Tags
Gemeente van Jezus Christus,
[intro: ergernis]
De woorden die vandaag onze tekst zijn, zijn woorden die ergernis kunnen oproepen. Die ergernis hébben opgeroepen, zowel toen als nu. “Door niemand anders dan Jezus kunnen wij worden gered, want zijn naam is de enige onder de hemel die de mens redding biedt”.
Destijds riepen ze al ergernis op bij de Joodse leiders. Ze waren blij dat Jezus uit de weg geruimd was. Geen hinder meer van Hem! Maar het blijkt anders te zijn… Een verlamde man wordt genezen in Jezus’ naam, hij loopt en springt en trekt alom de aandacht. Voor de Joodse leiders bepaald een ongelukkige ontwikkeling! Ze hebben Petrus en Johannes, en ook de verlamde man zelf, gevangen genomen om hen te ondervragen – of beter gezegd, om hem te intimideren. Dan, tijdens de ondervraging, wijst Petrus onbevreesd op Jezus. “Door niemand anders kunnen wij worden gered, Jezus’ naam is de enige onder de hemel die de mens redding biedt”. U begrijpt hoe dit de leiders zal hebben geërgerd! Want dan zaten zij fout toen ze Jezus lieten kruisigen….
Ook nu, in de huidige tijd, kunnen deze woorden van Petrus ergernis opwekken. “door niemand anders kunnen wij worden gered… er is géén andere naam die redding biedt dan die van Jezus”. Dat klinkt exclusief, alsof jíj alleen de waarheid in pacht hebt, of de kerk. Daar is de huidige tijd heel allergisch voor. ‘Kom op zeg, ieder zijn eigen geloof, toch? Of ongeloof als ik dat kies. Je kunt mij jouw waarheid niet opleggen!’ En als je ook nog beweert dat mensen rédding nodig hebben – dat wordt niet altijd gewaardeerd! ‘Redding’ – waarvan dan? Ben ik niet goed zoals ik ben? Heb ik een probleem volgens jou?
Zelf in de kerk kun je erover discussiëren: redding alléén door Jezus? En wat dan met mensen die nooit van zijn Naam hoorden?
[echter: vreugde voor wie gelooft]
Nu zou daar veel over te zeggen zijn, over de weerstand die deze woorden oproepen. Echter, vandaag wil ik niet die weg kiezen. Helemáál niet zelf! We vieren vanmorgen het Heilig Avondmaal. Jezus is de redder! En wat anderen daar ook van mogen vinden, dít geloven wij. Dat vieren wij: dat Hij ons redt, Hij alleen. We mogen Petrus bijvallen: Jezus redt – halleluja! Niet een probleem ervan maken, maar zingen, zoals we net deden: “geen and’re naam/ dan de naam van Jezus, geen and’re naam, dan de naam van de Heer/ is waard te ontvangen de eer en de glorie/ de lof en de dank in eeuwigheid”
Petrus woorden zijn geen probleemuitspraak, maar iets om blij van te worden en dankbaar, iets om te vieren. Jezus redt, redt mij!
Maar… wat houdt dat eigenlijk in, gered worden? Redding is een breed begrip. Andere vertalingen spreken van zaligheid (“de zaligheid is in geen ander”), of ze hebben het over behoud, of heil. Laten we er vanmorgen eens op inzoomen voor we het gaan vieren – diep beseffen wat Jezus ons geeft en zal geven. “Zijn naam is de enige die de mens redding biedt” – wat betekent dat voor ons?
[redding straks: van Gods oordeel]
Jezus redt; blijkbaar moeten de mensen ervan van gered worden. En waarvan dan? Ten diepste van Gods oordeel. Dat geldt allereerst voor de mensen tot wie Petrus spreekt, de Joodse leiders van toen. Zij vonden zichzelf vroom, maar ze hadden wel echt een probleem met God. Petrus zegt scherp, net als we vorige week al hoorden: “Jullie hebben Jezus gekruisigd” (vers 10). Gods hoeksteen hebben ze verworpen. Dan kun je niet anders verwachten dan Gods veroordeling, toch? Dan heb je redding nodig!
Maar… die redding van Gods veroordeling geldt ook nu. Laten we het nooit vergeten: er is een God die oordeelt, die een sterke mening heeft over wat goed is en verkeerd. Die ook over mijn leven zijn mening heeft. En die mening valt niet mee. Ik wil, als ik heel eerlijk ben, eigenlijk niet dat God iets over mij te zeggen heeft, ik ben liever eigen baas. Maar of ik het leuk vind of niet, Hij ís er, de Hoogste – en kan mij veroordelen voor rebellie. Voor liefdeloosheid naar anderen ook, want liefde is wat Hij boven alles vraagt. Voor egoïsme, voor hoogmoed, voor luiheid… God oordeelt! Hij zal eens ieder leven meten langs de lat van zijn geboden. Hoe zou je daardóór komen uit jezelf? In God geloven is iets ontzaglijks!
