde hebben. Van wie moet dat eigenlijk? En wat zit erachter?
Jukken die drukken, ook nu. Waar komt toch al die druk vandaan? Misschien is het ding eronder niet veel anders dan in Jezus’ tijd: jezelf moeten bewijzen. Toen voor God en de religieuze leiders – nu voor de mensen om je heen en boven je. Maar in beide gevallen ontleen je je waarde aan wat je dóet. Je prestaties. En dat is een gevaarlijk iets. Zoals een meisje het zei: ‘ik zie anderen van mijn leeftijd die veeleisender werk hebben dan ik, én nog vrijwilliger zijn, én regelmatig sporten. Hoe doen ze dat toch? Als ik zulke mensen zie, dan voel ik me een mislukkeling…’

[Jezus’ zachte juk]
Maar hoor dan vandaag Jezus: neem mijn juk op je, dat is licht! Of eigenlijk moeten we daar niet beginnen. Jezus zegt éérst: kom bij mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt, dan zal ik jullie rust geven. Eérst de rust. Dat wat we vanmorgen hoorden, dat wat we aan zijn tafel mochten vieren: dat Hij van u houdt, dat je een kind bent van de Vader, dat het goed is voor tijd en eeuwigheid. Dat mag de basis zijn van een gelovig leven. Dat je waarde niet afhangt van wat je presteert, maar van Gods gevende goedheid voor jou! Dat Hij je aanneemt, ook al maak je er niet veel van, ook al zondig je zelfs tegen zijn goede geboden. Dat te mogen weten is de enige remedie om niet te bezwijken onder allerlei jukken die drukken.
Maar dan, als je bij Jezus gekomen bent, als je deze rust vindt, zegt zegt Hij óók: neem mijn juk op je! Ja, want geloven is niet alleen achteroverleunen in de veren van Gods genade. Als dat je hele geloof is, dan is het nogal goedkoop. Nee, geloven is ook: Jezus’ juk op je nemen. Niet om zijn liefde te verdienen, dat niet! Bij Hem is er geen prestatiebeloning, en geen afrekencultuur. Maar zijn juk op je nemen, omdat Hij van je houdt. Geloof in genade zet juist in beweging! Dat kan niet anders. Je wílt niet anders!
Een voorbeeld kan het verduidelijken. Onder de oude bedeling, die van de wet, eindigde de week met de sjabbat, de rustdag. Een week lang werken, een week lang doen wat God vraagt, en dan uiteindelijk: uitrusten bij Hem. Maar onder de nieuwe bedeling die met Jezus begint is het juist andersom: de week begint met de rustdag, de eerste dag, de dag van Jezus’ opstanding. Vanuit de rust, vanuit het vieren van Gods genade, mogen we de week in om voor Hem te werken. Het begint met rust! Rust die Jezus geeft.

[wat Jezus’ juk inhoudt]
En van daaruit dus: op weg, met zijn lichte juk op je rug. Wat houdt dat nu concreet in? Maakt Hij Gods geboden makkelijker, doet hij minder moeilijk? Nou, dat laatste zeker niet. Weet u nog, wat Hij zei in de Bergrede? Daar eindigde Hij in Mattheus 5:48: wees dan volmaakt, zoals uw Vader in de hemel volmaakt is. Ga er maar aanstaan!
En toch is Jezus’ juk, de weg die Hij wijst, licht en zacht. Dat is omdat het niet gaat om allerlei regels waar je op afgerekend wordt. Ten diepste is is onder Jezus’ juk maar één gebod: dat van de liefde. Dat dubbelgebod: heb God lief boven alles en je naaste als jezelf. Dat is heel Jezus’ juk in een notendop. Zoals de kerkvader Augustinus zie: heb lief en doe wat je wilt! Dat is de weg die Jezus u wijst. Is dat niet veel lieflijker dan een juk van regels? God heeft u allang lief, en jou, nu mogen wij hetzelfde doen!
Als ik uit mijzelf die hoge weg moet gaan, dan wordt het weinig. Maar Jezus zegt: leer van mij, zegt Hij, dat ik zachtmoedig ben en nederig van hart. Dan is het vooral: naar Hem kijken, niet naar jezelf. En je laten leiden door zijn Geest, die het ons leert.
Juist in deze weken voor Pasen, als we nadenken over de weg die Jezus ging, mogen we het in Hem het allerduidelijkst zien, wat het inhoudt te leven uit liefde. Wat het inhoudt zachtmoedig te zijn en nederig van hart. Hij zocht niet de makkelijkste weg voor zichzelf; Hij deed wat nodig was voor anderen. Hij schold niet terug toen hij werd bespot. Hij sloeg niet terug toen Hij mishandeld werd, maar gaf alles uit handen aan zijn Vader. Zachtmoedig en nederig. Hij bad voor degenen die hem aan het kruis nagelden. Hij gaf zijn leven voor hen die de dood verdienden. Hij lief zijn lichaam breken als brood, zijn bloed vergieten als wijn die wordt uitgegoten. En dat deed Hij alles voor ons! Zouden wij dan ook niet leven voor Hem, zijn juk op ons nemen? Zoeken zachtmoedig te zijn en nederig van hart, te leven uit liefde? Hij wil het ons leren!

[slot]
Jezus, Hij geeft, hij belooft rust. Én hij vraagt u zijn juk op je te nemen. Maar weet u, dat is geen tegenstelling. Niet zoals ik begon: zo, heerlijk gezeten, heerlijk gegeten, heerlijk gerust, en nu weer aan het werk… Nee, het mooie is juist dat het sámengaat. Jezus zegt letterlijk, kijk maar in uw Bijbel: leer van mij dat ik zachtmoedig ben en nederig, dán zullen jullie werkelijk rust vinden. Dit juk van Jezus is niet een opgave na de gave, niet een opdracht die onrust geeft. Nee, de weg van Jezus volgen is juist de weg tót rust. Als je nou niet langer jezelf hoeft te bewijzen…. Als je stopt met boos te zijn op anderen die je onrecht doen… zou dat geen rust geven?
Als je, met alle gebrek, probeert een volgeling van Jezus te zijn in je dagelijkse omgeving, op het werk of op school, zachtmoedig en nederig… Dan zal dat niet altijd makkelijk zijn. Maar tóch heb je dan een rust diep van binnen die een ander niet heeft. Omdat je weet: Hij is bij mij. Hij heeft mij lief, ondanks al mijn gebreken. Met al mijn moeite en lasten mag ik bij Hem komen, altijd weer. Dan mag je vanuit leven de rust. Dan zul je ervaren: zijn juk is zacht, zijn last is licht! Kom, neem zijn juk op je!

Amen