Gemeente van Jezus Christus, doopouders, familieleden, iedereen die thuis meekijkt en luistert,
[intro: kind geboren]
een kind geboren! Daar word je blij van, dat is reden tot vreugde. Jullie weten ervan, Remoon en Maha, toen jullie van God een derde kind kregen. Wat is dat mooi, wat is dat een wonder, dat er aan jullie een zoon gegeven werd. Je bent zelf blij, en de mensen om je heen zijn blij voor jullie. Je zou een doopfeest willen geven, bezoek willen ontvangen, maar dat kan in de huidige tijd helaas haast niet – de blijdschap moet op afstand gedeeld worden. Maar dat er een zoon is geboren, is reden om blij te zijn! Jullie hebben ook een mooie naam gekozen: Mark. Genoemd naar de evangelist Marcus, hij is zien op de afbeelding aan de voorkant van het liturgieboekje. Mark, net zoals jullie oudste zoon Mattie naar Mattheus werd genoemd. Het symbool van de evangelist Marcus is een leeuw, ook die zien we op het plaatje. We hopen dat jullie zoon zo sterk en dapper als een leeuw zal worden. Een kind geboren, de zoon gegeven – aan jullie!
De profeet Jesaja gebruik juist deze woorden: een kind geboren, een zoon gegeven, Hij schrijft over vreugde die er bij het volk Israël was, diepe vreugde, zoals in de oogsttijd of na een overwinning. Wat is er aan de hand? Volgens sommigen uitleggers sluit Jesaja met zijn woorden aan bij de geboorte van een prins in het Koninklijk gezin. Dat gaf blijdschap in het paleis, en ook blijdschap bij het volk. Een troonopvolger, een toekomstige koning. Er zal vast feest zijn gevierd in Jeruzalem.
Vreugde, omdat er een kind is geboren. Dat is natuurlijk ook waar het omgaat bij het kerstfeest dat eraan komt. Jezus, het Kind met een hoofdletter dat toen geboren is. Reden tot vreugde. De engel die zijn geboorte aankondigt aan de herders zegt het zo in de oude vertaling: ik verkondig u grote blijdschap. Of wat hedendaagser: goed nieuws dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen. Jezus, kind dat Jesaja’s woorden vervult.
[duisternis: toen, en nu]
De mensen tegen wie de profeet Jesaja spreekt, konden wel wat vreugde gebruiken, wat goed nieuws. Want de tijd waarin ze leefden, was een donkere tijd. Wat is er aan de hand, wat maakt het leven in het land zo somber? Dat waren twee redenen voor. Als eerste dreigde er vijanden uit het buitenland. Het Assyrische rijk lag op de loer om Israël binnen te vallen en in te lijven. De dreiging hing zwaar in de lucht. Maar dat was niet het enige. ook in Israël zelf ging het slecht. Nou ja, slecht? Het ging de elite voordewind. Maar de gewone man had het zwaar. Er heerste onrecht, rijken werden rijker ten koste van de zwakken. Voor arme en kwetsbare mensen werd niet gezorgd, het recht werd niet gehandhaafd. Dieper nog: Gods wetten leken vergeten, ja, God zelf leek er niet toe te doen. Duisternis, ook op dit gebied. Onrecht en ongeloof.
In wat voor tijd leven wij eigenlijk? is het daar zo licht? Ik vrees helaas van niet. Ook nu is er onheil en onrecht. Jullie, Remoon en Maha, hebben moeten vluchten uit je land: duisternis bedreigde jullie bestaan. Op zoveel plaatsen op aarde is recht en vrede ver te zoeken. Maar ook in Nederland is er donkerte. Dan denk ik natuurlijk aan dat ongrijpbare virus. het coronavirus wat je doet vrezen voor je gezondheid wanneer je wat ouder bent, wat door de maatregelen ertegen je baan of je zaak kan bedreigen, wat onze hele maatschappij ontwricht, velen eenzaam maakt en de toekomst hoogst onzeker. Duisternis in deze dagen, cijfers die somber stemmen – hoe zal het verder gaan? En dan zijn er ook nog die andere o’s: onrecht en ongeloof. Nee, bij ons zijn armere mensen niet rechteloos, gelukkig niet. Maar de kloof in de samenleving tussen arm en rijk groeit al jaren. Wie rijk is kan lobbyen of procederen, terwijl wie armer is en afhankelijk is van toeslagen zomaar als fraudeur kan worden bestempeld – onrecht in ons land, het maakt mij persoonlijk echt boos. Zo verdwijnt het vertrouwen in de politiek, groeit er onvrede. Wie heeft echter een visie hoe het echt anders kan? Maar het grootste probleem is in ons land uiteindelijk niet anders dan in Jesaja’s tijd: God en zijn goede geboden raken toenemend buiten beeld. Andere waarden dan financiële waarde worden vergeten. Dáárdoor wordt het donker! Omdat Gods licht uitgaat. Dan is er weinig goeds te verwachten, als God ons aan onszelf overlaat.