Maar, God zij dank, nu is er gelukkig die kernboodschap: Jezus redt! En wel allereerst van het komende oordeel, dat wij verdienen. Jezus liet zich veroordelen, in onze plaats. Dát is Gods geweldige greep, om mensen vrij te spreken die Hij zou moeten veroordelen. Jezus redt! Van iets dat we misschien bijna vergeten waren, maar dat kómt, zeker komt: Gods oordeel over allen. Jezus redt ervan!
Dat is één van de dingen waar het Heilig Avondmaal ons op wijst. Op zijn dood die de veroordeling uitwist. Hoe zijn bloed vloeide, zijn lichaam gebroken werd – tot verzoening. Om het oordeel op te heffen. Ontzaglijk! Dit geeft het Heilig Avondmaal een heilige huivering. Dat het oordeel is gedragen – door de Heer zelf. Besef het met ontzag.
[redding straks: tot heerlijkheid]
En tegelijkertijd is er ook de andere kant. Jezus redt ons niet alleen ván iets, Hij redt ons ook tót iets. Hij geeft in plaats van oordeel eeuwig leven. Eens, als Hij komt, als ieder geoordeeld zal worden, dan zal Gods nieuw wereld aanbreken. En wie in Hem gelooft, door Hem is gered, die zal daar mogen komen. Daar waar geen rouw is, geen pijn en geen verdriet. Daar waar mensen elkaar niet meer verkeerd zullen begrijpen of kwetsen. Daar zal God zal zijn alles en in allen.
Jezus noemt het ‘aanzitten aan het feestmaal in Gods Koninkrijk’. Stel het je maar letterlijk voor! Samen eten, genieten van het samenzijn, tot rust komen, verzadigd worden. Daarvoor redt Jezus ons, dat we daar zullen komen. Het hemels bruiloftsfeest zullen vieren.
Ook daarvan is het heilig avondmaal een teken. Een voorsmaak van de grote vreugde die eens zal komen. Nu al aan tafel mogen zitten met de Heer en met de heiligen – waarvan je er, door genade, zelf één mag zijn. Als zijn we uit onszelf een groepje al te menselijke mensen, met meningsverschillen, wrijvingen, botsingen, en blinde vlekken, Jezus is onze redder! Hij wil ons nú bij zich nodigen, en eens altijd. Dan is het heilig Avondmaal niet alleen ontzag, maar ook vreugde. Een vooruitblik naar wat komen zal. Wat komen zal, omdat Jezus ons heeft gered!
[redding ook nu]
Jezus redt! Ten diepste is dat toekomst. Maar de redding die Jezus brengt is ook iets voor nu. Van nature is ons leven in de greep van allerlei dingen. Ik-gerichtheid houdt mij in zijn greep, of juist onzekerheid. Verkeerde gewoontes hebben je gevangen. De systemen van de wereld die onrecht in stand houden – je zit er in vast! Maar… Jezus redt. Hij wil ons in de vrijheid zetten van een kind van God. Redden úit wat ons vasthoudt, en redden tót een leven verbonden aan Hem, vandaag en elke dag. Dan kun je door Hem moeilijke dingen dragen, dan kun je in zijn kracht volhouden, dan heb je houvast als alles wankelt. Want: je bent gered! Gered door Jezus, en daarom nú al een kind van God. Geliefd en gedragen. Dan mag die redding, de heling, het heil dat Jezus geeft, ook nu ervaren worden. Soms tot in wonderen toe – want ook de genezing van de verlamde man in dit gedeelte wordt letterlijk zijn ‘redding’ genoemd. Maar vaak ook in hulp die hij op andere wijze geeft, zodat je weet: niets ons kan scheiden van Gods liefde in Christus.
Het Heilig Avondmaal wijst ook op de realiteit van de redding in het heden. Jezus leven wordt ons al aangereikt, in brood en wijn. We mogen er kracht door ontvangen, hemelse kracht, voor het leven vandaag en verder, op deze ongeredde wereld. Hij komt bij ons, Hij reikt ons zijn leven aan, hier en nu. Ontvang het dan, ontvang Hemzelf, en laat het je vervullen!
[slot: redding vieren]
Maar ik ga stoppen. We mogen de redding vieren vandaag aan de tafel, niet alleen overdenken. De redding die Jezus geeft. Zijn naam betekent in het Hebreeuws ‘God redt’. En Hij is wat zijn naam zegt. De redder – van heel zijn kerk. Wat Hij geeft is nergens anders te vinden – kent u of ken jij een andere redder als Hij? Dan mogen we zingen, dan mogen we vieren: “geen and’re naam/ dan de naam van Jezus, geen and’re naam, dan de naam van de Heer/ is waard te ontvangen de eer en de glorie/ de lof en de dank in eeuwigheid”
Amen