Tags

, , ,

Gemeente van Jezus Christus, jong en oud, tieners, kinderen,

[intro: het verhaal]
Het is een spannend verhaal wat we daarnet uit de Bijbel hoorden Je ziet het als het ware voor je, hoe David daar het kamp in sluipt, naast Saul staat, hoe hij fluisterend overlegt… Als vanzelf vraag je je af, we hebben het er op de catechese over gehad: wat zou ik gedaan hebben als ik zo’n kans kreeg om mijn doodsvijand uit te schakelen?
David zwerft al een tijd rond in de woestijnachtige wildernis in het zuiden van Israël. Vroeger was hij generaal van het leger van Israël, maar nu wordt hij achternagezeten door de soldaten van datzelfde leger. Waarom? Omdat koning Saul hem wil doden!
Wat is er gebeurd dan? Koning Saul heeft een tijd terug een boodschap van God gehad dat hij geen koning kan blijven, omdat hij veel verkeerde dingen heeft gedaan. Over die boodschap is koning Saul kwaad, dat kun je begrijpen! Híj wil de baas blijven! Maar er is meer: God heeft David tot koning laten zalven en hem zo aangewezen als degene die later koning zal worden. Saul heeft daarvan gehoord; en sinds hij dat weet, wil hij David uit de weg ruimen! Hij heeft al twee keer een speer naar Davids hoofd gegooid – net mis. David heeft het paleis maar snel verlaten. Hij moet vanaf dat moment vluchten en zwerven door de wildernis met een klein groepje strijders, altijd opgejaagd.
Nu is het nacht. Saul en zijn soldaten slapen, in een kamp ergens langs de kant van de weg. David staat op een heuvel er vlakbij met zijn mannen. Ze kijken. Wat is het stil in dat kamp! Het lijkt wel alsof iederéén slaapt, zelfs de wachtposten. Vreemd! David zegt: ik ga kijken, wie gaat er mee? Samen met Abisai sluipen ze het kamp van Saul in, bij het licht van de maan. Het gaat wonderlijk makkelijk, iedereen is in diepe slaap. Al snel staan ze naast de tent van de Saul. Ze kijken elkaar aan – en gaan naar binnen. Daar ligt de koning, met zijn speer aan zijn hoofdeinde. Diep in slaap, hij snurkt zachtjes. Abisai gebaart naar de speer, met een fonkeling in zijn ogen. Hij gebaart [doe dat] alsof hij de speer pakt en in Sauls borst plant. Dit is Davids kans! Nu kan hij de man doden die hem haat, die hem opjaagt, die hem wil doden. Nu kan hij wraak nemen op alles wat Saul hem heeft aangedaan. Meer nog: is dit niet dé kans om Gods woorden te laten uitkomen: Saul geen koning meer, en David die het wordt? Heeft God misschien al die soldaten zo diep in slaap laten vallen? Abisai wacht. Wat zal David doen?

[Davids keuze: niet doden]
Ja, wat zal David doen? Wat zou jij gedaan hebben als je hem was? In de voorbereiding heb ik het er met de jongeren op catechese over gehad. De een zegt: ik zou gestoken hebben. De ander zegt: ik niet. Een derde zegt: ik zou me so wie so nooit in een kamp tussen drieduizend soldaten gewaagd hebben…
Wat doet David? Nou, dat is duidelijk. Hij doet het níet! Hij doodt Saul niet, al heeft hij nu een kans uit duizenden. Maar waarom eigenlijk niet? Wel, allereerst gewoon omdat je niemand mag vermoorden. We hoorden de tien geboden eerder in de dienst. Daar staat het: je mag niet doden. Ja maar… Saul wilde David ook doden! Maar maakt dat uit? Misschien als David Saul zou doden wanneer hij zich verdedigt in een gevecht op leven en dood. Maar toch zeker niet als je een slapend iemand een speer tussen zijn ribben steekt. Je mag niet doden!
Iemand zei dat het verhaal hem deed denken aan een stukje uit het boek ‘een brief voor de koning’. Tiuri redt Jaro’s leven, terwijl Jaro later een vijand blijkt te zijn. En toch is dat goed! Zelfs als Tiuri van Jaro’s plannen had geweten, had hij Jaro niet boven het ravijn mogen laten hangen. Want God zegt: je mag niet doden. Niemand.
David zegt trouwens nog iets: ik wil niet de gezalfde van de HEER doden, de koning. Een koning doden is extra erg. In vroeger tijd werd je opgehangen als je een moord pleegde, maar als je de koning vermoordde… dan werd je gevierendeeld of nog erger. Zelfs nu is er in ons land nog een speciale wet voor als je een aanslag pleegt op de koning. Zo’n grote misdaad wil David niet op zijn geweten hebben.

