Tags

,

Gemeente van Jezus Christus, hier en thuis,

[intro]
op internet vond ik een lijstje van de meest invloedrijke mensen in de wereldgeschiedenis. En wie stond er op nummer één, denkt u? Jezus Christus. Hij is belangrijker geweest dan Napoleon, dan Julius Caesar, en Karel de Grote. Dat is geen uitspraak van een kerk, maar gewoon een controleerbaar feit. Niemand heeft de wereld meer beïnvloed dan hij.
Voor belangrijke mensen is altijd veel belangstelling. Er zijn heel wat mensen die graag een boek over Hitler, of over Napoleon lezen. Ze willen zoveel mogelijk van hem weten, om een beeld te krijgen wie zo iemand was en wat er zo bijzonder aan die persoon is. Maar hoe zit dat bij Jezus? Wie was hij? Of, zoals wij in het geloof mogen zeggen, wie is hij? Die vraag is nog niet zo makkelijk te beantwoorden. Heel veel weten we van hem níet. Er zijn geen afbeeldingen van hem, we weten niet hoe Jezus eruit zag. We hebben niet eens een complete biografie van hem, alleen van zijn laatste jaren eigenlijk. Er is heel veel over Jezus te zeggen, dat doen we ook elke week hier in de kerk. En toch… Wie is Jezus? Daar wil ik het vanavond over hebben. Want op een bepaalde manier ontgaat hij ons. En toch verandert hij de wereld, en verandert hij mensenlevens.

[allerlei ideeën over Jezus toen]
We lazen vanavond weer uit het Johannes evangelie. Het viel mij deze week weer op wat een wonderlijk evangelie dit is. Er staan allerlei mooie teksten in, bijvoorbeeld vers 37 en 38 die we lazen. Jezus zegt “laat wie dorst heeft bij mij komen en drinken. Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft”. Prachtig! Echter, de mooie teksten staan in lastige hoofdstukken. Heel hoofdstuk 7 gaat over die verwarrende vraag wie Jezus is. Vorige week was het trouwens niet anders. Zo’n mooie tekst ” Ik ben het brood dat leven geeft”, maar verpakt in een lastig hoofdstuk vol onbegrip over Jezus.
Nu wil ik vanavond niet een preek gaan houden over een mooie tekst. Dat zou zo kunnen, over die tekst van het levend water dat Jezus geeft. Nee, Ik wil liever stilstaan bij de kernvraag van het hele hoofdstuk: wie is Jezus? Dan komen we als het goed is vanzelf ook bij uit die prachtige uitspraak over het levend water.
Als je mensen van nu vraagt: wie is Mark Rutte? dan kun je allerlei antwoorden krijgen. De minister-president. een vrijgezel. een neoliberaal. een ramp voor ons land. een ervaren staatsman… Net zo krijgen we in dit hoofdstuk heel verschillende antwoorden op de vraag wie Jezus is. Jezus’ broers denken: Jezus is een wonderdoener. Kijk maar in vers 4. Hij moet maar naar Jeruzalem gaan als het druk is, dan kan hij veel publiek trekken. De mensen in Jeruzalem vinden ook van alles. De een zegt: Jezus is een goed mens. de ander vindt hem iemand die het volk misleidt – zie vers 12. Als Jezus zelf in Jeruzalem komt en preekt in de tempel, vinden mensen hem een leraar, een rare rabbi zonder opleiding. Anderen zeggen echter: hij moet wel de Messias zijn! Waarbij het trouwens wel de vraag is wat ze daaronder verstaan. De Joodse leiders zijn duidelijk: Jezus is een gevaarlijke wetschender, en ze sturen al mensen om hem te arresteren. Wie is Hij echt?

[ideeën over Jezus nu]
Wie is Jezus? Die vraag is nog steeds actueel. wie is Jezus voor ons, voor u? En wie is hij voor de mensen om ons heen? Want ja, de meest invloedrijke persoon in de wereldgeschiedenis – iedereen in ons land heeft wel van Jezus gehoord.
Het wonderlijke is dat veel mensen iets denken wat goed past bij een van de reacties uit dit hoofdstuk. Er zijn mensen die, net als Jezus’ broers, hem zien als een wonderdoener. Veel hebben ze niet met geloof, maar als ze echt in problemen raken, dan bidden ze toch. Dan roepen ze Jezus aan, of ze roepen gewoon ‘Jezus!’ Ze geloven blijkbaar dat hij iemand is die bijzondere macht heeft.
Er zijn ook genoeg mensen vandaag die Jezus als een goed mens zien, of als een leraar van wie je wat kunt opsteken – net als mensen toen in Jeruzalem dachten. Maar er zijn er ook nu die niets van hem moeten weten. Een man die dacht dat hij God was! Iemand waarvan ze beweren dat hij op water kan lopen, kom nou… Een fanaat die dacht dat het einde der tijden nabij was. Negatieve oordelen – wie zo denken kunnen zich scharen aan de kant van de Joodse leiders van toen.
En dan waren er ook nog mensen die het rechtzinnige antwoord gaven, de goede identificatie: zij zagen Jezus als de Messias. Dát soort mensen vinden we misschien vandaag hier in de kerk. We weten wel dat Jezus meer is dan een wonderdoener, een goed mens of een leraar, en een misleider zult u hem zeker niet noemen. Nee, zegt u waarschijnlijk, Jezus is de Messias, de zoon van God. Wij geven het goede antwoord, want zo hebben we het geleerd. Geheel rechtzinnig. De vraag blijft dan echter: kennen we Jezus echt? Net zoals iemand correct kan zeggen dat Mark Rutte de minister-president is, maar verder geheel onwetend en ongeïnteresseerd kan zijn wat betreft de politiek…

