Tags

, ,

Gemeente van Jezus Christus hier en thuis, en in het bijzonder jullie, Jetze en Carolina en wie jullie omringen,

[intro]
hoop. het Bijbelgedeelte dat we zojuist lazen spreekt over ‘leven in hoop’, en dat wil ik vanmorgen centraal stellen. Hoop, dat wat je hoopt. Laat ik dat meteen maar toepassen op Lize. Wat hopen jullie voor haar, voor haar leven? Wat hopen ouders voor hun kinderen? Ik denk een heleboel dingen. Om te beginnen natuurlijk dat je kind gezond zal zijn en blijven. Dat ze goed zal opgroeien en gespaard wordt voor ongevallen. Je hoopt dat Lize later met plezier naar school zal gaan en vriendjes zal maken. Dat ze gelukkig zal zijn en niet gepest wordt. En ga zo maar door. Dingen die elke ouder hoopt voor zijn of haar kind natuurlijk, ik ook voor de mijne!
En misschien gaan je gedachten al wel eens verder, als je naar je slapende baby kijkt. Hoe zal haar leven verder gaan? Je hoopt dat ze goed terecht komt, zich zal ontplooien. Je hoopt dat alles goed blijft gaan in ons land, in de wereld waar zij moet opgroeien. En in gedachten zie je haar ineens een vrouw worden, zelf kinderen krijgen, bij jullie op bezoek komen later…
Hoop! Je kunt van alles hopen voor de toekomst. Maar hoever reikt die hoop? Alleen voor het heden, of ook verder? En hoe zeker is datgene waar je op hoopt? Als een kind zo klein is, kan het nog alle kanten op. Er kan veel gebeuren, op allerlei terrein. Je kunt veel hopen, maar zekerheid heb je niet. Of het gezond blijft, welke keuzes je kind later zal maken. Hoe het er in de wereld voorstaat over dertig jaar… Wie zal het zeggen? Gelukkig ben je, als je een hoop hebt die vérder gaat dan het hier en nu!

[de hopeloosheid van een leven zonder God]
Petrus schrijft in het begin van zijn brief ‘Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus: in zijn grote barmhartigheid heeft hij ons opnieuw geboren doen worden door de opstanding van Jezus Christus uit de dood, waardoor wij leven in hoop’. Hij wijst op God en zijn genade. Alleen bij Hem vind je een leven vol hoop!
Maar eerst dit: Petrus slaat een heel andere toon aan, een veel hoopvollere, dan in die tijd en cultuur gebruikelijk was. De ouder Grieken en Romeinen waren niet bijzonder hoopvol. Velen geloofden dat het noodlot je leven bepaalde: je wist nooit wat het lot voor je in petto had! Een Griekse filosoof zei: alles waar wij mensen op hopen, is hoogst onzeker. Je weet immers nooit wat het leven brengen zal! Tenminste… een ding wisten ze heel goed, toen net zo goed als nu. Eén ding dat het leven zeker brengen zal: de dood. De Romeinse dichter Catullus schreef eens: van de zon weten we dat hij ondergaat en weer opkomt. Maar van een mens weten we dat hij ondergaat, zonder ooit weer op te komen. Niet bepaald hoopvol!
Maar ook tegenwoordig zijn zulke gedachten overal aanwezig. Onze maatschappij denkt niet veel anders. Je hebt diepe denkers die zeggen: je bent in de wereld geworpen – het zogenaamde existentialisme. Je zult er zelf iets van moeten maken, zonder garantie dat het iets wordt. Ook niet bepaald hoopvol – maar wel eerlijk, als je om je heen kijkt op aarde en van God niet weet. Veel anderen denken minder diep en zeggen gewoon ‘geniet van het leven, het duurt maar even’. Dat klinkt vrolijk, maar eigenlijk is óók hopeloos. Uiteindelijk ga je dood en dat is het dan – de enige zekerheid. Nee, onze cultuur lijkt wel op die van uit de tijd waarin Petrus schrijft.
Maar moet dit nu de teneur zijn bij deze doopdienst? Dat ook Lizes zon, die net is opgegaan, eens zal ondergaan, en dat we verder wel van alles kunnen hopen maar verder maar moeten afwachten hoe het gaan zal? Dat is werkelijk hopeloos!

