Tags

, , ,

Uit de Bijbel is gelezen: Psalm 1 en Lukas 18:18-23

Gemeente van Jezus Christus hier en thuis, jong en oud,

[intro: wat is een een bloeiend/gelukkig/goed leven?]
‘het goede leven. Bloeien in Gods licht’ – dat is het thema wat centraal staat vandaag. Aangereikt vanuit de landelijke kerk. Het goede leven, bloeien – misschien moeten we maar eenvoudig zeggen: gelukkig zijn. Hoe word je dat? Wanneer ben je dat? Wanneer heb je een gelukkig leven? Ik denk dat de kinderen die nu in kerk zitten zich daar best iets bij kunnen voorstellen. Soms, dan voel je je helemaal blij. Als je op school een goed cijfer haalde, als je lekker met je vrienden hebt gespeeld en als dan ‘s avonds je lievelingseten klaarstaat en je ook nog mag opblijven. Als je moeder of vader je naar bed brengt dan zeg je zo ineens ‘wat was dit een fíjne dag!’ Of als opa en oma er waren en je iets leuks met ze hebt gedaan. Het goede leven!
Weet je, als kind is het makkelijker om vol geluk te zijn dan als groot mens. Jezus zegt zelf dat we allemaal moeten worden als een kind. Volwassenen, ikzelf ook, zijn vaak druk; of er zijn zorgen in je hoofd. Je kunt niet zo eenvoudig onbezorgd genieten van wat goed is. Ja, het eten was heerlijk, en deze wandeling met je kinderen is fijn, maar helemaal in het hier en nu leven lukt vaak niet. Kan ook helemaal niet, wat sommige mindfulnessmensen ook mogen aanraden.
Psalm 1, die we lazen, reikt een prachtig beeld aan voor een bloeiend leven. Zijn als een boom aan een stroom. Diep geworteld, stabiel. Fris groen, want er is altijd water. Vruchten groeien op zijn tijd. Je hébt de tijd, een boom is niet iets van even. Er is vrucht, je leven levert iets op. ‘Alles wat hij doet, komt tot bloei’ – zegt de psalm. Bloeien in Gods licht. Zou je niet zó willen zijn? Lijkt je leven hierop? Als dat zo is, ben je gelukkig! Gelukkig die mens – dar begint de psalm mee.
Echter, voor de meesten van ons zal het eerder een verlangen zijn dan de realiteit. Hoe vind je dit goede leven? Hoe krijg je het? Daar gaat het vanmorgen over!!
Ik wil eerst twee dingen aanwijzen die níet werken, en dan ingaan op wat wél de bron van het goede, het gelukkige leven is. [herhaal]