[het gaat niet om ‘weten’ wie Hij is uiteindelijk]
Want, en nu kom ik bij de kern van de preek, Het gaat er niet zozeer om wat we van Jezus vinden, of wat we van hem weten. Het gaat erom dat we hem kennen, en dat gaat veel verder. Dat is niet alleen een kwestie van het hoofd, maar ook van het hart. Je kunt geheel orthodox zijn in je opvattingen, en Jezus toch niet kennen. de Joodse leiders uit dit hoofdstuk zijn daar een typisch voorbeeld van. Zij waren toonbeelden van rechtzinnigheid, ze bestudeerden de Bijbel, zaten vooraan in de synagoge – maar met Jezus hadden ze niets. En zo kan het nog zijn. Dode rechtzinnigheid plaatst je verder bij Jezus vandaan dan wanneer je twijfelend zoekt wie Hij is. De boeken van Maarten ’t Hart staan helaas vol voorbeelden.
Nee, het gaat er niet om dat we de juiste definitie weten van wie Jezus is. Dat we zeggen: Hij is God en mens, twee naturen in één persoon, de eeuwige zoon van God, enzovoorts – al is het goed om dat te weten! Maar Jezus zegt ergens dat het “voor de wijzen en verstandigen is verborgen, en aan de kinderen geopenbaard”. Natuurlijk moet je iets weten van wie Hij is. Hoe zou je anders ooit in hem gaan geloven? Maar weten is niet waar het om gaat. Geloof gaat dieper! Een christelijke opvoeding, als u die gehad hebt, is een voorrecht. Maar… het is niet voldoende! De apostel Jakobus schrijft heel droog in zijn brief: “u gelooft dat er één God is? Daar doet u goed aan. Maar… de demonen geloven het ook, en zij sidderen!”. Hetzelfde is te zeggen over Jezus. gelooft u dat hij de zoon van God is? Mooi zo! Maar de demonen die door Jezus uitgedreven werden, riep hetzelfde: ‘u bent de zoon van God’
Nee, weten met je verstand is niet voldoende. Maar waar gaat het dan wel om? Laten we naar Jezus zelf luisteren! Wat zegt hij van zichzelf?

[Jezus’ roep]
De hoofdvraag in dit hoofdstuk: wie is Jezus? Wat zegt onze Heer daar zelf van? Het opvallende is dat hij er geen duidelijk antwoord op geeft. Hij stelt zich niet voor als: dit ben ik nu. hij zegt alleen, nogal raadselachtig: Ik ben gestuurd door iemand die jullie niet kennen. Tja…
En tóch stelt Jezus zich voor. Hij is in Jeruzalem op het Loofhuttenfeest. Op de laatste dag van het feest, het hoogtepunt, gaat Jezus in de tempel staan. Daar stelt hij zich voor, voor iedereen die het maar horen wil. hij roept, hij roept luid: “laat wie dorst heeft bij mij komen en drinken! Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft”. Zo stelt hij zich voor; niet met titels of namen, maar met een uitnodiging!
Even een stukje achtergrond. Op het Loofhuttenfeest werd in de tempel altijd een ritueel met water uitgevoerd. Er werd water uit een bron geschept, en in een grote processie naar de tempel gebracht. Intussen werd er gezongen, bijvoorbeeld uit Jesaja 12 “ik zal met vreugde water scheppen uit de fonteinen van het heil”. En juist dán zegt Jezus dit! Ik stel me zo voor dat de processie met de waterkruik net is langs getrokken, en dat de verbaasde mensen dan ineens achter zich horen: “Laten we dorst heeft bij mij komen en drinken! Rivieren van levend water”.
Jezus stelt zich voor met een oproep. Niet ‘weet wie Ik ben’, maar ‘kom bij mij’. En waarom? Omdat hij levend water geeft. Drank voor de diepste dorst. Water dat laat groeien en bloeien. Een rivier uit je binnenste zelfs. Of met andere woorden: hij geeft een heel nieuw leven, vol frisheid, vol vreugde. Een bestaan waar Gods bron borrelt. Leven, in al zijn volheid. Wie is Jezus? Degene die dát geeft!