[met God is wél hoop]
Maar gelukkig, nu mogen we vanmorgen, hier in de kerk, iets anders horen dan zulke wanhoop, zulke wijsheid van de wereld. Petrus schrijft, heel positief: ‘Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus! Hij heeft ons opnieuw geboren doen worden door de opstanding van Jezus Christus uit de dood, waardoor wij leven in hoop’. Letterlijk staat het er nog korter sterker, er staat ‘Hij heeft ons wedergeboren tot een levende hoop’. Dat klinkt krachtig! Maar wat wil dat zeggen? En waar haalt hij die hoop vandaan? Waar halen wíj hoop vandaan?
Allereerst zegt Petrus dus ‘een lévende hoop’. Dat wil zeggen, geen dode, geen ijdele hoop. Geen onzekere wensdroom is waar het over gaat, maar een echte, een gegronde hoop voor de toekomst. Wie on zich heen kijkt zegt: alles wat je hoopt is onzeker. Maar wie gelooft in wat God gedaan heeft, wie omhoog kijkt, die heeft lévende hoop. Petrus gebruikt er verschillende woorden voor. ‘een levende hoop’, maar ook ‘een erfenis in de hemel’, of ook ‘jullie redding’. Of on het anders te zeggen: een leven met God, nu en voor altijd. Dat is de hoop die een christen mag hebben!
Maar eerst: hoe krijg je daar dan deel aan? Daarover zegt Petrus “God heeft u wedergeboren tot een levende hoop”. Ben je één keer geboren, zoals iedereen, dan heb je geen hoop die zeker is. Het kan na de geboorte nog alle kanten op. Maar ben je wédergeboren, opnieuw geboren, dán mag je hoop hebben die zeker is. En dat is nu het mooie vandaag. De doop, zo schrijft Paulus ergens, is het badwater van de wedergeboorte. Lize is geboren, en je hoopt van alles voor haar – natuurlijk, en tegelijk weet je: ‘t is onzeker! Maar nu is Lize zojuist gedoopt, heeft ze het water van de wedergeboorte ontvangen. En dat wil zeggen: er is váste hoop voor haar. Hoop, niet gegrond op de onzekerheid van de aarde, maar gegrond in wat God belooft. Dat Hij haar God en Vader wil zijn, dat Jezus haar wil vergeven en dat de Geest haar wil vernieuwen. Dat is levende hoop voor Lize. En niet alleen voor haar, voor iedereen hier en thuis die gedoopt is. “God blijft zijn belofte trouw/ dit is al waar ik op bouw” – die vaste hoop mag je hebben! Geen wonder dan dat Petrus begint met ‘geprezen zij de God en Vader’! We mogen blij zijn, want Hij is onze hoop!

[de basis van de hoop]
Nu echter nog een stukje verdieping over wat de hoop inhoudt die je als christen mag hebben. Petrus zegt ‘Hij (God) heeft ons opnieuw geboren doen worden door de opstanding van Jezus Christus uit de dood’. Dáárdoor mag ons leven vol van hoop zijn. Waardoor? Door Jezus’ opstanding, doordat we weten dat Hij is opgestaan uit de dood. Dat is de bron van alle hoop!
Hoe zit dat dan? Wel, toen Jezus opstond, toen bleek dat er méér is dan hopeloosheid, dan het leven dat gaat zoals het gaat. Als er niet meer was, zou Hij dood in het graf zijn blijven liggen. Maar nee, het wonder is gebeurd: Jezus is opgestaan, Hij leeft. Hij overwint. Er is hóóp. Dat zíe je in Jezus’ opstanding. Maar dat niet alleen. Ieder die in Jezus gelooft, ziet het niet alleen, maar mag ook delen in zijn nieuwe leven, zijn opstandingsleven. Die mag ook opstaan! Nu al, en straks als Jezus komt. Ook nu al, want dat is nu precies wat ‘wedergeboorte’ betekent: dat je een nieuw mens wordt die lijkt op de Heer zelf. Petrus legt echter vooral de nadruk op wat nog komen zal. Als Jezus terugkomt, dan zullen we eeuwig leven ontvangen. Wie gestorven is zal opstaan, wie nog leeft wordt verandert, en we zullen altijd leven met de Heer. Dát is de hoop die een christen mag hebben. Dat je eeuwig zult leven met Hem.
Kijk, en het mooie is: deze hoop is vást, is levend. Wat er ook gebeurt, hoe je leven ook gaat, deze belofte staat! Zelfs al sterf je. Dat Jezus zegt: ik leef, en jij zult leven. Dat je weet: Hij houdt mij vast, altijd, en tot in eeuwigheid. In die hoop mag Lize delen, en ik, en ieder die gedoopt is gelooft. Een erfenis die niemand kan afpakken!
Wedergeboren tot een levende hoop door de opstanding. Je zou het met een beeld kunnen voorstellen. Het is alsof je met een groep mensen een berg beklimt, en aan elkaar vast zit met een touw. Als dan de voorste van de rij klimmers de top bereikt, dan weet je: ik ga er ook komen. Want we zitten allemaal aan elkaar gezekerd, dus ik volg vanzelf. Zó is het ook met Jezus’ opstanding. Hij is al op de top, Hij is al opgestaan. En ieder die aan hem vast zit, door doop en geloof, die zal er ook komen!