[weg die niet werkt: doen]
Eerst iets wat niet werkt dus. Dat komen we tegen bij de man die Jezus een vraag stelt in Lukas 18, we hoorden het. ‘Goede meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’ – zeg maar voor nu: om het echte geluk te vinden. Het is geen strikvraag, maar een serieuze vraag. Ook deze man is op zoek naar vervulling, leven, bloei. Maar laten we eens goed luisteren wat hij zegt in zijn vraag! ‘Wat moet ik DOEN’. De man gaat er als vanzelf vanuit dat dingen doen de manier is om het geluk te vinden. Doen. En deze man lijkt daarin precies op ons, op jou en mij! Het begint al als kind. Zeg je tegen je moeder: ‘mam, ik verveel me!’ Wat zegt zij dan? ‘Ga eens wat doen!’. En dat is een goed advies, daar niet van. Maar wij denken vaak dat het hele leven zo werkt. Ik voel me niet gelukkig, leeg, dor – dan moet ik daar wat aan gaan dóen. Boeken en bladen staan vol tips met wat je dan kunt doen. Maak je hoofd leeg, neem meer rust of ga juist meer bewegen. Of als het om geloof gaat: ga trouwer de Bijbel lezen, houd stille tijd, enzovoorts. Allemaal goede adviezen, die hun waarde hebben. Maar… ze gaan allemaal uit van een verkeerde veronderstelling. Ik moet dingen doen, en dan kan ik mijn leven zo zelf laten bloeien. Maar is dat wel zo?
Kinderen, jullie doen vast ook allerlei dingen. Je best doen op school bijvoorbeeld. Moet je ook doen hoor! Maar of je dan een goed cijfer krijgt, heb je nooit helemaal in de hand. Je kríjgt het! En echt mooie dingen, bijvoorbeeld dat gisteren de zon zo mooi door de bladeren scheen, die zíjn er gewoon ineens. Doe wat je moet doen, maar verwacht niet dat je daarmee een goed leven kunt maken. Dat moet je krijgen!
Grote mensen zijn al helemaal zo: vaak hard werken, dingen doen, en daarmee hopen dat je leven vervuld raakt. Op aards vlak, maar ook tegenover God. Goed leven, en dan zal Hij toch wel tevreden over me zijn. Maar deze weg loopt dood. Met ‘doen’ alleen kom je niet tot ware bloei! We zien het bij de man die naar Jezus komt. Hij heeft alles gedaan, zegt hij. Alle geboden gehouden sinds zijn jeugd. Maar blijkbaar voelt hij zich niet als die boom aan de stroom, vast en vruchtdragend. Nee, hij vraagt zich af: is dit het? Is dit goed genoeg voor God? Hij is onzeker, ondanks al zijn doen. Daarom komt hij zijn vraag aan Jezus stellen…
[uitwijding: verdorren door wat je doet]
Even tussen haakjes: je kunt met doen, met eigen inspanning, dus nooit je leven tot ware bloei brengen. Maar… je kunt wel door wat je doet je leven laten verdorren. Psalm 1 gaat allereerst over wat je níet moet doen, viel me op. Niet meegaan met wie kwaad doen; níet de weg van de zondaars betreden; níet bij spotters aan tafel zitten. Als je die dingen wel doet, zul je zeker niet bloeien in Gods licht.
Net zo wijst Jezus die man op de tien geboden. Maar wat zijn dat, als je goed oplet? Vooral aanwijzingen wat je níet moet doen. Niet vreemdgaan, niet moorden, niet stelen, niet liegen… Tja. Dat zullen de kinderen begrijpen: als je steelt, liegt of een moord pleegt dan zul je zeker geen goed, gelukkig leven kunnen hebben. Daar wordt God boos over, en het brengt ellende onder de mensen.
Met wat je doet, kun je je leven laten verdorren. Het is niet om het even wat je doet! Ga je eigen leven er eens op na. Doe jij, doet u dingen die alleen maar dorheid brengen? Stop ermee, vraag je Heer je te helpen!
Alleen, omkeren kun je het niet. Door dingen te doen, en andere niet te doen, kom je niet vanzelf tot bloei. Je wordt misschien als een Farizeeër, die neerkijkt op wie het minder doet. Of waarschijnlijker: je blijft toch iemand met dorst naar het levende water. En dat moet je niet zoeken in doen. Nee, die bron is God alleen! Daar kom ik zo op.