[geen mens breekt de duisternis]
Voor wie in een duistere tijd leven, is natuurlijk de vraag: wie kan het tij keren? Wie kan er licht laten doorbreken? Want De donkere wolken zien is één ding, maar een uitweg zien is nog iets anders. Wie breekt de duisternis? In Jesaja’s tijd was het antwoord eenvoudigweg: geen idee! Het is zoals de eerste zin zegt: de mensen doolden rond in het donker. Niets leek er opgewassen tegen Assyrië. De ontwrichting in de samenleving leek onomkeerbaar. Ook een nieuwe koning kon niet zoveel. Wellicht profeteerde Jesaja in de tijd dat prins Hizkia werd geboren. Hij, een kind dat werd geboren, een zoon die was gegeven, zou beter regeren dan zijn vader Achaz, die nu aan de macht was. Echter, ook hij was met zijn kleine leger niet ineens opgewassen tegen de Assyriërs, ook hij kon niet in zijn eentje heel de samenleving hervormen.
Wie kan onze tijd licht laten doorbreken? Niet alleen in ons land, maar op al die plaatsen waar mensen snakken naar recht en vrede. Ik vrees dat we ook dan moeten zeggen: geen idee! Dat er veel niet deugt is duidelijk. Maar wie brengt de oplossing? Wij mensen zijn beter in ruzies beginnen dan beëindigen, beter in aan onszelf denken dan aan een ander. Nee, verwacht niet teveel van wereldleiders, of van Nederlandse politici. Veel dingen heeft niemand in de hand trouwens. Wie kan het coronavirus uitschakelen? Wie weet überhaupt wat tegenover dat virus de beste weg is? We zouden allemaal willen dat het licht doorbraak in ons land, in de wereld in deze extra donkere dagen voor kerst. Maar geen mens kan het maken.
Nee, van mensen moet je niet teveel verwachten. Wij mensen zijn te zwak en te zwart. Te zwak: veel gaat ons vermogen te boven. Maar ook te zwart: veel problemen maken we zelf. Wij mensen zijn slachtoffer maar tegelijk ook dader – onderdeel van het probleem!
[Jezus doet het licht dagen]
Maar waar is dan een oplossing, wie kan dan nog licht laten doorbreken? Toch is die mogelijkheid er. Jesaja profeteert over een tijd van recht en vrede, van licht en vreugde. Hij ziet het gebeuren! Maar hoe? Dat zeggen ons de slotwoorden: “daarvoor zal hij zich beijveren, de heer van de Hemelse machten”.
God moet het doen! Hij alleen kan alles anders maken. En nu mag Jesaja de boodschap brengen dat God alles anders zál maken. Onverdiend, en ongedacht. Hij, die zelf het licht, is zal licht laten doorbreken in de duisternis van de mensen. Dat is nu de goede boodschap van het evangelie! Maar hoe doet hij dat dan? Jesaja zegt: “Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven”. Dan mogen wij natuurlijk aan Jezus denken. Hij is de zoon uit Davids familie over wie het ten diepste gaat. Toen de engel bij Maria kwam om Jezus’ geboorte aan te kondigen zei hij het: God de Heer zal hem de troon van zijn vader David geven. Jezus is het kind dat het licht laat doorbreken! Al de lichtjes met zijn geboortefeest zijn bijzonder passend, want Hij is het licht voor de wereld, gekomen met kerst.
De mooie titels die Jesaja noemt slaan precies op hem, onze Heer. Wonderbare raadsman en vredevorst – dat zou je nog kunnen zeggen van een aardse koning. Maar ook heet dit kind “sterke God”- onze vertaling zegt geheel ten onrechte “goddelijke held”. Hoe kan een kindje de sterke God zijn? Maar Jezus ís het, hij die God is en mens werd. Wie zou ooit een gewoon kindje ‘eeuwige vader’ noemen? Vader was destijds een gebruikelijke titel voor een koning, dus dat kan, maar eeuwige vader? Echter, Jezus is de zoon van God die er al was van het begin, eeuwig. Alleen dankzij Gods Geest kon de profeet al honderden jaren tevoren zulke dingen opschrijven, die precies passen bij hem die zoveel eeuwen later geboren werd.