[kennen in plaats van weten met je hoofd]
Zo stelt Jezus zich voor. Het gaat hem blijkbaar niet om dat je wéét wie Hij is, maar het gaat Hem om komen. Komen tot Hem. Komen omdat je weet wie hij is – dat wel. Het gaat om geloven, om vertrouwen, om ontvangen en jezelf overgeven. Jezus komt niet vrijblijvend zichzelf voorstellen, hij wil nieuw leven brengen, levend water! Dat ontvangen, dat is geloven. Dat verandert je leven, niet een orthodoxe belijdenis van wie Jezus is.
Je zou het kunnen vergelijken met het volgende. Ik kan weten dat de stad Lissabon bestaat, ik kan weten wáár die stad ligt. Ik had er zelfs nog veel meer van weten, zoals inwoneraantal, klimaat en wat niet al. Maar ik zou ook op reis kunnen gaan naar die stad, er een bezoek brengen, en misschien zelfs gaan wonen. Dan leer ik de stad pas echt kennen, op een heel andere manier. Zo is het ook met onze Heer. We kunnen weten dat hij er is, wie Hij is… Maar je kunt ook in geloof aan hem verbonden zijn; tot hem komen én van het levende water drinken. Dan leer je hem pas werkelijk kennen!
Kennen wij Jezus zo? Ken ik hem zo? Als ik het even voor mezelf houd: Ik vind het niet eenvoudig om niet bij het verstandelijk weten te blijven hangen. Natuurlijk belijd ik Jezus als mijn heer, geloof ik in hem. Maar al te vaak vergeet ik toch om van zijn levend water te drinken, om in alles met hem te leven. Bij de cursus ‘Theologische vorming voor gemeenteleden’ geef ik het vak dogmatiek. Dat ligt mij: praten en denken over wie God is, wie Jezus is. Maar ik moet niet vergeten dat hij de levende heer is, die elke dag naast mij wil gaan, die mijn diepste dorst kan lessen!
Er wordt een verhaal verteld over Thomas van Aquino, wel de beroemdste rooms katholieke theoloog. hij schreef diepe boeken over het geloof, bijvoorbeeld de ‘summa theologia’. Men zegt dat hij tegen het einde van zijn leven een visioen kreeg, een bijzondere ervaring van God. Daarna zei hij: ‘alles wat ik geschreven heb, is waar, Maar het is maar als stro’.

[het nieuwe leven dat je dan ervaart]
Wie is Jezus voor u of voor jouw? Ben je al bij hem gekomen, heb je het levende water geproefd? Iemand vraagt misschien: maar hoe doe je dat dan, komen naar hem? Destijds kon je letterlijk naar hem toe gaan toen hij stond te roepen, nu niet! Maar het gaat niet om zo letterlijk komen. Veel mensen toen stonden letterlijk naast hem, en kenden hem niet. Jezus zelf licht het toe: “rivieren van levend water,” zegt hij, ” zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft”. Het gaat om geloven uiteindelijk. Komen, in geloof dat Jezus de zoon van God is, die een heel nieuw leven kan geven aan jou. Komen, in gebed; tegen hem zeggen: ‘Heer, hier ben ik. Les mijn dorst. Geef mij van dat levend water. Leer mij dat nieuwe leven kennen’. Hebt u dat al eens gezegd? En dan hoef je niet te wachten tot je iets speciaals voelt. Dan mag je meteen ook zeggen ‘en Heer, ik dank u dat u mij eeuwig leven geeft. Dat u mij nooit los zult Laten. leer mij te gaan op uw weg’. En dan? Dan zul je het merken, dat je niet dezelfde blijft. Met een schok of stapje voor stapje ontvouwt zich nieuw leven in jou. Hij belooft het! En jij mag daar op vertrouwen. Jezus zegt het zelf in vers 17 ” wie ernaar streeft te doen wat God wil, zal merken of het waar is wat ik zeg”. Dan zul je het merken!
Kom naar Jezus! Drink het levend water. Ken hem met je hart, niet slechts met je hoofd. Je zult merken hoe dan dingen veranderen. Hoe uiteindelijk alles anders wordt. Zijn geest is in je. Zijn liefde verwarmt je, zijn goedheid omarmt je. Je krijgt andere ogen, je gaat anders denken, je hebt een andere hoop. Je mag horen bij Gods familie, en de Heer maakt een kamer voor je klaar in het huis van de vader. Als je hoort bij hem. Ach, er zou nog zoveel over te zeggen zijn… Maar het is beter te ervaren te beschrijven. Het gaat er, ook hier, niet om dat we weten dat er een nieuw leven bestaat, maar dat dat nieuwe leven in ons is. En hij, hij wil het geven! Kom en drink!

[slot]
Wie is Jezus? Degene die de dorst lest. Degene die een heel nieuw, eeuwig leven geeft – Hij alleen. Snappen we zo wie Jezus is? Ik denk dat het een verkeerde vraag is. Zo mag je hem kénnen, of leren kennen. Niet snappen, niet weten, niet definiëren, maar kennen in geloof. Dan ga je pas werkelijk begrijpen wie Hij is. Daar raak je je leven lang niet over uitgeleerd. Dan zul je zeker goed van hem spreken tegenover anderen. Hoe kent u Jezus? Kom naar hem toe, voor het eerst of opnieuw. Dan zul je niet beschaamd worden.
Amen