Tags
Uit de Bijbel is gelezen 1 Samuël 17:17-27, 31-52
Gemeente van Jezus Christus, en vooral jullie Andreas, Joris, Lieke, Nathan en Rowan,
[intro]
We hoorden uit de Bijbel die bekende geschiedenis van David en Goliath. Jullie kennen het van jongs af aan. In elke kinderbijbel is het verhaal te vinden van de kleine David en de reusachtige Goliath – al laten ze in de kinderbijbel die woorden over lijken en gieren en hyena’s meestal weg…
Niet voor niets hebben jullie dit verhaal gekozen om vandaag uit de Bijbel te horen, nu jullie afscheid nemen van de kindernevendienst. Ik denk dat jullie je wel een beetje in David kunnen herkennen. David, hij is jong, hij is nog niet ver gekomen in het leven. Mensen nemen hem niet serieus: ‘Wil jíj met die reus gaan vechten?’ En toch, met Gods hulp en door zijn handigheid weet hij Goliath te verslaan! Jullie zijn ook nog jong. OK, je voelt je natuurlijk flink groot nu je afscheid neemt van de basisschool, maar straks op de middelbare school ben je juist weer de jongste. Jullie staan nog aan het begin van je levensweg. Een begin is er, maar je hebt nog een hele weg te gaan voor je een beetje meetelt. Mensen nemen je misschien ook wel te weinig serieus naar je zin. Net als bij David allemaal!
Dan is deze geschiedenis een prachtige bemoediging. Bij God vervult juist híj een hoofdrol die klein en onervaren lijkt! God helpt David, en: God wil ook jullie helpen, nu je een nieuwe stap maakt. Als je vol moed en energie bent, net als David, maar ook als er dreigende dingen zijn, net zo dreigend als die reusachtige Goliath.
[de geschiedenis kort]
Ik zie gelukkig veel kinderen in de kerk vandaag, meer dan in lange tijd. Jullie kennen dit verhaal van David en Goliath vast ook al wel. Het volk Israël is In oorlog met de Filistijnen. Hun legers staan tegenover elkaar, en dan komt er van de kant van de Filistijnen een reusachtige man naar voren: Goliath. Hij dreigt en vloekt, en hij daagt elke Israëliet uit om met hem te vechten. Maar niemand durft, zelfs koning Saul niet; iedereen beeft van bangheid. Maar dan komt David, en eenvoudige herdersjongen. Hij is niet bang! Nee, hij is verontwaardigd, omdat deze reus spot met God. Meteen biedt hij zich aan om tegen Goliath te vechten. Gewapend met alleen een slinger gaat hij erop af. Zie David in gedachten maar gaan daar! Het lijkt bij voorbaat voor David verloren. Zo’n klein jongen tegen zo’n reusachtige strijder! Maar voor je twee keer met je ogen knippert, is de strijd al voorbij. Als de grote Goliath op David afstormt, slingert David een steen en treft precies zijn voorhoofd. Met een dreun valt de stoere soldaat neer. Hij is verslagen!
Even terzijde. Toen ik deze preek maakte, vroeg ik me af: kan dat nu echt, met een slinger iemand zo uitschakelen? Is het verhaal niet een beetje te mooi? Maar het kan echt. De oude Assyriërs, maar ook de Romeinen, hadden hele afdelingen slingeraars in hun leger. Ze konden wel 400 meter ver gooien. Er zijn heel wat slingerstenen opgegraven – zo groot als een ei ongeveer. Als je zo’n slingersteen keihard midden tegen je voorhoofd kreeg, dan viel je echt wel om! En zo verslaat de David de grote reus, zonder schild en zonder speer.
[misverstanden rechtzetten]
Maar wat wil deze geschiedenis óns zeggen? Is het een kwestie van ‘wie niet sterk is moet slim zijn’? Gaat het erom dat ook die klein is kan winnen? Nee, dat is niet de hoofdzaak – ook al toont deze geschiedenis dat God er elk geval níet staat aan de kant van brallers en brullers die denken dat ze heel wat zijn.