Wat er nu aan ons gevraagd wordt is geloof. Geloof je dat God het licht heeft laten doorbreken in de komst van Jezus? Dat er hoop is door hem? Mag Hij ook in jouw leven regeren? Daar gaat het om!
[komst met Kerst nog slechts begin]
Nu moet ik er wel bij zeggen dat Jezus’ komst met Kerst pas het begin is. Er schijnen lichtjes in de kerstdagen, maar de dagen blijven donker. Toen Jezus werd geboren brak niet direct een wereldwijd rijk van vrede aan zonder einde, zoals Jesaja dat zo mooi beschrijft. Maar Kerst is wel het begin! Het eerste licht dat doorbreekt, net zoals we hier bij de adventskaarsen elke week een lichtje meer zien. Toen Jezus eenmaal volwassen was bracht hij licht voor de mensen. De evangeliën beschrijven het, ook het evangelie van Marcus, van Mark – de naam van jullie zoon. Jezus gaf letterlijk licht, aan blinden die weer konden zien. Licht, aan mensen die in allerlei duisternis zaten. Hij keek om naar wie veracht werden, hij hielp wie honger hadden, hij genas zieken en wekte zelfs doden op. Toen hij zelf opstond uit het graf, brak er werkelijk een groot licht door. “Een heerlijk morgenlicht breekt aan, de zoon van God is opgestaan” zegt een lied terecht.
De uiteindelijke doorbraak moet echter nog komen. We hebben het licht gezien in Hem, maar de hele wereld is nog niet verlicht! Nee, er is helaas maar al te veel duisternis. Die grote dag moet moet nog komen, wanneer Hij die eens in Bethlehem geboren werd, komt in heerlijkheid. Dan breekt Gods nieuwe wereld aan, dan word heel het visioen van Jesaja waar. Daar mag je in geloof naar uitzien! Altijd, en wel in het bijzonder in deze adventstijd, deze tijd van hopen en uitzien naar het licht. Eens wordt alles nieuw. In Nederland, in Irak, wéreldwijd zal Gods licht schijnen. Dan is er geen onheil, geen onrecht, geen ongeloof meer. Naar die grote zonsopgang mogen we in geloof uitzien!
[onze reactie]
Jesaja zegt het ons: het volk dat in duisternis ronddoolt, ziet een schitterend licht! Heel de Bijbel is er vol van, hoe God zijn licht laat op gaan. Beginnend in Bethlehem, en uitlopend op de eindoverwinning. “Daarvoor zal hij zich beijveren, de HEER van de hemelse machten”. Geen mens, maar de grote God. Dan wordt het waar. Dat mogen we geloven.
Ja, daar komt het op aan, dat we dat écht geloven! Dat we niet schouderophalend aan deze boodschap voorbijgaan als te mooi om waar te zijn, dat we al evenmin zeggen ‘het zal wel’ en verder voortleven. Het gaat erom dat we hier werkelijk onze hoop uit halen. Als het tot je doordringt hoe groot deze belofte is, als je om je heen ziet hoe donker de wereld is, geloof dan dit met heel je hart: een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven – Jezus!
Dan kun je blij zijn, ook als het donker is. Dan heb je hoop, ook in deze donkere dagen. Hoop die verder gaat dan dat je hopelijk snel je oude leven weer kunt oppakken als er straks een vaccin is. Nee, een veel sterkere hoop! Hoop die het houdt, ook al lijkt onrecht oppermachtig, al lijkt geld en graaierij te regeren. Hoop, ook al moest je alles achterlaten en maak je je zorgen om het land waar je van houdt.
Ja, hoop, want wie gelooft in het kind dat is gegeven, de Zoon die is geboren, die heeft licht in zijn leven. Dan mag je leven als een mens van het licht. Wie gedoopt is in zijn naam, zoals vandaag de kleine Mark, die is een mens van het licht. Wie gedoopt is, mag een lichtdrager zijn! Dan is het licht van Jezus in je hart, en dan mag je dat licht doorgeven. Dan mag je licht verspreiden, en gaan op de weg van het licht. Laten we zo allen, wie we ook zijn, geloven en hopen, en leven in de vreugde om het licht dat opgaat!
Lof zij Christus in eeuwigheid,
Amen