[weg die niet werkt: hebben]
Dan de tweede weg die niet werkt: dat is die van het ‘hebben’. De man die bij Jezus kwam had heel veel. Hij was zeer rijk, zegt de Bijbel. Maar dat hielp blijkbaar niet om blijvende bloei in zijn leven te hebben. Nee, sterker nog, het stond in de weg om echt Jezus te volgen! Ook hierin lijkt de man nogal op ons. Kinderen, jullie hebben dat vast ook wel eens. Dat je denkt: als ik díe grote Lego-doos heb, dan ben ik echt superblij. En je spaart ervoor, of je krijgt hem voor je verjaardag. En je bent blij, natuurlijk. Maar dat gaat toch voorbij. Natuurlijk, mooi dat je het hebt, maar het zou toch raar zijn als je dacht: nu is mijn leven voortaan alleen maar vol zon, want ik heb die Lego. Zóveel moet je niet verwachten van wat je hebt. Leuk en mooi, maar een bloeiend leven, daar is toch meer voor nodig.
En zoals gewoonlijk zijn grote mensen niet wijzer. Die denken ook: als ik dat heb, dan zal ik gelukkig zijn. Een partner, of een groter huis, of een andere baan. Maar heb je het, dan merk je toch: dit is geen blijvende bron! Ik zei het van de week nog op de ouderenmiddag: je kunt bijvoorbeeld een rijke filmster zijn. Je hebt een villa, een grote tuin, dure auto of méér dan één zelfs, je hebt status en bent beroemd, maar toch kun je léég zijn tot en met. Hoeveel van die rijke mensen uit de showbizz grijpen niet naar alcohol of drugs!
Nee, ‘hebben’ helpt al helemaal niet om het goede leven te vinden. Ilse de Lange zingt het ‘you can have the world, but you still don’t have enough!’ En dan zingt ze verder ‘living on love, it’s all you need’ – dat komt inderdaad al mer in de richting van de Bijbelse bron om te bloeien!
Weer even terzijde: met ‘hebben’ is het hetzelfde als met ‘doen’. Met ‘hebben’ vind je je geluk niet, maar ‘niet hebben’ kan wel behoorlijk in de weg staan om op te bloeien. Of zoals ze zeggen: ‘geld maakt niet gelukkig, maar geen geld wel ongelukkig’. Dat begrijpen de kinderen: als je geen huis hebt of niet genoeg te eten, dan kan de zon nog zo mooi schijnen of dan kunnen je ouders nog zoveel van je houden, maar dan mis je toch wat nodig is om echt blij te zijn!
Bloeien in Bijbelse zin is niet alleen iets geestelijks, het omvat je hele leven. Daarom mag je, als je arm bent, God gerust vragen om uitkomt daarin; en als je rijker bent, heb je de plicht om te geven en te delen, opdat ook anderen tot bloei kunnen komen, een beter leven hebben. ‘Niet hebben’ is ellende, maar ‘wel hebben’ is nog geen garantie voor gelukkig leven!

[wat wel: je overgeven aan Gods goedheid]
Zo hebben we gezien wat niet werkt wil je leven bloeien: het zoeken in hebben, en het zoeken in doen. Maar waar is het dan wel te vinden, dat goede leven, dat bloeien als een boom aan een stroom? Daarvoor moeten we luisteren niet naar wat de rijke man zegt, maar naar wat Jezus zegt. De man zegt ‘goede meester, wat moet ik doen…?’ En Jezus zegt dan iets wonderlijks. ‘Waarom noemt u mij goed? Niemand is goed, alleen God’. Waarom zegt Jezus dit? ‘Niemand is goed, alleen God’. Misschien wel om de man te laten denken over wie Jezus is. Jezus is immers niet zomaar een goede leraar, of een goed mens. Hij is de goede God zelf, onder de mensen!
Maar voor vanmorgen denk ik dat we er iets anders mogen uithalen. Wij zijn niet echt goed, wij kunnen het goede leven niet maken. Maar nu dit: God is goed! Proef die woorden als het ware eens op je tong, laat ze diep, díep tot je doordringen. God is goed! Goed – vol liefde en genade, ontferming en trouw. Onlangs hebben we er nog bij stilgestaan, toen we het hadden over de zesde vrucht van de Geest. God is goed! En dat niet alleen. De Nederlandse Geloofsbelijdenis zegt in de allereerste zin: God is “goed, en een zeer overvloedige Fontein van alle goed”. Waar moet je het goede leven zoeken? Bij Hem! Hoe kun je bloeien als een boom? Als je geplant bent aan deze fontein.
Hoe word je werkelijk gelukkig? Als God het je geeft! Anders niet. Groei en bloei, geworteld zijn en gewaterd, daar heb je Hem bij nodig. Geluk kun je niet maken, zaligheid nog minder. Het moet je toevallen. Maar nu dit wonder, het wonder van het hele geloof. God is goed, en Hij wil je het goede geven. Je maken als die boom aan een stroom, de vrucht van de Geest laten rijpen in je leven.
En wat is nu geloven? Laat ik het beeldend zeggen: dat je je in deze bron laat vallen. Alles loslaat – wat die rijke man dus niet kon. Dat je je laat ondergaan in deze stroom. Dat je zegt: Heer, U bent er. En U bent er voor mij! U bent goed, en u bent goed voor mij. Je laten meevoeren door deze rivier. God! U bent goed!
Kinderen, ik had laatst een plant in een pot, en al zijn bladeren hingen zó [gebaar]. Je snapt, dat is niet goed! Maar weet je wat ik snel deed? Ik pakte de plant, met de plastic binnenpot erbij – hij woog bijna niets, uitgedroogd. En wat deed ik? Ik dompelde hem helemaal onder in een emmer water, tot de pot er zwaar van was. De volgende dag stond de plant er weer stralend bij, met zijn bladeren omhoog.
Kijk, en zó is het nu als je Gods goedheid leert kennen, als Hij je vol maakt van geloof en zijn Geest. Dán bloei je op. Dorheid, dorst, daar is dan geen plek meer voor. Hoe vind je het goede leven? Als je je overgeeft aan zijn goedheid.