Leer deze geschiedenis ons misschien dat God je altijd helpt en dat alles goed komt? Dat je met zijn hulp ook de dreigende reuzen in jouw leven zult verslaan? Ook dat is iets te eenvoudig. Ik denk dat deze geschiedenis ons vooral wil leren om in het leven te staan op dezelfde manier als David. Dan kun je heel veel aan. Maar hoe staat David dan in het leven? Daarvoor moeten we goed naar de geschiedenis luisteren. Ik vertelde net in het kort wat David déed. Maar minstens zo belangrijk is het wat David zegt.
[in het leven staan zoals David]
Als je goed naar David luistert, merk je dat God voor hem het allerbelangrijkste is wat er bestaat. Soldaten vertellen David dat wie de reus verslaat, met rijkdom zal worden overladen en met de dochter van de koning mag trouwen. Maar die beloning is niet de reden dat David het gevecht wil aangaan. David is verontwaardigd omdat Goliath de HEER en het volk van de HEER belachelijk durft te maken “Hoe durft hij de gelederen van de levende God te beschimpen!” roept David uit. God is voor David nummer een. Hij vecht niet voor een prinses, maar voor de HEER en voor zijn eer. Zouden wij dat ook doen? Als iemand straks op school stomme dingen zegt over de kerk, over God of over geloof, wat de je dan? Ga er maar gewoon tegenin, en wees niet bang. Houd niet je mond, maar kom op voor God. Hij is de allerhoogste, Hij verdient het! De vraag is wel: is hij ook de allerbelangrijkste in jou, en in ons leven? Bij David wel, en dat bepaalt zijn bestaan.
Omdat God voor David voorop staat, kan hij ook vertrouwen. De Israëlische soldaten leken niet aan de HEER te denken. Ze keken alleen naar de kracht van Goliath, en hun eigen kracht en wapens. Zelfs koning Saul doet dat. God speelt geen rol in hun gedachten. David echter rekent met de HEER, en daarom kan hij anders kijken. David zegt: “de HEER die me gered heeft uit de klauwen van leeuwen en beren, zal mij ook redden uit de handen van deze Filistijn!”He je zijn vertrouwen? Hij vertrouwt op de macht van God. Daar rekent hij mee en daar rekent hij op. Niet de speer maar de Heer is voor hem bepalend. Vertrouwen, dat heeft David geleerd en daar leeft hij van.
En wij? Wij mogen ook op God vertrouwen. Hij wil jou helpen, Hij wil je leiden, Hij laat je niet los. Dat heeft Hij beloofd toen je gedoopt werd, en daar houdt Hij zich aan. En tegelijk is vertrouwen op God iets dat je moet leren. Door Hem steeds meer te leren kennen, en te horen van Hem, en te leven met Hem. Daarom krijgen jullie straks ook een bijbel. Daarom verwacht ik jullie na de vakantie op de catechese. Daarom houden we kerk hier, waar ik jullie hoop te zien – om over God te horen, om Hem steeds meer te leren kennen zodat Hij voor jou de belangrijkste wordt of blijft, en je zo meer en meer leert om met Hem te leven.
David leeft met God, dat is zijn geheim. Dat mag hopelijk ook het geheim van jullie leven zijn of worden. Daar komt het op aan! Tegelijk is David trouwens heel praktisch. Hij had het plan met die slinger vast van tevoren bedacht, hij kende zijn talent en gebruikte dat. Zo mogen jullie ook je verstand gebruiken en je talenten inzetten. Dat wil God zegenen! Maar het gaat er ten diepste niet om hoeveel talent je hebt of hoe hard je werkt, maar dat je leeft met de Heer. Dan sta je sterk. Dan kan zelfs een herderjongen een reus verslaan!
