Tags

, ,

Gemeente van Jezus Christus, hier in de kerk en thuis meekijkend, doopouders, familie en vrienden,

intro: eerste Petrusbrief
vandaag beginnen we aan een serie preken uit de eerste brief van Petrus. Dat is niet voor niets. Er is namelijk iets dat deze brief actueel maakt, toenemend relevant voor christenen van nu. Wat dan? Dit: Petrus schrijft aan gelovigen die een minderheid zijn in de samenleving. Sterker nog: ze zijn een minderheid die met argwaan wordt bekeken, Lijkt dit niet meer en meer op de situatie van gelovigen in onze maatschappij? Als christen hoor je in de huidige tijd bij een minderheid die weinig begrip ontmoet. Als kerk of geloof in het nieuws is, is het meestal niet positief – denk aan het gedoe rond kerken en corona. Soms is kritiek ook zeer terecht, maar toch: als je zelf gelovig bent, raakt het je. Je hoort bij een onbegrepen minderheid. Hoe moet je je dan opstellen? Hoe sta je in de samenleving?
Petrus geeft op die vraag in zijn brief een heel helder antwoord. Hij zegt: leid eerst en vooral een goed leven. Wees rechtvaardig en goed en trouw. Zorg dat je nooit het wantrouwen voedt dat mensen hebben, maar maak juist dat mensen in jou goede dingen zien. Toon dat geloof je geen raar sektelid maakt, maar een mens van wie je op aan kunt, een nuttig lid van de maatschappij! Klinkt logisch, toch? Dat mogen we ons trouwens allemaal wel eens afvragen: wat zien mensen als je naar jou kijken? Of naar onze kerk? Wat roept dat op?
Echter, als je de hele brief van Petrus leest, krijg je toch wel een heel bepaald beeld van het leven als christen. Zet je in voor het goede! Zo begint het stukje dat we lazen, in vers 13. Maar hoe doe je dat dan? Door armen en zwakken te helpen? Daar lezen we niets over. Is het door te protesteren tegen slechte plannen en onbetrouwbare bestuurders? Ook daar hoor je niets van. Ageren tegen de afgoden? Ook dat zegt Petrus niet. Nee, hij noemt heel andere dingen. Slaven, zo schrijft hij, erken het gezag van je meesters. Doe je werk goed en trouw. Vrouwen, schik je onder de macht van je man. Mannen, respecteer je vrouw. Eerbiedig de overheid. Wees de minste… Tja, hoe komt dat op je over? In mijn oren klinkt het allemaal nogal burgerlijk, nogal braaf. Moet dat het verschil maken? Is dat nu het leven met de Heer?
We moeten niet vergeten dat de mensen aan wie Petrus schrijft, echt een klein groepje waren, zonder status. Ze wáren niet in een positie om de maatschappij te veranderen. Ze konden amper anderen helpen, ze waren zélf arm en zwak. Heel wat van hen waren waarschijnlijk slaaf. Hoe maak je dan verschil? Door toch te doen wat Petrus schrijft: door goed en betrouwbaar te blijken, eerlijk en oprecht, gewoon op die plek waar je in de wereld staat!

“goed leven’ van dag tot dag
Dat is een heel basic les voor ons allemaal. Wie je ook bent, wat ook je positie is, Jezus volgen begint hier. Niet bij grootse dingen maar bij een goede, christelijke levenswandel, zoals vers 16 het noemt. Gewoon goed leven, waar niets op is aan te merken. Misschien is dat uiterlijk soms nauwelijks te onderscheiden van een burgerlijk bestaan. Maar daar gaat het niet om. Petrus schrijft: wie christen is moet góed leven! Eerst jezelf op orde hebben, daarna komt de rest. Wij willen denk ik best wel grote dingen doen voor God, maar het begint in dit kleine. In je eigen leven van alledag. Dat wat de mensen om je heen zien en merken.
Maar ja, dan is wel de vraag: waar haal je de kracht vandaan om goed en trouw te leven? Deze vraag wil ik centraal stellen in de preek vanmorgen. Waar haal je de kracht vandaan om goed en trouw te leven? Want ja, het klinkt heel basic, goed leven. Maar juist de kleine dingen zijn zo moeilijk: je vriendelijk blijven opstellen tegen dat vervelende familielid. Je trouw inzetten voor je werk, ook als je er niet echt meer bevrediging uithaalt. Niet negatief doen over onze regering, al zie je hun fouten. Aandacht geven aan anderen, ook als zij dat andersom niet doen. Dat klinkt allemaal wel mooi, maar het is moeilijk hoor. En dan ook nog alle dagen… óók als je met je verkeerde been uit bed bent gestapt of als je vol stress zit. Kun je dat, leven zoals Jezus wil, vol liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid enzovoorts? Ik zal u eerlijk vertellen: mij lukt dat niet! En toch zegt Petrus, en Jezus, en heel de Bijbel dat het zo moet. Goed leven, élke dag en elk moment!

