Tags
Online dienst. Uit de BIjbel is gelezen: Genesis 1:1-5 enJohannes 1:1-5, 14-18
Lieve mensen, waar u ook meekijkt, wie je ook bent,
[intro]
langs de snelweg in Rijswijk – ik bedoel Rijswijk in Zuid-Holland, niet hier – staat een heel groot reclamebord met daarop zes woorden. ‘Zwijgen is goud’. ‘Vertel mij wat’. Ik reed daar vroeger vaak langs. Wat zit daar achter, vroeg ik me af? Het blijkt de winnende inzending voor een wedstrijd te zijn, een wedstrijd om in slechts zés woorden een heel verhaal neer te zetten. Een ‘six word story’ heet dat op sociale media. ‘Schrijven is schrappen’, zeggen ze, en dit is dan wel de extreme vorm: in zes woorden een heel verhaal oproepen.
In de Bijbel staan ook zes woorden die een heel verhaal oproepen. Eén zin, we hoorden hem net uit de Bijbel, deze namelijk: “het woord is een mens geworden”. ‘Het woord is een mens geworden’ – zes eenvoudige woorden. En tegelijk een groot verhaal, het grootste verhaal aller tijden. Het kerstverhaal, en nóg meer. Luister maar!
[het Woord=God=Schepper, staat buiten de schepping]
‘Het woord is een mens geworden’. Ik kan me voorstellen dat er nu ook kijkers denken: hè, wat? Vooral dat begin, ‘het woord’, wat is dat? Laat ik het eenvoudig zo zeggen: het Woord, dat is de schepper. Daar begint Johannes’ verhaal van zes woorden mee. De beginwoorden van zijn evangelieboek klinken niet voor niets naar de beginwoorden van de Bijbel. ‘in het begin…’ we hoorden het. ‘Het Woord, de schepper, is een mens geworden’.
Misschien denkt iemand: nu haak ik meteen al af. Een God die alles heeft geschapen? Zo’n scheppingsverhaal? Maar weet je, je kunt bij ‘het woord’ ook gewoon denken aan de oorzaak achter alles; de kracht die het heelal heeft laten ontstaan, de ‘logos’ zoals de oude Grieken zeiden – juist het woord dat hier in de grondtekst staat. Het is niet zo vreemd om te denken dat er ‘iets’ is. Ook als je oerknal en evolutie aanneemt, waaróm zijn we er? Waarom is er iets en niet niets? Een grote vraag die mensen altijd hebben gesteld!
Tja, denkt iemand, daar kom je dus nooit achter. Wij zijn onderdeel van de wereld – maar die oorzaak, die iets of iemand, niet. Die staat erbuiten. Om het eens zo te zeggen: een architect is zelf geen muur of deur in het huis dat hij ontwierp. Dus tja, misschien is er iets, een God zelfs, maar hoe kom je daar achter? Die is onbereikbaar voor ons! En zo is dat ook, als het aan ons ligt.
Als we het toch over ‘het woord’ hebben. Er waren toen gelovige mensen, Joden, die zeiden: wij hebben woorden van God vernomen. Hij heeft iets van zich laten horen in de heilige boeken! Om in het beeld te blijven: het is alsof de architect een brief heeft gestuurd naar de mensen die wonen in het huis dat hij heeft ontworpen. Dat kan natuurlijk. En ja, ik geloof ook dat God van zich laat horen in de Bijbel. Maar dat is toch niet waar het vandaag over gaat!
[Hij werd mens, kenbaar en nabij]
Ons zes-woorden-verhaal is namelijk niet ‘De schepper heeft zich laten horen’. Nee, het is ‘het Woord is een mens geworden’. Dat is iets compleet anders. En iets veel mooiers en diepers. Degene die achter alles zit, het Scheppende Woord dat buiten ruimte en tijd staat, is gewórden. Veranderd. Mens geworden, in onze wereld, als wij. ‘Het woord is een mens geworden’. Dát is Kerst. Niet dat er een kindje in een stal ligt – ik vrees dat er op dit moment best kinderen wereldwijd in stallen liggen, en daar is weinig romantisch aan. Maar dit: de Schepper van het heelal werd een mens. En dan niet zoals de Griekse goden toen, die even een menselijke gedaante konden aannemen als ze wilden. Nee, er staat letterlijk in het Grieks: ‘het woord is vlees geworden’ – vergankelijk. De onvergankelijke, eeuwige Schepper werd… wat? Een schepsel, een kwetsbaar kind. Iemand die corona zou kunnen krijgen. Hij die de wereld bedacht heeft komt ín de wereld, wordt onderworpen aan zijn eigen natuurwetten. Wordt van onkenbaar aanraakbaar, van eeuwig een mens van even. Niet te vatten!
