Uit de Bijbel is gelezen: Psalm 15 en Romeinen 7:14-25
In deze dienst bereidden we ons voor op de viering van het Heilig Avondmaal.
Gemeente van Jezus Christus,
[intro]
ook vandaag gaan we weer verder over de vrucht van de Geest, over dat wat Gods Geest tot bloei laat komen in het leven van wie zich aan hem overgeeft. En dan zijn we gekomen bij de zesde vrucht van de Geest. De vrucht van de Geest, zo schrijft Paulus in Galaten 5, is liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid… goedheid. Goedheid, dat staat centraal vandaag. De Heilige Geest wil u en jou een goed mens maken.
Deze vrucht lijkt wel wat op die van vorige week, vriendelijkheid. Een vriendelijk iemand is vaak een goed mens, en andersom. Alleen vandaag moeten we dieper gaan. U kunt best heel vriendelijk zijn, maar bent u echt een goed mens?
Maar ja, wanneer ben je een goed mens? Denk er voor jezelf eens even een paar seconden over na. Wanneer ben je een goed mens? (…) Wanneer ben je een goed mens? Misschien is het beter om eerst bij iets anders te beginnen dan bij onszelf. Je kunt een goed horloge hebben, een goede docent, een goed renpaard. Maar wat bedoel je dan? Telkens gaat het erover dat iets aan zijn doel beantwoordt. Een goed horloge vertelt nauwkeurig hoe laat het is en gaat niet kapot. Een goede docent kan de leerstof overbrengen, een goed renpaard wint op de renbaan. Ze beantwoorden aan hun doel.
Wel, net zo is het als je een goed mens bent. Dan beantwoord je aan je doel. Het doel waarvoor je op aarde bent. Maar wat is dat? Dan kom je meteen bij die heel grote vraag, eigenlijk de grootste van alle vragen: wat is het doel van mijn bestaan? Waar leef ik voor, waar moet ik voor leven? U ziet, en jij, dat dit kleine woordje ‘goedheid’ meteen voor grote vragen stelt!
[oppervlakkige opvattingen over goedheid]
Goedheid, een goed mens zijn. In onze maatschappij leven daar natuurlijk ook ideeën over. Echter, die zijn nogal plat, nogal oppervlakkig. Als je je houdt aan de wetten van ons land, en aan de algemeen aanvaarde normen, dan is het goed, dan ben je goed. Als je niet steelt, geen overlast veroorzaakt en je belasting betaalt, zo ongeveer. Als je het zo bekijkt, dan zijn de meeste mensen wel goed. Dan vinden we onszelf best goed. We doen toch geen gekke dingen? Wij maken geen groepsfoto in coronatijd zoals minister Grapperhaus… Natuurlijk, ook wij zijn niet volmaakt, maar wie wel? We zijn in elk geval OK. Is dit herkenbaar? Denk jij zo over jezelf, of u? Ik herken het in mijn eigen hart. En tja, dan zijn er ook mensen die niet in het burgerlijke plaatje vallen, die hun zaken minder goed op orde hebben. Die voelen het scherp aan, dat anderen ze daarom minder hoog hebben staan, al wordt dat zelden gezegd…
Maar goed, de meeste mensen vinden zichzelf wel OK, best wel goed. Je hoeft niet echt te veranderen. Er is een invloedrijk boek geweest met de titel ‘I’m OK, you’re OK’ – dat geeft het prachtig weer.
Weet u wat dan een gevolg is? Dat veel dingen uit het christelijk geloof lastig te volgen zijn, vreemd klinken. Ik zal eens een voorbeeld geven uit het formulier voor het Heilig Avondmaal, waar we zojuist uit hoorden. “Wij zien dat we iedere dag tekortschieten… de Heer is trouw, wij zijn vaak ontrouw. Dagelijks maken we onze schuld tegenover Hem groter”. Zulke woorden passen totáál niet als je jezelf wel OK vindt. Wat is dit voor negatief gedoe? En hetzelfde onbegrip treft dan centrale noties uit de Bijbel. Dat je gered zou moeten worden, vergeven, vernieuwd. Dat je, kortom, niet goed bent zoals je bent. Wees eens eerlijk: vind je het ook niet redelijk zwaar en raar klinken als je erover nadenkt? Laten we het er liever over hebben dat God van ons houdt! En Godddank, dat is waar. Maar de diepte van zijn liefde beseffen we niet echt, als we meegaan in oppervlakkige ideeën over wat goed is.