kracht ervan uit Jezus die is opgestaan!
Dus weer die vraag: waar haal je de kracht vandaan om goed en trouw te leven? Kijk, en dan komen we bij de kern. Want christen-zijn is niet een soort volmaaktheidsdwang, een jezelf een onhaalbaar hoog doel opleggen. Nee! En Jezus volgen is nog veel minder een cursus in burgerlijkheid. Weet je wat geloven wel is? Het is vernieuwd worden, het is: leven uit de kracht die God er zelf voor geeft. Je hoeft het niet zelf te doen, gelukkig niet! Waar haal je de kracht vandaan om goed en trouw te leven? Bij Jezus zelf!
Het is net Pasen geweest, twee weken terug. Toen bleek Gods kracht op het allermeest. Jezus stond op uit de dood. Hij overwon het kwaad en de dood, Hij heeft een nieuw leven laten doorbreken. Voor Hemzelf, dat allereerst – Hij leeft en regeert voor altijd. Maar niet alleen voor Hemzelf! Jezus geeft dat nieuwe leven aan iedereen die bij Hem hoort. Een nieuw begin, want alle zonden zijn verzoend door Jezus’ dood; een nieuw leven dat doorbreekt bij ieder die in Hem gelooft. Als je bij Jezus hoort, de opgestane Heer, komt zijn kracht in jou. Diezelfde kracht die Hem liet opstaan, laat ons, jou en u en mij, opstaan in een nieuw leven, meer en meer! Dát is het wonder van Pasen. Dat is het geweldige nieuws van het geloof: Jezus maakt alles anders. Ook mensen, ook… mij! Dat is wat Petrus bedoelt met het slot van die lastige zin in vers 21 ‘hierom kunt u vragen, dankzij de opstanding van Jezus Christus’. Daar ligt het nieuwe begin!

zijn vernieuwende kracht komt in de doop tot ons
Waar haal je de kracht vandaan om goed en trouw te leven? Bij Jezus die is opgestaan dus. Maar dan is meteen wel de vraag: hoe dan? Hoe krijg jij daar deel aan, aan die kracht die alles anders maakt? En dat zegt Petrus: dat gebeurt door de doop! Het is natuurlijk niet voor niets dat we vanmorgen dit Bijbelgedeelte lazen. De doop, díe laat je deel krijgen aan Jezus’ nieuwe leven.
Even terzijde: nu moet ik wel zeggen dat Petrus juist in ons stukje een paar heel lastige dingen achter elkaar zegt. Over Jezus die naar ‘de geesten ging die gevangen zaten’, over Noach en dat de grote vloed van toen ook een soort doop was… Dat moet ik voor nu laten liggen.
Wat echter wél duidelijk is, moeten we meenemen. Petrus schrijft: “de doop is een vraag aan God om een zuiver geweten; hierom kunt u vragen dankzij de opstanding van Jezus Christus.” De doop is dus een vraag om een zuiver geweten. Wat mag dat precies inhouden? Heeft de kleine Sepp, die net gedoopt is, dan al last van een kwaad geweten? Dat denk ik toch niet. Maar weet u wat het is? Als je het in het geheel van de brief bekijkt, gebruikt Petrus het woord ‘geweten’ anders dan wij meestal doen. Het betekent hier ongeveer dit: de innerlijke instelling die nodig is om goed en trouw te leven als volgeling van Jezus. De Bijbel in Gewone Taal zegt het heel duidelijk, ik kan het niet beter zeggen: “Door de doop kun je gaan leven zoals God het wil”. Dat dus! Waar haal je de kracht vandaan om goed en trouw te leven? Uit de doop! Want die verbindt je met Jezus, en Jezus geeft de kracht van zijn nieuwe leven er in door.
Wat is het dan een zegen als je gedoopt bent! Sepp is gedoopt, en de meeste mensen hier en die meekijken. En dat is maar niet een mooi ritueel, dat heeft kracht! Ben je gedoopt, dan ben je verbonden met Jezus. Dan is zijn kracht voor jou beschikbaar om echt een ander mens te worden. Iemand die goed en trouw leeft, van dag tot dag! Dat is toch geweldig! Heb je dat weleens beseft?