Er is een liedje van Joan Osborne, sommigen die kijken zullen het zeker kennen. ‘What if God was one of us? Just a slob like one of us?’ Kijk, dat vat het nu precies samen. God… ons of us. Eén van ons. Niet de man die aan de knoppen draait, maar het kind dat in de kribbe kraait, om het zo te zeggen.
En je vraagt je af: waarom zou God, degene achter alles, dit nu ooit doen? Het gaat het verstand te boven. Maar het heeft met liefde te maken. En met dat Hij ook wel ziet dat het in zijn wereldhuis niet echt goed gaat, en dat daar iets aan moet gebeuren. Kerst is natuurlijk pas een begin!
[reden tot aanbidding en aanvaarding]
Wij kunnen God niet vinden. Het geheim achter de dingen. Tenzij… tenzij dít gebeurt. Dat de maker zelf een mens wordt. ‘Het woord is een mens geworden’. Het is ongekend. Alsof een monteur een auto-onderdeel wordt, alsof een bakker zichzelf tot brood laat verwerken. Wat je dacht dat een ‘idee’ was, een ‘woord’, ‘God’, wordt een mens die is te vinden. Johannes, die dit alles schrijft, heeft hem gezíen, gesproken, aangeraakt. En hij raakt er niet over uitgewonderd.
Kijk, dat is Kerst. Dat ís reden om blij verwonderd te zijn. Want wat maakt het een verschil, dat Jezus is geboren, het woord dat mens werd. Want dan kun je het geheim achter de dingen kennen. God, die iets wil met ons, met mij. Die geen boek met woorden gaf alleen, maar zelf het verhaal voorleeft. Die de aarde voorgoed heeft veranderd – het universum is ópen! Ook nu, al is Jezus weer gegaan. Gods Geest is bij ons gebleven.
De vraag is: durf je het te geloven? Ja, maar… Al dat heel hoge gepraat over Jezus’ geboorte. Was hij niet gewoon een mens zoals iedereen? Tja, van buiten gezien wel: gewoon een kindje. Maar wie hem ontmoetten, toen en nu, kwamen er wel achter. Hij is méér. Waar Hij is, is God er ook. “Wij hebben zijn heerlijkheid gezien” schrijft Johannes, en miljoenen christenen zeggen het hem na. Ga onderzoeken wat Jezus zei, deed, wie Hij was…
Misschien is de vraag wel eerder: wil je wel dat het waar is? Dat liedje van Joan Osborne gaat verder, als volgt: “If God had a face, what would it look like? And would you want to see? If seeing meant that you would have to believe In things like heaven and in Jesus and the saints and all the prophets?” Zou je willen dat je God kunt vinden, of zit je daar eigenlijk niet op te wachten? Want het vraagt natuurlijk wel iets. Dat je Hem erkent als hoger; dat je je wereld op zijn kop laat zetten… Durf jíj dat aan?
[slot]
Ik eindig waar ik begin. Bij zo’n ‘six word story’, een verhaal van zes woorden. Want wat Johannes schrijft kan namelijk nog korter, in drie woorden: God werd mens. Maar wat zou het mooi zijn als wij er een compleet verhaal van maken. Dan bedoel ik niet ‘God werd mens – een aardig weetje’. Dat ís geen verhaal, dat is een droog feit. Nee, laat het een verhaal zijn met beweging en emotie en overgave. Met personen die zich tot elkaar verhouden. Het kan allemaal, binnen zes woorden. Hoe dan? Als volgt: ‘God werd mens, ik kniel neer’. Dan zal het werkelijk Kerst zijn voor ons!
Amen