[tegenwerpingen]
Geen ‘doen’, geen ‘hebben’, maar hiervan leven: God is goed! Dán zul je geworteld zijn, vruchten dragen, dan komt er groei en bloei. Dat is het geheim. Dat mogen we meenemen vandaag
En natuurlijk, dan zijn er allerlei tegenwerpingen te maken. Bijvoorbeeld: God is goed, maar ik niet. Ja, ik ook niet. Maar staat dat in de weg? Dit is nu toch juist genade, dat God zijn Zoon zond tot verzoening van onze zonden? Er is vergeving, en vernieuwing, om Jezus’ wil!
En een ander zegt: ja, maar, geloven, je overgeven, dat is nog niet zo makkelijk! Tja… als je het ziet als iets dat jij moet doen, als geloof dat jij moet hebben, dan is het inderdaad zwaar. Doen en hebben werken niet, weet u nog? Maar zie het eerder als een loslaten, een niet-doen, een niet-hebben, een je laten vallen in de fontein van ‘God-is-goed’! Is dat moeilijk, is dat makkelijk? Ik weet het niet; het is een wonder, dat is zeker!
Iemand anders zegt nog: ja, mooi dat God goed is, maar daar zijn toch alle problemen niet mee opgelost? En die heb ik genoeg! Ja, die kunnen ernstig in de weg staan. Maar bedenk dit: als al je problemen weg waren, zou je dan automatisch een goed, een gelukkig leven hebben? Of zou ook dat leeg kunnen zijn? En anderzijds: als je, in alle moeite, je vasthoudt aan Gods goedheid, zou dat geen licht in je leven kunnen geven? Geen uitzicht kunnen geven en hoop en moed?

[slot]
Ik moet gaan stoppen. Het goede leven. Geluk. Bloeien in Gods licht. Hoe krijg je het? Door te baden in de bron. Door geplant te zijn aan de waterstromen van de goede God. Hoe krijg je het? Ja, krijgen, inderdaad. God moet het geven, en Hij wíl het graag geven.
Laten we dan, nu het nieuwe seizoen met alle activiteiten start, hier onze bloei zoeken. Niet bij wat we doen, zelfs niet voor de Heer; niet bij wat we hebben, ook niet als kerk of gelovige. Maar bij Hem die de bron is. Niemand is goed, behalve God! Dat weten is genoeg. Amen