[Gods norm voor goedheid]
Er kwam eens een man naar Jezus toe die een vraag wilde stellen. “Goede meester,” zei hij, “ik heb een vraag voor U”. Maar aan de vraag kwam hij niet toe, Jezus onderbrak hem meteen. “Waarom noem je me goed?” zei Hij. “Niemand is goed, behalve één, namelijk God”. O… Hoor je dat! “Niemand is goed, behalve één, namelijk God”. Zou hier misschien het probleem van onze tijd zitten. Als je met God niet rekent, dan leg je de lat te laag. Dan is het al snel goed. Maar wie God leert kennen, leert wel anders!
Weet u nog die vraag: waar leef ik voor? Als je van God niet weet is het antwoord: kleur binnen de lijntjes, breng niemand schade toe, en verder mag je het zelf weten. Dan is het al snel goed. Dan ben ik al snel een goed mens. Maar wie God leert kennen, krijgt een andere weg gewezen. Wanneer ben je goed? Als je leeft zoals God je bedoeld heeft. En dar ben je niet snel klaar mee. Daar staat de hele Bijbel vol van. Aan zijn volk Israël gaf God de Thora – de aanwijzing, letterlijk vertaald. De tien geboden, en allerlei heel concrete aanwijzingen voor een leven vol trouw en recht en barmhartigheid. De profeet Micha vat het samen: “er is jou, mens, gezegd wat goed is; je weet wat de Heer van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig te wandelen met je God”. Als je zó leeft, mag je een goed mens heten. Psalm 15, we lazen eruit, geeft het ook zo duidelijk aan: wie is welkom bij God? “Wie de volmaakte weg gaat en doet wat goed is” Wie de Thora volgt. Wie, zoals Jezus het samenvat, God liefheeft boven alles en zijn naaste als zichzelf. Dán mag je een goed, een volmaakt mens heten. Als je iemand bent bij wie de vrucht van de Geest tot volle bloei is gekomen. Dat is het doel van ons bestaan – met minder wil de Heer het niet doen!
[we schieten zwaar tekort]
Tja, als je dat op je laat inwerken… dan zeg je misschien toch minder snel ‘ik ben wel OK’ – ik ben best goed. Als je met psalm 15 zingt: “wie is welkom in Gods tent, wie mag bij Hem te gast zijn?” – denk aan het Heilig Avondmaal volgende week! – en je hoort het antwoord: “wie de volmaakte weg gaat en doet wat goed is”… Dan vraag ik me ineens af: ben ik dat? Wandel ik, zoals Micha het zegt, nederig met mijn God? Is mijn leven gestempeld door liefde voor Hem, en voor ieder die ik ontmoet? Sukkel ik misschien maar door in een leven dat vér onder Gods doel blijft…? En nu even persoonlijk: vraagt u, vraag jij je dat ook wel eens af? Het is niet voor niets dat we opgeroepen worden om ons voor te bereiden op de viering van het Heilig Avondmaal. Vraag jezelf gewoon eens af: ben ik een goed mens? Niet volgens de normen van nu, maar volgens de normen van God! Het klinkt zwaar, maar het is heilzaam.
Ik moet u vertellen, vanuit de Bijbel en helaas ook vanuit mijn eigen ervaring: hoe meer je God leert kennen en wat Hij wil, hoe meer je weet dat je uit jezelf niet goed bent en niet goed doet. We hoorden wat Paulus schrijft in Romeinen hoofdstuk 7: “ik besef dat in mij, in mijn eigen natuur, het goede niet aanwezig is”. Paulus kende de Bijbel, de Thora, héél goed. Hij had erin gestudeerd! Hij probeerde er echt naar te leven. Hij wilde zo graag een goed mens zijn. Maar het lukte niet. Hij schrijft, vanuit het perspectief van voor zijn bekering: “het goede dat ik wil, dat doe ik niet. Maar het kwade dat ik niet wil, dat doe ik!” Ik garandeer je: als je eens probeert om een week hélemaal te leven naar Gods bedoeling, en elke avond je dag onderzoekt, dan zul je tot dezelfde conclusie komen. Om maar even op vorige weken terug te grijpen: natuurlijk snappen we dat je vriendelijk moet zijn, en geduldig. Maar je bent het vaak niet! Om van de liefde tot God en je medemens maar te zwijgen. Wij zijn uit onszelf niet OK, geen goede mensen maar… doelmissers! Wat nu?
[God biedt genade en vergeving!]
Ja, wat nu? Misschien zijn dan die christelijke kernwoorden helemaal zo vreemd nog niet: dat je gered moet worden, vergeven en vernieuwd. Een ander mens!
En nu, God zij dank, is dit de goede boodschap, het evangelie: er ís een nieuw begin. Er is vergeving en vernieuwing, bij God vandaan. Want God is goed – Hij alleen. En dat wil niet alleen zeggen dat Hij de lat hoog legt. Nee, dat wil bovenal zeggen dat Hij voor jou en u en mij goed en genadig en geduldig is. Hij wil ons tóch bij zich hebben. Zijn zorg en liefde strekt zich naar u uit! Hij wil je maken tot wat je niet bent, Hij wil je vormen tot een mens zoals Hij je bedoeld heeft. En Hij wil al je fouten en falen vergeven!