[geen wraak nemen/kwaad met kwaad vergelden]
Maar er is meer. David wil ook niet kwaad met kwaad vergelden. Saul háát David, wil hem doden! Maar David gaat niet hetzelfde doen, niet Saul net zo haten en hem doden nu het kan. David zegt: God zal Saul wel treffen – maar ik ga niet verkeerd doen.
Dit is heel belangrijk voor ons. Want wat zit dat niet in ons, om met gelijke munt terug te betalen! Als een ander jou pest, dat je hem of haar dan ook dwarszit, of terugscheldt, of stiekem iets kwijtmaakt van diegene… Vul maar in. Ja toch? Maar dat moet je níet doen. So wie so lost het niks op, bovendien – Jezus zelf zegt: doe goed aan wie je haten. Doe niet hetzelfde, doe anders. Ja, dit is moeilijk, ik weet het! Maar het is wel de opdracht van God.
Voor volwassenen: stel dat er iemand is die nogal een afzetter is, die eigenlijk teveel vraagt. Als je van zo iemand een rekening krijgt waar één item verkeerd op staat, flink te goedkoop door een fout, wat doe je dan? Denk je: mooi, dat compenseert voor wat hij anders teveel vraagt? Of neem je toch contact op en wijs je op de fout? Voor wie Jezus volgt is eerlijkheid geen optie, maar plicht. Ook als anderen niet eerlijk zijn. Niet doden, niet liegen, niet stelen, die basis blijft altijd gelden.
David laat zien vandaag: vergeld geen kwaad met kwaad. Blijf doen wat goed is, ook als anderen slecht doen. Doen wat goed is – wat in de Tien Geboden staat, en wat Jezus ons verder leert.

[God een handje helpen?]
Maar dit verhaal gaat nóg dieper. En ik hoop dat jullie dit ook met me meemaken! Want er is nog iets. God had toch beloofd dat Saul geen koning zou blijven, en David koning zou worden? Is dit moment, daar in Sauls tent, met een speer bij de hand en de koning diep in slaap – is dit moment niet speciaal aangebroken om die belofte van God te laten uitkomen? Iemand op de catechese zag het zo. Helpt David niet gewoon Gods plan uit te laten komen als hij Saul nu vermoordt…? Ja, en nee. David was misschien wel koning geworden op die manier. Maar het zou tóch verkeerd zijn geweest. Want wij hoeven God geen handje te helpen. Dat vraagt hij niet van ons. Hij vraagt van mensen iets heel anders: dat we eerlijk en goed en trouw leven, zoals Hij het ons gebiedt. Dát is onze taak. Zíjn taak is om zijn beloftes te houden, en dat kan Hij heel goed zonder ons.
Kinderen, jullie hebben pas in de kindernevendienst het verhaal gehoord van Jakob die zijn oude vader Isaak bedriegt. God hád beloofd dat de jongste de belangrijkste zou worden. Esau had beloofd dat Jakob de grootste zegen mocht krijgen. En tóch mag Jakob daarom nog niet zijn blinde vader bedriegen om die zegen te krjigen. Wij hoeven God geen handje te helpen!
Sommige tieners hier hebben misschien wel de boeken van Harry Potter gelezen. Daarin komt de spreuk voor ‘het doel heiligt de middelen’. Maar weet je van wie dat de spreuk is? Van Grindelwald, de grote tegenstander die door Perkamentus verslagen werd. Het doel heiligt de middelen? Zeker niet, nooit! Als je dat wel denkt kun je tot de meest verkeerde dingen komen…
Van ons wordt maar één ding gevraagd: trouw leven met de Heer. De rest mogen we aan hem over laten, net als David doet. Bijvoorbeeld: als je hebt gebeden om een goed cijfer voor een moeilijke toets, en je ziet ineens de toetsopgaven half uit de tas van je docent steken in de gang, dan mag je er níet snel een foto van maken. Je hoeft God niet een handje te helpen om je gebed voor een goed cijfer te laten uitkomen! Daar rust geen zegen op, ook al zou niemand erachter komen.