[gevolg: je kunt alles aan]
We hoorden net een lied dat veel samenvat: “wil je overwinnen maar je bent niet sterk – met geloof beginnen is het halve werk (…) Samen met mijn God kan ik elke reus verslaan!” Nu is geloof natuurlijk niet een soort tovermiddeltje dat alles oplost. Maar wie gaat met God, die staat sterk. Die kan ten diepste alles aan. Want er kan genoeg op je afkomen, of je nu jong bent of oud! Soms zorgen zo groot als een reus, soms kleine dingen waar je steeds over loopt te piekeren. Misschien vind je het wel spannend om naar de nieuwe school te gaan na de vakantie. Hoe zal het gaan, zul je aansluiting vinden, en is het schoolwerk niet te moeilijk? Of misschien spelen er wel heel andere dingen in jouw leven, of in het uwe. Problemen in de familie, of ziekte, of je zit in de knoop met jezelf. Het kan groot zijn.
Maar dan mag je toch dapper zijn net als David. Niet omdat je zelf zo sterk en goed bent, maar omdat je mag weten: God is bij mij! Ook op de nieuwe school, en ook bij die andere dingen. Als Hij de belangrijkste voor je is, als je op Hem vertrouwt, dan zul je merken dat Hij helpt. Dat soms zelfs reusachtige dreiging ineens wijkt.
En hoe helpt de Heer dan? Heel vaak net als bij David. Als je op een afstandje keek naar wat er gebeurde, zag je geen ingrijpen van God. Je zag alleen David die met slimheid en snelheid de reus raakte en zo won. Maar God was er wel! Hij gaf David de moed, waar iedereen bang was. Hij hielp hem zijn slingertalent te gebruiken. Hij liet de steen precies op de goede plaats treffen. Hij was er wel! Al zag je Hem nergens. En zo is het vaak. Je mag zelf doen wat je kunt, en daarbij vertrouwen op God. En dan merk je dat dingen overwonnen worden!
[Jezus de ‘meerdere David’]
David, hij vertrouwde op God. God was voor hem de allerbelangrijkste in zijn leven. Ik denk, als wij eerlijk zijn, dan staan we lang niet altijd zo in het leven als David. God voorop, vol vertrouwen. Nee, al te vaak lijk ik op Saul en zijn soldaten, die alleen keken naar de menselijke kant – die het zoeken bij harnas en speer en niet zo erg bij de Heer…
Maar dan moet ik nog een laatste ding zeggen. David is niet alleen een voorbeeld. Hij is ook een beeld van Jezus, onze Heer – de grote zoon van David. Jezus stond helemaal in het leven zoals David. Of eigenlijk moet ik het natuurlijk andersom zeggen: David leek al een beetje op Jezus. Want David ging verderop in zijn leven behoorlijk de fout in… Maar Jezus Christus niet. Hij leefde helemaal voor zijn Vader en diens eer. Hij vertrouwde helemaal dat zijn Vader voor Hem zou zorgen bij het grote gevecht tegen zonde en dood. Hij hééft overwonnen, dwars door de dood heen. En Hij, Jezus, Hij wil ons op Hem laten lijken. Hij wil het ons leren, om zó in het leven te staan. Om God voor ogen te houden, om te vertrouwen, om vast te houden. Vraag het Hem maar! En bovendien: Hij wil ons vergeven, voor al die keren dat we leven alsof er geen God is. Voor al die keren dat we vergeten te vertrouwen, dat we vergeten onze handen te vouwen… Jezus, Hij is de grote zoon van David. Hij heeft overwonnen, Hij maakt vrij. En Hij is onze Heer!
[slot]
God helpt je! Dat was het thema van deze dienst. En zo is dat! Maar wanneer zul je dat het meeste merken? Als je in het leven staat zoals David. Met God op nummer één, als je opkomt voor zijn eer, en als je voor alles vertrouwt op zijn macht.
Moge God jullie dat leren, en mij, en ons allemaal, meer en meer, en telkens weer. Want dan is het waar: “samen met mijn God, samen met mijn God, kan ik elke reus verslaan!”
Amen