de doop niet als ‘magisch water’ maar als toewijding
Ja, in de doop geeft God veel! Echter, het werkt niet als een automatisme. Het is niet het doopwater op zich dat het hem doet. Dat is vanmorgen gewoon uit de kraan gekomen, dat is zo bijzonder niet. Petrus zegt: de doop de doop wast niet het vuil van uw lichaam. Water kan je lichaam schoonwassen, maar water kan je niet van binnen reinigen. Als je vuil bent kun je je wassen met water, en dat werkt. Maar als je een kwaad geweten hebt, vanbinnen, dan helpt het niet hoelang je ook onder de douche gaat staan! Zo is het ook met de doop. Het doopwater komt slechts tot de buitenkant. Maar tegelijk, zo mogen we geloven, gebeurt er méér met wie gedoopt wordt. Iets van binnen. Maar dat doet niet het water, dat doet de Heer! Hij verbindt zich aan Sepp, belooft vergeving, schoonwassing van binnen. En meer nog: Hij belooft zijn vernieuwende kracht zodat hij op de goede weg zal gaan, de weg van Jezus zelf.
Maar ik zei al: het werkt niet als een automatisme. De doop veronderstelt ook openheid onze kant. Petrus schrijft: de doop is een vraag om een goed geweten. In die tijd werden volwassen mensen gedoopt die tot geloof waren gekomen. Als iemand zich meldde voor de doop, zei zo iemand daar als het ware mee: “Heer, geef mij een goed geweten! Maak mij schoon van binnen, geef mij dat nieuwe leven van Jezus, zodat ik werkelijk kan veranderen ten goede!” En de doop drukt uit hoe God dan belooft: ja, dat geef ik jou!
De doop is geen toverwater, het is het teken van wat God wil geven. En van onze kant, van Sepp als hij ouder is geworden, en van ieder die gedoopt is, is de gelovige reactie nodig: “ja, Heer, geef mij dat nieuwe leven! Bij U wil ik horen, leven wil ik zoals u vraagt! Geef mij dan al wat daar voor nodig is. Geef mij die kracht van Jezus’ opstanding.” U en jij die als kind bent gedoopt, is dat ook jouw verlangen? Geloof dan vast en zeker: God wil het je geven! Maar als je niets met je doop doet, dan mist het helaas zijn doel.

slot: oproep
Waar haal je de kracht vandaan om goed en trouw te leven? Bij God. Bij Jezus. Bij de doop, het teken dat je bij Hem hoort en Hij zijn nieuwe leven ook aan jou wil geven! Dan is de doop het begin van een weg door het leven. Misschien helemaal niet opvallend, gewoon als oprecht mens, eenvoudig en eerlijk. Iemand van een minderheid in onze tijd. Maar één ding staat vast: de Heer gaat mee!
Als er hier mensen zijn die nog niet zijn gedoopt, en die zijn er: zou je niet gedoopt willen worden? Horen bij de Heer? Hem vragen om dat nieuwe leven ook voor jou? Het kan! Want Jezus leeft, en deelt zijn kracht graag uit, aan een klein kind maar ook aan een volwassene!
En tenslotte: laat ieder hier en thuis die gedoopt is, dan ook daaruit leven. Weer beseffen dat je hoort bij de Heer. Besef dat dat wat vraagt, in hoe je leeft en hoe je overkomt op anderen. Maar weet ook: de Heer heeft beloofd je te geven wat daarvoor nodig is. Alles wat nodig om goed, wijs en waarachtig te leven! Laten we ons daar dan naar uitstrekken – naar zijn opstandingskracht in ons, geloofd in de doop!
Lof zij Christus in eeuwigheid, amen.