[is dat echt de weg?]
Iemand denkt misschien: zo wordt het leven wel lastig… Welnee, helemaal niet! Als je voorneemt om altijd eerlijk te leven op Gods weg, maakt dat je keuzes een stuk makkelijker. En er rust ook zegen op. Terwijl je andersom misschien wel dingen voor elkaar krijgt, maar zonder Gods zegen. Stel je voor dat David wél had gestoken met die speer… wat voor koning was hij dan geworden? Iemand met bloed aan zijn handen en een slecht geweten. Iemand, gehaat door de aanhangers van Saul, die altijd op zijn hoede moest zijn. Nee, het is góed dat David wachtte op Gods tijd. Uiteindelijk werd hij ook koning, maar op een veel betere manier. Al kostte dat veel geduld!
En zo is het nog steeds. Neem niet de snelle weg, maar de eerlijke weg. Op school, op je werk, altijd!
Op de catechese zei iemand: vertrouw op God, dát is de les uit dit verhaal. En ook dat is waar. David moest wachten, en dat is moeilijk. Ook voor ons. Zal God doen wat Hij belooft? Helpt Hij echt als je bidt? Vaak merk je niet direct van Hem. Zo was daar die man met een eigen bedrijf, die een van zijn grootste klanten verloor. Ze vroegen hem namelijk om de rekeningen op een oneerlijke manier op te maken, zodat ze daar voordeel mee konden behalen bij de belasting. De man weigerde beslist, want hij was christen en wilde altijd eerlijk zijn. Maar het gevolg: hij verloor zijn grootste klant! Is dat nu de beloning voor het gaan op Jezus’ weg? Maar gelukkig ging hij nét niet failliet. Het werd een tijd van elke euro omdraaien, dat wel. Maar… langzamerhand kreeg hij toch nieuwe klanten en verdiende hij weer wat meer. Na tien jaar had hij zelfs een zeer solide zaak die bekend stond om haar betrouwbaarheid. Zou zo de zegen van God niet werken? Niet de snelste, wel de beste weg!

[Jezus de meerdere David]
Uiteindelijk denk ik bij het verhaal van vandaag ook aan Jezus, onze Heer. David is hier een beeld van Hem. Want Jezus deed net als David deed. Jezus koos alleen wat goed is, niet één keer maar altijd, zijn hele leven. Hij liet het aan zijn Vader in de hemel over wat dat zou opleveren, net als David deed. Op het eerste gezicht leek dat bij Jezus helemaal verkeerd te gaan. Net als David werd gehaat en vervolgd door Saul, werd Jezus, met al zijn goedheid, gehaat en vervolgd en gevangen door zijn tijdgenoten. Ja, bij Jezus ging het nog verder, want Hij werd écht gedood. Maar net als David zocht Jezus geen wraak, wilde Hij niet haten. Hij sloeg niet terug. Hij bad zelfs voor degenen die hem aan het kruis spijkerden. Kun je je dat voorstellen!?
En toen lag Hij in het graf. Mislukt, zou je zeggen. Zie waar het op uitloopt als je voor Gods weg kiest en niet voor jezelf opkomt… toch? Maar nee! Jezus werd niet beschaamd! Want Hij stond op uit het graf, en Hij leeft voor altijd. En Hij is koning geworden, nog veel hoger dan David!
De weg die Jezus ging, de weg die David hier gaat, díe heeft toekomst. En tegelijk moeten we dan zeggen: wat kiezen wij vaak verkeerd. Overtreden we Gods heldere regels, vergelden we wél kwaad met kwaad, laten we het doel wel de middelen heiligen. David doet het ook, verderop in zijn leven gebeuren heel verkeerde dingen. Maar nu is de goede boodschap: Jezus is anders. Hij deed het wél. En dat niet alleen, Hij droeg onze zonden. Toen Hij aan het kruis ging, toen hij stierf, was dat voor ons, die het níet goed doen. Jezus is nog veel beter dan David. David deed zijn vijand geen kwaad, dat is al heel wat. Maar Jezus… Jezus wilde zijn leven geven voor vijanden. Hij droeg onze schuld – jouw schuld en de mijne. Hij vergeeft je, als je daarom vraagt. Doe dat maar, telkens als je merkt dat je niet goed zit. En het mooie: Hij wil ons leren om op zijn weg te gaan, meer en meer, elke dag!

[slot]
Zo hoorden we van David. Zo horen we van Jezus, de grote Zoon van David. Laten wij Hem dan volgen, en leven in zijn spoor. Wie je ook bent, jong of oud, doe trouw wat God wil en laat de rest in vertrouwen over aan Hem. Wie dat doet zal niet beschaamd worden. Die wordt nu gezegend, ook als het soms moeilijk is, en… die mag eens de kroon van de heerlijkheid ontvangen. Dat is Gods belofte, en die wordt zeker waar! Daar zal Hij zelf voor zorgen.
Amen