[ook: vertrouwen op Gods bewarende kracht nu]
Is dit niet een geweldige boodschap, geen heerlijk geloof? Er is hoop, wát er ook gebeuren zal. Met jezelf, met de wereld. Hoe hard je ook uitglijden zult, en hoezeer de dingen ook ontsporen. Er is hoop!
Echter, ik mag nog meer zeggen. Hoop richt zich op de toekomst – dat is nu eenmaal wat hoop doet. Als je iets al hebt, hoef je er niet op te hopen. Maar dan zou je kunnen denken dat Jezus alleen iets belooft voor later. En zeker als je jong bent, dan zou je kunnen denken: dat is nog ver. Wat heb ik er nú aan? Maar gelukkig, ook voor nu, voor elke dag belooft God grote dingen. So wie so dit, ik zei het al even: dat je nú al mag opstaan in een nieuw leven, dat de Heilige Geest je stukje bij beetje wil veranderen zodat je op Jezus lijkt. Ook dát is beloofd in de doop! Dus als je denkt ‘geloof is dat je eens in de hemel mag komen’, dan mis je minstens de helft. Geloof is ook dat je nú veranderd wordt en leeft met de Heer.
Maar er is nog iets. Petrus schrijft, in vers 4 “er wacht u, die door Gods kracht wordt beschermd omdat u gelooft, een erfenis”. Die erfenis is dus voor straks. Maar er staat ook iets voor nu: “door Gods kracht beschermd”. God beschermt ieder die bij Hem hoort. Hij wil Lize beschermen en bewaren, en Hij wil jou en u en mij beschermen en helpen. Hij is bíj je, elke dag! Je bent niet alleen op weg naar Hem, Hij is nu al naast je. Het lied op het geboortekaartje zegt het zo mooi “een boog in de wolken als teken van trouw, staat boven mijn leven, zegt “Ik ben bij jou!””. Dat mag je geloven, daar mag je op vertrouwen, elke dag. Hij bewaart je door zijn kracht!
En nee, dat wil niet zeggen dat je nooit iets zal overkomen. Petrus schrijft het zelf ook, in vers 6 “ook al moet u tot uw verdriet nog een korte tijd allerlei beproevingen verduren”. Maar hij zegt erbij “verheug u!” Niet om de beproeving natuurlijk, maar omdat wie gelooft weten mag: Hij laat mij niet los!

[slot]
Wat geeft en wat belooft God dan veel!In de Bijbel woorden van vandaag, en in de doop. Een lied vat het alles samen “kracht voor vandaag, blijde hoop voor de toekomst, Gij geeft het leven tot in eeuwigheid!”
En daarom, daarom mogen we blij zijn! “Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus!” “Verheug u!” De doop is een feest, een feest van hoop en geloof! Ja, leven aan de hand van de Vader is een feest, een zegen, een vreugde. Wij zijn als kerk de mensen met hoop! Midden in deze wereld die zo hopeloos is – ik begon ermee – mogen wij God prijzen en uitkijken naar zijn toekomst! Er is hoop, door Jezus, onze Heer! Hem zij de lof in eeuwigheid!

Amen