Dat is immers wat wij geloven? Daarvoor is Jezus gekomen. Om ons op te zoeken. Om te laten zien hoe een mensenleven eruit ziet zoals God het bedoelt. Maar meer nog: Hij droeg de schuld en de straf, ónze schuld en straf, tot diep in het graf! De dood, waar ons leven onvermijdelijk op uitloopt, de complete scheiding van God – die droeg Hij! Hij werd van God verlaten, Hij stierf en werd begraven. En waarom? Opdat wij zouden leven. En niet zomaar dóórleven als eerst, maar leven in een bestaan dat vernieuwd wordt naar zijn beeld.
God is goed voor ons! Jezus gaf zichzelf voor ons. Is dat niet wat we bij het Heilig Avondmaal vieren? Het wordt me aangereikt, de vergeving, het nieuwe leven, Gods goedheid en genade. “Proef en zie dat de Heer goed is” zegt een psalm. Proef het brood, de wijn – proef zijn goedheid. Zie, zie hoe het brood gebroken wordt, zoals zijn lichaam – voor ons. Zie de wijn die vloeit als zijn bloed – voor mij! Wat Jezus deed, wat God ons geeft. Wij, mensen die ver te kort schieten tegenover zijn bedoeling, zijn welkom, welkom aan zijn tafel! Welkom bij de Heer. Er is vergeving, er is een nieuw begin. Hij is goed – voor slechte mensen. Wel OK misschien langs de meetlat van de maatschappij, maar in zijn ogen toch, en telkens tekortschietend. Maar: welkom bij Hem. Zo is de Heer! En dan moeten we maar niet teveel stilstaan bij onze gebreken, maar ons vooral verblijden in zijn goedheid! Proef en zie dat de Heer goed is – komende zondag, als het Avondmaal staat aangericht!
[God geeft vernieuwing]
Niet wij, maar de Heer is goed. En dan dat wonder: Hij wil ons ook goed gaan maken! Immers, de vrucht van de Geest is goedheid. Wie bij Jezus wil horen en uit zijn vergeving leven, die zal Gods Geest gaan transformeren zodat je op Jezus gaat lijken. Zodat je meer en meer weer gaat beantwoorden aan het doel waarvoor je gemaakt bent. Wat is dat doel? Gods wetten houden? Ja, ook. Vooral het grote gebod van de liefde. Maar de Westminster catechismus zegt het heel mooi: “What is the chief end of man? To glorify God and to enjoy Him forever”. Dat is: Wat is het voornaamste doel van een mens? Om God groot te maken en voor altijd van Hem te genieten! Genieten – had u daaraan gedacht als het gaat over leven met God. Van Hem, van de zekerheid van zijn liefde en trouw!
En ja, dan zal dat je hele leven doortrekken. Ook heel concreet in hoe je doet en wat je zegt. ‘Goedheid’, een goed mens zijn, dat wil zeggen dat héél die vrucht van de Geest in je leven gaat rijpen. Niet alleen dat je Gods wetten houdt, maar nog veel meer: dat liefde, vreugde, vrede door je heen stralen en je bestaan bepalen. Dat je niet iemand wordt die zogenaamd beter is dan anderen – dat is een christen niet, al doe je hopelijk wel dingen anders en beter – maar dat je iemand bent die leeft uit Gods genade. Goed, in wat je doet, en hoe je het doet. Goed, naar anderen toe ook.
Zo wil de Heilige Geest u en jou en mij goedheid geven, goede mensen maken. Daar gebruikt hij de bekende middelen voor – daar moet u en jij ook die bekende middelen voor gebruiken: naar de kerk komen, bidden, de Bijbel blijven lezen, met andere gelovigen omgaan. Stel je open, stel je maatstaven niet te laag. Wil goed zijn zoals God goed ziet, niet goed zoals in onze maatschappij goed genoeg is! Bid om de Geest en belijd waar je niet goed bent.
[slot]
Kom ook zo komende week naar het Heilig Avondmaal. Het is een belangrijk middel om gesterkt te worden in een leven met Hem. Heeft er iemand nog geen belijdenis gedaan, zodat je niet deel mag nemen, geef je dan op om dat komend seizoen te doen. Laten we zo allen toeleven naar de viering van volgende week. En weet dit: wij zijn niet goed uit ons zelf. Maar God is goed! Hij maakt het goed, meer nog: Hij maakt ons goed!
Lof zij Christus in eeuwigheid!
Amen